Organisatie | Heusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Parkeerbelastingen 2016 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2015 | 01-01-2017 | nieuw | 12-11-2015 www.officielebekendmakingen.nl, 20-11-2015 | 446430 |
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 12 november 2015;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 september 2015;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 1999;
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1º indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2º indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1 De "Verordening Parkeerbelastingen 2015", van 13 november 2014 en de daaropvolgende wijzigingen wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 12 november 2015.
Mw. Drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming
Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2016
Behoort bij raadsbesluit van 12 november 2015 tot vaststelling van de Verordening parkeerbelastingen 2016.