Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
| |
2.1.1.1 | aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,
bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en
van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het
uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming
van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen.
Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk
door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder
aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken
of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.2 | bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,
bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme
administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en
van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het
uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, | |
| een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting,
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het
bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid
geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de
prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten
worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk
waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag:
| |
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een
indicatie of een voorgenomen project in het kader van de
Wabo vergunbaar is van de leges zoals deze bij een
daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het
project zou worden vastgesteld | 10% |
| met een minimumbedrag van | € 76,15 |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het indienen van een aanvraag om
een omgevingsvergunning voor een project: de som van de
verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of
handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk
bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de
verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met
de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en
hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige
volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag
een legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1.,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 2.860 bedragen | € 160,00 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 2.860 tot € 45.000 bedragen: | € 160,00 |
| vermeerderd met: | 3,71% |
| van de bouwkosten boven de € 2.860 | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 45.000 tot € 450.000 bedragen: | € 1.723,35 |
| vermeerderd met: | 3,45% |
| van de bouwkosten boven de € 45.000 | |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 450.000 of meer bedragen: | € 15.695,80 |
| vermeerderd met: | 3,08% |
| van de bouwkosten boven de € 450.000 | |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het
bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk
is, het bedrag van de bouwkosten, vermeerderd met: | 0,08% |
| Beoordeling bodemrapport | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag voor de beoordeling van een
milieukundig bodemrapport | € 122,60 |
| Verplicht advies agrarische
commissie | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie wordt beoordeeld: | € 364,65 |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1, 2.3.9,
2.3.11.1, 2.3.11.2, 2.3.11.3, 2.3.11.4 bedraagt het tarief,
indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend
na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op
grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum
van € 10.000 | 75% |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief | € 299,30 |
| Beoordeling bodemrapport | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid onder c van de Wabo bedraagt het tarief | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 1°, artikel
2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of artikel 2.12, eerste
lid onder b van de Wabo wordt toegepast | € 337,40 |
2.3.3.2 | vervallen | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 1.883,50 |
2.3.3.3a | Het tarief als bedoeld in artikel 2.3.3.1 en 2.3.3.3 wordt
verhoogd met de voorafgaande aan het in behandeling nemen
van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde (externe)
kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of
vanwege het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in (resp.)
2.3.3.3a is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting
aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 544,30 |
2.3.3.4a | Het tarief bedoeld in 2.3.3.4 wordt verhoogd met de
voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag
aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit
een begroting die ter zake door of vanwege het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een
begroting als bedoeld in (resp.) 2.3.3.3a is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag het provinciaal belang raakt, de
activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid onder c van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) of
artikel 2.12, eerste lid onder d van de Wabo(afwijking van
voorbereidingsbesluit | € 665,05 |
2.3.3.6a | Het tarief bedoeld in 2.3.3.6 wordt verhoogd met de externe
legeskosten. | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag het nationaal belang raakt, de activiteit
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens
artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en
artikel 2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | € 1.001,60 |
2.3.3.7a | Het tarief bedoeld in 2.3.3.7 wordt verhoogd met de externe
legeskosten. | |
2.3.5 | In gebruik nemen of in gebruik houden van
bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
| |
| Indien het indienen van een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid onder d van de Wabo, bedraagt het tarief : | |
2.3.5.1 | voor een gebouw met een oppervlakte tot en met 100 m² | € 659,15 |
2.3.5.2 | voor een gebouw met een oppervlakte groter dan 100 m² tot en
met 500 m2 | € 659,15 |
| vermeerderd met: | € 1,00 |
| per m² oppervlakte van het gebouw groter dan 100 m² tot en
met 500 m² | |
2.3.5.3 | voor een gebouw met een oppervlakte groter dan 500 m2 | € 1.059,15 |
| vermeerderd met: | € 0,35 |
| per m² oppervlakte van het gebouw groter 500 m² | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening
2008 gemeente aangewezen monument, waarvoor op grond van de
provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief | € 304,75 |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in
beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat
in een bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 2,60% |
| van de sloopkosten, met een minimum van | € 127,95 |
| en een maximum van | € 2.667,40 |
2.3.7.2 | Beoordeling bodemrapport | |
2.3.7.3 | Asbesthoudende materialen | |
| Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van
de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 250,30 |
| Uitweg / inrit | |
2.3.9 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen van het gebruik van
een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en
onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 166,45 |
| Vellen | |
2.3.10 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van de bomenverordening, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief | |
| a.voor bomen in privaatrechtelijke eigendom | € 56,50 |
| b.voor één tot zes bomen in publiekrechtelijk eigendom | € 172,10 |
| c.voor meer dan zes bomen in publiekrechtelijk eigendom | € 373,65 |
| Opslaan van roerende- en onroerende
zaken | |
2.3.11.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het opslaan van roerende zaken voor één dag | € 83,20 |
2.3.11.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het opslaan van roerende zaken voor meer dan één
dag, niet zijnde een aanvraag voor containers, rolsteiger of
een kraan voor maximaal een week, waarbij zelf wordt gezorgd
voor het vrijhouden/afzetten van de plaats | € 166,45 |
2.3.11.3 | indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het opslaan van roerende zaken ten behoeve van
filmopnames | € 397,90 |
2.3.11.4 | indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het opslaan van onroerende zaken zoals containers,
rolsteiger of een kraan voor maximaal een week, waarbij zelf
wordt gezorgd voor het vrijhouden/afzetten van de
plaats | € 83,15 |
| Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
| |
| Activiteit beperkte milieutoets | |
| Andere activiteiten | |
| Omgevingsvergunning in twee fasen | |
2.3.15 | indien het in behandeling nemen van een aanvraag om een
omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt als
bedoeld in artikel 2.5 eerste lid van de Wabo bedraagt het
tarief: | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk vermeerderd met | 30% |
| van de totaalsom voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag met betrekking
tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit
toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk vermeerderd
met | 30% |
| van de totaalsom voor de activiteiten waarop de aanvraag
voor de tweede fase betrekking heeft. | |
2.3.16 | Advies | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere
instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.17 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.17.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € 166,45 |
2.3.17.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeving: het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.18 | indien de aanvraag om omgevingsvergunning en de bijbehorende
bijlagen niet volledig digitaal via www.omgevingsloket.nl
zijn ingediend, wordt het verschuldigde legesbedrag zoals
bepaald in Titel 2 verhoogd met 10% tot een maximum van €
250,00 | |
2.3.19 | Het bedrag onder 2.3.1 wordt verhoogd met € 250,00 voor
standaard bibob onderzoek bij nieuwe ondernemer of
gewijzigde ondernemingsvorm. | € 252,50 |
2.3.20 | Indien naar het Landelijk Bureau Bibob wordt gegaan zal
daarvoor naast het bedrag in 2.3.1 een extra bedrag in
rekening worden gebracht van | € 505,00 |
Hoofdstuk 4 | Vermindering in verband met vooroverleg | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is
voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in
artikel 2.2.1 worden de ter zake van het vooroverleg geheven
leges in mindering gebracht op de leges voor het indienen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in
hoofdstuk 3 mits de aanvraag om een omgevingsvergunning
wordt ingediend binnen zes maanden na afhandeling van het
vooroverleg | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | |
| Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten: | |
2.5.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De
teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | Indien de aanvraag niet verder in behandeling kan worden
genomen omdat de bescheiden niet voldoen aan de
indieningsvereisten 40% van de op grond van die
onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde
leges, waarbij het genoemde minimum legestarief gehandhaafd
blijft | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken nadat de aanvraag in
behandeling is genomen, maar voordat de vergunning is
verleend of wordt geweigerd 25% van de op grond
van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges, waarbij het genoemde minimum
legestarief gehandhaafd blijft | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2,
2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van
een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 10%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak | |
2.5.4 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van
geen bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16
en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend | |
Hoofdstuk 6 | Intrekking omgevingsvergunning | |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging
project | |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening. | € 3.767,05 |
2.8.1.a | Het tarief als bedoeld in 2.8.1 wordt verhoogd met de
voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag
aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit
een begroting die ter zake door of vanwege het college van
burgemeester en wethouders is vastgesteld. | |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet
ruimtelijke ordening | € 1.855,65 |
2.8.2.a | Het tarief als bedoeld in 2.8.2 wordt verhoogd met de
voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag
aan de aanvrager meegedeelde (externe) kosten, blijkend uit
een begroting die ter zake door of vanwege het college van
burgemeester en wethouders is vastgesteld. | |
Hoofdstuk 9 | In deze titel niet genoemde beschikking | |
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet genoemde
beschikking: | € 166,45 |
2.9.1 | Indien het verzoek wordt ingetrokken, geweigerd of buiten
behandeling wordt gesteld wordt 25% teruggaaf verleend van
de onder 2.9 geheven leges. | |