Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening 2008 |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Ambtenarenwet, art. 125
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2015 | 01-11-2015 | art. 12 | 26-10-2015 Gemeenteblad 2015, 15-12-2015, nr. 119863 | Onbekend |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Declaraties van vergoedingen, tegemoetkomingen, toelagen, of dergelijk, als bedoeld in de Regeling Arbeidsvoorwaarden Gemeente Roermond, die onderworpen zijn aan loonheffing, dienen uiterlijk de achtste van de tweede maand nadat het recht daarop is ontstaan te worden ingediend bij de salarisadministratie.
Hoofdstuk II Vaststelling van het salaris
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in hoofdstuk 16 van deel I kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Indien een ambtenaar op grond van het bepaalde in lid 5 salaris blijft ontvangen conform de op dat moment voor hem geldende salarisschaal, behoudt hij aanspraak op de nog niet in die salarisschaal genoten periodieke verhogingen. In bijzondere gevallen kan het college bepalen dat daarnaast eveneens aanspraak bestaat op toelagen in de uitloopklasse.
Hoofdstuk III Herziening van het salaris
Behoudens het bepaalde in lid 3 worden de periodieke verhogingen toegekend op de anciënniteitsdatum. De anciënniteitsdatum is de eerste dag van de maand waarin sinds de aanstelling een jaar is verstreken. De volgende periodieke verhogingen vinden, voor zolang de ambtenaar het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, telkens na één jaar plaats.
Voor de toepassing van het bepaalde in lid 2 telt niet mee:
de tijd, gedurende welke de ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt is geschorst:
a. bij wijze van disciplinaire straf;
b. van rechtswege, behoudens in geval van plaatsing of in bewaringstelling in een krankzinnigengesticht of daarmede gelijk te stellen inrichting;
c. op grond van het feit, dat een strafrechtelijke vervolging ter zake van misdrijf tegen hem is ingesteld, of hem het voornemen tot oplegging van de straf van onvoorwaardelijk ontslag is aangezegd dan wel hem die straf is opgelegd;
d. omdat het belang van de dienst de schorsing vorderde;
tenzij het college anders bepaalt, dan wel blijkt dat de schorsing ten onrechte heeft plaatsgevonden.
Extra periodieke verhoging van het salaris
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.
Bevordering tot de functieklasse
De ambtenaar die is ingeschaald in de aanloopklasse kan bevorderd worden tot de functieklasse indien hij voldoet aan de functie-eisen ten aanzien van werk- en denkniveau en tevens voldoet aan de eisen die in een goede functievervulling worden gesteld ten aanzien van bekwaamheid, geschiktheid en ijver.
De ambtenaar die is ingeschaald in de functieklasse kan op de ancienniteitsdatum in aanmerking komen voor een periodiek in de uitloopschaal indien hij zes jaar het maximumsalaris in de functieklasse heeft genoten, danwel het maximumsalaris in de functieklasse geniet en de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt. In beide gevallen moet de ambtenaar voldoen aan de eisen die aan een goede functievervulling worden gesteld ten aanzien van vakkennis en vaardigheden, functiespecifieke competenties, resultaatafspraken en houding en gedrag zoals gesteld in de regeling Gesprekscyclus.
Plaatsing in een hogere salarisschaal
Ingeval krachtens een besluit van het college voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris dan dat van de tot dan voor hem geldende schaal, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Voor de toepassing van hoofdstuk 7 van deel I worden de vergoedingen bedoeld in artikel 15 en 15:1:28 van deel I, slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding of die beloning. Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.