Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roermond

Bezoldigingsverordening 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoermond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening 2008
CiteertitelBezoldigingsverordening 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 125

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-201501-11-2015art. 12

26-10-2015

Gemeenteblad 2015, 15-12-2015, nr. 119863

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening 2008

Het college van burgemeester en wethouders,

 

gelet op de instemming van de commissie voor georganiseerd overleg van 26 oktober 2015;

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Definities

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    salaris: het salaris als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, onder b, van deel I;

  • b.

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van deel I, opgenomen in bijlage IIa;

  • c.

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van deel I;

  • d.

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van deel I;

  • e.

    periodiek: een aanduiding, bestaande uit een getal, dat in een salarisschaal bij een salaris is vermeld;

  • f.

    salarisklasse: de drie salarisklassen die onderscheiden worden, te weten de aanloopklasse, de functieklasse en de uitloopklasse;

  • g.

    aanloopklasse: de salarisschaal voorafgaand aan de functieschaal ten behoeve van de ambtenaar die qua opleiding en/of ervaring nog niet voldoet aan de functie-eisen;

  • h.

    functieklasse: de salarisschaal die op grond van functiewaardering via de conversietabel wordt vastgesteld voor de ambtenaar die voldoet aan de functie-eisen;

  • i.

    uitloopschaal: een salarisverhoging die op grond van goed functioneren en diensttijd kan worden toegekend;

  • j.

    maximum salaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • k.

    toelagen: alle toelagen waarop ingevolge of krachtens deze verordening aanspraak bestaat;

  • l.

    formatieplaats/functie: het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder op basis van een vastgestelde (generieke) functiebeschrijving dient uit te voeren;

  • m.

    anciënniteitdatum: een vaste datum waarop de ambtenaar aanspraak heeft op een verhoogde periodiek.

 

 

Recht op salaris

Artikel 2
  • 1.

    Met ingang van de dag waarop het dienstverband ingaat heeft de ambtenaar recht op salaris.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

 

 

Betaling salaris en toelagen

Artikel 3
  • 1.

    Het salaris en de toelagen worden maandelijks uitbetaald.

  • 2.

    Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal dagen van die kalendermaand.

  • 3.

    Over de tijd gedurende welke de ambtenaar in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn betrekking te vervullen, wordt hem zijn bezoldiging niet uitgekeerd.

 

Artikel 3a

Declaraties van vergoedingen, tegemoetkomingen, toelagen, of dergelijk, als bedoeld in de Regeling Arbeidsvoorwaarden Gemeente Roermond, die onderworpen zijn aan loonheffing, dienen uiterlijk de achtste van de tweede maand nadat het recht daarop is ontstaan te worden ingediend bij de salarisadministratie.

Hoofdstuk II Vaststelling van het salaris

Uitgangspunten

Artikel 4
  • 1.

    Uitgangspunt voor het vaststellen van het salaris is het niveau van de formatieplaats/functie waarop de ambtenaar is aangesteld. Het niveau wordt vastgesteld volgens de Procedureregeling functiebeschrijving en -waardering gemeente Roermond 2012.

  • 2.

    Afhankelijk van opleiding en ervaring wordt de ambtenaar aangesteld in de aanloopklasse of de functieklasse.

 

 

Bepalen van het salaris

Artikel 5
  • 1.

    Het college bepaalt welke salarisschaal en welke periodiek voor de ambtenaar geldt, zulks met inachtneming van de bepalingen in deze verordening.

  • 2.

    Het salaris van de ambtenaar wordt vastgesteld op een bedrag dat is vermeld in de salarisschalen opgenomen in bijlage IIa van de RAGR, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 4a:3 van deel I, in welk geval het salaris gelijk is aan het verlaagde bedrag.

  • 3.

    Het salaris van de ambtenaar die is aangesteld voor een onvolledige werktijd, wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat hij bij een volledige werktijd zou genieten.

  • 4.

    De bedragen van de bijlage IIa van de RAGR worden gewijzigd door het college in overeenstemming met de LOGA afspraken.

  • 5.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in hoofdstuk 16 van deel I kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

  • 6.

    Het vorige lid is niet van toepassing indien bij de bepaling van de daar bedoelde geldende salarisschaal aan de ambtenaar schriftelijk is medegedeeld dat, omdat zijn functie een tijdelijk karakter heeft, die salarisschaal slechts tijdelijk zal gelden.

  • 7.

    Indien een ambtenaar op grond van het bepaalde in lid 5 salaris blijft ontvangen conform de op dat moment voor hem geldende salarisschaal, behoudt hij aanspraak op de nog niet in die salarisschaal genoten periodieke verhogingen. In bijzondere gevallen kan het college bepalen dat daarnaast eveneens aanspraak bestaat op toelagen in de uitloopklasse.

 

Vaststelling van het salaris bij aanstelling

Artikel 6
  • 1.

    De ambtenaar wordt aangesteld in de aanloopklasse of de functieklasse waarbij zijn salaris wordt vastgesteld op periodiek 0 van de voor hem geldende salarisschaal.

  • 2.

    Van het bepaalde in lid 1 kan worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, ingeval daartoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.

Hoofdstuk III Herziening van het salaris

Periodieke verhoging

Artikel 7
  • 1.

    Wanneer de ambtenaar zijn functie met voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver vervult, wordt het salaris binnen de salarisschaal periodiek verhoogd tot de volgende periodiek.

  • 2.

    Behoudens het bepaalde in lid 3 worden de periodieke verhogingen toegekend op de anciënniteitsdatum. De anciënniteitsdatum is de eerste dag van de maand waarin sinds de aanstelling een jaar is verstreken. De volgende periodieke verhogingen vinden, voor zolang de ambtenaar het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, telkens na één jaar plaats.

  • 3.

    Voor de toepassing van het bepaalde in lid 2 telt niet mee:

    • -

      de tijd, doorgebracht met verlof buiten genot van bezoldiging, indien dit verlof is verleend op verzoek van de ambtenaar voorzover deze een tijdvak van een jaar of langer heeft geduurd;

    • -

      de tijd, gedurende welke de ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt is geschorst:

      a. bij wijze van disciplinaire straf;

      b. van rechtswege, behoudens in geval van plaatsing of in bewaringstelling in een krankzinnigengesticht of daarmede gelijk te stellen inrichting;

      c. op grond van het feit, dat een strafrechtelijke vervolging ter zake van misdrijf tegen hem is ingesteld, of hem het voornemen tot oplegging van de straf van onvoorwaardelijk ontslag is aangezegd dan wel hem die straf is opgelegd;

      d. omdat het belang van de dienst de schorsing vorderde;

      tenzij het college anders bepaalt, dan wel blijkt dat de schorsing ten onrechte heeft plaatsgevonden.

       

     

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8
  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

     

 

Geen periodieke verhoging

Artikel 9
  • 1.

    Wanneer de ambtenaar zijn functie met onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver vervult, kan het college besluiten de salarisverhoging als bedoeld in artikel 7 achterwege te laten.

  • 2.

    Het college kan nadien bepalen dat de salarisverhogingen welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • 3.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

 

 

Periodieke verhoging bij ziekte

Artikel 10

Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van deel I is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

 

 

Bevordering tot de functieklasse

Artikel 11

De ambtenaar die is ingeschaald in de aanloopklasse kan bevorderd worden tot de functieklasse indien hij voldoet aan de functie-eisen ten aanzien van werk- en denkniveau en tevens voldoet aan de eisen die in een goede functievervulling worden gesteld ten aanzien van bekwaamheid, geschiktheid en ijver.

 

 

Uitloopschaal

Artikel 12
  • 1.

    De ambtenaar die is ingeschaald in de functieklasse kan op de ancienniteitsdatum in aanmerking komen voor een periodiek in de uitloopschaal indien hij zes jaar het maximumsalaris in de functieklasse heeft genoten, danwel het maximumsalaris in de functieklasse geniet en de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt. In beide gevallen moet de ambtenaar voldoen aan de eisen die aan een goede functievervulling worden gesteld ten aanzien van vakkennis en vaardigheden, functiespecifieke competenties, resultaatafspraken en houding en gedrag zoals gesteld in de regeling Gesprekscyclus.

  • 2.

    Toekenning van de volgende periodieken in de uitloopschaal vindt als volgt plaats:

    • a.

      de tweede periodiek drie jaar na het tijdstip van toekenning van de eerste periodiek als bedoeld in lid 1 met inachtneming van de gestelde eisen als bedoeld in lid 1;

    • b.

      de derde periodiek drie jaar na het tijdstip van toekenning van de tweede periodiek met inachtneming van de gestelde eisen als bedoeld in lid 1.

  • 3.

    Bij toekenning van de periodieken conform de uitloopsystematiek als bedoeld in dit artikel wordt geen toepassing gegeven aan de bevorderingssytematiek.

  • 4.

    De volgorde van toekenning van de periodieken in de uitloopschalen vindt plaats conform de systematiek zoals beschreven in de bijlage ‘uitloopschalen’ bij de Bezoldingsverordening.

  • 5.

    Een garantietoelage wordt toegekend aan de ambtenaar die op 31 oktober 2015 een uitlooptoelage ontvangt die hoger is dan waar de ambtenaar recht op zou hebben conform dit artikel.

  • 6.

    De garantietoelage vervalt bij toekenning van de eerste naar de tweede periodiek en na toekenning van de tweede naar de derde periodiek conform dit artikel, behoudens indien de garantietoelage hoger is dan de overstap naar de volgende uitloopperiodiek.

  • 7

    Voor de ambtenaar in de salarisschalen 3, 4, 5 vindt toekenning van de tweede of derde periodieke uitloop plaats in de volgende schaal naast de uitloopschaal, indien het maximum van de uitloopschaal is bereikt.

 

 

Plaatsing in een hogere salarisschaal

Artikel 13
  • 1.

    Ingeval krachtens een besluit van het college voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris dan dat van de tot dan voor hem geldende schaal, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2.

    Het salaris in de nieuwe salarisschaal wordt verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zover zulks nodig is om te bereiken, dat het blijft uitgaan boven het salaris, dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

  • 3.

    Ingeval plaatsing in een hogere salarisschaal geschiedt op de anciënniteitdatum wordt het op grond van de vorige leden bepaalde schaalbedrag verhoogd met één periodieke verhoging, c.q. een toelage in de uitloopklasse in de nieuwe schaal.

 

 

Arbeidsmarkttoelage

Artikel 14
  • 1.

    Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3.

    De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid wordt door het college vastgesteld.

  • 4.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

  • 5.

    Bij het beëindigen van de arbeidsmarkttoelage wordt geen afbouwregeling toegepast.

Hoofdstuk IV Toelagen

Inconveniëntencompensatie

Artikel 15

De ambtenaar die een functie vervult waaraan inconveniënten zijn verbonden kan daarvoor op grond van de vergoedingsregeling inconveniënten een toelage ontvangen.

E.H.B.O.-toelage

Artikel 16

vervallen

 

 

BHV-toelage

Artikel 17
  • 1.

    Het college kan de ambtenaar die lid is van de bedrijfshulpverlening en over een geldig diploma beschikt een toelage toekennen.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde toelage bedraagt per maand 1,3 procent van het salarisbedrag van schaal 1 met periodieke verhoging 1 van bijlage IIa.

 

 

Referte-tijdvak

Artikel 18

Voor de toepassing van hoofdstuk 7 van deel I worden de vergoedingen bedoeld in artikel 15 en 15:1:28 van deel I, slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding of die beloning. Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

 

 

Coördinatortoelage

Artikel 19

Voor de ambtenaar die vast dan wel tijdelijk is belast met coördinatortaken, vindt de beloning hiervoor plaats door toekenning van een toelage, zulks met inachtneming van de bijzondere voorschriften zoals vermeld in de ‘Regeling coördinatortoelage’.

Hoofdstuk V Overgangs- en slotbepalingen

Niet-voorziening-regeling

Artikel 20
  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan ter nadere uitwerking van één of meer artikelen van deze regeling nadere regels stellen.

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

Burgemeester en wethouders van Roermond,

De secretaris, De burgemeester,