Organisatie | IJsselstein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente IJsselstein 2015 |
Citeertitel | Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente IJsselstein 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente IJsselstein 2015, art. 12.4
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Zenderstreeknieuws, 25 november 2015 | 104979 |
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn voor zover voor toepassing met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het persoonsgebonden budget aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening. Daaronder worden ook de instandhoudingskosten gerekend.
Artikel 2.3 Recht op een persoonsgebonden budget
Onverminderd de voorwaarden en/of weigeringsgronden van artikel 2.3.6 van de wet bestaat geen recht op een persoonsgebonden budget indien en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het persoonsgebonden budget.
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget en kwaliteit
Onverminderd artikel 2.3.6 tweede en vijfde lid van de wet kan een persoonsgebonden budget worden toegekend indien de maatwerkvoorziening die met het persoonsgebonden budget wordt aangeschaft of ingekocht voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitseisen én het doel die beschreven staan in het ondersteuningsplan.
Bij de verstrekking van een persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel, een woningaanpassing, diensten en huishoudelijke ondersteuning dient te worden voldaan aan de door het College gestelde voorwaarden voor wat betreft de kwaliteit als bedoeld in de wet.
Daaronder wordt in ieder geval verstaan dat de maatwerkvoorziening:
Artikel 2.5 Persoonsgebonden budget woningaanpassing
De cliënt aan wie de persoonsgebonden budget is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade.
Artikel 2.7 Hoogte persoonsgebonden budget diensten
Het bedrag voor het persoonsgebonden budget dat ten behoeve van de inschakeling van een persoon die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt wordt verstrekt en aan de persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt bedraagt maximaal 75 procent van de goedkoopst passende oplossing in natura.
Uit het persoonsgebonden budget kunnen personen uit het sociale netwerk worden betaald, indien dat tot een effectieve en doelmatige ondersteuning leidt zoals die beschreven staat in het ondersteuningsplan én deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de cliënt voor hem niet tot overbelasting leidt.
Artikel 2.9 Hoogte persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen bedraagt in ieder geval niet meer dan de huur- dan wel aanschafsprijs van de goedkoopst passende bijdrage, waaronder instandhoudingskosten zoals die door het College aan de aanbieder verschuldigd is.
Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten
Artikel 3.1 Eigen bijdrage Regiotaxi
De ritbijdrage voor gebruik van de Regiotaxi voor Wmo-vervoerpashouders bedraagt € 0,65 per zone.
Hoofdstuk 4 Tegemoetkoming meerkosten
Indien de kosten voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening hoger zijn dan
€ 7.500,- geldt als uitgangspunt dat verhuizing naar een aangepaste woning of naar een tegen lagere kosten aan te passen woning de goedkoopst compenserende voorziening is, tenzij er sprake is van individuele omstandigheden waardoor verhuizen geen adequate oplossing is.
Artikel 4.2 Meerkosten en aanvraag
Het College kan aan de persoon als bedoeld in artikel 1f van de Verordening een tegemoetkoming in de meerkosten op aanvraag verlenen voor:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
Artikel 2.3 Recht op een persoonsgebonden budget
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget en kwaliteit
Artikel 2.5 Persoonsgebonden budget woningaanpassing
Artikel 2.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening
Artikel 2.7 Hoogte persoonsgebonden budget diensten
Artikel 2.8 Hoogte persoonsgebonden budget huishoudelijke ondersteuning
Artikel 2.9 Hoogte persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen
Artikel 2.10 Controle op besteding
Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten
Artikel 3.1 Eigen bijdrage Regiotaxi
Artikel 3.2 Verschuldigde bijdrage in de kosten maatwerkvoorziening (ZIN en PGB)
Hoofdstuk 4 Tegemoetkoming meerkosten
Artikel 4.2 Meerkosten en aanvraag
Artikel 4.3 Hoogte tegemoetkoming meerkosten
Artikel 4.4 Uitbetaling meerkosten