Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rechten wegens het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Den Haag 2016 (Verordening begraafrechten Den Haag 2016) |
Citeertitel | Verordening begraafrechten Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 15/2015 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | art. 1 en tarieventabel | 19-12-2019 | RIS303678 | |
01-01-2019 | 01-01-2020 | Tarieventabel | 08-11-2018 | RIS300701, 2018 | |
01-05-2018 | 01-01-2019 | Art.1 onder 1 en de tarieventabel | 19-04-2018 | RIS299390, 2018 | |
01-01-2018 | 01-05-2018 | Tarieventabel | 02-11-2017 | RIS297937, 2017 | |
01-01-2017 | 01-01-2018 | Tarieventabel | 04-11-2016 gemeenteblad 158638, 2016 | RIS295191, 2016 | |
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 05-11-2015 gemeenteblad 216, 2015 | rv 121, 2015 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Onder de naam begraafrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmee door of vanwege de gemeente worden verleend.
Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene ten behoeve van wie het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.
De in de onderdelen 5.1 en 5.2 van de bij deze verordening behorende tabel bedoelde rechten worden niet geheven voor het opgraven van een stoffelijk overschot of het verwijderen van een urn op rechterlijk gezag.
Artikel 8. Ontstaan belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
Indien de belastingplicht na 1 januari doch voor 1 april van het kalenderjaar aanvangt, zijn de rechten bedoeld in het onderdeel 7.4.1 van de bij deze verordening behorende tabel volledig verschuldigd. Indien de belastingplicht op of na 1 april doch voor 1 oktober van het kalenderjaar aanvangt, zijn over het betreffende deel van het kalenderjaar de helft van de rechten verschuldigd bedoeld in het onderdeel 7.4.1 van de bij deze verordening behorende tabel. Indien de belastingplicht op of na 1 oktober aanvangt, zijn over het betreffende deel van het kalenderjaar geen rechten verschuldigd bedoeld in de onderdelen genoemd in de vorige volzin.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor de rechten bedoeld in het onderdeel 7.4.1 van de bij deze verordening behorende tabel op aanvraag ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat belastingtijdvak, na het tijdstip van eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafrechten.
Artikel 11. Intrekking/inwerkingtreding/citeerartikel
De graven, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht om daarin te doen begraven en asbussen te doen bijzetten ingevolge vorige verordeningen is verleend in de klassen B, A I en A V, worden voor de heffing van de in de onderdelen 1.2, 1.3 en 1.5 van de bij deze verordening behorende tabel bedoelde rechten aangemerkt als graven onderscheidenlijk in de categorie B, capaciteit 3, in de categorie A1, capaciteit 3 en in de categorie A5, capaciteit 5.
De zandgraven in de categorie B, A I en A II met een capaciteit van 4 of meer, waarvan het uitsluitend recht is verleend onder het regime van de Wet van 10 april 1869, Stb. 65, worden voor de heffing van de in de onderdelen 1.2 en 1.3 van de bij deze verordening behorende tabel bedoelde rechten aangemerkt als zandgraven in de respectievelijke categorieën B, A1, A2 met een capaciteit van 3.
TABEL, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING BEGRAAFRECHTEN DEN HAAG 2016
Voor het verlenen van een uitsluitend recht als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder v, wordt geheven:
Voor de verlenging van een uitsluitend recht als bedoeld in de onderdelen 1.1.2 en 1.1.3 t/m 1.1.8 en 1.1.10 wordt geheven per jaar 3% van het op het tijdstip van verlenging voor het verlenen van een uitsluitend recht op het desbetreffende graf van toepassing zijnde tarief.
Voor de verlenging van een uitsluitend recht als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.11 tot en met 1.1.13 wordt geheven per jaar 5% van het op het tijdstip van verlenging voor het verlenen van een uitsluitend recht op het desbetreffende graf van toepassing zijnde tarief.
Voor de verlenging van het in de onderdelen 1.1.14 en 1.1.15 bedoelde uitsluitend recht worden dezelfde rechten geheven als voor de verlening van het desbetreffende uitsluitend recht op het tijdstip van verlenging.
Indien het in onderdeel 1.1 vermelde uitsluitend recht is vervallen als gevolg van verzuim van overboeking na het overlijden van de rechthebbende, wordt voor het opnieuw verlenen van het uitsluitend recht aan een nieuwe rechthebbende voor de voor de overleden rechthebbende geldende resterende periode geheven een derde gedeelte van het van toepassing zijnde tarief, vermeld in de onderdelen 1.1.1 tot en met 1.1.17a.
Voor de algemene bijdrage in de onderhoudskosten van een algemeen graf, wordt geheven:
HOOFDSTUK 2. TARIEF VOOR HET BEGRAVEN
HOOFDSTUK 3. TARIEF VOOR HET GEBRUIK VAN DE AULA EN HET ORGEL EN/OF DE MUZIEKINSTALLATIE
In het, in het onderdeel 3.1 vermelde gebruik is begrepen het doen bedienen van de audio- en video installatie en/of het orgel. | ||
Voor extra gebruik van de condoleanceruimte wordt geheven per kwartier |
HOOFDSTUK 4. TARIEF VOOR HET BEGRAVEN ALS BEDOELD IN HOOFDSTUK 2 EN HET GEBRUIK VAN DE AULA, HET ORGEL EN/OF DE MUZIEKINSTALLATIE EN CONDOLEANCERUIMTE ALS BEDOELD IN HOOFDSTUK 3 OP BUITENGEWONE UREN VAN BEGRAVING
HOOFDSTUK 5 TARIEF VOOR HET OPGRAVEN, WEDER BEGRAVEN OF RUIMEN VAN GRAVEN
HOOFDSTUK 6 TARIEF VOOR HET OVERBOEKEN VAN EEN PARTICULIER GRAF, EEN PARTICULIER URNENGRAF, URNENNIS, EEN VERSTROOIINGSPLAATS EN EEN GEDENKPLAATS
HOOFDSTUK 7 TARIEF VOOR GRAFBEDEKKING EN ONDERHOUD
Voor het gebruik van de volgende voorzieningen, wordt geheven: