Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016) |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 14/2015 |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | Art. 4, onder a, art. 6 lid 1 en lid 2 onder a en b | 20-12-2023 | RIS316891 | ||
01-01-2022 | 01-01-2024 | Art. 1, art. 5, art. 6 en art. 7 | 04-11-2021 | RIS309974 | |
01-01-2020 | 01-01-2022 | art.5 en art.6 | 19-12-2019 | RIS303675 | |
01-01-2019 | 01-01-2020 | Art. 6 eerste en tweede lid | 08-11-2018 | RIS300700, 2018 | |
01-01-2018 | 01-01-2019 | art. 2, 5 en 6 | 02-11-2017 | RIS297947, 2017 | |
01-01-2017 | 01-01-2018 | art. 6 | 04-11-2016 | RIS295252, 2016 | |
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 05-11-2015 gemeenteblad 216, 2015 | rv 120, 2015 |
Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Artikel 9 Ontstaan en omvang van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd uiterlijk één maand volgende op het belastingtijdvak waarin de belastingplicht is aangevangen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.