Overheidsorganisatie | Gemeente 's-Gravenhage |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016) |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 14/2015 |
Geen
Gelet op de artikelen 216 en 224 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 05-11-2015 gemeenteblad 216, 2015 | rv 120, 2015 |
recreatiewoning: permanent aanwezige recreatieve woning op voor recreatieve doeleinden bestemde terreinen.
Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisadministratie personen zijn ingeschreven.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten:
door degene, die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet Toelating Zorginstellingen;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
door degene die op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt, nog niet de leeftijd van dertien jaren heeft bereikt.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het kalenderkwartaal.
1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting: € 3,30
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, indien overnacht wordt op:
Een camping, behoudens een recreatiewoning per persoon per overnachting: € 2,00
In een haven per persoon per overnachting: € 2,00
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.
De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
De belasting is verschuldigd uiterlijk één maand volgende op het belastingtijdvak waarin de belastingplicht is aangevangen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
1. De verordening toeristenbelasting 2008, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit 147, 2014 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Den Haag 2016.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 5 november 2015.
De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.