Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening Reclamebelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vevangt de Verordening Reclamebelasting 2015
Gemeentewet, artikel 228
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 01-01-2016 Elektronisch gemeenteblad 23-12-2015 | 15Rb070 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing binnen de [winkel]gebieden van de gemeente Kerkrade zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.
Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt onder de in de bij deze verordening behorende tarieventabel gestelde voorwaarden, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 6, tweede lid, bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging, bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere bouwwerken of delen daarvan direct naast elkaar gelegen zijn en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging, worden de oppervlakten van reclameobjecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar opgeteld.
Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting
De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:
indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortelijk aankondigingsvoorwerp, waarop door verschillende belastingplichtige een aankondiging wordt gedaan, wordt de oppervlakte van de aankondiging van de belastingplichtige bepaald op de aan hem voor het doen van de aankondiging ter beschikking staande oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp;
indien de openbare aankondiging bestaat uit het aankondigingsvoorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;
indien sprake is van een voorziening voor het doen van de aankondiging, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de voorziening. Indien de voorziening niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorziening omsluit;
indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift met losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte c.q. de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt worden betaald:
a. Bij niet automatische incasso:
in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 16 december 2015.
De voorzitter van de raad, De griffier,
J.J.M. Som. B.W.E. van der Wijst - Triepels.
Tarieventabel reclamebelasting 2015
het aangewezen gebied, de straten zoals genoemd in artikel 2 van de verordening en zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart betreffende Kerkrade Centrum,
het aangewezen gebied, de straten zoals genoemd in artikel 2 van de verordening en zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart betreffende Kerkrade West,