Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling jaarwisseling 2016-2017 |
Citeertitel | Subsidieregeling jaarwisseling 2016-2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
titel 4.1 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht. artikel 3, artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 4 en artikel 8 lid 3 van de 'Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2014'
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-12-2016 | Onbekend | 29-11-2016 GVOP 8 december 2016 | Onbekend | ||
19-11-2015 | 08-12-2016 | Onbekend | 17-11-2015 GVOP 19 november 2015 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem;
titel 4.1 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 3, artikel 6, lid 4 en artikel 7, lid 4, Algemene subsidieverordening gemeente Woudrichem 2014.
het gewenst is om initiatieven te stimuleren die een bijdrage leveren aan de uitvoering van de doelstellingen van het Gemeentelijk beleidsplan jaarwisseling 2016/2017 van de gemeente Woudrichem;
de werkgroepen Oud & Nieuw verdeeld over de kernen activiteiten organiseren die bijdragen aan een feestelijke jaarwisseling met voldoende ruimte en aandacht voor alle leeftijdscategorieën;
het voor de verstrekking, normering en het vaststellen van de hoogte van het bedrag gewenst is criteria vast te stellen.
Op de subsidie voor stimulering van activiteiten tijdens de jaarwisseling kan uitsluitend een beroep worden gedaan door een werkgroep Oud & Nieuw die een initiatief wil ontplooien dat bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Gemeentelijk beleidsplan.
Artikel 4. Hoogte van de subsidie
Het bedrag waarvoor ten hoogste subsidie wordt verleend is € 1.500,- per werkgroep Oud & Nieuw. Het subsidiebedrag wordt verstrekt voor door het college geaccepteerde kosten ten behoeve van de in artikel 3 bedoelde activiteiten.