Organisatie | Tytsjerksteradiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening bestuurscommissie "Master Frankeskoalle" , samenwerkingsschool voor basisonderwijs te Earnewâld |
Citeertitel | Verordening bestuurscommissie "Master Frankeskoalle" , samenwerkingsschool voor basisonderwijs te Earnewâld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
artikelen 83 e.v. van de Gemeentewet en artikel 17d, alsmede overige bepalingen, van de Wet op het primair onderwijs
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | Onbekend | 19-11-2015 Onbekend | Onbekend |
Paragraaf 1. Begripsbepalingen
Paragraaf 2. Samenstelling en werkwijze.
waarbij geldt dat tenminste één lid van de onder a. genoemde leden en één lid van de onder b. genoemde leden tevens ouder zijn van een leerling van de school.
a. Zodra blijkt dat een lid van de commissie één der vereisten voor het lidmaatschap niet meer bezit of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult of dat hij handelt in strijd met het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, houdt hij op lid van de commissie te zijn.
b. Indien van de in het tweede lid van artikel 2 onder a. en/of b. genoemde leden slechts één lid ouder is en zijn kind(eren) de school niet meer bezoek(t)en, dan treedt dát lid af tenzij één van de andere leden uit de betreffende geleding te kennen geeft af te willen treden.
De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de commissie worden overgelegd, de geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding strekt zich uiteraard ook uit tot de eventuele adviseurs. Zij wordt zowel door de leden, die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door de leden die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennisnemen, inachtgenomen totdat de commissie besluit de geheimhouding op te heffen.
Wanneer het in het eerste lid van dit artikel bedoelde aantal leden niet is opgekomen, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering, die tenminste één week van tevoren wordt aangekondigd met vermelding van de te behandelen punten. In die vergadering wordt met de alsdan tegenwoordig zijnde leden beraadslaagd en besloten, doch uitsluitend omtrent de op de agenda vermelde onderwerpen.
Bij staken van stemmen over zaken en bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen omtrent personen vindt behandeling in de volgende vergadering plaats. In geval de stemmen wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen als het gaat om zaken en bij schriftelijke stemmingen wordt het voorstel teruggenomen.
Paragraaf 3. Taken en bevoegdheden.
Aan de commissie worden toegekend alle bevoegdheden, waaronder de benoeming, schorsing en ontslag van personeel aan de school, die aan de raad of aan burgemeester en wethouders toekomen binnen het raam van Titel I en II van de wet en de Wet medezeggenschap onderwijs. Dit met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in titel II van de Gemeentewet.
Volgens nader door burgemeester en wethouders te stellen regels is het verhuren aan derden van schoollokalen en andere primair voor het onderwijs bestemde ruimten aan de commissie opgedragen.
Binnen de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde financiële middelen is aan de commissie overgedragen het beleid inzake:
De commissie stelt een huishoudelijk reglement vast, welk reglement niet in strijd mag zijn met de bepalingen van deze verordening.
Paragraaf 4. Toezicht en verantwoording.
De raad neemt een met redenen omklede beslissing. Houdt deze beslissing de verklaring in, dat het besluit van de commissie in strijd is met het belang van de gemeente, dan doen burgemeester en wethouders daarvan onverwijld mededeling aan de commissie. De raad regelt zonodig de gevolgen van zijn beslissing. De commissie neemt binnen 4 weken een nieuw besluit met inachtneming van de beslissing van de raad. Houdt de beslissing van de raad in dat het besluit niet in strijd is met het belang van de gemeente, dan wordt daardoor de schorsing opgeheven. Burgemeester en wethouders geven hiervan onverwijld kennis aan de commissie.
De commissie zendt jaarlijks op een in onderling overleg te bepalen moment aan burgemeester en wethouders en de gemeenteraad een jaarverslag en een financiële verantwoording toe inzake het beheer van de school over het afgelopen kalenderjaar.
De leden van de commissie zijn, ieder afzonderlijk en tezamen voor de uitoefening van de taak van de commissie aan de gemeenteraad en aan burgemeester en wethouders verantwoording schuldig. De commissie geeft te dien aanzien alle verlangde inlichtingen.
Burgemeester en wethouders onderwerpen de schorsing van het betrokken lid zo spoedig mogelijk aan het oordeel van de gemeenteraad, die na de geschorste in de gelegenheid te hebben gesteld zich voor een uit en door de raad aan te wijzen commissie van drie leden te verdedigen, hem van zijn lidmaatschap van de commissie vervallen kan verklaren.
Burgemeester en wethouders plegen ten aanzien van voorstellen aan de raad, waarbij de belangen van de onder de commissie ressorterende school is betrokken, tevoren overleg met de commissie.
Indien het oordeel van de commissie over wijziging of aanvulling van de verordening niet overeenstemt met het besluit van de raad tot wijziging of aanvulling van deze verordening, kan de commissie binnen vier weken nadat het raadsbesluit te harer kennis is gebracht beroep instellen bij het college van Gedeputeerde Staten.