Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing Maastricht 2016 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing Maastricht 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening Rioolheffing Maastricht 2015
Gemeentewet, artikel 228a
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 03-11-2015 Gemeenteblad 2015, 108583 | Raadsvoorstel 118-2015 |
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing Maastricht 2016
(Verordening rioolheffing Maastricht 2016).
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan
Krachtens deze verordening worden geheven:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt, degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Het eigenarendeel wordt niet geheven:
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het eigenarendeel wordt geheven per eigendom en naar het tarief, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.
Artikel 10 Termijnen van betaling
in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en maximaal tien bedraagt.
In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Bij de invordering van het eigenarendeel wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot de belasting als bedoeld in het eerste lid, wordt als gebruiker aangemerkt degene, die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt. Ingeval een gedeelte van een perceel/eigendom- niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan wordt als gebruiker aangemerkt degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. In geval er sprake is van het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik wordt als gebruiker aangemerkt degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.
Artikel 13 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 12 bedoeld perceel/eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 14 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel/eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Artikel 18 Termijnen van betaling
in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Bij de invordering van het gebruikersdeel ter zake van niet-woningen wordt geen kwijtschelding verleend.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 20 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening rioolheffing Maastricht 2016'.
Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 3 november 2015.
Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening rioolheffing Maastricht 2016