Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels Film |
Citeertitel | Nadere subsidieregels Film |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | cultuur, kunst, subsidies |
Geen
Provinciewet, Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-11-2015 | 04-03-2017 | nieuwe regeling | 03-11-2015 Provinciaal Blad, 2015, 7411 | onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling
Stimuleren van het produceren van films in de provincie Limburg en het stimuleren van een levendig filmklimaat. Onderliggende doelstellingen zijn het stimuleren van de economie (werkgelegenheid), het versterken van de cultuur (talentontwikkeling, artistieke kwaliteit) en het vergroten van de branding (Limburg promotie) van Nederlands Limburg.
Artikel 3 Europese regelgeving
Deze nadere regels zijn gebaseerd op Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (hierna: de algemene groepsvrijstellingsverordening). Subsidies worden verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 54 (Steun voor audiovisuele werken) uit Hoofdstuk III uit de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Conform artikel 1, lid 4 sub a) en b) van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt betaling uitgesloten van steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.
Bij subsidieverstrekking worden de cumulatiebepalingen uit artikel 8 van de vrijstellingsverordening in acht genomen. Dit houdt in dat alle voor een bepaald project verleende staatssteun bij elkaar opgeteld dient te worden om zo het totale steunbedrag te bepalen (cumulatie). Hierdoor kan nagegaan worden of voldaan is aan de maximale steunintensiteit uit artikel 54.
Artikel 4 Algemene subsidiecriteria
De subsidie dient een stimulerend effect te hebben. De subsidie wordt geacht een stimulerend effect te hebben wanneer de begunstigde vóórdat de werkzaamheden aan het project of de activiteiten zijn begonnen, een aanvraag voor subsidie voor het betreffende project/de activiteiten bij Gedeputeerde Staten heeft ingediend.
In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:
de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert, met uitzondering van bijdragen van het Prins Bernard Cultuurfonds Limburg en/of het Cultuurparticipatiefonds Limburg. Bijdragen ontvangen van het Huis voor de Kunsten Limburg, in het kader van de Motie Volkscultuur of in de vorm van een projectbijdrage, worden hierbij beschouwd als subsidiering/financiering door de Provincie Limburg;
Hoofdstuk 3 Financiële aspecten
Gedeputeerde Staten stellen de subsidieplafonds van deze nadere subsidieregels per bijlage jaarlijks vast. De wijze van verdeling geschiedt conform de criteria en bijbehorende puntenberekening zoals benoemd in bijlage 1 en/of 2 en de daaropvolgende inhoudelijke advisering van de Provinciale Adviescommissie Film. Daarbij wordt de volgende systematiek gehanteerd:
De vijf hoogst scorende aanvragen onder bijlage 1 en de tien hoogst scorende aanvragen onder bijlage 2 worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film. De commissie zal deze aanvragen rangschikken op basis van haar deskundig oordeel ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid.
De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
De vijf hoogst scorende aanvragen onder bijlage 1 en de tien hoogst scorende aanvragen onder bijlage 2 worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film. De commissie zal deze aanvragen rangschikken op basis van haar deskundig oordeel ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid. Gedeputeerde Staten beslissen uiteindelijk op de aanvraag.
Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Film blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde ‘Nadere subsidieregels Pilot ‘Filmfonds Limburg’ van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Algemene toelichting tendersystematiek Als er voor een subsidie een subsidieplafond wordt vastgesteld, dient er ook een verdelingssysteem te worden vastgesteld. Vaak worden subsidies verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst. Bij een tendersysteem gebeurt dit niet. Een tendersysteem kenmerkt zich door het gegeven dat aanvragen binnen een bepaalde periode moeten worden ingediend. Na afloop van deze periode worden de aanvragen beoordeeld en vervolgens met elkaar vergeleken. De beoordeling gebeurt op basis van criteria(aansluitend bij de doelstelling) en daaraan gekoppelde wegingsfactoren. De criteria en bijbehorende wegingsfactoren zijn bekend voordat de aanvrager zijn project indient. Op deze manier is het voor de aanvrager duidelijk op welke criteria de aanvragen vergeleken en beoordeeld worden. In een procedure, zoals deze bij de tendersystematiek wordt gehanteerd, is er geen ruimte om in individuele gevallen uitzonderingen toe te staan. Elke aanvraag wordt gelijk behandeld.