Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hellendoorn

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hellendoorn
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156
  2. Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-201501-01-2016Nieuwe regeling

03-11-2015

Gemeenteblad 2015, 108419

15INT02079

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 september 2015;

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of zelfstandig gedeelte daarvan, afgebakend volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    hoogbouwcomplex: een verzameling percelen, gesitueerd in één gebouw over verschillende bouwlagen, die niet afzonderlijk afvalcontainers in bruikleen hebben, doch gebruik kunnen maken van (een) gemeenschappelijke afvalcontainer(s), die ten behoeve van dat hoogbouwcomplex daar door de gemeente is/zijn geplaatst;

  • c.

    recreatiecomplex: een verzameling percelen, gesitueerd in één recreatiepark, die niet afzonderlijk afvalcontainers in bruikleen hebben, doch gebruik kunnen maken van (een) gemeenschappelijke afvalcontainer(s), die ten behoeve van dat recreatiepark daar door de gemeente is/zijn geplaatst;

  • d.

    afvalpas: een toegangsbewijs voor het afvalbrengpunt, dat is uitgereikt aan (één van) de gebruiker(s) van een perceel in de gemeente Hellendoorn waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

  • e.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving, aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang van de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel, doch met eenzelfde containercombinatie, in gebruik neemt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld bedoeld in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel

De belasting is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling voor de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 2.500,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van het derde lid geldt dat, in geval op enig moment het openstaande verschuldigde bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen kleiner of gelijk is aan € 10,--, het voornoemde bedrag in de eerstvolgende termijn volledig geïncasseerd wordt.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Termijnen van betaling voor de belasting, bedoeld in de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting, bedoeld in de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel, worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 21 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Aan de belastingschuldige die niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen en conform

  • -

    de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

  • -

    de Leidraad kwijtschelding gemeentelijke belastingen van de gemeente Hellendoorn;

waarbij 100 procent van de bijstandsuitkering wordt aangemerkt als kosten van bestaan, kan bij de invordering van de afvalstoffenheffing, die wordt geheven op grond van hoofdstuk 1 van bijgaande tarieventabel, geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 13 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt of is getreden;

met dien verstande dat het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad zo snel mogelijk achteraf informeert over de toegepaste bevoegdheid.

Artikel 14 Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing 2015", vastgesteld bij raadsbesluit van 2 december 2014, nr. 14INT03969, gewijzigd bij raadsbesluit van 29 januari 2015, nr. 14INT05893, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2016.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2016".

Ondertekening

De raad voornoemd,

de griffier de voorzitter

Tarieventabel

Behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2016.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing    
1.1De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar116,04
1.2De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een:    
1.2.1container van 140 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container met43,68
1.2.2container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container met73,20
1.2.3container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per container met69,72
1.2.4container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per container met118,80
1.3In afwijking van het vorenstaande bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar, indien het perceel gelegen is in een hoogbouwcomplex116,04
 vermeerderd met,69,72
 (hetgeen overeenkomt met het in bruikleen hebben van een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen).    
1.4In afwijking van het vorenstaande bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar, indien het perceel gelegen is in een recreatiecomplex,116,04
 vermeerderd met,118,80
 (hetgeen overeenkomt met het in bruikleen hebben van een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen).    
Hoofdstuk 2Maatstaven en tarieven inzamelen grove huishoudelijke afvalstoffen    
2.1Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen    
2.1.1per aanvraag17,50
2.1.2onverminderd het bepaalde in 2.1.1 voor afvalstoffen, niet zijnde groente-, fruit- en tuinafval, per aanbieding van 1 m3, of een gedeelte daarvan25,00
2.1.3onverminderd het bepaalde in 2.1.1 voor grof tuinafval, of daarmee vergelijkbaar materiaal, per aanbieding van maximaal 2 m30,00
Hoofdstuk 3Maatstaven en tarieven achterlaten huishoudelijke afvalstoffen op afvalbrengpunt    
3.1Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op het afvalbrengpunt    
3.1.1voor afvalstoffen in de categorieën papier, glas, kunststof verpakkingen, ijzer, wit- en bruingoed en klein chemisch afval0,00
3.1.2voor afvalstoffen in de categorie groenafval of grof tuinafval per aanbieding van 1 kg of een gedeelte daarvan0,00
3.1.3voor afvalstoffen in de categorie grond/zand, per aanbieding van 1 kg of een gedeelte daarvan0,02
3.1.4voor afvalstoffen in de categorie hout, per aanbieding van 1 kg of een gedeelte daarvan0,02
3.1.5voor afvalstoffen in de categorie asbest-cementplaten en soortgelijke materialen, per aanbieding van 1 kg of een gedeelte daarvan0,10
3.1.6voor afvalstoffen die niet vallen onder de voornoemde categorieën en al het overige niet gescheiden aangeboden afval, per aanbieding van 1 kg of een gedeelte daarvan0,09
3.2De tarieven genoemd in artikel 3.1 vinden toepassing voor houders van een gemeentelijke afvalpas, met een jaarlijks aanbod tot 1000 kg per categorie, waarbij voor afvalstoffen genoemd in artikel 3.1.5 een belastingvrije voet van toepassing is van 100 kg per jaar. Indien de hiervoor genoemde 1000 kg respectievelijk 100 kg is overschreden, zijn de tarieven van toepassing, die genoemd worden in het meest recente besluit “Tarieven Groen & Afval”.    
Hoofdstuk 4Maatstaven en tarieven voor het omruilen van een container voor huishoudelijke afvalstoffen    
4.1Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het omruilen (waaronder ook inleveren wordt begrepen) van een afvalcontainer, per keer    
4.1.1tijdens de jaarlijkse omruilactie in januari, indien het omruilen geschiedt op de gemeentewerf0,00
4.1.2na een verhuizing in de maand van de verhuizing en de daaropvolgende maand, indien het omruilen geschiedt op de gemeentewerf0,00
4.1.3op andere momenten dan vermeld in lid 4.1.1 en 4.1.2, indien het omruilen geschiedt op de gemeentewerf15,00
4.1.4op de momenten als vermeld in lid 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3, indien het omruilen geschiedt aan huis25,00
Hoofdstuk 5Administratiekosten    
5.1Indien betaling van de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op het afvalbrengpunt niet plaatsvindt op voet van artikel 10, onder a, worden de tarieven, vermeld in hoofdstuk 2, 3 en 4 van de tarieventabel, verhoogd met een toeslag voor administratiekosten van10,00
5.2Bij verhuizing of vestiging kan één bewoner binnen drie maanden na het betrekken van de nieuwe woning gratis een nieuwe afvalpas aanvragen. Bij alle overige aanvragen, bijvoorbeeld buiten voornoemde periode of vanwege verlies of diefstal, zijn administratiekosten verschuldigd van5,00

Behoort bij raadsbesluit van 3 november 2015, nr. 15INT02079.

De griffier,