Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels ter bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten voor aanvullende bijzondere bijstand voor 18 tot 21 jarigen Participatiewet gemeente Enschede 2015 |
Citeertitel | Beleidsregel ter bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten voor aanvullende bijzondere bijstand voor 18 tot 21 jarigen Participatiewet gemeente Enschede 2015 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Bijzondere bijstand |
Art. 3 bevat een hardheidsclausule
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-11-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 01-09-2015 | Onbekend. |
De directeur van het programma Economie, Werk en Onderwijs van de gemeente Enschede;
gelet op punt 3.2.7 van het Overzicht 3.2 van het vigerende Mandaatbesluit 2011 (geactualiseerd per 2 juli 2014) dat de directeur de bevoegdheid verschaft om namens het college ter zake beleidsregels vast te stellen;
gelet op titel 4.3 ‘’Beleidsregels’’ van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op artikel 12 van de Participatiewet:
overwegende dat het om redenen van rechtszekerheid en doelmatigheid wenselijk is om beleidsregels vast te stellen inzake in aanmerking te nemen middelen voor vaststelling van de draagkracht
de b eleidsregel s ter bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten voor aanvullende bijzondere bijstand voor 18 tot 21 jarigen Participatiewet gemeente Enschede 2015
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;
Vastgesteld op 1 september juli 2015.
Burgemeester en wethouders,
namens dezen,
de directeur van het Programma Economie Werk en Onderwijs,
G.J.I. Kokhuis
Jongeren tot 21 jaar kunnen een beroep doen op de ouderlijke onderhoudsplicht. Gezien het karakter van de bijstand als sluitstukvoorziening is de bijstandsverlening daarop afgestemd door middel van het vaststellen van een speciale norm voor 18, 19 en 20 jarigen in artikel 20 van de wet. Indien dit beroep op de ouderlijke onderhoudsplicht niet mogelijk is, bestaat recht op bijzondere bijstand voor de noodzakelijk kosten van bestaan, indien deze meer bedragen dan de reguliere norm als bedoeld in artikel 20 van de wet. Het College bepaalt de hoogte van deze noodzakelijke kosten.
Hierna volgt voor zover relevant artikelsgewijs een toelichting.
In dit artikel is vooral het verschil tussen de reguliere norm en de kostendelersnorm geprobeerd te duiden.
Artikel 2 onder a Noodzakelijke kosten conform reguliere norm
Om administratieve redenen is het efficiënter om, indien aanvullende bijzondere bijstand wordt verleend, aansluiting te zoeken bij de reguliere- en jongerennormen, dan exact te berekenen hoeveel zijn noodzakelijke bestaanskosten boven zijn norm uitkomen.
Artikel 2 onder b Noodzakelijke kosten conform kostendelersnorm
Om te voorkomen dat 18- tot 21-jarigen, met medebewoners, door toepassing van artikel 12 van de wet in een betere positie terecht komen dan personen van 21 jaar of ouder, die in dezelfde omstandigheden verkeren wordt de bepaling van de noodzakelijke kosten gemaximeerd op de kostendelersnorm voor een 21 jarige (of ouder).
Het college is al op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gehouden om in individuele gevallen een zorgvuldige belangenafweging te maken. Maar voor de duidelijkheid is er toch voor gekozen om een hardheidclausule op te nemen. Het zou namelijk zo kunnen zijn dat een strikte toepassing van de beleidsregel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard in niet precies te voorziene gevallen.