Verordening op de heffing en de invordering van haven- en liggeld in de gemeente 's-Hertogenbosch 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• 1.

  haven: alle bevaarbare wateren van de gemeente met uitzondering van de Binnenhaven en de Passantenhaven;

• 2.

  Binnenhaven: het water, omsloten door de straten Smalle Haven, Brede Haven, Visstraat en Zuid-Willemsvaart, met uitzondering van het gedeelte zoals genoemd in lid 3, sub b;

• 3.

  De Passantenhaven bestaat uit:

  • a.

    het water, grenzende aan de Buitenhaven en gelegen tussen de Wilhelminabrug en de Draaibrug en gerekend vanaf de kademuur aan de Buitenhaven tot 20 meter uit de kant;

  • b.

    het water, grenzende aan de Brede Haven en de Boombrug en gerekend vanaf de Boombrug tot een lengte van 60 meter en gerekend vanaf de Brede Haven tot 10 meter uit de kant.

• 4.

  vaartuigen: elk voorwerp, niet zijnde woonschepen, dienende tot vervoer te water, met inbegrip van houtvlotten en botenhuizen, tenzij het tegendeel blijkt;

• 5.

  woonschepen: vaartuigen, uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd als, of die te oordelen naar hun constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd zijn tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

• 6.

  waterverplaatsing: de in volume uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig, volgens de geldige meetbrief.

  Bij gebreke van een geldige meetbrief of weigering om deze te tonen, wordt de waterverplaatsing vastgesteld door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar en wordt het recht naar de uitkomst daarvan geheven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam haven- en liggeld wordt een recht geheven wegens:

• a.

  vaartuigen, die een haven binnenkomen of aan aanlegplaatsen der gemeente aanleggen of, aan particuliere aanlegplaatsen gelegen, geheel of gedeeltelijk in een haven ligplaats innemen en die meer dan vier kubieke meter waterverplaatsing hebben;

• b.

  woonschepen, die in een haven of de Binnenhaven ligplaats innemen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het haven- en liggeld moet worden voldaan door de gezagvoerder of schipper en bij gebreke van die, door de eigenaar of beheerder van het aan het recht onderworpen vaartuig of woonschip.

Artikel 4 Tarieven

• 1.

  Het haven- en liggeld bedraagt voor ieder vaartuig als bedoeld in artikel 2, onder a, per kubieke meter waterverplaatsing gerekend bij afgeladen vaartuig: € 0,12 (exclusief omzetbelasting).Zij wier vaartuigen bij open water langer, met inbegrip van de dag van aankomst, dan veertien dagen in havens of aan aanlegplaatsen vertoeven, behoren opnieuw haven- en liggeld te voldoen, hetwelk telkens om de veertien dagen wordt hernieuwd.Voorts is het mogelijk om in deze periode van veertien dagen een onbeperkt aantal keren met het vaartuig, waarvoor het recht als in de eerste volzin bedoeld is voldaan, de haven in en uit te varen. Na afloop van deze periode is men wederom haven- en liggeld verschuldigd.

• 2.

  Het haven- en liggeld bedraagt voor ieder woonschip € 12,65 (exclusief omzetbelasting) per veertien dagen of gedeelte daarvan, een en ander voor zover het verblijf in de gemeente veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat.

Artikel 5 Vrijstellingen

Van het haven- en liggeld zijn vrijgesteld:

• a.

  vaartuigen, welke uitsluitend een haven passeren;

• b.

  hospitaalschepen, als bedoeld bij de wet van 30 december 1905, Stb. 383;

• c.

  vaartuigen, in directe dienst van de gemeente en het rijk, alsmede vaartuigen in gebruik bij de uitvoering van gemeente- en rijkswerken;

• d.

  vaartuigen, als bedoeld in artikel 2 onder a en b, welke tengevolge van ijsgang of andere weersomstandigheden gedwongen zijn langer dan veertien dagen te blijven liggen;

• e.

  vaartuigen, als bedoeld in artikel 2 onder a, welke uitsluitend een haven binnenkomen om voor reparatie of onderhoud een scheepswerf te bezoeken;

• f.

  de bij de in dit artikel bedoelde vaartuigen behorende roeiboten.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het haven- en liggeld wordt geheven door middel van een kennisgeving in de vorm van een gedagtekende nota of ander gedrukt stuk, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

• 1.

  Het haven- en liggeld moet worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 wordt uitgereikt.

• 2.

  In het geval dat de kennisgeving niet wordt uitgereikt doch toegezonden, dient, in afwijking van het eerste lid, betaling plaats te vinden binnen tweeënveertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het haven- en liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven- en liggeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  De "Verordening Haven- en liggeld 2015”, vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van's-Hertogenbosch d.d. 9 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

• 3.

  De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2016.

• 4.

  Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Haven- en liggeld 2016".