De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Papendrecht;
ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college d.d. 1 september 2015
gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet
bestuursrecht,
besluit:
Vast te stellen de volgende verordening
Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente
Papendrecht
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
bestuursorgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit
heeft genomen;
- b.
commissie: de adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de
Algemene wet bestuursrecht;
- c.
de wet: de Algemene wet bestuursrecht;
- d.
college: college van burgemeester en wethouders;
- e.
burgemeester: vormt met wethouders het college en is voorts
zelfstandig bevoegd bestuursorgaan van de gemeente;
- f.
gemeentesecretaris: is algemeen directeur van de ambtelijke
organisatie, de eerste adviseur van het college van B&W en
de burgemeester, neemt deel aan beraadslagingen van het
college;
- g.
het Juridisch Kenniscentrum: de afdeling van het Servicecentrum
Drechtsteden, waar het secretariaat van de commissies van de
deelnemende gemeenten is ondergebracht;
- h.
de gemeente: de gemeente Papendrecht.
Artikel 2 Behandeling
- 1.
Er is een commissie ter advisering van de raad, het college en
de burgemeester inzake beslissingen op bezwaar.
- 2.
De commissie is bevoegd te adviseren ten aanzien van
bezwaarschriften tegen:
- a.
- b.
besluiten die tot de gemeente zijn gericht;
- c.
besluiten die zijn genomen op een aanvraag van een derde
waarbij de aanvraag een zwaarwegend gemeentelijk belang
dient;
- d.
besluiten die zijn gericht tot instellingen, bedrijven
of organisaties op het bestuur waarvan het
gemeentebestuur een overwegende invloed heeft of waarin
de gemeente een bestuurlijk belang heeft;
- e.
handhavingsbesluiten, voor zover hierbij een
ondernemersbelang in het geding is;
- f.
besluiten op het gebied van de ruimtelijke ordening,
voor zover hierbij een ondernemersbelang in het geding
is;
- g.
overige besluiten, voor zover behandeling door de
commissie door het verwerend orgaan noodzakelijk wordt
geacht.
- 3.
De bezwaarschriften die niet behoren tot de bevoegdheid van de
commissie worden voor behandeling voorgelegd aan de
gemeentesecretaris.
- 4.
De commissie noch de gemeentesecretaris zijn bevoegd ten aanzien
van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond
van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet
waardering onroerende zaken, besluiten inzake de rechtspositie
van medewerkers in dienst van de gemeente en besluiten inzake
sociale zekerheid en op grond van de Jeugdwet.
- 5.
Het college en de burgemeester zijn voor de bezwaarschriften die
aan de gemeentesecretaris worden voorgelegd bevoegd ten aanzien
van het horen mandaat te verlenen aan door hen aan te wijzen
ambtenaren, hetzij schriftelijk bij algemeen mandaat, hetzij
mondeling voor een bepaald geval.
- 6.
Op de behandeling door de gemeentesecretaris is het bepaalde
over de behandeling door de commissie in de artikelen 7, 9, 11,
13, 14 en 15 van overeenkomstige toepassing, waarbij geldt dat
daar vermelde bevoegdheden dan bevoegdheden zijn van de
gemeentesecretaris.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.
- 2.
Leden van de commissie kunnen geen lid zijn van het
bestuursorgaan of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid
daarvan.
Artikel 4 Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie is een door de manager van het
Juridisch Kenniscentrum aangewezen medewerker.
- 2.
De manager van het Juridisch Kenniscentrum wijst tevens de
plaatsvervanger(s) van de secretaris aan.
Artikel 5 Zittingsduur
- 1.
Het college benoemt voor een periode van vier jaar de voorzitter
en de leden. Zij kunnen eenmaal voor een periode van vier jaar
worden herbenoemd.
- 2.
De voorzitter en de leden kunnen om dringende redenen door het
college worden geschorst en ontslagen.
- 3.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
- 4.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment
ontslag nemen.
- 5.
Het college voorziet zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen
drie maanden in de opvolging van de afgetreden leden.
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt
uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting in handen van de
commissie gesteld.
Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris
van de commissie:
- a.
het verlangen van een schriftelijke machtiging van een
gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1, tweede lid;
- b.
het aan de indiener stellen van een termijn, waarbinnen een
verzuim kan worden hersteld, als bedoeld in artikel 6:6;
- c.
het verzenden van de stukken tijdens de behandeling door de
commissie, als bedoeld in artikel 6:17;
- d.
het ter inzage leggen van de stukken als bedoeld in artikel 7:4,
tweede lid;
- e.
het achterwege laten om belanghebbenden over en weer te
informeren over het verhandelde in het geval dat belanghebbenden
afzonderlijk van elkaar zijn gehoord, als bedoeld in artikel
7:6, vierde lid.
Artikel 8 Bemiddeling
De secretaris onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt
alvorens de zaak in behandeling wordt genomen en verricht daartoe de
nodige handelingen.
Artikel 9 Vooronderzoek
- 1.
De secretaris is bevoegd om namens de voorzitter rechtstreeks
alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten
inwinnen.
- 2.
Het bestuursorgaan verstrekt zo spoedig mogelijk de namens de
voorzitter gevraagde informatie.
Artikel 10 Hoorzitting
- 1.
De voorzitter beslist over het afzien van het horen, als bedoeld
in artikel 7:3 van de wet.
- 2.
De secretaris bepaalt namens de voorzitter plaats en tijdstip
van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend
orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie
te laten horen.
- 3.
De hoorzitting van de commissie is openbaar, tenzij een lid van
de commissie of een belanghebbende om een hoorzitting achter
gesloten deuren verzoekt en er naar het oordeel van de
voorzitter gewichtige redenen zijn om de hoorzitting in
beslotenheid te doen plaatsvinden.
Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting
- 1.
De secretaris nodigt namens de voorzitter de belanghebbenden en
het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting
schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de verzenddatum van de uitnodiging kunnen
de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van
redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de hoorzitting
te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt zo spoedig
mogelijk na ontvangst van het verzoek aan de belanghebbenden en
het bestuursorgaan meegedeeld.
- 4.
De secretaris is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te
wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd
zijn in het eerste tot en met het derde lid.
Artikel 12 Quorum
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat ten minste de
voorzitter of zijn plaatsvervanger, en één lid aanwezig zijn.
Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in
het geding kan zijn.
Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun
hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een korte en zakelijke vermelding in van wat
over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is
voorgevallen.
- 3.
Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren
plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun
gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord,
maakt het verslag hiervan melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde
documenten, die aan het verslag worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de
commissie.
Artikel 15 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies
wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan
de commissie dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in
afschrift aan de commissie, het bestuursorgaan en de
belanghebbenden toegezonden.
Artikel 16 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over
het door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies
melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.
- 3.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 4.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris
ondertekend.
- 5.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld
in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere
informatie en nader verslag, uitgebracht aan het bestuursorgaan
dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Van de beslissing
op bezwaar ontvangt de commissie een afschrift.
Artikel 17 Verdaging
Indien naar het oordeel van de manager van het Juridisch Kenniscentrum
de termijn als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet,
ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en
het nemen van een beslissing, verdaagt hij namens het bestuursorgaan
tijdig de beslissing.
Artikel 18 Tegenadvies
- 1.
De functionaris die verantwoordelijk is voor het bestreden
besluit kan een advies van de commissie voorzien van een
tegenadvies.
- 2.
De functionaris zendt het tegenadvies aan het
bestuursorgaan.
Artikel 19 Vergoeding
Het college stelt de vergoeding van de voorzitter en de overige leden
van de commissie vast.
Artikel 20 Jaarverslag
- 1.
De commissie brengt elk jaar een jaarverslag uit over haar
activiteiten in het voorgaande kalenderjaar.
- 2.
De commissie vermeldt daarin de zaken die zij het vermelden
waard acht, doch ten minste de volgende gegevens:
- a.
het aantal bezwaarschriften dat zij ter advisering heeft
ontvangen;
- b.
het aantal inhoudelijke adviezen dat zij heeft
uitgebracht.
Artikel 21 Overgangsregeling
Op de behandeling van de bezwaarschriften die zijn ingediend voor de
inwerkingtreding van deze verordening en die op dat moment nog in
behandeling zijn, is deze verordening van toepassing.
Artikel 22 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar
bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Verordening commissie
bezwaarschriften, vastgesteld op 12 december 2013.
Artikel 23 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling
bezwaarschriften.