Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Valkenburg aan de Geul 2010, incusief tweede wijziging |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Valkenburg aan de Geul 2010” inclusief tweede wijziging (art. 5 lid 1). |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2019 | Onbekend | 28-09-2015 Digitaal gemeenteblad, 31-12-2015 | Onbekend |
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander
dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader
van de producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of
ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen.
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden.
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel.
Artikel 14 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging.
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de wet een (afval)stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 17 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren.
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht, die ter
plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 18 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal.
Degene, die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal
onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen
of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of
een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 21 Verbod opslag van afvalstoffen.
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a,
onder 3, Wet op de economische delicten:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast
de krachtens artikel 18.4, derde lid van de wet aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – nog gedurende 1 jaar na inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 25, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 25, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.