Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiderdorp

Gedragscode voor de raadsleden en burgerraadsleden Leiderdorp 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiderdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor de raadsleden en burgerraadsleden Leiderdorp 2015
CiteertitelGedragscode voor de raadsleden en burgerraadsleden Leiderdorp 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2015Onbekend

02-11-2015

Gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor de raadsleden en burgerraadsleden Leiderdorp 2015

De raad van de gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel, nr. Z/14/004729/8426;

gezien het advies van het Politiek Forum van 26 oktober 2015;

gelet op het bepaalde in artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

Gedragscode voor de raadsleden en burgerraadsleden Leiderdorp 2015

 

Deel I Kernbegrippen integriteit van raadsleden en burgerraadsleden

De leden van de raad en burgerraadsleden van de gemeente stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van de leden van de raad en burgerraadsleden houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van de raadsleden en burgerraadsleden in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van de leden van de raad en burgerraadsleden is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisatie en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van de leden van de raad en burgerraadsleden heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van de leden van de raad en burgerraadsleden wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van de leden van de raad en burgerraadsleden is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de leden van de raad en burgerraadsleden en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op de leden van de raad en burgerraadsleden moet men kunnen rekenen. Zij houden zich aan hun afspraken. Kennis en informatie waarover zij uit hoofde van hun functie beschikken, wenden zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van de leden van de raad en burgerraadsleden is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op concrete wijze worden afgewogen.

 

Deel II Gedragscode voor de leden van de raad en burgerraadsleden

  • 1.

    Algemene bepalingen

    • 1.1.

      Deze gedragscode geldt voor de leden van de raad en burgerraadsleden van de gemeente, tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

    • 1.2.

      In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het presidium.

    • 1.3.

      De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

    • 1.4.

      De leden van de raad en burgerraadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

    • 1.5.

      De leden van de raad en burgerraadsleden zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code .

       

  • 2

    Belangenverstrengeling

    • 2.1.

      De leden van de raad en burgerraadsleden doen opgave van hun financiële belangen waar er mogelijk sprake zou kunnen zijn van een verstrengeling met de belangen van de gemeente.

    • 2.2.

      Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomen de leden van de raad en burgerraadsleden (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

    • 2.3.

      Een voormalig lid van de raad of burgerraadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

    • 2.4.

      Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van de leden van de raad en burgerraadsleden over een onderwerp in het geding kan zijn, geven zij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hen persoonlijk aangaat.

    • 2.5.

      De leden van de raad en burgerraadsleden die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen hebben met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthouden zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

    • 2.6.

      De leden van de raad en burgerraadsleden vervullen geen nevenfuncties die een (structureel) risico vormen voor een integere invulling van de politiek functie.

    • 2.7.

      De leden van de raad en burgerraadsleden geven ten behoeve van de openbaarmaking van hun nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

    • 2.8.

      De leden van de raad en burgerraadsleden behouden geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. Deze komen ten goede aan de kas van de gemeente. Indien er inkomsten worden ontvangen uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties dan dient er gehandeld te worden conform de Circulaire Verrekenen neveninkomsten politieke ambtsdragers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

       

  • 3

    Informatie

    • 3.1.

      De leden van de raad en burgerraadsleden gaan zorgvuldig en correct om met informatie waarover zij uit hoofde van het ambt beschikken. Zij zorgen ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

    • 3.2.

      De leden van de raad en burgerraadsleden houden geen informatie achter die van belang is voor een zorgvuldige belangenafweging en besluitvorming.

    • 3.3.

      De leden van de raad en burgerraadsleden verstrekken geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

    • 3.4.

      De leden van de raad en burgerraadsleden maken niet ten eigen bate of ten bate van hun persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

    • 3.5.

      De leden van de raad en burgerraadsleden gaan verantwoord om met de e-mail en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

       

  • 4

    Geschenken, diensten en uitnodigingen

    • 4.1.

      De leden van de raad en burgerraadsleden accepteren geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigeren zij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

    • 4.2.

      Geschenken en giften die de leden van de raad en burgerraadsleden uit hoofde van hun functie ontvangen, worden gemeld en geregistreerd. De griffier draagt zorg voor de registratie.

    • 4.3.

      Geschenken en giften die de leden van de raad en burgerraadsleden uit hoofde van hun functie ontvangen en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Voor dergelijke geschenken wordt een gemeentelijke bestemming gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden.

    • 4.4.

      Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, melden de leden van de raad en burgerraadsleden dit aan het presidium, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

    • 4.5.

      Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

    • 4.6.

      De leden van de raad en burgerraadsleden bespreken in het presidium uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

       

  • 5

    Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en buitenlandse reizen

    • 5.1.

      Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

    • 5.2.

      De leden van de raad en burgerraadsleden declareren geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

    • 5.3.

      In geval van twijfel over een declaratie van de leden van de raad en burgerraadsleden wordt dit voorgelegd aan het presidium en zo nodig ter besluitvorming aan de raad.

    • 5.4.

      De leden van de raad en burgerraadsleden die het voornemen hebben uit hoofde van hun functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden) te maken of zijn uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, hebben vooraf toestemming nodig van het presidium. Het gemeentebelang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

    • 5.5.

      De leden van de raad en burgerraadsleden melden het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het presidium en verschaffen daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

    • 5.6.

      Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van de leden van de raad en burgerraadsleden naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarbij gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

    • 5.7.

      Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

    • 5.8.

      Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de leden van de raad en burgerraadsleden.

    • 5.9.

      Gebruik van gemeentelijke voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan.

       

  • 6

    Inwerkingtreding

    6.1.Deze gedragscode treedt na publicatie in werking met ingang van 1 december 2015. Op deze datum wordt de Gedragscode voor raadsleden 2008, zoals vastgesteld op 9 juni 2008, ingetrokken.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van Leiderdorp op 2 november 2015,

de griffier,

mevrouw J.C. Zantingh

de voorzitter,

mevrouw L.M. Driessen-Jansen