Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drechterland

Vergoedingsregeling piketdienst buitendienstpersoneel 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrechterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVergoedingsregeling piketdienst buitendienstpersoneel 2008
CiteertitelVergoedingsregeling piketdienst gemeentepersoneel 2006
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

personeel en organisatie

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Bezoldigingsregeling gemeentepersoneel 2006, artikel 21
  2. CAR/UWO, artikel 3:3:1, 7:3, 15:1:10 lid 2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-10-201004-01-200625-10-2012ingetrokken bij nieuwe regeling van 2012

12-04-2006

de Middenstander, 29-09-2010

1.11

Tekst van de regeling

Intitulé

Vergoedingsregeling piketdienst buitendienstpersoneel 2008

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drechterland;

 

gelezen het voorstel van de afdeling Personeel & Organisatie van 20 oktober 2005;

 

overwegende dat het noodzakelijk is de Vergoedingsregeling storingsdienst rioolgemalen en de Vergoedingsregeling gladheidbestrijding aan te passen als gevolg van de harmoniseringsactiviteiten in het kader van de samenvoeging van de gemeente Drechterland met Venhuizen per 1 januari 2006 en als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid per 1 mei 2004;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 3:3:1 en 15:1:10 lid 2 sub c van de CAR/UWO-gemeentenregeling, alsmede artikel 21 van de Bezoldigingsregeling gemeentepersoneel 2006.

 

na verkregen instemming van de ondernemingsraad;

 

B E S L U I T

 

Vast te stellen de navolgende

 

VERGOEDINGSREGELING PIKETDIENST GEMEENTEPERSONEEL 2006

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.1

    Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    a. medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR;

    b. bezoldiging: de bezoldiging zoals omschreven in artikel 1 sub f van de Bezoldigingsregeling gemeentepersoneel;

    c. salarisschaal: de salarisschaal zoals omschreven in artikel 1 sub d van de Bezoldigingsregeling gemeentepersoneel;

    d. piketdienst: het zich volgens een vastgesteld rooster buiten de voor de medewerker vastgestelde werktijden ter beschikking houden om bij onvoorziene omstandigheden werkzaamheden te verrichten, dit kan zowel in de vorm van een piketdienst in het kader van gladheidbestrijding als in een storingsdienst;

    e. gladheidbestrijding: in teams van twee draaien medewerkers van de buitendienst vier maal een weekdienst. In die week kunnen zij opgeroepen worden als het glad wordt en er gestrooid moet worden;

    f. storingsdienst: in teams van twee draaien medewerkers van de buitendienst vier maal een weekdienst. In die week dienen zij beschikbaar te zijn voor het oplossen van calamiteiten;

    g. ziekte: ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek, zoals omschreven in hoofdstuk 7 van de CAR/UWO-gemeenten.

  • 1.2

    Voor de toepassing van deze regeling ten aanzien van griffier en de op de griffie werkzame medewerkers is de raad bevoegd.

  • 1.3

    Deze regeling is niet van toepassing op het beroeps- en vrijwillige brandweerpersoneel.

  • 1.4

    Een piketdienst omvat ten hoogste zeven opeenvolgende etmalen. Slechts in bijzondere omstandigheden kan na overleg met de betrokkene van het voorgaande worden afgeweken.

Artikel 2 Vergoeding

De medewerker die is belast met het verrichten van piketdienst en wordt bezoldigd volgens salarisschaal 10 of lager, heeft aanspraak op een vergoeding.

Artikel 3 Hoogte van de vergoeding

  • 3.1

    Deze vergoeding bedraagt:

    a. in het kader van storingsdiensten rioolgemalen voor een piketdienst gedurende zeven opeenvolgende etmalen 5% van het schaalmaximum van schaal 3.

    b. Voor een piketdienst korter dan zeven opeenvolgende etmalen, voor elk van de dagen: maandag tot en met vrijdag 1/10 deel van de vergoeding, zoals vermeld in sub a; zaterdag, zondag en feestdagen ¼ deel van de vergoeding zoals vermeld in sub a.

    c. Voor de gladheidbestrijdingsdiensten bedraagt de vergoeding een bedrag per jaar, berekend naar 5% van het schaalmaximum van schaal 3. Voor de waker bedraagt de vergoeding een bedrag per jaar, berekend naar 9% van het schaalmaximum van

  • 3.2

    De uitbetaling van de vergoeding geschiedt in een gemiddeld, op basis van het vorige lid berekend, vast bedrag per maand.

  • 3.3

    Ingeval arbeid wordt verricht in het kader van de piketdienst bestaat aanspraak op een overwerkvergoeding overeenkomstig het gestelde in artikel 3:2:1 van de CAR/UWO Gemeenten.

  • 3.4

    Op grond van het bepaalde in artikel 6:2:1 lid 4 van de CAR/UWO Gemeenten wordt aan de ambtenaar toekomende vakantie vermeerderd met 14,4 uren, indien de verplichting tot het verrichten van piketdiensten regelmatig en in belangrijke mate op hem rust.

Artikel 4 Vergoeding bij ziekte

  • 4.1

    Indien een medewerker wegens ziekte niet meer wordt belast met het verrichten van piketdienst, wordt de vergoeding voor het verrichten van piketdienst vastgesteld op het bedrag dat hem zou zijn toegekend, indien hij niet ziek was geworden tot het verrichten van piketdienst.

  • 4.2

    Indien vaststelling van dit bedrag op deze wijze niet mogelijk is, dan wordt dit bedrag vastgesteld op het gemiddelde van het bedrag dat de medewerker per maand heeft genoten over de twaalf maanden voorafgaand aan de maand, waarin de medewerker ziek is geworden tot het verrichten van piketdienst.

Artikel 5 Aflopende vergoeding

  • 5.1

    De medewerker die –anders dan door ziekte- buiten zijn toedoen niet meer wordt belast met het verrichten van piketdienst en wiens bruto bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat van tenminste 15% wordt een aflopende vergoeding toegekend, voor zover de medewerker gedurende tenminste vijf jaar zonder wezenlijke onderbreking met het verrichten van piketdienst belast is geweest.

  • 5.2

    De berekeningsbasis voor de aflopende vergoeding als bedoeld in lid 5.1 wordt vastgesteld op het bedrag dat de medewerker over twaalf kalendermaanden –voorafgaand aan de maand waarin hij niet meer is belast met het verrichten van piketdienst- gemiddeld per maand aan vergoeding heeft genoten, aangepast aan de algemene salarisontwikkelingen bij de sector gemeenten.

  • 5.3

    De uitkeringsperiode voor de aflopende vergoeding is gelijk aan het naar boven op een maand afgeronde ¼ gedeelte van de tijd dat de medewerker belast is geweest met het verrichten van piketdienst. Aan de uitkeringsperiode voor de aflopende vergoeding is een maximum verbonden van drie jaar.

  • 5.4

    De hoogte van de aflopende vergoeding wordt bepaald door de uitkeringsperiode in drie gelijke delen te splitsen, waarbij –te beginnen met het eerste deel- afronding naar boven plaatsvindt op een hele maand, met dien verstande dat de maximumduur van de uitkeringsperiode niet wordt overschreden. Gedurende de drie deelperioden bedraagt de aflopende vergoeding achtereenvolgens 75%, 50% en 25% van de berekeningsbasis.

Artikel 6 Blijvende vergoeding

  • 6.1

    De medewerker welke op grond van de uitkomst van een periodiek geneeskundig onderzoek niet meer met het verrichten van piketdienst kan worden belast en wiens bruto bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat van tenminste 15% (bv. door bij vermindering uren dienstverband) wordt een blijvende vergoeding toegekend, voor zover de medewerker gedurende tenminste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking met het verrichten van piketdienst belast is geweest.

  • 6.2

    De berekeningsbasis voor de vergoeding als bedoeld in lid 1 wordt vastgesteld op het bedrag dat de medewerker over twaalf kalendermaanden –voorafgaand aan de maand waarin hij niet meer is belast met het verrichten van piketdienst- gemiddeld per maand aan vergoeding heeft genoten, aangepast aan de algemene salarisontwikkelingen bij de sector gemeenten.

  • 6.3

    De blijvende vergoeding wordt toegekend met ingang van de maand dat de medewerker geen piketdienst meer verricht.

  • 6.4

    De blijvende vergoeding bedraagt 50% van de berekeningsgrondslag.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 7.1

    In die gevallen, waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.

  • 7.2

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Vergoedingsregeling piketdienst gemeentepersoneel 2006” en treedt in werking per 4 januari 2006.

  • 7.3

    De “Vergoedingsregeling storingsdienst rioolgemalen 1993” en “Vergoedingsregeling gladheidbestrijding 1989” worden vervallen verklaard.

  • 7.4

    Dit besluit wordt opgenomen in de Personeelsinformatiegids en het gemeentelijke P&O-bulletin.

Hoogkarspel 12 april 2006

Burgemeester en wethouders van Drechterland, 

De secretaris,                                                                       

E.L.C.M. Mol

De burgemeester,

A.G.M. van de Vondervoort.