Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Zeehavengeld Zaanstad 2013 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van Zeehavengeld 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening Zeehavengeld Zaanstad 2013 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2013 | 12-03-2014 | Onbekend | 04-04-2013 Gemeenteblad 2013, nr. 10 | 2013/51418 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
haven: havengebied van de gemeente: de havens voor zeeschepen, de Voorzaan, de Achterzaan binnen het gebied van de gemeente, het zijkanaal E van het Noordzeekanaal en de overige bevaarbare bij de gemeente in beheer of onderhoud zijnde waterlopen; havengebied van de Zaanstreek: het havengebied van de gemeente Zaanstad en de Achterzaan binnen het gebied van de gemeente Wormerland.
zeeschip in lijndienst: een zeeschip dat naar het oordeel van de gemeenteambtenaren, belast met de heffingof de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, en zoals door de belastingplichtige schriftelijk bevestigd, eventueel tezamen met één of meer andere schepen, deelneemt aan een dienst volgens een vooraf aangekondigd, volledig en voor iedereen verkrijgbaar vaarplan, waarin Zaanstad als haven van herkomst en/of bestemming is opgenomen, aan welk schip door eenieder deelladingen moeten kunnen worden aangeboden, die moeten worden geaccepteerd tegen de hiervoor geldende condities en waarbij de daadwerkelijke hoeveelheid geladen en/of geloste goederen voor minimaal tien procent uit stukgoed moet bestaan;
palletscarrier: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van verpakte droge lading die geheel of ten dele aan boord worden gebracht door middel van tot de vaste uitrusting van het schip toebehorende of daarvoor uitgeruste faciliteiten welke vallen binnen de uiterste maten van het schip waarover zeehavengeld wordt berekend;
bulkcarrier: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van droge lading in bulk, die doorgaans is gebouwd met een enkel dek en waarbij de top-tanks en de zijtanks zich bevinden in de ladingzone van het schip.
Onder een bulkcarrier valt tevens een ertscarrier en combinatieschepen zoals de Ore Bulk Oil carrier en de Container Oil Bulk carrier;
olietanker met gescheiden ballasttanks: een van gescheiden ballasttanks voorziene olietanker, die door de regering van de vlaggestaat of door andere namens die staat daartoe bevoegde instanties is gecertificeerd als olietanker, voorzien van gescheiden ballasttanks, hetgeen tot uitdrukking dient te komen op het International Oil Pollution Prevention (IOPP) Certificate, zijnde het internationale certificaat ter voorkoming van verontreiniging door olie;
lading: alle door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en lashbakken, met uitzondering van mafi trailers, de handbagage van de opvarenden op het schip, ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);
vaarplan: een aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, minimaal een maand vooraf aangekondigde volledige en voor eenieder verkrijgbare dienstregeling voor zeeschepen die belanghebbenden informeert over de voorgenomen, elkaar regelmatig opvolgende afvaarten naar havens, gelegen in een onveranderlijk vaargebied, teneinde belanghebbenden in staat te stellen, tijdig lading te leveren of te ontvangen in de in het vaarplan vermelde aanloophavens, waarbij geldt dat de afvaarten worden verricht onafhankelijk van het ladingaanbod;
havengebied van Amsterdam: het IJ, het Noordzeekanaal en alle daarop uitkomende wateren, voorzover voor de openbare dienst bestemd, telkens tot het eerste bovengrondse kunstwerk, alsmede voor de openbare dienst bestemde aanlegsteigers, meerpalen en –boeien en ander soortgelijke werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;
second call: Zeeschepen, varend in lijndienst, die binnen één reisschema een tweede bezoek aan de havens van Zaanstad brengen. Een kortingsregeling is hierbij van kracht indien bij het eerste bezoek lading is ingenomen zonder te lossen ofwel lading is gelost zonder in te nemen en dit tevens het geval is bij het tweede bezoek.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit.
Onder de naam zeehavengeld worden rechten geheven terzake van het gebruik met een zeeschip van de haven en/of terzake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.
Belastingplichtig is degene die van de haven gebruikmaakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, daaronder te verstaan de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.
De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de tabellen, behorende bij deze verordening, met inachtneming van de daarin vermelde bijzondere bepalingen en van het bepaalde in art. 6.
Bij de toepassing van de tarieven wordt:
de termijn zeehavengeld geschorst gedurende de tijd dat het schip:
een herstelling ondergaat of wordt gedokt bij een erkende scheepsreparatie- inrichting, mits:
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de havenmeester en/of aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid,onder b en c, van de Gemeentewet,schriftelijk kennis is gegeven; de laatstekennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
de werkzaamheden de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
de haven of het havengebied van Zaanstad uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste twee maanden om een proefvaart te maken en vooraf hiervan aan de havenmeester en/of aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet schriftelijk kennis is gegeven;
na de haven te hebben verlaten, zonder andere havens te hebben aangedaan, wegens ongunstige weersomstandigheden of bij de uitreis opgelopen schade rechtstreeks in de haven terugkeert;
Zeehavengeld wordt niet geheven terzake van het gebruik van de haven met:
een zeeschip dat de haven aandoet en/of in de haven verblijft uitsluitend om te dokken, afgebouwd te worden, een herstelling te ondergaan door een erkende scheepsreparatie-inrichting, gasvrij te worden gemaakt, van bemanning te wisselen, zieken of doden aan land te zetten of kompassen te stellen, mits:
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of handelingen schriftelijk aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering vangemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van deGemeentewet, wordt kennis gegeven; de kennisgeving ten aanzien van het dokken of de herstelling dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
onverminderd het bepaalde onder 2°, de werkzaamheden, bedoeld in het bepaalde onder 1°, de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij dezeplaatsvinden in een gedeelte dat geen eigendom is van de gemeente of voor hetgebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat in de haven komt uitsluitend om te worden gesloopt, mits vooraf van het voornemen tot slopen schriftelijk aan de havenmeester en/of aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijkebelastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet,wordt kennis gegeven, het schip rechtstreeks naar de plaats van de sloop- werkzaamheden wordt gebracht en de sloopwerkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de haven dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming die de sloopwerkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat uitsluitend de gemeente doorvaart zonder te lossen, te laden, aan te leggen aan kaden, wallen of steigers of gebruik te maken van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is en in de gemeente niet langer verblijft dan voor een rechtstreekse doorvaart noodzakelijk is en de tijdsduur van vier uren niet te boven gaat;
een zeeschip, met andere bestemming, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren en de ligplaats is toegewezen door de havenmeester van Zaanstad en Wormerland;
De aangifte van zeehavengeld wordt gelijktijdig met de betaling gedaan bij de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, op de eerste dag, volgend op de dag van aankomst van het zeeschip, doch vóór het tijdstip waarop het zeeschip uit de gemeente vertrekt.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aangifte worden gedaan binnen vier dagen na vertrek van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan worden betaald binnen tien dagen na aankomst van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering vangemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onder b en c, van deGemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld;
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegdmet de vaststelling van de belastingaanslag en/of het nagevorderde bedrag.
Artikel 11 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het zeehavengeld.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad. In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 april 2013.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING ZEEHAVENGELD 2013