Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deurne

Verordening subsidiëring groot onderhoud erkende gemeenschapsaccommodaties gemeente Deurne 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeurne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring groot onderhoud erkende gemeenschapsaccommodaties gemeente Deurne 2012
CiteertitelVerordening subsidiëring groot onderhoud erkende gemeenschapsaccommodaties gemeente Deurne 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1: Groot onderhoud

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201208-02-2019nieuwe regeling

06-12-2011

Weekblad van Deurne, 22-12-2011

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiëring groot onderhoud erkende gemeenschapsaccommodaties gemeente Deurne 2012

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de volgende:

 

VERORDENING SUBSIDIËRING GROOT ONDERHOUD ERKENDE GEMEENSCHAPSACCOMMODATIES GEMEENTE DEURNE 2012

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    aanvraag: aanvraag om subsidie voor een bijdrage in de kosten van uitvoering van groot onderhoud aan een erkende gemeenschapsaccommodatie. Voor elk uit te voeren werk dient een aparte aanvraag te worden ingediend;

  • b.

    aanvrager: het stichtingsbestuur dat een aanvraag doet in de zin van deze verordening;

  • c.

    subsidieplafond: het maximale bedrag dat jaarlijks beschikbaar is voor subsidieaanvragen voor het groot onderhoud aan erkende gemeenschapsaccommodaties;

  • d.

    college: burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne;

  • e.

    erkende gemeenschapsaccommodatie:

    • -

      De Gouden Helm, Helenaveen

    • -

      De Moost, Neerkant

    • -

      De Kastanje, Liessel

    • -

      Den Draai, Deurne-Zeilberg

    • -

      Hofke van Marijke, Deurne-St. Jozef

    • -

      Gerardushuis, Deurne-Walsberg

    • -

      Jeugdaccommodatie Vlierden

    • -

      Wijkcentrum d’n Heiakker, Deurne

    • -

      D’n Houtenhoek, Deurne

  • f.

    groot onderhoud: onderhoud aan een erkende gemeenschapsaccommodatie zoals genoemd in bijlage 1. Deze bijlage is gebaseerd op artikel 14 van de Algemene bepalingen huurovereenkomst volgens het model dat door de Raad voor Onroerende Zaken op 15 augustus 2008 is vastgesteld;

  • g.

    onderhoudsoverzicht:overzicht van de niet ingewilligde aanvragen (inclusief onderbouwing);

  • h.

    onderhoudsprogramma: overzicht van de ingewilligde aanvragen (onderhoudswerkzaamheden die uitgevoerd kunnen worden);

  • i.

    stichtingsbestuur: het statutair bestuur van de erkende gemeenschapsaccommodatie;

  • j.

    “kostenverdeling onderhoudskosten gemeente/stichtingsbestuur”: Op het raadsbesluit van 29 juni 2011 gebaseerde door het college vastgestelde kostenverdeling van de onderhoudskosten tussen gemeente en stichtingsbesturen op basis van vierkante meters.

HOOFDSTUK 2 De subsidie

Paragraaf 2.1 Behandeling van de aanvraag

Artikel 2 Indiening aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag dient vóór 1 april van het jaar vóór uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden door het stichtingsbestuur te worden ingediend bij het college. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet vóór 1 april is ingediend, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 3.

    De aanvraag bevat de volgende bescheiden:

    • a.

      Volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      Toelichting waaruit de noodzaak van het groot onderhoud blijkt;

    • c.

      Een begroting van de kosten van het groot onderhoud;

    • d.

      Door de stichtingsbesturen die in de afgelopen 10 jaar een onderhoudssubsidie hebben ontvangen wordt aangetoond dat deze gelden daadwerkelijk aan groot onderhoud van de accommodatie besteed zijn.

  • 4.

    Indien het college van oordeel is dat de door de aanvrager overgelegde begroting van de kosten dient te worden aangepast, treedt het college in overleg met de aanvrager.

  • 5.

    Het college verstrekt ter informatie aan de aanvrager na 1 april een overzicht van alle ingediende aanvragen, daarbij geeft het college aan welke aanvraag of aanvragen niet in behandeling worden genomen.

  • 6.

    In het geval dat de aanvraag zodanig spoedeisend is dat deze geen uitstel kan lijden en dus niet via de reguliere aanvraagprocedure kan worden behandeld, is het college bevoegd om af te wijken van de in dit artikel genoemde aanvraagprocedure.

Artikel 3 Plaatsing op onderhoudsprogramma

De aangevraagde onderhoudswerkzaamheden komen in aanmerking voor toekenning en daarmee tot plaatsing op het onderhoudsprogramma indien voldaan wordt aan de volgende criteria:

  • a.

    het betreft groot onderhoud zoals bedoeld in bijlage 1;

  • b.

    het groot onderhoud is noodzakelijk en het aangevraagde bedrag is reëel. Deze beoordeling vindt plaats op grond van een toetsing door een extern bureau in opdracht van de gemeente;

  • c.

    Bij overschrijding van het verwachte beschikbare budget, worden de aanvragen op basis van urgentie op het onderhoudsprogramma geplaatst

Artikel 4 Plaatsing op onderhoudsoverzicht

  • 1.

    Onderhoudswerkzaamheden die, gelet op het bepaalde in het vorige artikel, niet voor toekenning in aanmerking komen, worden op het onderhoudsoverzicht geplaatst.

  • 2.

    Ten aanzien van elk van de in het overzicht opgenomen voorzieningen wordt aangegeven waarom deze niet in het onderhoudsprogramma zijn opgenomen.

Artikel 5 Vaststelling onderhoudsprogramma en - overzicht

  • 1.

    De aanvrager wordt door het college vóór 1 september schriftelijk in kennis gesteld van het ontwerp onderhoudsprogramma en -overzicht.

  • 2.

    De aanvrager wordt in een overleg dat plaatsvindt vóór 1 oktober in de gelegenheid gesteld zijn zienswijzen over dit ontwerp naar voren te brengen. Van het overleg wordt een verslag gemaakt.

  • 3.

    Het onderhoudsprogramma en onderhoudsoverzicht voor erkende gemeenschapsaccommodaties worden na vaststelling van de begroting door de raad door het college vastgesteld en uiterlijk 31 december, voorafgaand aan het jaar van uitvoering, en aan de aanvrager bekendgemaakt.

  • 4.

    Voor het maken van bezwaar en beroep worden dit onderhoudsprogramma en -overzicht geacht onderdeel uit te maken van de subsidiebeschikking

Artikel 6 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks na vaststelling van de begroting door de raad het subsidieplafond voor het daaropvolgende jaar vast en maakt dit bekend.

Paragraaf 2.2 Uitvoering onderhoudsprogramma

Artikel 7 De subsidieverlening

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor aanvragen die zijn opgenomen op het vastgestelde onderhoudsprogramma wordt als volgt door het college bepaald:

    • a.

      Er worden door de aanvrager drie offertes voor de uitvoering van het onderhoud overlegd. Voor de vaststelling van de hoogte van de subsidie is de offerte met de laagste prijsstelling bepalend met als maximum het in het onderhoudsprogramma opgenomen bedrag;

    • b.

      Op basis van het onder a bedoelde bedrag wordt de hoogte van de subsidie berekend door toepassing van de door het college vast te stellen ‘kostenverdeling onderhoudskosten gemeente/stichtingsbestuur’ op dit bedrag;

    • c.

      De subsidie wordt verleend voor 90 % van het bedrag zoals berekend onder b indien de aanvrager voor de onderhoudswerkzaamheden gebruik kan maken van de BTW-regeling;

    • d.

      Onderhoudsgelden die in de voorgaande 10 jaren aan het stichtingsbestuur zijn uitgekeerd maar die nog niet als onderhoud verantwoord zijn, dienen eerst te worden ingezet. Deze worden in mindering gebracht op het onder c berekende bedrag. Bij een goede onderbouwing over de inzet van deze middelen in het verleden kan het college hiervan afwijken.

  • 2.

    Aan de subsidie worden onder andere de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      Als het stichtingsbestuur ervoor kiest zelf het onderhoud uit te voeren, zal er door de gemeente op worden toegezien dat de werkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd. Het financieel voordeel dat het stichtingsbestuur hiermee haalt, moet volledig in de accommodatie worden gestoken;

    • b.

      Voor gemeenschapsaccommodaties die niet in eigendom van de gemeente zijn, is bij vervreemding of bij wijziging van de functie als gemeenschapsaccommodatie, het stichtingsbestuur aan de gemeente een vergoeding verschuldigd. De vergoeding bestaat uit het volledige vastgestelde subsidiebedrag indien vervreemding of wijziging van de functie als gemeenschapsaccommodatie plaatsvindt binnen 50 jaar na de subsidievaststelling, en vervolgens jaarlijks aflopend met 2 procent.

Artikel 8 Bevoorschotting

Bij de subsidieverlening wordt de wijze van bevoorschotting vastgelegd.

Artikel 9 De subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen een maand na afronding van de werkzaamheden overlegt het stichtingsbestuur alle facturen. Het college stelt de definitieve subsidie vast op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten doch nooit hoger dan de verleende subsidie.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld op 90 % van het bedrag zoals berekend onder a indien de aanvrager voor de onderhoudswerkzaamheden gebruik kan maken van de BTW-regeling.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid hoeft er geen factuur te worden overlegd als het stichtingsbestuur de onderhoudswerkzaamheden in eigen beheer uitvoert. In dat geval wordt de subsidie vastgesteld conform de verlening als alle werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd.

Artikel 10 Vervallen aanspraak op bekostiging

  • 1.

    De aanspraak op subsidie vervalt, indien niet door de aanvrager vóór 1 oktober van het jaar volgend op de subsidieverlening een onderhoudsopdracht is verstrekt. De in de 1e volzin bedoelde onderhoudsopdracht is onherroepelijk en vermeldt de aanvangsdatum van het werk en de termijn binnen welke het werk wordt opgeleverd.

  • 2.

    De aanspraak op subsidie vervalt niet, indien de overschrijding van de termijn als bedoeld in het eerste lid veroorzaakt wordt door bijzondere omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen en de aanvrager voor 1 september een schriftelijk gemotiveerd verzoek heeft ingediend bij het college tot verlenging van de termijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het college beslist voor 1 oktober over het verzoek tot verlenging van de termijn. Indien het verzoek wordt ingewilligd, wordt in het besluit aangegeven tot welke datum de termijn als bedoeld in het eerste lid wordt verlengd.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In geval van onvoorziene omstandigheden waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 12 Aanwijzingsbevoegdheid erkende gemeenschapsaccommodatie

Het college kan accommodaties aanwijzen en intrekken als erkende gemeenschapsaccommodatie zoals bedoeld onder artikel 1 lid e.

Artikel 13 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening subsidiëring groot onderhoud erkende gemeenschapsaccommodaties gemeente Deurne 2012”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, en heeft voor het eerst betrekking op aanvragen voor 2013.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 december 2011.