Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele studietoeslag Participatiewet Noordoostpolder |
Citeertitel | Beleidsregels individuele studietoeslag Participatiewet Noordoostpolder |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Beleidsregels Participatie Noordoostpolder 2018.
Artikel 4 bevat een hardheidsclausule.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2015 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 06-10-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 27-10-2015 | 332785 |
Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder
overwegende dat de uitvoering van de individuele studietoeslag Participatiewet nadere regels behoeft;
gelet op artikel 36b Participatiewet en artikel 23 van de Participatieverordening Noordoostpolder 2015
vast te stellen de volgende beleidsregels:
Beleidsregels individuele studietoeslag Participatiewet Noordoostpolder
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet , de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Artikel 2 Recht op individuele studietoeslag
Het college verleent een persoon op verzoek individuele studietoeslag indien hij voldoet aan de voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 36b van de wet, de verordening en deze beleidsregels.
Artikel 3 Beoordeling verdienen wettelijk minimumloon
Bij deze beoordeling neemt het college in aanmerking of sprake is van beperkingen van lichamelijke, verstandelijke, psychische of andere aard die naar verwachting leiden tot een arbeidsprestatie met een loonwaarde tussen 20% en 80% van het wettelijk minimumloon. Ook bij een eventueel advies wordt dit in aanmerking genomen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus besloten door het college in haar vergadering van 6 oktober 2015.
De secretaris,
De burgemeester,
De gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder heeft op de raadsvergadering van 15 december 2014 de Participatieverordening Noordoostpolder 2015 vastgesteld. Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking van deze verordening.
De Participatiewet introduceert een studieregeling: de individuele studietoeslag. Met de studieregeling krijgen gemeenten de mogelijkheid om aan mensen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen, een individuele studietoeslag te verstrekken als ze studeren. Dit geldt ook de voor de groep die door een beperking alleen in staat is om in deeltijd te werken (medische urenbeperking) Het afronden van een studie versterkt de positie op de arbeidsmarkt. Een diploma is een bewijs tegenover werkgevers dat iemand gemotiveerd is en veel in zijn mars heeft. Ook voor jongeren die niet in staat zijn om een startkwalificatie te behalen kan langer naar school gaan de kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Vooral jongeren van cluster 4 onderwijs ontwikkelen zich langzaam, het voortzetten van het onderwijs tot de jongere 20 jaar is kan de kansen op arbeidsparticipatie vergroten.
In deze beleidsregels wordt beschreven hoe het college gaat beoordelen of een persoon wegens een arbeidsbeperking niet in staat is om met het wettelijk minimumloon te verdienen, maar naar alle waarschijnlijkheid na zijn studie wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
Bijlage Checklist individuele studietoeslag
Beoordeling van de arbeidsbeperking
Is door een arbeidsbeperking niet in staat met arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, maar heeft op termijn wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Er is sprake van beperkingen van lichamelijke, verstandelijke, psychische of andere aard die naar verwachting leiden tot een arbeidsprestatie met een loonwaarde tussen de 20% en 80% van het wettelijk minimumloon;