Paragraaf 1 De commissie
Artikel 2 Inleidende bepaling
- 1.
De Algemene bezwaarschriftencommissie van de gemeente Rotterdam
wordt aangewezen als de adviescommissie als bedoeld in artikel
7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften,
die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk
voorschrift inzake baatbelasting, als bedoeld in artikel 222 van
de Gemeentewet en inzake rechten, als bedoeld in artikel 229 van
de Gemeentewet.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.
- 2.
Bezwaarschriften worden behandeld door de in aanmerking komende
kamer van de Algemene bezwaarschriftencommissie van de gemeente
Rotterdam.
- 3.
De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van de commissie
kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder
verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de
Metropoolregio.
- 4.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Artikel 4 Secretaris
- 1.
Het hoofd van de afdeling Juridische diensten van de
Serviceorganisatie van de gemeente Rotterdam is secretaris van
de commissie.
- 2.
Het hoofd van de afdeling Juridische diensten van de
Serviceorganisatie van de gemeente Rotterdam kan medewerkers van
zijn afdeling aanwijzen als plaatsvervangend secretaris.
- 3.
De bepalingen in deze verordening die zien op de secretaris,
zijn van toepassing op de plaatsvervangend secretaris.
Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo
spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
- 3.
Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de
Algemene wet bestuursrecht wordt vermeld dat een commissie over
het bezwaar zal adviseren.
Artikel 6 Overdracht bevoegdheden
- 1.
De voorzitter draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke
wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift
genoegzaam voor te bereiden.
- 2.
De bevoegdheden ingevolge de hierna te noemen artikelen van
de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van
deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de
commissie: 2:1, tweede lid; 6:6, wat betreft het de indiener
stellen van een termijn;
6:14, eerste lid; 6:17, voor zover het betreft de verzending
van stukken tijdens de behandeling door de commissie; 7:4,
tweede lid, 7:6, vierde lid; 7:10, tweede, derde en vierde
lid.
- 3.
De secretaris kan rechtstreeks alle gewenste inlichtingen
inwinnen of doen inwinnen.
- 4.
De voorzitter kan zonodig vorderen dat ambtenaren van de
Metropoolregio Rotterdam Den Haag de nodige informatie
verschaffen en desgewenst een plaatsopneming of een
hoorzitting bijwonen.
Artikel 7 Hoorzitting
- 1.
De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de
hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in
de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden
gehoord.
- 2.
Indien de secretaris op grond van artikel 7:3 van de wet afziet
van het horen, doet hij daarvan mededeling aan
belanghebbenden.
- 3.
De commissie kan besluiten het horen op te dragen aan haar
voorzitter of een van haar leden.
Artikel 8 Uitnodiging hoorzitting
- 1.
De secretaris deelt de belanghebbenden ten minste twee weken
vóór de hoorzitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid
worden gesteld tijdens de hoorzitting te worden gehoord.
- 2.
De secretaris kan wegens bijzondere omstandigheden afwijken of
afwijking toestaan van de termijn, genoemd in het eerste lid.
Artikel 9 Niet deelneming aan de behandeling
De voorzitter of de leden van de commissie nemen, onverminderd
artikel 7:5, eerste lid, onder a en b, van de Algemene wet
bestuursrecht, niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift
indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Artikel 10 Openbaarheid hoorzitting
- 1.
De hoorzitting van de commissie is openbaar.
- 2.
Een voorstel tot behandeling achter gesloten deuren kan worden
gedaan door de voorzitter, een van de leden of door een
belanghebbende.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen
aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting
verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten
deuren.
- 4.
Als gewichtige redenen worden in ieder geval persoonlijke zaken
van familiaire, medische of financiële aard aangemerkt.
Artikel 11 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet
bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezige partijen, met
daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag vermeldt in het kort hetgeen over en weer is gezegd
en overigens tijdens de hoorzitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten
deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden niet in elkaars
tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde
bescheiden.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de
secretaris van de commissie.
- 6.
Het verslag kan ook een integraal onderdeel uitmaken van het
advies.
Artikel 12 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies
wordt uitgebracht, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan
de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de
commissie dit onderzoek doen verrichten.
- 2.
De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift
aan de leden van de commissie en de belanghebbenden toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, de belanghebbenden en het
bestuursorgaan kunnen binnen een week na verzending van de in
het eerste lid bedoelde informatie aan de secretaris van de
commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe
hoorzitting. De secretaris beslist hieromtrent.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid zijn de
bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de
hoorzitting van toepassing.
Artikel 13 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over
het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. Het
advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
- 2.
De adviezen worden vastgesteld bij meerderheid van stemmen.
- 3.
De adviezen van een kamer gelden als adviezen van de
commissie.
Artikel 14 Uitbrengen advies
Het advies wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het
bezwaarschrift uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het
bezwaarschrift beslist, onder toezending van, indien van toepassing,
het verslag, bedoeld in artikel 11.