Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen (Gr)

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Groningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen (Gr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Groningen
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Groningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Groningen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 6, 7, 8, 13 en 14;
  2. Invorderingswet 1990, art. 31;
  3. Gemeentewet, art. 231 en 237
  4. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-09-2015nieuwe regeling

08-09-2015

Gemeenteblad, 2015, 115

5152930

Tekst van de regeling

Intitulé

UITVOERINGSREGELING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN,

(5152930);

 

Gelet op de artikelen 6 , 7 , 8 , 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen , artikel 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid , en 237 van de Gemeentewet , op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet , op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht , alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Groningen geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

 

HEEFT BESLOTEN:

 

de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Groningen vast te stellen.

Artikel 1 Algemene bepaling
  • 1.

    Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Groningen op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 3.

    De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag: het gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Aangifte
  • 1.

    De belastingplichtige voor:

    a. de logiesbelasting;

    b. de hondenbelasting;

    aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet..

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    Als formulier van het aangiftebiljet logiesbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 1 opgenomen model.

  • 4.

    Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:

    • a.

      voor het doen van een aangifte, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 2 opgenomen model;

    • b.

      voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 3 opgenomen model.

  • 5.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Rente
  • 1.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In afwijking van de in het eerste lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 10,-- niet te boven gaat.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    Het 'Besluit gemeentelijke belastingen', vastgesteld bij B&W-besluit van 27 oktober 1998, nr. 12, laatstelijk gewijzigd bij B&W-besluit van 29 januari 2002, nr. 8c, wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 8 september 2015.

de burgemeester,

Peter den Oudsten.

de secretaris,

Peter Teesink.