Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels jeugdhulp gemeente Steenwijkerland 2015 |
Citeertitel | Nadere regels jeugdhulp gemeente Steenwijkerland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld in de collegevergaderingen d.d. 11 augustus 2015 en 15 september 2015.
Verordening jeugdhulp Steenwijkerland, artikel 10, derde en vierde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-10-2015 | 08-07-2017 | Nieuwe regeling | 11-08-2015 Gemeenteblad 2015, nr. 97551 | Geen |
Het pgb mag niet worden aangewend voor de betaling van tussenpersonen, belangenbehartigers, bemiddelings- en coördinatietaken alsmede begeleidings- of administratiekosten in verband met het pgb. Wanneer geen passende voorziening in natura beschikbaar is, én niet door de gemeente alsnog gecontracteerd kan worden, én de jeugdige en/of zijn ouder(s) niet in staat is op verantwoorde wijze uitvoering te geven aan het pgb, dan zal de gemeente een coördinator (zorg in natura) aanwijzen of (al dan niet tijdelijk) toestaan dat een pgb-bureau voor ondersteuning wordt ingeschakeld. Er vindt daarbij in ieder geval functiescheiding plaats tussen de coördinatortaken en het bieden van daadwerkelijke hulp.
Artikel 3. Voorwaarden pgb voor jeugdhulp door persoon uit sociaal netwerk
De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk:
Artikel 4. Overgangsrecht bestaande pgb’s
Cliënten die een indicatie hebben voor specifieke ondersteuning door middel van een pgb, houden de huidige rechten (incl. tarieven) tot de beschikking is verlopen (doch uiterlijk tot 1 januari 2016) of er een herindicatie heeft plaatsgevonden.
Toelichting Nadere regels jeugdhulp gemeente Steenwijkerland
Dit artikel spreekt voor zich.
In artikel 8.1.1, vijfde lid, onderdeel a, van de wet is bepaald dat het college een pgb kan weigeren voor zover de kosten van het betrekken van de jeugdhulp van derden hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening. Zo wordt voorkomen dat inkoopvoordelen zouden wegvallen als te veel personen zelf ondersteuning willen inkopen met een pgb. Een pgb is gemiddeld genomen ook goedkoper dan zorg in natura omdat er minder overheadkosten hoeven te worden meegerekend. De maximale hoogte van een pgb is in de verordening begrensd op de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura. Voor dienstverlening door een professional in dienst van een instelling wordt de hoogte van een pgb vastgesteld op 100% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura. Voor professionals niet in dienst van een instelling (zoals ZZP-ers) wordt de hoogte van het pgb bepaald op 75% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura omdat hier sprake is van lagere overheadkosten. Het tarief voor een pgb voor dienstverlening door een niet-professional wordt vastgesteld op 50% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura. Dit betreft mensen die de zorg niet vanuit beroep of bedrijf verlenen.
In artikel 8.1.1, vierde lid, van de wet is geregeld dat bij verordening kan worden bepaald onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk. Op basis van deze bepaling krijgt de gemeente de ruimte om zelf te bepalen wanneer pgb-houders jeugdhulp mogen inschakelen uit het eigen sociale netwerk. In artikel 10, vierde lid, van de verordening en artikel 3 van deze Nadere regels is daar invulling aan gegeven. Hulp die gegeven wordt door personen zoals benoemd in artikel 3, zevende lid wordt beschouwd als het eigen probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/of zijn ouders en komt derhalve niet in aanmerking voor vergoeding.
Landelijk is overgangsrecht vastgesteld. Voor bestaande pgb’s is het, onder voorwaarden, wettelijk mogelijk om de tarieven aan te passen. Hier is ervoor gekozen niet aan bestaande pgb’s te gaan sleutelen.
Dit artikel spreekt voor zich.