Organisatie | Someren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen 2010 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Op het moment dat deze verordening in werking treedt komt de verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand, zoals vastgesteld bij besluit van 4 november 2009 te vervallen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2010 | 01-01-2015 | Onbekend | 21-07-2010 't Contact, 04-08-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Someren;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
In artikel 47 van de Wet Werk en Bijstand en artikel 12 van de Wet Investeren in Jongeren wordt de gemeente gewezen op haar verantwoordelijkheid om cliëntenparticipatie te organiseren. Tevens is hierin de wettelijke plicht neergelegd om de wijze waarop cliëntenparticipa-tie is georganiseerd vast te leggen in een verordening.
vast te stellen de navolgende Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen 2010 regelende de verantwoordelijkheid om cliëntenparticipatie te organiseren voor zowel de Wet Werk en Bijstand en de Wet Investeren in Jongeren.
Al vanaf 1 juli 1998 is het recht op cliëntenparticipatie opgenomen in de Algemene bijstandswet. Op 1 januari 2004 is de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking getreden. Ook deze wet benadrukt de plicht tot invoering van een vorm van cliëntenparticipatie. In artikel 47 van de WWB is bepaald dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop periodiek overleg wordt gevoerd met cliënten en of hun vertegenwoordigers. Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden, welke ook het onderdeel participatie van cliënten bevat. De wijze waarop cliëntenparticipatie moet worden bevorderd en vormgegeven is een zaak van de gemeente zelf. Uitgangspunt bij het vormgeven van de participatie is, dat bijstandsgerechtigden voldoende mogelijkheden hebben om invloed uit te oefenen op het beleid en de uitvoering van de bijstandswet en verandering te bepleiten in de door hen gewenste richting.
Op 24 februari 1999 heeft de raad van de gemeente Someren besloten de commissie van bijstand om te bouwen tot een participatiecommissie, die het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd adviseert over onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle op en de evaluatie van het gemeentelijk beleid op de terreinen inkomen, werk en zorg betreffen. De participatiecommissie is hiermee een door de gemeente ingesteld officieel adviesorgaan.
Het doel van participatie is het verbeteren van de dienstverlening op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsvoorziening, alsmede de hieraan gerelateerde zorg, door het betrekken van cliënten of hun vertegenwoordigers bij de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand.
De begripsomschrijving sluit aan bij de definities zoals die zijn opgenomen in de wettekst van de Wet Werk en Bijstand en de Wet Investeren in Jongeren. Op grond van artikel 7 WWB en artikel 2 van de WIJ kunnen als direct belanghebbende worden aangemerkt:
Artikel 2 Verantwoordelijkheid en opdracht
In artikel 47 van de Wet Werk en Bijstand wordt de gemeente gewezen op haar verantwoordelijkheid om cliëntenparticipatie te organiseren. Tevens is hierin de wettelijke plicht neergelegd om de wijze waarop cliëntenparticipatie is georganiseerd vast te leggen in een verordening.
In dit artikel draagt de raad burgemeester en wethouders op een participatiecommissie in te stellen die bestaat uit directe belanghebbenden en hun vertegenwoordigers.
Artikel 3 Reglement participatiecommissie
De raad draagt burgemeester en wethouders op om in een reglement vast te stellen; de taken, bevoegdheden, samenstelling, benoeming, werkwijze en besluitvorming van de participatiecommissie inkomen, werk en zorg. Hiermee wordt aan alle eisen die in een verordening moeten worden vastgelegd voldaan.