Organisatie | Bernheze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bernheze 2015 |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bernheze 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-05-2015 | Nieuwe regeling | 28-05-2015 De Mooi Bernhezer krant | 723811 |
De raad van de gemeente Bernheze;
gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 31 maart 2015;
gezien het verslag van het gevoerde op Overeenstemming Gerichte Overleg met de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen, d.d. 23 maart 2015;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 76m van de Wet op het voortgezet onderwijs;
overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van overige voorzieningen in de huisvesting, die niet vallen onder de Verordening voorzieningen huisvesting Onderwijs Bernheze 2015 ook bij verordening te regelen;
gelet op het gestelde in het ‘Integraal huisvestingsplan Onderwijs;
gelet op het inkoop- en aanbestedingsbeleid Gemeente Bernheze;
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bernheze 2015
Bijlage ‘Voorziening haalbaarheidsonderzoek’
I Aanduiding van de voorziening
Onderzoek naar de mogelijkheden om te komen tot het realiseren van één van de volgende voorzieningen huisvesting onderwijs:
III Criteria voor het vaststellen van een voorziening
Aanspraak op deze voorziening ontstaat op het moment dat het voornemen bestaat te komen tot het realiseren van een uitbreidingsgebied of een herstructurering van een wijk, waarbij onderzoek moet uitwijzen of één van de onder I genoemde voorzieningen moet worden gerealiseerd. Het onderzoek moet uitwijzen:
IV Wijze waarop de voorziening wordt toegekend
De kosten maken onderdeel uit van de totale kosten van de planontwikkeling en worden per afzonderlijk krediet beschikbaar geteld. Er geldt geen bekostigingsplafond. Bij de uitvoering van het haalbaarheidsonderzoek wordt rekening gehouden met het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente Bernheze.
Na het afronden van de werkzaamheden wordt door het bevoegd gezag of het college inzicht gegeven in de gemaakte kosten. Daarbij wordt vermeld of tot de kosten ook behoren de kosten van het maken van een (schets)ontwerp voor de te realiseren accommodatie. Wordt besloten het project te realiseren conform het in het projectplan opgenomen (schets)ontwerp, dan worden de kosten van het maken van het (schets)ontwerp in mindering gebracht op investeringsbedrag dat voor het realiseren van deze voorziening is opgenomen in de perspectiefnota bij de gehonoreerde voorzieningen.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van 28 mei 2015.
De raad voornoemd,
de griffier
J.H.M. van den Oever
de voorzitter
drs. M.A.H. Moorman
Toelichting Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Bernheze 2015
In de situatie dat een nieuwbouwwijk wordt gerealiseerd, of er een herstructurering van een wijk plaatsvindt wordt over het algemeen eerst een onderzoek ingesteld met de volgende vragen:
Dit betekent dat er in principe een haalbaarheidsonderzoek plaatsvindt naar de noodzaak en omvang van de voorzieningen in het gebied, zonder dat er zekerheid bestaat of er een voorziening moet worden gerealiseerd.
De conclusie op basis van het onderzoek kan zijn dat er geen voorziening wordt gerealiseerd, of dat er een voorziening wordt gerealiseerd. Is de conclusie dat er een voorziening wordt gerealiseerd dat kan het betreffende bevoegd gezag een aanvraag indienen voor het bekostigen van de voorziening.
De kosten van het haalbaarheidsonderzoek komen volledig voor rekening van de gemeente, tenzij er gedurende het onderzoek kosten zijn gemaakt die een relatie hebben met de ontwikkeling van het bouwplan. Zijn het aanwijsbare kosten, dan worden deze kosten betrokken bij het beschikbaar stellen van het investeringsbedrag op het moment dat de voorziening in de perspectiefnota/begroting is opgenomen. Dit bedrag wordt dan in mindering gebracht op het bedrag dat het bevoegd gezag ontvangt voor het realiseren van de investering. Deze kosten zijn in principe vergelijkbaar met het voorbereidingskrediet, waarvan sprake is in artikel 3 van de ‘verordening voorzieningen huisvesting onderwijs’.