Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Coordinatieverordening gemeente IJsselstein 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCoordinatieverordening gemeente IJsselstein 2010
CiteertitelCoordinatieverordening gemeente IJsselstein 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet ruimtelijke ordening, artikel 3:30, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-03-201001-04-2011Nieuwe regeling

18-02-2010

Zenderstreeknieuws, 03-03-2010

raadsstuk 2010-12187

Tekst van de regeling

Intitulé

Coordinatieverordening gemeente IJsselstein 2010

 

 

 

Coördinatieverordening gemeente IJsselstein 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    besluit: besluit als bedoeld in artikel 3:30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    coördineren: het gelijktijdig en in samenhang voorbereiden van besluiten in één gezamenlijke procedure volgens de coördinatieregeling van Afdeling 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • c.

    bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • d.

    uitwerkingsplan, wijzigingsplan: een uitwerkingsplan respectievelijk wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • e.

    structuurvisie: een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • f.

    bouwen: bouwen als bedoeld in artikel 1 sub a van de Woningwet;

  • g.

    bouwvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet of de eerste fase daarvan, als bedoeld in artikel 56a lid 2 van de Woningwet;

  • h.

    aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag om een bouwvergunning heeft ingediend.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, is alleen van toepassing op het coördineren van de voorbereiding van een besluit om een bestemmingsplan, een uitwerkingsplan of een wijzigingsplan vast te stellen met het besluit over een of meer daarmee samenhangende bouwvergunningen, al dan niet met aan de bouwvergunning en/of aan het bestemmingsplan gerelateerde vergunningen en ontheffingen als bedoeld in artikel 3.

Artikel 3 Vergunningen en ontheffingen die naast de bouwvergunning deel uit kunnen maken van de coördinatie met het besluit om een bestemmingsplan, uitwerkings- of wijzigingsplan vast te stellen

De voorbereiding van besluiten over onderstaande vergunningen of ontheffingen kunnen gecoördineerd worden met de in artikel 2 genoemde besluiten die de basis vormen voor de toepassing van de coördinatieregeling op grond van deze verordening:

  • a.

    een ontheffing Bouwbesluit 2003 als bedoeld in artikel 6 van de Woningwet;

  • b.

    een aanlegvergunning, een sloopvergunning, als bedoeld in respectievelijk artikel 3.3, onder a en artikel 3.3 onder b van de Wet ruimtelijke ordening;

  • c.

    een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c, in artikel 3.22 of in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • d.

    een monumentenvergunning als bedoeld in artikel 10 van de Eerste wijziging Monumentenverordening 2007;

  • e.

    een sloopvergunning als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Monumentenwet 1988;

  • f.

    een milieuvergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer;

  • g.

    een "ontheffing van voorschrift" als bedoeld in artikel 11 van de Woningwet, een gebruiksvergunning en een sloopvergunning als bedoeld in de Bouwverordening;

  • h.

    een vergunning voor het aanleggen, beschadigen of veranderen van de weg (artikel 2.1.5.2) en een uitwegvergunning (artikel 2.1.5.3) als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente IJsselstein 2004;

  • i.

    een verkeersbesluit als bedoeld in de artikelen 15 en 18 lid 1 van de Wegenverkeerswet en artikel 12 van de Administratieve Bepalingen voor het Wegverkeer;

  • j.

    het besluit tot vaststelling van een hogere waarde ("ontheffing") als bedoeld in artikel 45, 47, 55, 61, 83, 85 of 100a van de Wet geluidhinder.

Artikel 4 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd

In de volgende gevallen en onder de volgende condities bevordert het college van burgemeester en wethouders een gecoördineerde voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 2 en 3:

  • a.

    het besluit over een bouwvergunningaanvraag die op het moment van indienen op grond van artikel 44 lid 1 onder c van de Woningwet geweigerd zou moeten worden en het besluit over het bestemmingsplan, het uitwerkingsplan of het wijzigingsplan dat de bouwvergunning mogelijk maakt maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten en

  • b.

    een ander besluit, als dat bij de coördinatie wordt betrokken, is genoemd in artikel 3 en houdt verband met de aanvraag of met het bestemmingsplan als bedoeld onder a en

  • c.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat het besluit als bedoeld onder b gecoördineerd kan worden voorbereid en

  • d.

    door of namens het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld dat zich geen belemmering als bedoeld in artikel 5 voordoet en

  • e.

    de aanvrager heeft zich schriftelijk akkoord verklaard met de gecoördineerde voorbereiding en met de gevolgen die dat voor de aanvrager heeft en

  • f.

    de aanvraag bedoeld in lid a betreft een of meer van de volgende activiteiten:

    • -

      het realiseren van een project dat is opgenomen in een structuurvisie;

    • -

      het bouwen of verbeteren van woningen;

    • -

      het realiseren van nutsvoorzieningen;

    • -

      het realiseren van maatschappelijke voorzieningen;

    • -

      het renoveren van bedrijven;

    • -

      het realiseren van infrastructurele werken.

Artikel 5 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van deze verordening plaatsvindt

In de volgende gevallen is een gecoördineerde voorbereiding op grond van deze verordening niet mogelijk:

  • a.

    er moet op grond van artikel 7 lid 2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport worden opgesteld en het betreft geen deelproject van een grotere ontwikkeling waarvoor al een milieueffectrapport is opgesteld;

  • b.

    er moet op grond van artikel 6.12 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan worden opgesteld en er kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • c.

    uit een analyse blijkt dat de bouw schade kan veroorzaken als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te nemen.

Artikel 6 Procedureregeling

  • a.

    Het college van burgemeester en wethouders kan een procedureregeling vaststellen ten behoeve van een goede uitvoering van de coördinatieregeling.

  • b.

    De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in aanmerking te kunnen komen; de procedure kan bepalen hoe het college van burgemeester en wethouders toepassing geeft aan artikel 3.20 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • c.

    Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling als bedoeld in het eerste lid heeft vastgesteld, is, aanvullend op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke ordening en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5 "Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van die wet.

  • d.

    Bij de toepassing van lid c is het college van burgemeester en wethouders het aangewezen coördinerend orgaan als bedoeld in artikel 3.22 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • e.

    Als de gemeenteraad besloten heeft dat het wenselijk is dat de coördinatieregeling wordt toegepast in een of meer andere gevallen dan de gevallen die op grond van deze verordening mogelijk zijn, dan zijn de leden a tot en met d van toepassing op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die gevallen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt 8 dagen na de dag van bekendmaking inwerking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Coördinatieverordening gemeente IJsselstein 2010.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente IJsselstein op 18 februari 2010.