Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Harlingen

Subsidieregeling Sociaal domein 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHarlingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Sociaal domein 2016
CiteertitelSubsidieregeling Sociaal domein gemeente Harlingen 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In december 2014 is door het college van burgemeester en wethouders een aparte subsidieregeling voor Voorschoolse educatie vastgesteld. Daarmee is dit onderwerp voldoende geregeld.

Na de eerstvolgende wijziging van de subsidieregeling voor Voorschoolse educatie wordt deze subsidieregeling integraal opgenomen in de Subsidieregeling sociaal domein.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Subsidieregeling

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-2015Nieuwe regeling

30-06-2015

gmb-2015-93298

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Sociaal domein 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen,

Overwegende dat:

de raad van de gemeente Harlingen in zijn besluitvorming van 3 december 2014 ter vaststelling van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Harlingen aan het college van burgemeester en wethouders de opdracht heeft verstrekt tot het bij nadere regeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

het college van burgemeester en wethouders van mening is dat het gewenst is nadere regels vast te stellen voor de volgende beleidsterreinen:

  • educatie, cultuur en sport;

  • maatschappelijke ontplooiing;

  • ouderenwerk;

  • begeleiding asielmigranten en nieuwkomers;

  • collectieve voorzieningen en activerende dagbesteding.

    Besluit:

vast te stellen de Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016.

1 DEELREGELING EDUCATIE, CULTUUR EN SPORT

1.1 SUB-REGELING EDUCATIE

1.1.1 VOORSCHOOLSE EDUCATIE

In december 2014 is door het college van burgemeester en wethouders een aparte subsidieregeling voor Voorschoolse educatie vastgesteld. Daarmee is dit onderwerp voldoende geregeld.

Na de eerstvolgende wijziging van de subsidieregeling voor Voorschoolse educatie wordt deze subsidieregeling integraal opgenomen in de Subsidieregeling sociaal domein.

1.1.2 MAATSCHAPPELIJKE STAGE

Artikel 1 Doel

Via een maatschappelijke stage maken leerlingen in het voortgezet onderwijs kennis met het vrijwilligerswerk en met het leveren van een onbetaalde bijdrage aan de samenleving.

Artikel 2 Beoogde maatschappelijke effecten

Met een maatschappelijke stage worden de volgende effecten beoogd:

  • talenten en eigen identiteit van jongeren worden verder ontwikkeld;

  • actieve participatie van jongeren is vergroot;

  • het vrijwilligerswerk in de gemeente Harlingen is versterkt, vernieuwd en verjongd.

Artikel 3 Te subsidiëren activiteiten

In het kader van deze sub-regeling kunnen de volgende activiteiten voor een subsidie in aanmerking komen:

  • het ontwikkelen van de makelaarsfunctie als intermediair tussen maatschappelijke organisaties (aanbieder) en onderwijs (vrager);

  • het geven van voorlichting aan jongeren en hen informeren over vrijwilligerswerk en de mogelijkheden van de maatschappelijke stage;

  • het begeleiden van organisaties bij het creëren van stageplaatsen en adviseren over passende stage-opdrachten.

Artikel 4 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 5 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidie wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 6 Verdeelsleutel

In het kader van deze sub-regeling wordt voor de jaarlijkse subsidie een uitvoeringsovereenkomst gesloten met één aanbieder.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

1.2.3 VAKLEERKRACHT GYMNASTIEK

Artikel 7 Doel

De inzet van de vakleerkracht gymnastiek levert een bijdrage aan de doelstellingen van het gemeentelijke beleid op het gebied van gezond opgroeien van jeugdigen.

Artikel 8 Beoogde maatschappelijke effecten

Jongeren groeien op in een gezonde omgeving en doen minder beroep op curatieve gezondheidsvoorzieningen.

Artikel 9 Te subsidiëren activiteiten

Behoud en inzet van de vakleerkracht gymnastiek in het basisonderwijs.

Artikel 10 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie worden verleend.

Artikel 11 Subsidiegrondslag

Subsidie is gebaseerd op de omvang van een formatieplaats bij Sport Fryslân als tijdelijk werkgever.

Artikel 12 Verdeelsleutel

In het kader van deze sub-regeling wordt een uitvoeringsovereenkomst gesloten met één aanbieder.

1.2 SUB-REGELING CULTUUR

1.2.1 BIBLIOTHEEKVOORZIENING

Artikel 13 Doel

De bibliotheekvoorziening heeft als doel het bevorderen van het vrije verkeer van informatie in de gemeente Harlingen door het beschikbaar stellen van collecties boeken, dagbladen, periodieken en audiovisuele materialen in een voor eenieder bestemde en toegankelijke ruimte.

Artikel 14 Beoogde maatschappelijke effecten

Een voor een ieder toegankelijke openbare bibliotheekvoorziening draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van het algemene publiek door:

  • het ter beschikking stellen van kennis en informatie;

  • het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie;

  • het bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur;

  • het organiseren van ontmoeting en debat;

  • het laten kennis maken met kunst en cultuur.

Artikel 15 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten of resultaten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het opbouwen en beheren van de collectie;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het beschikbaar stellen van culturele uitingen in woord beeld en geluid;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het geven van informatie en advies met betrekking tot de collectie en het gebruik door middel van het inlichtingenbureau en klassenbezoeken;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het uitlenen van media aan gebruikers elders;

  • activiteiten die zich richten op het verminderen van laaggeletterdheid;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan leesbevordering.

Artikel 16 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie worden verleend.

Artikel 17 Subsidiegrondslag

Subsidie is gebaseerd op een wettelijk minimumstapniveau in de vorm van een bedrag per inwoner.

Artikel 18 Verdeelsleutel

In het kader van deze sub-regeling wordt een uitvoeringsovereenkomst gesloten met één aanbieder.

1.2.2 CULTUURPARTICIPATIE

Artikel 19 Doel

Actieve cultuurparticipatie dient een drieledig doel:

  • mensen kansen bieden om zich te ontplooien;

  • het bevorderen van de sociale cohesie in de stad, de dorpen, wijken en buurten;

  • het versterken en in stand houden van de culturele infrastructuur.

Artikel 20 Beoogde maatschappelijke effecten

Met het actief deelnemen aan cultuur worden de volgende effecten beoogd:

  • meer individuen en groepen nemen deel aan cultuuruitingen die zijn gericht op creatieve ontplooiing en het bevorderen of stimuleren van kunstbeoefening;

  • de eigen identiteit is ontwikkeld en versterkt;

  • de maatschappelijke participatie is toegenomen;

  • de volkscultuur is in stand gehouden;

  • de woon en leefomgeving is aantrekkelijk.

Artikel 21 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.

Artikel 22 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 23 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 24 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

1.2.3 CULTUUREDUCATIE

Artikel 25 Doel

Het beleid op het gebied van cultuureducatie heeft een brede doelstelling:

Cultuureducatie voor jongeren – cultuurnetwerk – cultuurmenu:

  • het versterken van de structuur van cultuureducatie in het basisonderwijs;

  • het bieden van een compleet en samenhangend pakket kunst- en cultuureducatie activiteiten;

  • het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en innovatie van het werkterrein kunsteducatie ten behoeve van de individuele cursist en de amateurkunst;

  • het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en instandhouding van samenwerkingsverbanden met aanverwante instellingen, het amateurveld en het onderwijs.

Muziekonderwijs:

  • het aanbieden van een curriculum t.b.v. muziek en dans binnen het basisonderwijs;

  • het leggen van verbindingen tussen muziekonderwijs en muziekverenigingen;

  • samenwerken vanuit muziekonderwijs met vrijgestelde muziekdocenten.

Artikel 26 Beoogde maatschappelijke effecten

Het ondersteunen van cultuureducatie beoogt de volgende maatschappelijk effecten:

  • in het basisonderwijs maken kinderen op een gestructureerde wijze kennis met cultuur, muziek en dans als middel tot het ontwikkelen en ontplooien van eigen identiteit;

  • het draagvlak voor kunsteducatie, muziek en dans en voor amateurkunst is versterkt.

  • samenwerking tussen organisaties en instelling is versterkt;

  • kennis en informatie is toegankelijk gemaakt; partijen weten elkaar te vinden.

Artikel 27 Te subsidiëren activiteiten

Cultuureducatie voor jongeren – cultuurnetwerk – cultuurmenu

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de hierboven benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.

Er is er aandacht voor brede oriëntatie op kunst en cultuur via bijvoorbeeld deelname aan het programma cultuurmenu (met o.a. ook aandacht voor beeldende kunst en erfgoed) en aansluiting bij het cultuurnetwerk; dat zijn activiteiten van Akte2 Cultuur in bedrijf.

Naast reguliere activiteiten in de sfeer van kunst- en cultuureducatie voor jongeren neemt de gemeente Harlingen samen met de andere gemeenten in de regio Súdwest Fryslân deel aan Kek! Kek! staat voor Kultueredukaasje mei kwaliteit, het landelijke programma Cultuureducatie met Kwaliteit van het Fonds voor Cultuurparticipatie.

In het kader van Kek! zijn drie speerpunten geformuleerd om het curriculum voor cultuureducatie in het basisonderwijs te verdiepen, waarop de subsidieverlening is geënt:

  • in 2016 wil men een persoonlijk reflectie-instrument/portfolio voor leerlingen hebben ontwikkeld en dat inzetten voor 50% van de leerlingen in de regio;

  • voor muziek, beeldend en erfgoed wordt een doorlopende leerlijn / programma ontwikkeld, waarvan 50% van de leerlingen gebruik maakt in een van de drie disciplines (muziek, beeldend en erfgoed);

  • tenminste zes basisscholen in de regio profileren zich als cultuurschool, d.w.z. dat ze beleidsmatig kiezen voor een structurele plek van cultuureducatie in het onderwijs.

Muziekonderwijs

Muzikale vorming is één van de kernactiviteiten binnen cultuureducatie. Een bijzondere uitdaging ligt daarbij in de muzikale vorming in alle groepen van het basisonderwijs. Daarvoor worden nieuwe plannen ontwikkeld in samenwerking tussen de gemeente, Ritmyk Sintrum foar kuenst yn Fryslân en Akte2 Cultuur in bedrijf.

Artikel 28 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 29 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Subsidie voor Cultuureducatie met Kwaliteit volgt de eis van cofinanciering van het Rijk.

Artikel 30 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

1.2.4 KLEINSCHALIGE CULTURELE EVENEMENTEN EN CULTURELE INITIATIEVEN

Artikel 31 Doel

Het beleid op het gebied van kleinschalige culturele evenementen en culturele initiatieven heeft een tweeledig doel:

  • bijdragen aan het versterken van de passieve cultuurbeleving van de inwoners van de gemeente Harlingen;

  • lokale verenigingen, organisaties en kunstenaars kunnen zich presenteren aan de lokale bevolking.

Artikel 32 Beoogde maatschappelijke effecten

Met het ondersteunen van kleinschalige culturele evenementen en culturele initiatieven worden de volgende maatschappelijk effecten beoogd:

  • kunst- en cultuurorganisaties en kunstenaars zijn bekend bij inwoners van de gemeente Harlingen;

  • kunst en cultuur leveren een bijdrage aan de toeristische uitstraling van de gemeente Harlingen.

Artikel 33 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.

Artikel 34 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 35 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 36 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 37 Beoordelingscriteria

Het regime voor de beoordeling volgt de Deelregeling eenmalige subsidies.

1.3 SUB-REGELING SPORT EN BEWEGEN

Artikel 38 Doel

De sub-regeling Sport en bewegen heeft een meervoudig doel:

  • inwoners van de gemeente Harlingen doen zo lang mogelijk zelfstandig en volwaardig mee aan de samenleving;

  • het bevorderen van een gezonde leefstijl;

  • steeds meer mensen halen de norm voor gezond bewegen;

  • minder mensen leiden een zittend bestaan;

  • het stimuleren van inwoners van de gemeente Harlingen om deel te nemen aan sport- en beweegactiviteiten;

  • zorgen voor voldoende capaciteit van sportvoorzieningen en uitvoering geven aan het accommodatiebeleid;

  • samenwerking tussen sportorganisaties en andere actoren wordt versterkt.

Artikel 39 Beoogde maatschappelijke effecten

Met deze sub-regeling worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:

  • jongeren tot en met 19 jaar bewegen meer door sportbeoefening;

  • leerlingen in het primair onderwijs hebben kennis gemaakt met sport en bewegen;

  • er is ontmoeting tot stand gebracht en competitie is gestimuleerd;

  • talenten zijn tot ontwikkeling gekomen;

  • mensen leven gezonder en doen minder een beroep op voorzieningen;

  • bewegingsarmoede / beweegachterstand is teruggedrongen;

  • het aantal mensen met overgewicht is teruggedrongen;

  • sportverenigingen zijn versterkt;

  • actieve participatie in de samenleving via sport is bevorderd.

Artikel 40 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in artikel 39 benoemde maatschappelijke effecten of resultaten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • binnensportactiviteiten / binnensportverenigingen;

  • buitensportactiviteiten / buitensportverenigingen;

  • meer bewegen voor ouderen, sport- en spelactiviteiten voor ouderen;

  • G-sport;

  • buurtsportactiviteiten;

  • schoolsport en naschools sportaanbod.

Artikel 41 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 42 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 43 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

2 DEELREGELING MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING

2.1 SUB-REGELING DORP-, WIJK-, BUURTGERICHTE EN BEWONERSINITIATIEVEN

Artikel 44 Doel

Deze sub-regeling heef tot doel het versterken van de leefbaarheid door het vergroten van de directe betrokkenheid van inwoners bij hun eigen leef- en woonomgeving.

Artikel 45 Beoogde maatschappelijke effecten

Met het ondersteunen van dorp-, wijk- en buurtgerichte bewonersinitiatieven worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:

  • het sociaal isolement is teruggedrongen;

  • de participatie van inwoners aan de samenleving is vergroot;

  • de eigen kracht van inwoners is vergroot;

  • jeugdigen en volwassenen kunnen hun talenten ontwikkelen en zich ontplooien.

Artikel 46 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het verbeteren van de samenwerking tussen bewoners in dorpen, wijken en buurten;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het opzetten en versterken van sociale netwerken en sociale samenhang;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan maatschappelijke participatie in de sociaal educatieve en recreatieve sfeer;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het verhogen van leefbaarheid en veiligheid;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan sociale activering.

Artikel 47 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 48 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 49 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

2.2 SUB-REGELING MANTELZORG EN VRIJWILLIGERS

2.2.1 MANTELZORG

Artikel 50 Doel

Deze sub-regeling heef tot doel:

  • het beroep op formele zorg terug te dringen;

  • mantelzorgers in staat te stellen om een duurzame bijdrage te leveren aan de lokale samenleving;

  • vorm te geven aan de ondersteuning van mantelzorgers.

Artikel 51 Beoogde maatschappelijke effecten

Met het ondersteunen van mantelzorgers worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:

  • de positie van de mantelzorgers wordt versterkt;

  • netwerken zijn actief betrokken in de ondersteuning van mantelzorgers;

  • de deskundigheid van mantelzorgers wordt duurzaam vergroot;

  • overbelasting van mantelzorgers is teruggedrongen;

  • er is respijtzorg aan mantelzorgers geboden;

  • vraag en aanbod van mantelzorgerondersteuning zijn bij elkaar gebracht;

  • er is afstemming gerealiseerd met en tussen de betrokken organisaties voor informele en formele zorg.

Artikel 52 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten of resultaten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het vergroten van vrijwillige inzet en informele ondersteuning;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan actieve ondersteuning van mantelzorgers en het bevorderen van deskundigheid;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het bij elkaar brengen van organisaties en het opbouwen en in stand houden van informele netwerken voor mantelzorgers;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het bekend maken van netwerken die actief betrokken worden in de ondersteuning van mantelzorgers;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het verzamelen, toegankelijk maken en overdragen van kennis.

Artikel 53 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 54 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 55 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

2.2.2 VRIJWILLIGERS

Artikel 56 Doel

Deze sub-regeling heef een meervoudig doel:

  • aan jeugdigen en jongeren worden mogelijkheden geboden om hun sociale en communicatieve vaardigheden te vergroten;

  • aan jeugdigen en jongeren worden mogelijkheden om hun talenten te ontwikkelen en zich te ontplooien naar vermogen;

  • er worden meer vrijwilligers geworven;

  • vrijwilligers worden ondersteund in hun taakuitoefening;

  • het verloop onder vrijwilligers wordt teruggedrongen;

  • de binding van vrijwilligers aan de organisaties wordt vergroot door maatwerk in de activiteiten;

  • vrijwilligers worden duurzaam betrokken bij de samenleving.

Artikel 57 Beoogde maatschappelijke effecten

Met het ondersteunen van vrijwilligers worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd:

  • jeugdigen en jongeren hebben hun talenten ontwikkeld en ontplooien zich naar vermogen;

  • jongeren participeren volwaardig in de samenleving;

  • vrijwilligers (jong en oud) leveren een duurzame bijdrage aan de leefbaarheid in de gemeente Harlingen.

Artikel 58 Te subsidiëren activiteiten

De volgende activiteiten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan educatieve, sociale, creatieve en recreatieve talentontwikkeling en ontplooiing van jeugdigen van 5 tot en met 17 jaar;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het versterken van onderlinge samenwerking;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het verzamelen, toegankelijk maken en overdragen van kennis.

Artikel 59 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 60 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 61 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

2.3 SUB-REGELING OUDERENWERK

Artikel 62 Doel

De sub-regeling heeft tot doel het beroep op formele zorg door ouderen terug te dringen.

Artikel 63 Beoogde maatschappelijke effecten

Het ondersteunen van ouderenwerk is gericht op de volgende maatschappelijke effecten:

  • ouderen blijven tot op hoge leeftijd fit, mobiel, gezond en zelfredzaam;

  • ouderen geraken niet of minder in een sociaal isolement;

  • ouderen houden langer de regie over hun eigen woon- en leefsituatie.

Artikel 64 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan lichamelijke beweging door ouderen;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan sociaal educatieve of recreatieve activiteiten door ouderen;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan een gezonde leefstijl van ouderen;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het werven van vrijwilligers en het bevorderen van deskundigheid van vrijwilligers die ouderen ondersteunen in hun deelname aan de samenleving;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het verzamelen, toegankelijk maken en overdragen van kennis.

Artikel 65 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 66 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 67 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Hoofdstuk 2.4 SUB-REGELING BEGELEIDING ASIELMIGRANTEN EN NIEUWKOMERS

Artikel 68 Doel

Deze sub-regeling is gericht op het bevorderen en leveren van een bijdrage aan de integratie in, en deelname aan het maatschappelijke verkeer van de gemeente Harlingen door asielmigranten en nieuwkomers.

Artikel 69 Beoogde maatschappelijke effecten

Met deze sub-regeling worden de volgende maatschappelijk effecten beoogd:

  • vragen van vergunninghouders zijn eerst beantwoord door voorliggende voorzieningen, netwerken en vrijwilligersorganisaties;

  • de zelfredzaamheid van vergunninghouders is versterkt;

  • het beroep op formele voorzieningen is teruggedrongen;

  • vluchtelingen met een verblijfsvergunning nemen volwaardig deel aan de samenleving.

Artikel 70 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen, in het bijzonder rondom vraagstukken op het gebied van:

  • coördineren en afstemmen van het huisvestingsproces in de betekenis van het regelen van de formele kant van leven en wonen;

  • deelname aan regio-overleg met actoren;

  • volgen landelijke beleidsontwikkeling en vertalen naar lokale en regionale aanpak.

  • aangelegenheden die te maken hebben met vergunningen;

  • aangelegenheden betreffende gezinshereniging;

  • inburgering in de ruime betekenis van het woord;

  • het leren kennen van de maatschappelijke voorzieningen van de gemeente;

  • het leggen van contacten met instanties en organisaties;

  • Interculturele hulpverlening en ondersteuning;

  • het verzorgen van informatievoorziening.

Artikel 71 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie worden verleend.

Artikel 72 Subsidiegrondslag

Rijksbijdrage op basis van een bedrag per inwoner.

Artikel 73 Verdeelsleutel

Met één of meerdere aanbieders worden uitvoeringsovereenkomsten gesloten voor de coördinatie van de huisvestingstaken vergunninghouders, respectievelijk voor de maatschappelijke begeleiding van vergunninghouders.

2.5 SUB-REGELING COLLECTIEVE VOORZIENINGEN EN ACTIVERENDE DAGBESTEDING

Artikel 74 Doel

Deze sub-regeling heeft tot doel het bevorderen van het zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.

Artikel 75 Beoogde maatschappelijke effecten

Met deze sub-regeling worden de volgende maatschappelijk effecten beoogd:

  • de eigen kracht en zelfredzaamheid van de meest kwetsbare mensen in de samenleving is vergroot;

  • sociale toegankelijkheid van voorzieningen is vergroot;

  • de belasting van mantelzorgers is teruggedrongen of verlicht.

Artikel 76 Te subsidiëren activiteiten

Activiteiten die een bijdrage leveren aan de in het vorige artikel benoemde maatschappelijke effecten kunnen voor een subsidie in aanmerking komen:

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan activerende dagbesteding en die een structurele tijdsbesteding met een omschreven doel bieden waarbij de deelnemers actief betrokken worden en die hen zingeving verlenen;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het bieden van structuur in de dagbesteding, het vergoten van sociale netwerken, het vergoten of behouden van zelfredzaamheid door het vermeerderen van sociale contacten.;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan de deelname aan algemene voorzieningen en het bevorderen van een gezonde leefstijl, daaronder begrepen sport- en spelactiviteiten of recreatieveen creatieve activiteiten;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het bevorderen van laagdrempelig inzet van vrijwillige inzet ten behoeve van kwetsbare groepen daaronder begrepen activiteiten zoals het behartigen van belangen of het verrichten van vervoersactiviteiten;

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan het duurzaam onder de aandacht brengen van het aanbod bij de doelgroep(en);

  • activiteiten die gericht zijn op en bijdragen aan afstemming en samenwerking met en tussen betrokken organisaties en partijen;

  • activiteiten die gericht op en bijdragen aan het werven en bevorderen van deskundigheid van vrijwilligers;

  • activiteiten die gericht op en bijdragen aan het verzamelen en overdragen van kennis.

Artikel 77 Soort subsidie

In het kader van deze sub-regeling kan een jaarlijkse subsidie of een eenmalige subsidie worden verleend.

Artikel 78 Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

Artikel 79 Verdeelsleutel

De verdeelsleutel voor jaarlijkse subsidies wordt vastgesteld bij het vaststellen van de subsidiegrondslag. Eenmalige subsidies volgen het regime van de Deelregeling eenmalige subsidies.

3 DEELREGELING EENMALIGE SUBSIDIES

Artikel 80 Doel

De Deelregeling eenmalige subsidies heeft tot doel het ondersteunen van activiteiten die vallen binnen het toepassingsbereik van de Deelregeling educatie, cultuur en sport, respectievelijk de Deelregeling maatschappelijke ontplooiing en die niet behoren tot de reguliere activiteiten van organisaties en instellingen.

Artikel 81 Te subsidiëren activiteiten

Alleen activiteiten die vallen binnen de omschrijving van doelen, beoogde maatschappelijke effecten en activiteiten in de onderscheiden Deelregelingen en sub-regelingen van de Subsidieregeling sociaal domein van de gemeente Harlingen 2016 en die niet behoren tot de reguliere activiteiten van aanvragers kunnen voor een subsidie in het kader van deze Deelregeling in aanmerking komen.

Artikel 82 Aanvraag en beslistermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie kan gedurende het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie kan door meerdere aanvragers gezamenlijk worden ingediend, waarbij één van de aanvragers optreedt als hoofdaanvrager.

  • 3.

    Een aanvraag die door meerdere aanvragers wordt ingediend, wordt door alle aanvragers ondertekend.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen 6 weken op een aanvraag. Deze termijn kan éénmalig worden verlengd met 4 weken.

Artikel 83 Subsidiegrondslag en kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 81 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    Kosten van activiteiten die worden uitgevoerd of zijn gestart zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders komen niet voor een subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Subsidie wordt alleen verstrekt als sprake is van enige vorm van cofinanciering, waarbij de inzet van vrijwilligers en van professionele organisaties wordt aangemerkt als cofinanciering.

  • 4.

    Een op inhoudelijke gronden afgewezen aanvraag kan niet nogmaals in dezelfde vorm en met dezelfde inhoud worden ingediend.

Artikel 84 Beoordeling

Voor de beoordeling van een aanvraag in het kader van deze Deelregeling worden de volgende criteria gehanteerd:

  • samenwerking tussen meerdere partijen;

  • vernieuwend karakter van de activiteit;

  • de te bereiken doelgroep(en) en hun omvang;

  • mate waarin de activiteit voorziet in cofinanciering in de vorm van inzet van vrijwilligers, professionele organisaties, entreeheffing, sponsoring, bijdragen van donateurs of vriendenorganisaties;

  • mate waarin de activiteit bijdraagt aan de promotie van de gemeente Harlingen.

Artikel 85 Verdeelsleutel

Aanvragen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst met in achtneming van het subsidieplafond.

Artikel 86 Verantwoording

De artikelen 13 t/m 15 van de Algemene subsidieverordening 2015 van de gemeente Harlingen zijn onverkort van toepassing.

Artikel 87 Bijzondere verplichtingen

Een subsidieontvanger vermeldt in alle uitingen rondom de activiteit dat deze mede mogelijk is gemaakt met financiële ondersteuning door de gemeente Harlingen.

4 DEELREGELING RESERVERINGEN EN VOORZIENINGEN

4.1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 88 Hoogte van reserveringen of voorzieningen

De hoogte van een reservering of voorziening dient in een naar maatschappelijk algemeen aanvaardbare verhouding te staan tot het totaal aan lasten en te verwachten kosten van de organisatie. Dit is van toepassing bij de verlening jaarlijkse subsidies.

Artikel 89 Beperking recht op reservering en voorzieningen bij eenmalige subsidies

Het vormen van reserves of het aanleggen van voorzieningen is niet toegestaan bij verleende eenmalige subsidies.

Artikel 90 Vermogen ondergebracht bij steunstichtingen

Vermogen dat in strijd met artikel 105 is ondergebracht bij een vrienden- of steunstichting wordt geacht te behoren tot vermogen van de instelling en wordt bij de subsidieberekening betrokken op basis van het bepaalde in artikel 88.

Artikel 91 Vergoeding van met subsidie behaald vermogensvoordeel

  • 1.

    In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, is de subsidieontvanger aan het college van burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd over de vermogensvorming voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt maximaal het bedrag waarmee subsidiëring door de gemeente heeft bijgedragen aan de vermogensvorming in verhouding tot de andere middelen die daaraan hebben bijgedragen.

  • 3.

    Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat bij verlies of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag, dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger is ontvangen.

  • 4.

    Indien het onroerend goed betreft, geschiedt de waardebepaling door één of drie onafhankelijke deskundigen.

4.2 HET VORMEN VAN EEN ALGEMENE RESERVE

Artikel 92 Begripsbepaling

Onder algemene reserves worden verstaan bestandsdelen van het vermogen van een subsidieontvanger die door hem vrij besteedbaar zijn.

Artikel 93 Verrekening overschotten of tekorten algemene reserve

Overschotten en tekorten uit de exploitatie komen ten gunste c.q. ten laste van de subsidieontvanger en worden verrekend met de algemene reserve.

Artikel 94 Maximum algemene reserve

  • 1.

    De maximaal toegestane algemene reserve wordt gesteld op 15% van het totaal van de jaarexploitatie van de instelling.

  • 2.

    Bij overschrijding van deze grens vindt terugbetaling plaats in de verhouding tot hun gemiddelde bijdrage aan de stichting over de afgelopen vier jaar.

4.3 HET VORMEN VAN EEN BESTEMMINGSRESERVE

Artikel 95 Begripsbepaling

Onder bestemmingsreserve worden verstaan bestanddelen van het vermogen van een subsidieontvanger die door hem worden of zijn gevormd voor een of meer specifieke doeleinden.

Artikel 96 Toestemming tot het aanleggen van een bestemmingsreserve

  • 1.

    Het vormen van, dan wel doen van toevoegingen aan een bestemmingsreserve met gemeentelijke budgetsubsidie is uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijk verleende toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Rechten en verplichtingen betreffende reservering en voorziening in het kader van budgetsubsidies kunnen worden opgenomen in een met de subsidieontvanger af te sluiten uitvoeringsovereenkomst.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ter zake van de aanvraag om toestemming als bedoeld in het tweede lid nadere richtlijnen verstrekken, alsmede modellen vaststellen voor de te overleggen bescheiden.

4.4 HET VORMEN VAN EEN EGALISATIERESERVE

Artikel 97 Begripsbepaling

Egalisatiereserves zijn bestanddelen van het vermogen van een subsidieontvanger die door hem zijn of worden gevormd om schommelingen in de exploitatie te kunnen opvangen.

Artikel 98 Het vormen van een egalisatiereserve

  • 1.

    Gesubsidieerde instellingen kunnen een egalisatiereserve vormen om schommelingen in de exploitatie te kunnen opvangen.

  • 2.

    De egalisatiereserve wordt gevormd uit voordelige exploitatieresultaten. Nadelige exploitatieresultaten worden ten laste gebracht van de reserve.

Artikel 99 Maximum egalisatiereserve

  • 1.

    Reservevorming is toegestaan tot een maximum van 15% van de subsidie van het desbetreffende subsidiejaar verhoogd met de met gesubsidieerde activiteiten samenhangende inkomsten.

  • 2.

    De reservering wordt besteed binnen de doelstellingen van de instelling en uitsluitend voor direct met de gesubsidieerde producten samenhangende uitgaven.

  • 3.

    Het bedrag waarmee het maximum van de egalisatiereserve wordt overschreden wordt in mindering gebracht op de vast te stellen subsidie van het jaar waarin de overschrijding is ontstaan.

4.5 HET VORMEN VAN VOORZIENINGEN

Artikel 100 Begripsbepaling

  • 1.

    Onder voorzieningen worden verstaan bestanddelen van het vreemd vermogen van een subsidieontvanger die door hem zijn of worden gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen of nog niet bestede, van derden verkregen, middelen waarop een specifieke betalingsverplichting rust of moet worden terugbetaald.

Artikel 101 Het vormen van voorzieningen

Voorzieningen kunnen worden aangehouden voor:

  • verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten;

  • op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

  • kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of voorgaande begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

5 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 102 Overgangsbepaling

  • 1.

    Aanvragen met betrekking tot de Deelverordening Welzijn 2006 die zijn ingediend voor het moment van inwerkingtreding van deze regeling en waarop op het moment van inwerkingtreding van deze regeling nog geen besluit is genomen, worden beoordeeld op basis van deze regeling.

  • 2.

    Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Deelverordening Welzijn 2006 wordt beslist op basis van die verordening.

Artikel 103 Aanvraagformulier

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Artikel 104 Bijzondere verplichtingen

Aan de subsidieontvanger kunnen bijzondere verplichtingen worden opgelegd, daaronder begrepen het leveren van een bijdrage aan of aanwezigheid bij door of namens gemeente georganiseerde activiteiten of evenementen en de bereidheid tot het meewerken aan een (culturele) evenementenagenda voor de gemeente Harlingen.

Artikel 105 Goede doelen, vrienden- en steunstichtingen

De subsidie wordt niet aangewend voor het ondersteunen van goede doelen of hulp aan vrienden- of steunstichtingen die direct of indirect aan de subsidieontvanger zijn verbonden.

Artikel 106 Betaalbaar stellen van subsidie

  • 1.

    Jaarlijkse subsidies worden in één of meerdere termijnen betaalbaar gesteld.

  • 2.

    Eenmalige subsidies worden in één termijn betaalbaar gesteld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kunnen van de genoemde termijnen afwijken.

Artikel 107 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kunnen deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van de bepalingen uit deze subsidieregeling voor de subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doel.

Artikel 108 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016.’

Artikel 109 Bekendmaking

Deze regeling wordt bekend gemaakt op de gemeentepagina in de Harlinger Courant, op de gemeentelijke website en wordt tevens opgenomen op de website Overheid.nl

Artikel 110 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen op

30 juni 2015.

de secretaris,

J.S.W. Ozenga

de burgemeester,

 W.R. Sluiter

TOELICHTING SUBSIDIEREGELING SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE HARLINGEN 2016

1 De rechtsgrondslag van de Subsidieregeling sociaal domein

De raad van de gemeente Harlingen heeft op 3 december 2014 een nieuwe Algemene subsidieverordening vastgesteld (Asv). Deze Asv is op 1 januari 2015 in werking getreden.

In artikel 3 van de Asv is een zogenaamde ‘delegatiebepaling’ opgenomen. Daarmee heeft de raad een deel van zijn bevoegdheid op het terrein van het gemeentelijk subsidiebeleid en de uitvoering ervan overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders:

“Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen Subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.”

2 Opbouw Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016

Eén van de beleidsterreinen waarvoor het college van burgemeester en wethouders een nadere uitwerking van de Asv noodzakelijk en wenselijk acht, is het sociaal domein. De Subsidieregeling sociaal domein gemeente Harlingen 2016 voorziet daarin.

In deze subsidieregeling zijn niet alle beleidsonderdelen van het sociaal domein uitgewerkt. Voor verschillende beleidsonderdelen binnen het sociaal domein heeft de gemeente Harlingen op regionaal niveau (uitvoerings)afspraken gemaakt met andere gemeenten. Het betreft de volgende gemeenschappelijke regelingen:

  • voor (openbare) gezondheidszorg is de uitvoering overgedragen aan de Veiligheidsregio Fryslân;

  • de uitvoering van de Participatiewet is overgedragen aan de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân;

  • voor de uitvoering van de taken op het terrein van jeugdzorg en maatschappelijke ontwikkeling is de Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten gesloten.

De inhoudelijke uitwerking van de door de raad aan het college van burgemeester en wethouders gedelegeerde bevoegdheid in de Subsidieregeling sociaal domein sluit aan bij de programmabegroting van de gemeente Harlingen, te weten bij:

  • Programma 3 Educatie, Cultuur en Sport.

  • Programma 4 Maatschappelijke ontplooiing.

  • Daarop zijn de volgende deelregeling gebaseerd:

  • Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport.

  • Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing.

Daarnaast zijn betere regels opgesteld voor het verlenen van eenmalige subsidies (Deelregeling eenmalige subsidies).

Ten slotte is een aparte regeling opgesteld waarin is vastgelegd of organisaties die een gemeentelijke subsidie ontvangen reserveringen en voorzieningen mogen doen vanuit subsidiemiddelen. (Deelregeling reserveringen en voorzieningen).

3 Opbouw van de deelregelingen

3.1 Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport

Deze deelregeling is in de lijn van de programmabegroting uitgewerkt in drie subregelingen en waar nodig nog uitgesplitst in beleidsonderwerpen:

  • Sub-regeling educatie met als beleidsonderwerpen:

    • o

      voorschoolse educatie

    • o

      maatschappelijke stage

    • o

      vakleerkracht gymnastiek.

  • Sub-regeling cultuur met als beleidsontwerpen:

    • o

      bibliotheekvoorziening

    • o

      cultuurparticipatie

    • o

      cultuureducatie

    • o

      kleinschalige culturele evenementen en culturele initiatieven.

  • Sub-regeling sport en bewegen.

3.2 Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing

Deze deelregeling is in de lijn van de programmabegroting uitgewerkt in vijf subregelingen en waar nodig nog uitgesplitst in beleidsonderwerpen:

  • Sub-regeling dorp-, wijk- en buurtgerichte en bewonersinitiatieven.

  • Sub-regeling mantelzorg en vrijwilligers

    • o

      mantelzorg

    • o

      vrijwilligers

  • Sub-regeling ouderenwerk.

  • Sub-regeling begeleiding asielmigranten en nieuwkomers.

  • Sub-regeling collectieve voorzieningen en activerende dagbesteding.

3.3 Deelregeling eenmalige subsidies

De deelregeling eenmalige subsidies kent geen onderverdeling in sub-regelingen.

3.4 Deelregeling reserveringen en voorzieningen

Deze deelregeling kent geen onderverdeling in sub-regelingen, maar omvat 5 paragrafen:

  • Algemene bepalingen.

  • Het vormen van een algemene reserve.

  • Het vormen van een bestemmingsreserve.

  • Het vormen van een egalisatiereserve.

  • Het vormen van voorzieningen.

4 Opbouw en inhoud van de sub-regelingen

4.1/4.2 De sub-regelingen onder de Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport en de Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing

De sub-regelingen onder de twee meest inhoudelijke deelregelingen kennen een vaste opbouw:

  • doel

  • beoogde maatschappelijke effecten

  • te subsidiëren activiteiten

  • soort subsidie

  • subsidiegrondslag

  • verdeelsleutel.

Doel

In de uitwerking is gestart met de beschrijving van het maatschappelijk doel dat (mede) moet worden bereikt met het verlenen van subsidie. Een doel is uitgedrukt in controleerbare en zoveel als mogelijk ook meetbare termen.

Beoogde maatschappelijke effecten

Daarna is aangegeven welk maatschappelijk effect er moet worden bereikt. Onder effecten verstaan we het gevolg van gerealiseerd of uitgevoerd beleid. Het benoemen van beoogde effecten sluit aan bij de lijn die door de raad is uitgezet bij het vaststellen van de Asv om meer prestatiegericht beleid te voeren. In het verlengde van de gekozen aanpak kan in de toekomst worden gewerkt aan de ontwikkeling van een instrument waarmee de effecten kunnen worden gemeten en geanalyseerd.

Te subsidiëren activiteiten

Er is - zoveel als nu al mogelijk is - aangegeven welke activiteiten kunnen worden uitgevoerd om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. De concrete invulling van activiteiten gebeurt door subsidieaanvragers zelf.

Soort subsidie

Hier is vermeld om welke soort subsidie het gaat. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt onderscheid in twee soorten subsidie:

  • jaarlijkse subsidie;

  • eenmalige subsidie.

In deze subsidieregeling wordt deze tweedeling gevolgd. Op die manier wordt duidelijk welke activiteiten de gemeente over een langere periode wil subsidiëren (jaarlijkse subsidie) en welke activiteiten incidenteel worden ondersteund (eenmalige subsidie).

Jaarlijkse subsidie

Jaarlijkse subsidie wordt verleend voor het leveren van een product of prestatie door de subsidieontvanger. De subsidieaanvrager geeft in een activiteiten- of werkplan aan welke activiteiten hij/zij gaat uitvoeren en welke maatschappelijke effecten daarmee worden beoogd. Op die manier wordt aansluiting gevonden bij de gemeentelijke beleidsdoelen op het terrein waarvoor een subsidie wordt gevraagd.

Jaarlijkse subsidie wordt niet alleen verleend aan professionele instellingen en organisaties, die met hun producten of prestaties een bijdrage leveren aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Ook met vrijwilligersorganisaties kunnen product- of prestatieafspraken worden gemaakt. Dat kan met name gebeuren als blijkt dat meerdere organisaties dezelfde (soort) activiteiten aanbieden waardoor overlap ontstaat en ‘dubbel op’ wordt gesubsidieerd. Dat kan ook gebeuren als bepaalde activiteiten nog niet worden aangeboden of als activiteiten elkaar kunnen versterken als ze beter op elkaar worden afgestemd.

Eenmalige subsidie

Een eenmalige subsidie kan worden aangevraagd voor eenmalige activiteiten, voor nieuwe initiatieven of activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager. De achterliggende gedachte is dat de subsidie in principe tijdelijk is om de nieuwe, eenmalige of bijzondere activiteiten te stimuleren en mogelijk te maken.

Ook hier moet de aanvrager duidelijk maken welke maatschappelijke effecten met de activiteit moeten worden bereikt en wat de activiteit dus bijdraagt aan gemeentelijke beleidsdoelen. Bij grootschalige activiteiten die de Subsidieregeling sociaal domein te boven gaan wordt de besluitvorming daarover voorgelegd aan de raad.

In deze aanpak wordt de soort subsidie dus niet gekoppeld aan de hoogte van de subsidie, maar aan de doelstelling en strekking van de subsidie; dat is wel zo zuiver. De hoogte van een subsidie is vooral relevant voor de manier waarop de besteding van de subsidie moet worden verantwoord door de subsidieontvanger.

Subsidiegrondslag

De subsidiegrondslag is de ‘meeteenheid’ waarop een subsidie wordt gebaseerd. Die grondslag wordt vastgesteld bij het vaststellen van het subsidieplafond.

Verdeelsleutel

De verdeelsleutel is de verdelingsmethodiek. In het kader van de Subsidieregeling sociaal domein kunnen de volgende verdeelsleutels worden gehanteerd:

Op volgorde van binnenkomst

In deze methode worden subsidieaanvragen die aan de formele eisen voldoen toegewezen, totdat het subsidieplafond is bereikt: ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’.

Verdeling in gelijke delen / pond-pondsgewijs

In deze methode wordt het beschikbare subsidiebudget (het plafond) over alle aanvragen verdeeld: bij 5 aanvragen krijgt elke aanvrager 20% van het budget, en bij 10 aanvragen 10%.

Verdeling naar rato / evenredige delen

In deze methode wordt het beschikbare budget naar evenredigheid van de omvang van de aanvraag in verhouding tot de beschikbare subsidie verdeeld.

De verdeelsleutel wordt vastgesteld bij vaststelling van de subsidiegrondslag.

4.3 Deelregeling eenmalige subsidies

Te subsidiëren activiteiten

Inhoudelijk sluit de Deelregeling eenmalige subsidies aan bij Deelregeling Educatie, Cultuur en Sport en bij de Deelregeling Maatschappelijke ontplooiing. Dat wil zeggen dat alleen eenmalige activiteiten kunnen worden gesubsidieerd die passen binnen de (beleids)doelen en beoogde maatschappelijke effecten die zijn geformuleerd in de Deelregelingen en sub-regelingen.

Beschikbaar stellen van middelen

Eenmalige subsidies kunnen gedurende het hele jaar worden aangevraagd.

Een aanvraag die wordt afgewezen omdat ze niet voldoet aan de beoordelingscriteria mag niet in dezelfde vorm en met eenzelfde inhoud opnieuw worden ingediend.

Uiteraard is het een aanvrager toegestaan om de voorbereidingsfase overleg te voeren over de haalbaarheid van een subsidieaanvraag voor een eenmalige activiteit.

Beoordeling

Het belangrijkste onderdeel van deze Deelregeling is de beoordeling aan de hand van een aantal criteria waaraan een aanvraag moet voldoen.

Uiteraard moet een aanvraag zicht richten op maatschappelijke effecten zoals die zijn geformuleerd in de verschillende sub-regelingen. Maar er wordt ook gekeken naar aspecten als samenwerking tussen partijen en de te bereiken doelgroep.

Ook moet een activiteit een vernieuwend karakter hebben en de aanvrager moet zorgen voor andere inkomsten dan alleen subsidie. Tenslotte wordt beoordeeld of een project bijdraagt aan de promotie van de gemeente Harlingen.

4.4 Deelregeling Reserveringen en voorzieningen

Wenselijkheid tot vermogensvorming

Bij subsidieverlening is het uitgangspunt dat de subsidie wordt gebruikt voor het doel waarvoor ze is verleend. Subsidie mag dus in beginsel niet worden gebruikt om vermogen op te bouwen. Toch kan het in de praktijk wenselijk zijn om ruimte te beiden aan een subsidieontvanger voor het aanleggen van reserves of voor het treffen van voorzieningen.

Voor eenmalige subsidie geldt dat deze subsidie in haar geheel moet worden aangewend voor het doel waarvoor zij is verleend: het realiseren van de activiteit. Wel wordt uiteraard bij de beoordeling van een subsidieaanvraag de hele financiële positie van de aanvrager meegewogen bij het beantwoorden van de vraag of de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit eigen middelen of middelen van derden kan worden betaald.

Voor organisaties die een jaarlijkse subsidie ontvangen is het soms wenselijk dat zij een vermogen kunnen opbouwen in de vorm van het aanleggen van reserves of het treffen van voorzieningen. Dat speelt vooral bij grote c.q. professionele organisaties.

Zij opereren vaak in een complexe omgeving met bijbehorende bedrijfsrisico’s. Vermogensopbouw geeft deze organisaties de mogelijkheid om die risico’s te kunnen opvangen.

Reserves

Reserves maken deel uit van het eigen vermogen van de subsidieontvanger. Hij kan daar over beschikken binnen de doelstellingen van de organisatie en binnen de met de gemeente te maken afspraken over reservevorming. Reserves worden gevormd vanuit overschotten in de exploitatie van de organisatie. Er zijn drie soorten reserves:

  • Algemene reserves

  • Bestemmingsreserves

  • Egalisatiereserves.

Algemene reserves

Algemene reserves hebben een algemeen karakter en kunnen door de subsidieontvanger naar eigen inzicht worden aangewend. Zij zijn bedoeld als noodzakelijke buffer voor het opvangen van onvoorziene tegenvallers.

Bestemmingsreserves en egalisatiereserves

Dit zijn reserves die met een specifieke en van te voren vastgesteld oogmerk worden aangelegd; zij hebben een van te voren vastgestelde bestemming. Zij kunnen bijvoorbeeld worden aangelegd om schommelingen in de jaarlijkse exploitatie te kunnen opvangen; dat heet dan een egalisatiereserve.

Voorzieningen

Onder voorzieningen worden verstaan bestanddelen van het vreemd vermogen van een subsidieontvanger die door hem zijn of worden gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen of nog niet bestede, van derden verkregen, middelen waarop bijvoorbeeld een specifieke betalingsverplichting rust of moet worden terugbetaald. Voorzieningen kunnen ook worden aangelegd voor bijvoorbeeld toekomstig onderhoud van gebouwen of vervanging van inventaris. Voorzieningen worden gevormd ten laste van het resultaat en zijn niet vrij aan te wenden. Ze worden aangewend voor het doel of risico waarvoor ze zijn gevormd.

Beperking aanleg reserves en vormen van voorzieningen

Reserves mogen niet onbeperkt worden aangelegd; subsidie moet voor het overgrote deel worden gebruikt voor het uitvoeren van de overeengekomen activiteiten en het bereiken beoogde maatschappelijke effecten.

De basisregel is dat de omvang van algemene reserves en bestemmingsreserves is beperkt tot maximaal 15% van het totaal van de jaarexploitatie van de subsidieontvangende instelling. In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders hiervan afwijken. Die afwijking moet worden vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening of in een uitvoeringsovereenkomst die wordt gesloten met de subsidieontvanger.

De subsidieontvanger geeft bij het aanvragen van subsidie via een plan inzicht in de gewenste of noodzakelijk geachte reserves en voorzieningen. De feitelijke beoordeling vindt plaats met behulp van de jaarrekening van de subsidieontvanger.

Vergoeding bij vermogensvoordeel

Als een subsidieontvanger vermogensvoordeel heeft behaald met subsidie, dan is het redelijk dat hij daarover een vergoeding betaalt aan de subsidieverlener. Die vergoeding is verschuldigd als:

  • de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt;

  • de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen;

  • de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

  • de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd;

  • de rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden.

De vergoeding betreft het aandeel van de gemeentelijke subsidie in de totale jaarexploitatie van de subsidieontvanger. Deze verhouding vermenigvuldigd met de vermogenstoename is de maximale vergoeding.

5 Slot en overgangsbepalingen

De Subsidieregeling sociaal domein sluit af met een aantal specifieke bepalingen.

Overgangsbepaling

Vanaf 2006 zijn subsidies verstrekt onder de werking van de Deelverordening Welzijn 2006. Die verordening wordt bij raadsbesluit ingetrokken. De overgangsbepaling regelt de besluitvorming en bezwaar op subsidies die nog onder Deelverordening Welzijn 2006 zijn ingediend of verleend.

Aanvraagformulier

Door het college van burgemeester en wethouders zijn nieuwe aanvraagformulieren vastgesteld. Zij sluiten aan bij de inhoud en opbouw van de nieuwe subsidieregeling.

Bijzondere verplichtingen

Als het college van burgemeester en wethouders van mening is dat voor een bepaalde subsidie extra verplichtingen aan de subsidieontvanger moeten worden opgelegd dan geeft dit artikel het college die bevoegdheid. Bijzondere verplichtingen worden vermeld in de beschikking tot subsidieverlening of in een met de subsidieontvanger te sluiten uitvoeringsovereenkomst.

Goede doelen, vrienden- en steunstichtingen

In vooral de culturele sector worden organisaties zoals musea ondersteund door ‘vrienden van’. Met de geformuleerde bepaling wordt voorkomen dat subsidie toevloeit naar dergelijke steunorganisaties. Ook mag een subsidieontvanger de verleende subsidie niet gebruiken voor het steunen van goede doelen; dat zou een oneigenlijk gebruik van subsidie zijn.

Betaalbaar stellen van subsidie

In dit artikel is geregeld volgens welk ritme de subsidie wordt uitbetaald.

Hardheidsclausule

Deze clausule geeft het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om in afwijking van deze subsidieregeling te besluiten.

Citeertitel

Dit artikel regelt de naamgeving van deze subsidieregeling.

Bekendmaking

Dit artikel regelt de wijze waarop deze subsidieregeling bekend wordt gemaakt.

Datum in werking treden

Dat artikel bepaalt op welke dag de Subsidieregeling sociaal domein in werking treedt.