Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verklaring van geen Bedenkingen |
Citeertitel | vvgb-lijst |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | vvgb-lijst conform artikel 2.27 wabo juncto artikel 6.5 lid 3 bor |
NVT
Artikel 2.27 Wabo juncto. artikel 6.5 lid 3 Bor
NVT
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2015 | 01-01-2015 | Onbekend | 22-09-2015 Digitaal gemeenteblad | Onbekend |
Met terugwerkende kracht naar 1 januari 2015 is in het kader van artikel 2.27 Wabo juncto. artikel 6.5 lid 3 Bor is de volgende lijst met categorieën van gevallen vastgesteld waarin geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) door de gemeenteraad is vereist.
Categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) is vereist:
1.Projecten waarvoor reeds een nota van uitgangspunten, stedenbouwkundige visie, stedenbouwkundige randvoorwaarden, beleidsnotitie, masterplan, gebiedsvisie, projectplan of daarmee te vergelijken ruimtelijk kader bestaat dat is vastgesteld door de gemeenteraad en de voormalige raden van de gemeenten Nederlek, Ouderkerk, Bergambacht, Vlist en Schoonhoven;
Indien de raad reeds de ruimtelijke kaders heeft vastgesteld, is het college gehouden aan deze kaders. De activiteit dient dan uiteraard te voldoen aan deze kaders.
2.Het veranderen van bestaande en het realiseren van nieuwe lokale weg-, water-, parkeer-, en groenvoorzieningen;
Aanpassing van de openbare ruimte en in het bijzonder de optimalisatie van de
verkeersafwikkeling, het oppervlaktewaterbeheer en openbare groenvoorzieningen vindt plaats in het kader van het algemeen belang. Deze ontwikkelingen kunnen op grond van het maatschappelijk belang, binnen de bestaande beleidskaders, zonder nadere heroverweging worden geëffectueerd. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op lokale infrastructurele voorzieningen, zoals lokale wegen.
Hierbij kan onder andere gedacht worden aan een verzameling van containers voor de
inzameling van huishoudelijk afval, speelvoorzieningen en openbare sportvoorzieningen.
Voor bouwprojecten is vaak een lange voorbereidingstijd nodig ten aanzien van het bouwrijp maken van de grond. Het is gezien de tijd een logische stap voordat de bestemmingsplanprocedure is afgerond de voorbereidende werkzaamheden te starten.
8.Wijziging van aantal en soort woningen binnen vastgestelde bestemmingsplannen voor nieuwe bouwprojecten en passend binnen de Regionale Agenda Wonen;
Tijdens de ontwikkeling van grote projecten blijkt soms een wijziging van een soort woning of aantal woningen beter te passen bij de vraag vanuit de markt. Uiteraard met een goede ruimtelijke onderbouwing kan hier dan zonder bestemmingsplanwijziging van worden afgeweken indien dit passend is binnen de Regionale Agenda Wonen (RAW).
9.Als op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om een omgevingsvergunning geweigerd dient te worden, omdat een van de activiteiten binnen de aanvraag een weigeringsgrond kent, is geen vvgb vereist;
De omgevingsvergunning kan bestaan uit meerdere deelactiviteiten. Deze deelactiviteiten
(bouw, sloop, kap, milieu enz.) hebben allen een toetsingskader in de Wabo of in decentrale regelgering (verordeningen). Als een onderdeel van de omgevingsvergunning geweigerd moet worden, moet de hele omgevingsvergunning geweigerd worden. Hierop geldt de uitzondering dat de aanvrager kan verzoeken om de omgevingsvergunning toch te verlenen voor de deelactiviteit die wel vergund kan worden. Doet hij dit ook dan kan het toch noodzakelijk zijn om een verklaring van geen bedenkingen aan te vragen. Zo niet, dan is het overbodig om de raad de aanvraag voor een verklaring van geen bedenkingen voor te leggen, aangezien zich dan reeds een andere weigeringsgrond heeft voorgedaan.
10.Wanneer op een ontwerp vvgb die ter inzage heeft gelegen geen zienswijzen zijn ingediend, is geen definitieve vvgb vereist.
De raad neemt op een bepaald moment het besluit om een ontwerp vvgb ter inzage te leggen voor een belanghebbende. Daarmee geeft hij aan positief te staan tegenover de betreffende ontwikkeling. Indien belanghebbenden geen zienswijzen indienen, zijn er geen redenen om de raad nog het definitieve besluit omtrent de vvgb te laten nemen. Er zijn immers geen zienswijzen die de eerdere positieve grondhouding kunnen doen veranderen.