Organisatie | Bernheze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeernormennota gemeente Bernheze |
Citeertitel | Parkeernormennota gemeente Bernheze |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | schema |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2015 | Nieuwe regeling | 09-07-2015 De mooi Bernhezer krant | 739838 |
Parkeren moet nadrukkelijk worden getoetst bij een bouwproject. Deze nota heeft als doel om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken, zodat het voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars duidelijk is welke normen gehanteerd worden bij een bouwaanvraag. De parkeernorm is een middel om bij nieuwbouw, verbouw of functieverandering te zorgen dat er voldoende parkeerplaatsen zijn. Dat wil zeggen dat het bedoeld is voor nieuw- en verbouwsituaties en niet voor bestaande situaties.
Een bouwplan moet worden getoetst aan een parkeernorm wanneer er sprake is van nieuwbouw of verbouw van een bestaand object of bij een functieverandering.
Een parkeernorm is een getal waarmee de parkeereis wordt berekend. Ofwel: met een parkeernorm wordt een objectieve berekening gemaakt van het aantal parkeerplaatsen bij een bepaalde functie van een te bouwen voorziening (woning, winkel, bedrijf, kantoor).
Bijvoorbeeld 2,0 parkeerplaatsen per woning of 3 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak van een kantoor.
De parkeereis wordt bepaald door de parkeernorm te combineren met het aantal te realiseren voorzieningen in het betreffende bouwplan. Uit deze berekening volgt dan het aantal parkeerplaatsen dat het betreffende bouwplan nodig heeft. Bijvoorbeeld voor 10 woningen in het centrum zijn
op basis van de parkeernorm (1,8 parkeerplaats per woning) 18 parkeerplaatsen nodig.
Landelijk gezien bestaat de publicatie van het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, het CROW. Deze publicatie heet “Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie”.
De parkeernormering van de CROW is tot 2008 leidraad geweest voorDeze publicatie is tot 2008 de leidraad geweest in Bernheze. In 2008 is deze normering vertaald naar gemeentelijke normen op basis van parkeertellingen. In 2011 hebben we het parkeerbeleid geëvalueerd en daaropvolgend heeft de raad de op 24 mei 2012 de parkeernormennota vastgesteld.
Sinds 1 juli 2008 is de “nieuwe” Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De overgang van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
(WRO) naar de Wet ruimtelijke ordening (Wro) heeft ook effect op parkeren en dan met name op het vastleggen van de parkeernormen. De bouwverordening is geen vangnet meer voor het ontbreken van parkeernormen in het bestemmingsplan. En de parkeernormen kunnen alleen nog via bestemmingsplannen of exploitatieplannen juridisch van kracht zijn.
In het bestemmingsplan is het niet meer voldoende om alleen de parkeernorm te vermelden, maar, om zijn juridische status te verkrijgen, dient in ieder bestemmingsplan de gemeentelijke parkeernormensystematiek te worden vermeld. In plaats hiervan mag ook verwezen worden naar een parkeernormennota, waarin deze systematiek staat omschreven.
Het uitgangspunt bij de parkeernormering is dat voorzien wordt in de parkeereis van de verschillende te onderscheiden functies. Achterliggend doel is dat de parkeeroverlast in de omgeving van de functies wordt voorkomen.
Het autobezit wordt in belangrijke mate beïnvloed door sociaaleconomische ontwikkelingen op nationaal niveau. Factoren die van invloed zijn op het autobezit zijn inkomensgroei, leeftijdsopbouw, huishoudengrootte, woon-werkafstand, bestedingspatroon en attitude. Verder heeft het wegenaanbod en aanbod van openbaar vervoer een aanzienlijk effect op het auto bezit en –gebruik.
Toename van het autobezit vertaalt zich in een merkbare stijging van de verkeersintensiteiten en daarmee een sterke vraag naar meer parkeerplaatsen.
Het personenautobezit per in Bernheze bedroeg in 2014 gemiddeld 1,4 per huishouden. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010 (1,29 per huishouden).
Parkeerproblematiek en parkeernormering, de leeswijzer
Parkeerproblematiek betekent in zijn algemeenheid dat de parkeercapaciteit de parkeervraag niet kan verwerken. De gemeente probeert met de parkeernormen en –eisen, parkeerproblemen te voorkomen.
Deze nota is uit een drietal onderdelen opgebouwd: normering, procedure en beleid.
2. Uitgangspunten voor parkeernormen
Bij het toepassen van de parkeernormen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Een nieuw bouwinitiatief (verbouw, nieuwbouw, functieverandering) mag geen parkeerproblemen veroorzaken in de omgeving. Dit betekent dat het oplossen van de parkeereis in principe op eigen terrein moet plaatsvinden. In sommige situaties kan de oplossing (deels) in de openbare ruimte worden gevonden.
In deze gevallen dient de initiatiefnemer een onafhankelijk onderzoek te overleggen uitgevoerd door een ISO 9001 gecertificeerd onderzoeksbureau. Indien de gemiddelde bezettingsgraad (na realisatie van het alternatief) binnen de voor de betreffende geldend loopafstand tot het bouwinitiatief (zie bijlage 3) niet boven de 85% uitkomt, kan de resterende parkeercapaciteit worden toebedeeld aan het bouwinitiatief.
In bijlage 1 zijn deze normen voor de verschillende categorieën opgenomen.
De parkeernormen van de gemeente Bernheze geven het aantal parkeerplaatsen bij een bestemming aan, dat niet mag worden onderschreden, de zogenoemde minimum parkeernormen.
Om de parkeereis vast te stellen worden de volgende stappen doorlopen:
Optioneel: Verlaging parkeereis op basis van goed onderbouwde en verifieerbare motivatie initiatiefnemer
3.1 Vaststellen van de parkeereis
Op basis van de gemeentelijke parkeernormen en aanwezigheidspercentages wordt de parkeereis bepaald. Er mag worden uitgegaan van dubbelgebruik. Dit laatste onder de voorwaarde dat dubbelgebruik ook daadwerkelijk mogelijk is. Dit is niet het geval als de plaatsen worden voorzien van bedrijfsnamen of kentekens, of andere beperkingen waardoor dubbelgebruik niet mogelijk is.
De initiatiefnemer dient te garanderen dat de plaatsen die op eigen terrein worden gerealiseerd, ook verplicht door de toekomstige gebruiker(-s) worden afgenomen middels een bepaling in de huur- of koopovereenkomst.
3.2 Geheel, gedeeltelijk of niet op eigen terrein realiseren van de parkeereis
Nadat de parkeereis is vastgesteld komt vervolgens de vraag aan de orde of die geheel, gedeeltelijk of niet op eigen terrein moet worden gerealiseerd. Uitgangspunt is dat de parkeereis geheel op eigen terrein wordt gerealiseerd.
Indien er voldoende parkeerruimte op straat is, ook na realisatie van het initiatief, kan de gemeente vrijstelling verlenen van het geheel realiseren van de parkeereis op eigen terrein. De bewijslast ligt hierbij bij de initiatiefnemer. Deze dient middels parkeertellingen, uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau (ISO 9001 gecertificeerd), aan te tonen dat de parkeerdruk in het op een acceptabele loopafstand gelegen gebied op de drukste momenten onder de 85% ligt en ook na realisatie van het initiatief op de drukste momenten onder de 85% blijft.
De momenten waarop gemeten dient te worden zijn:
De metingen dienen plaats te vinden binnen de periode half september t/m half juni en niet in schoolvakantieweken of in weken met feestdagen.
Het gebied waarbinnen gemeten moet worden wordt bepaald door de in de gemeente Bernheze geldende acceptabele loopafstanden per type functie zoals opgenomen in bijlage 3. Specifieke functies waarbij de bezetting van de parkeerplaatsen een te voorspellen piekbelastingen kent (bijv. een openlucht zwembad), mogen niet meegenomen worden in de parkeertelling.
3.3 Realiseren extra parkeerplaatsen in openbare ruimte
Als het niet mogelijk blijkt voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren en in de directe omgeving is onvoldoende parkeerruimte op straat aanwezig, dan kunnen extra parkeerplaatsen gerealiseerd worden op kosten van de initiatiefnemer. Zowel de aanlegkosten, als ook de kosten voor de grond worden op de initiatiefnemer verhaald.
Voorwaarde is wel dat er in de directe omgeving van het bouwplan ruimte beschikbaar is om de parkeerplaatsen aan te leggen.
3.4 Optioneel verlaging parkeereis op basis van goed onderbouwde en verifieerbare motivatie
Indien de initiatiefnemer van mening is dat de parkeereis te hoog is en meent hiervoor overtuigende en verifieerbare argumenten te hebben, dan kan deze de gemeente verzoeken de parkeereis aan te passen.
De ‘bewijs last’ ligt bij de initiatiefnemer. Deze dient, om voor een beoordeling van een verzoek voor aanpassing van de parkeereis in aanmerking te komen een rapportage te overleggen. Hierin dient deze te onderbouwen waarom de parkeereis voor het betreffende initiatief naar zijn/haar mening te hoog is.
De gemeente kan dan – indien zij de onderbouwing voldoende overtuigend en toetsbaar acht - besluiten de parkeereis aan te passen. Zij is daar echter niet toe verplicht.
Deze rapportage dient de onderstaande inhoud te bevatten:
Parkeerbehoefte < naam project >
3.5 Schematische weergave procedure parkeereis
4. Overgangssituatie parkeren in bouwplannen, stedenbouwkundige plannen en bestemmingsplannen
Soms worden parkeernormen opgenomen in een stedenbouwkundig plan. Dit is een ruimtelijk plan waarin de ruimtelijke-, functionele-, verkeerskundige- en groenaspecten van een locatie worden beschreven, meestal ten behoeve van een concreet bouwproject. Een stedenbouwkundig plan is juridisch gezien echter geen plan op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), waaraan een bouwplan rechtstreeks getoetst mag worden. Dit geldt wel voor een bestemmingsplan of een exploitatieplan.
Er kunnen aan een stedenbouwkundig plan geen rechten worden ontleend. Een stedenbouwkundig plan is een beleidsplan en geen juridisch bindend document op grond van de Wro.
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij voor een locatie een vergaande bouwplanontwikkeling is ingezet, vastgelegd in een stedenbouwkundig plan waarmee de bestuurlijke kaders hebben ingestemd.
In voornoemde gevallen kan vrijstelling worden verleend van de in deze nota beschreven parkeernormen en aanwezigheidspercentages.
Een bestemmingsplan is juridisch gezien wel een plan op grond van de Wro. Hieraan kunnen rechten worden ontleend, die in tegenspraak kunnen zijn met de inhoud van deze parkeernormennota.
Daarom zal als beleidsregel gelden, dat als in een bestemmingsplan een andere norm is vastgesteld dan die uit deze parkeernormennota, de norm uit het bestemmingsplan geldt. Indien een bestemmingsplan wordt gewijzigd, dient verwezen te worden naar deze parkeernota.
Verder moet worden vermeldt dat eerdere toezeggingen op basis van de huidige parkeernormennota onverminderd van kracht blijven totdat er sprake is van een verbouwing en/of functiewijziging. Hierbij wordt de extra parkeereis berekend voor het deel verbouwing en/of functiewijziging op basis van de normen en aanwezigheidspercentages uit deze nota.
Tot slot is deze parkeernormennota van kracht op het moment dat de raad ermee heeft ingestemd, te weten 9 juli 2015.
Bij het bepalen van de behoefte aan fietsparkeerplaatsen bij nieuwbouw, verbouw of functiewijziging zal worden uitgegaan van de parkeernormen van de gemeente Bernheze zoals weergegeven in bijlage 4. Deze normen zijn gebaseerd op de fietsparkeerkencijfers zoals opgenomen in de Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie (CROW publicatie 371, oktober 2012). In deze publicatie zijn gemiddelde kencijfers voor de parkeerbehoefte per type functie opgenomen, evenals een onder- en bovengrens. Verder geeft de CROW per functie correctiecijfers voor gemeenten met een boven- of beneden gemiddeld fietsgebruik.
De parkeernormen van de gemeente Bernheze zijn gebaseerd op de gemiddelde CROW kencijfers en een gemiddeld fietsgebruik in de gemeente.
Uitgangspunt bij nieuwbouw, verbouw, of functiewijziging is dat de fietsparkeereis op basis van de parkeernorm, geheel op eigen terrein moet worden gerealiseerd. In sommige situaties kan de oplossing (deels) in de openbare ruimte gevonden worden.
Bijlage 1 Parkeernormen gemeente Bernheze
(1) exclusief 4 haal- brengplekken per lokaal/unit
(2) Indien evenementen via geregeld busvervoer plaatsvinden, zoals dagtochten, bijeenkomsten, telingen enz., dient per 100 m2 voorzien te worden in 2 busparkeerplaatsen.
(3) Indien evenementen via geregeld busvervoer plaatsvinden, zoals dagtochten, bijeenkomsten, veilingen enz., dient per 100 m2 voorzien te worden in 2 busparkeerplaatsen.
(4) Altijd minimaal 3 parkeerplaatsen.
Bijlage 2 Aanwezigheidspercentages gemeente Bernheze