Organisatie | Diemen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening Diemen 2015 |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening Diemen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 10.23, eerste lid, Wet milieubeheer
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2015 | Onbekend | 25-08-2015 Diemernieuws 8 oktober 2015 | Onbekend |
De raad van de gemeente Diemen;
gelezen het voorstel van het college van 7 juli 2015;
gelet op artikel 10.23, eerste lid, Wet milieubeheer;
overwegende dat het in het belang van de bescherming van het milieu wettelijk verplicht is om een afvalstoffenverordening vast te stellen;
Paragraaf 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
Paragraaf 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
Artikel 3. Afzonderlijke inzameling
Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen
Artikel 5. Frequentie van inzamelen
Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
Paragraaf 3. TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door
anderen dan de gebruikers van percelen
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
1.Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel, inzamelvoorziening of brengdepot is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.
Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.
Paragraaf 4. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 13. Alleen inzameling bedrijfsafvalstoffen afkomstig uit Diemen
Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten als de afvalstoffen niet afkomstig zijn van een bedrijfsvestiging die is gelegen in de gemeente Diemen.
Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 15. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de
Artikel 16. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
Artikel 17. Achterlaten van straatafval
Artikel 18. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 19. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
De houder of beheerder van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit artikel, binnen een straal van 25 meter van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
Artikel 20. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze binnen een straal van 100 meter van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
Artikel 21. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Paragraaf 6. OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 22. Verbod opslag van afvalstoffen
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten:
Artikel 6: Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing;
Artikel 7: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen;
Artikel 8: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen;
Artikel 9: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden;
Artikel 10: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;
Artikel 11: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden;
Artikel 13: Alleen inzameling bedrijfsafvalstoffen afkomstig uit Diemen;
Artikel 14: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst;
Artikel 15: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst;
Artikel 16: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging;
Artikel 17: Achterlaten van straatafval;
Artikel 18: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen;
Artikel 19: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren;
Artikel 20: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal;
Artikel 21: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden;
Artikel 22: Verbod opslag van afvalstoffen;
Artikel 23: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag niet ontvankelijk verklaard.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Deze verordening wordt aangehaald als Afvalstoffenverordening Diemen 2015.
De verordening berust op medebewind. De afvalstoffenverordening moet op grond van artikel 10.23, eerste lid, Wet milieubeheer verplicht door de raad worden vastgesteld. De Wet milieubeheer bepaalt tevens de inhoud van de verordening.
Artikelen 10.21 tot en met 10.29 Wet milieubeheer
In de artikelen 10.21 en 10.22 is de zorgplicht van de gemeenten neergelegd. In de artikelen 10.23 tot en met 10.26 is voor de gemeenteraad de verplichting opgenomen om een afvalstoffenverordening vast te stellen, waarbij in artikel 10.24 de verplichte elementen van een dergelijke verordening zijn neergelegd en in artikel 10.25 de facultatieve elementen. In artikelen 10.28 en 10.29 is de bevoegdheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen ten aanzien van het brengen van bepaalde bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen naar een bepaalde plaats alsmede omtrent de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
Bij de afvalstoffenverordening kunnen in ieder geval regels worden gesteld:
Overige regelgeving afvalstoffen
Met betrekking tot de inzameling van afvalstoffen zijn - voor de gemeente en derden - ook andere wetten en verordeningen van belang, zoals: Wet milieubeheer (milieuvergunning), de bouwverordening (omgevingsvergunning activiteit bouwen) en de APV (plaatsen voorwerpen op of aan de openbare weg).
Opbouw van de afvalstoffenverordening
Paragraaf 1: Algemene bepalingen
Paragraaf 2: Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (regels over inzameldienst, andere inzamelaars en de inzamelstructuur)
Paragraaf 3: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen (regels voor de burger over de aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen)
Paragraaf 4: Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Paragraaf 6: Overige onderwerpen die de afvalstoffenverordening aangaan
Paragraaf 7: Slotbepalingen (strafbaarstelling, toezicht en overgangstermijn)
Paragraaf 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit artikel zijn alleen die begripsomschrijvingen opgenomen die specifiek zijn voor deze verordening. Relevante begrippen die al in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen Wm) zijn omschreven, worden, voor zover bij de omschrijving in de wet wordt aangesloten, niet in dit artikel herhaald. Daarbij gaat het om de volgende begrippen.
Het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook grof huishoudelijk afval. Onder grof huisafval worden verstaan ‘huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden’.
Straatafval, zwerfafval en illegale dumping
De Wet milieubeheer voorziet niet in een definitie van het begrip zwerfafval. Dit heeft te maken met het feit dat het begrip in de praktijk weinig problemen oplevert, terwijl een juridisch sluitende definitie moeilijk te geven is. In het Landelijk Afvalbeheersplan (LAP) is wel een definitie opgenomen:
“Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op zulke plaatsen terecht is gekomen. Dit afval bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal van consumpties (blikjes, flesjes, wikkels, patatbakjes), sigarettenpeuken, kauwgomresten en allerhande gebruiksgoederen als kranten, folders en tissues.”
Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt.
Onder zwerfafval wordt ook niet verstaan illegale dumping van afval. In tegenstelling tot bij zwerfafval, gaat het bij illegale dumping niet om een of enkele restanten van consumptie, maar om grotere hoeveelheden afval (bijvoorbeeld met een volume van ten minste en plastic tas). Bovendien gaat het niet om afval dat uit nalatigheid of gemakzucht wordt achtergelaten of weggegooid. De ontdoener kiest er namelijk zeer bewust voor om het afval niet via de daarvoor geëigende manier af te voeren, maar om het onbeheerd achter te laten in de openbare ruimte. Het kan zowel huishoudelijk als bedrijfsafval zijn. Veel voorkomend illegaal gedumpt afval is huisvuil, tuinafval, fietswrakken, accu’s, meubilair en autobanden. Ook het bijplaatsen van afval bij inzamelvoorzieningen valt onder illegale dumping.
Paragraaf 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
De aanwijzing van de inzameldienst vindt plaats in het uitvoeringsbesluit.
Andere inzamelaars zijn bijvoorbeeld verenigingen die oud papier inzamelen. De aanwijzing op grond van het tweede lid van dit artikel kan ook worden gebruikt om detaillisten die bijvoorbeeld batterijen van particulieren inzamelen, op hun verzoek aan te merken als inzamelpunt.
Indien detaillisten en/of reparatiebedrijven in een AMvB, of ministeriële regeling zijn aangewezen als inzamelende instantie is de gemeente niet bevoegd daarover nadere regels te stellen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het innemen van huishoudelijke apparaten.
De in het derde lid genoemde voorschriften en beperkingen moeten betrekking hebben op de bescherming van het milieu en worden opgenomen in het uitvoeringsbesluit.
Artikel 3. Afzonderlijke inzameling
Artikel 10.14 Wm bepaalt dat bestuursorganen, bij de uitoefening van hun bevoegdheid met betrekking tot afvalstoffen, rekening dienen te houden met het geldende Landelijk afvalbeheersplan (LAP). In het LAP is aangegeven welke afvalstoffen door de consument gescheiden moeten worden aangeboden. De gemeente mag de in het LAP opgenomen lijst uitbreiden, bijvoorbeeld met ijzer of autobanden.
Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen
In dit artikel worden de niveaus van inzameling aangegeven. Op grond van artikel 10.21, eerste lid, Wm is de gemeente verplicht tot het wekelijks inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel.
In afwijking van artikel 10.21 Wm kan de raad op grond van artikel 10.26 eerste lid, onder a, Wm bij verordening besluiten dat - in plaats van bij elk perceel - nabij elk perceel wordt ingezameld. Voor de inzameling nabij elk perceel wordt gebruik gemaakt van collectieve inzamelmiddelen (op een bepaalde locatie) of een clusterplaats (een plaats waar de burger het inzamelmiddel op de dag van ophalen naar toe brengt).
Het college kan bij uitvoeringsbesluit voor iedere gebruiker van een perceel per categorie huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of -voorziening wordt ingezameld. De inzamelmiddelen kunnen van gemeentewege worden verstrekt of geplaatst, of moeten door de burger zelf worden aangeschaft.
Artikel 5. Frequentie van inzamelen
De gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval en groente-, fruit- en tuinafval bij elk perceel is op grond van artikel 10.21, eerste lid, respectievelijk tweede lid, Wm gesteld op ten minste eenmaal per week.
Artikel 10.26, eerste lid, onder b, Wm biedt de mogelijkheid om af te wijken van de wekelijkse inzamelfrequentie van huishoudelijk afval en groente-, fruit- en tuinafval. Huishoudelijke afvalstoffen mogen - in het belang van een doelmatig beheer - worden ingezameld met een bij de verordening aangegeven regelmaat.
Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
Gemeenten zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Zij hebben daarmee ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de door het college aangewezen inzameldienst en instanties om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.
Ook het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in een winkel valt hieronder. Wanneer de gemeente deze serviceverlening op prijs stelt, kunnen de betreffende winkels op grond van artikel 2, tweede lid, door het college worden aangewezen als inzamelende persoon of instantie.
Paragraaf 3. TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan
Burgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de krachtens in het eerste lid van artikel 2 aangewezen inzameldienst, andere inzamelaars die zijn aangewezen krachtens het tweede lid van artikel 2 en personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij AMvB of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben (zoals bijvoorbeeld detaillisten voor elektrische en elektronische apparatuur).
Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door
anderen dan de gebruikers van percelen
Dit artikel bepaalt dat alleen diegenen die binnen de gemeente afvalstoffenheffing betalen, huishoudelijke afvalstoffen mogen aanbieden. Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.
Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
In artikel 3 is een opsomming opgenomen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld. Artikel 9 houdt een verbod in voor de burger om dat niet te doen.
Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 10 biedt de basis tot het stellen van diverse regels die relevant zijn voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Deze regels kunnen bijv. betrekking hebben op:
De mogelijkheid in het vijfde lid om huishoudelijke afvalstoffen te kunnen aanbieden zonder inzamelmiddel of -voorziening (bij het perceel of op een ander inzamelniveau) is vooral van belang voor grof huisvuil of grof tuinafval.
Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Bij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van het college een onderscheid worden gemaakt naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbij gehanteerde inzamelmiddelen en -voorzieningen.
Op basis van dit artikel kunnen de openingstijden van het brengdepot worden vastgelegd.
Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Dit artikel biedt de grondslag voor een door het college vast te stellen calamiteitenregeling. Bijvoorbeeld als er sprake is van stakingen of wegopbrekingen.
Paragraaf 4. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 13. Alleen inzameling bedrijfsafvalstoffen afkomstig uit Diemen
Dit artikel bepaalt dat alleen bedrijfsafvalstoffen mogen worden aangeboden die in een bedrijfsvestiging in Diemen zijn ontstaan. In artikel 8 is dit geregeld voor huishoudelijk afval van percelen. Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.
Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
De inzameldienst kan naast huishoudelijke afvalstoffen bijvoorbeeld ook bedrijfsafvalstoffen (of een bepaalde categorie van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Bedrijven hoeven daar geen gebruik van te maken. De gemeente heeft met betrekking tot bedrijfsafvalstoffen geen zorgplicht en kan niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.
Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen, voor zover het college daartoe de mogelijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Het college kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.
Artikel 15. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de
Het college kan in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen omtrent bijvoorbeeld de dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. Bijvoorbeeld ter beperking of voorkoming van geluidhinder of aanzuigende werking of om ritten zoveel mogelijk te combineren. De regels gelden voor alle betrokken inzamelaars die bedrijfsafvalstoffen ophalen.
Artikel 16. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Dit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt de gemeente een instrument te geven om illegale dumpingen, voor zover er geen hogere wet- of regelgeving van toepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan.
Met opzet worden in het eerste lid ook de termen “stof” en “voorwerp” gebruikt en niet alleen de term “afvalstof”, omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn.
Artikel 17. Achterlaten van straatafval
Bij het begrip straatafval gaat het in feite om afval ‘dat onderweg ontstaat’, buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor je de burger de mogelijkheid wilt bieden om zich ter plekke ervan te ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.
Artikel 18. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Het eerste lid heeft betrekking op wat wel de “morgenster”-problematiek wordt genoemd. Het beoogt paal en perk te stellen aan het doorzoeken en verwijderen van ter inzameling aangeboden afvalstoffen voordat de medewerkers van de inzameldienst ter plaatse zijn. Vaak immers heeft dit doorzoeken tot gevolg dat het huisvuil over de hele straat verspreid ligt en de inzameldienst zijn werk niet meer kan verrichten. Het aldus ontstane zwerfafval veroorzaakt een zware belasting van de gemeentelijke veegdienst.
Het moet vanzelfsprekend wel mogelijk zijn dat toezichthouders in de gelegenheid zijn om zo nodig de inhoud van aangebroken zakken, emmers en (mini)containers te onderzoeken.
Artikel 19. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Inrichtingen waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht zijn bijvoorbeeld een winkel, hal of kraam. Het afval dat hierbij kan vrijkomen zijn bijvoorbeeld papier, etensresten, verpakkingsmateriaal of ander afval.
Deze verplichting kan ook al zijn opgenomen in een milieuvergunning, dan wel rechtstreeks voortvloeien uit het Activiteitenbesluit.
Artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit bepaalt het volgende: ‘Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, sport- of spelmaterialen, of andere materialen die uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van 25 meter van de inrichting.’ Hieruit volgt dat het criterium ‘in de nabijheid van de inrichting’ kan worden uitgelegd als binnen een straal van 25 meter van de inrichting.
Artikel 20. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Niet alleen reclamebiljetten worden aan het publiek uitgereikt. Ook ander promotiemateriaal wordt vaak uitgereikt. Gedacht kan worden aan de zogenaamde samplings, monsters of miniverpakkingen, waarin ter promotie een product in een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Op grond van dit artikel kan degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, worden verplicht het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen of te laten opruimen.
Artikel 21. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Het eerste lid beoogt het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te voorkomen.
De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg (bestuursdwang).
Paragraaf 6. OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
Artikel 22. Verbod opslag van afvalstoffen
Artikel 22 beoogt het belang van het milieu te beschermen. Ten aanzien van autowrakken die op de weg zijn geplaatst heeft artikel 5:5 APV een aanvullend motief op grond van de verkeersveiligheid.
Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Er is sprake van een autowrak indien een voertuig niet meer op economisch rendabele wijze in rijtechnisch voldoende staat is te brengen.
Door de definitie in de Wet milieubeheer wordt een autowrak altijd aangemerkt als afvalstof en valt hiermee dus onder de werking van deze bepaling.
Een autowrak mag slechts worden afgegeven aan autodemontagebedrijven, garages en autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan Nederland is gevestigd (onder strikte voorwaarden).
De strafmaat voor overtredingen van de afvalstoffenverordening is hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie (maximaal € 11.250).
Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht geeft de officier van justitie de mogelijkheid om met een boete strafvervolging te voorkomen. Het openbaar ministerie heeft richtlijnen opgesteld voor boetes. De boete voor het verkeerd aanbieden van huishoudelijk afval of voor zwerfafval is op dit moment (medio 2015) gesteld op een bedrag van tenminste 90 euro.
In Diemen wordt over het algemeen bestuursrecht toegepast bij overtreding van de afvalstoffenregelgeving. Bij het toepassen van bestuursdwang worden de gemaakte kosten (bijvoorbeeld € 120 per vuilniszak) verhaald op de overtreder.
Aanwijzing van de toezichthouder in de afvalstoffenverordening is noodzakelijk, indien een toezichthouder tevens opsporingsbevoegdheden dient te krijgen. Alleen voor de aanwijzing van toezichthouders is een bepaling opgenomen in de afvalstoffenverordening. Opsporingsambtenaren worden namelijk aangewezen in de artikelen 141 en 142 Wetboek van Strafvordering.
De oude Afvalstoffenverordening moet met het vaststellen van de nieuwe Afvalstoffenverordening worden ingetrokken.
Het bepaalde in het tweede lid moet geregeld worden in het uitvoeringsbesluit dat hoort bij deze nieuwe verordening door het intrekken van het oude uitvoeringsbesluit.
Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 24 september 2015,
MOGELIJKE UITVOERINGSBESLUITEN
In onderstaand schema is per artikel (ART) uit de verordening aangegeven welk uitvoeringsbesluit op grond van dit artikel door het college kan, dan wel moet worden genomen. Ook is aangegeven of er op grond van het artikel een ontheffing kan worden verleend.
UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFEN DIEMEN 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;
gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Diemen 2015;
overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen;
vast te stellen het “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Diemen 2015”:
Paragraaf 1. ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. Begripsomschrijvingenen bijlagen
Paragraaf 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties
Artikel 3. Afzonderlijke inzameling De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:
oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;
grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder GFT-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout, enzovoort, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;
Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen en -voorzieningen Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:
Artikel 5. Locatie en frequentie van inzamelen
Artikel 6. Vrijstelling afzonderlijk ter inzameling aanbieden van GFT-afval Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening wordt de volgende categorie personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval: de personen die woonachtig zijn in de bebouwing als bedoeld in artikel 5, zevende lid, van de verordening, overeenkomstig bijlage 5 behorend bij dit uitvoeringsbesluit.
Artikel 7. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:
het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in (mini)rolcontainers dient ordelijk op een door de gemeente aangewezen inzamel- of clusterplaats te geschieden door plaatsing van de (mini)container met de handvatten naar de berm of trottoir, op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;
Artikel 8. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening:
Artikel 9. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Paragraaf 3. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
Artikel 10. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst Op grond van artikel 14 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval, voor zover dit overeenkomt met huishoudelijk afval, uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.
Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Bedrijven die krachtens artikel 14, derde lid, van de verordening aangewezen bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst, dienen deze, tenzij anders is bepaald, aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels voor huishoudelijk afval, met dien verstande dat geen gebruik mag worden gemaakt van verzamelcontainers.
Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst Het college stelt op grond van artikel 15, eerste lid, van de verordening de volgende regels:
Artikel 14. Citeerbepaling Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Diemen 2015”.
Aldus vastgesteld door het college op 7 juli 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen,