Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Marktverordening Diemen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Diemen 2015
CiteertitelMarktverordening Diemen 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 149 gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-2015Onbekend

18-08-2015

Diemernieuws 8 oktober 2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

marktverordening Diemen 2015

De raad van de gemeente Diemen;

gelezen het voorstel van het college van 18 augustus 2015;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de marktcommissie;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de weekmarkt;

B E S L U I T:

vast te stellen de “Marktverordening Diemen 2015”:

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een gegadigde, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van één product;

  • f.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken en niet breder is dan 4.00 meter;

  • g.

    aanmelding: schriftelijk verzoek om deel te mogen nemen aan de selectieprocedure of loting;

  • h.

    aanvraag: aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • j.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats op startdatum geselecteerd;

  • k.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • l.

    brancheringslijst: een lijst met artikelengroepen of branches.

Artikel 2. Inrichting van de markt en branche-indeling

  • 1.

    Het college stelt ten aanzien van de weekmarkt op en rond het Diemerplein vast: de marktdag; de markttijden en de inrichtingstekening van de markt waarop is vermeld:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats of als standwerkerplaats.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een brancheringslijst;

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche;

    • c.

      een anciënniteitlijst.

  • 3.

    De door het college vastgestelde brancheringslijst geldt voor dagplaatsen en standwerkerplaatsen alleen als er meer aanvragers zijn dan beschikbare plaatsen.

Artikel 3. Nadere regels en marktcommissie

  • 1.

    Het college is bevoegd in een reglement nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Het college stelt een marktcommissie in die gevraagd en ongevraagd advies kan uitbrengen over marktaangelegenheden.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 5. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste standplaatsvergunning op de markt heeft.

  • 3.

    Een aanmelding of aanvraag voor een vergunning voor een vaste standplaats dient, nadat het beschikbaar komen van de vaste standplaats door het college bekend is gemaakt, te worden ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 4.

    Een aanmelding of aanvraag voor een vergunning voor een dagplaats of standwerkerplaats wordt schriftelijk ingediend op een door het college te bepalen wijze.

  • 5.

    Indien niet voldaan wordt aan het gestelde in het tweede, derde of vierde lid kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

6.Een vaste standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Het college verbindt aan de vergunning een proefperiode van drie maanden. Het college kan in bijzondere omstandigheden een andere standplaats aanwijzen.

7.Een dagplaatsvergunning of standwerkervergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

Artikel 6.

Beslistermijn, selectiecriteria en weigeringsgronden

  • 1.

    Het college beslist na het doorlopen van een sollicitatieprocedure op een aanvraag voor een vergunning voor een vaste standplaats binnen acht weken na de sluitingsdatum voor het indienen van een aanmelding. Een te laat ingediende aanmelding wordt niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de bepalingen genoemd in deze verordening.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de aanmeldingen voor een vaste standplaats kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      het assortiment van de gegadigde vormt, gelet op de brancheringslijst, een gewenste toevoeging aan het marktassortiment (maximaal 40 punten);

    • b.

      de uitstraling van de uitstalling (maximaal 20 punten);

    • c.

      het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (maximaal 10 punten);

    • d.

      bij de gegadigde is sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen (maximaal 5 punten);

    • e.

      de gegadigde plaatst geen voertuig bij de marktkraam (15 punten);

    • f.

      bij de gegadigde kan betaald worden via een pinautomaat (10 punten).

Gegadigden komen in aanmerking voor een vergunning in de volgorde van het aantal toegekende punten.

Het college legt de aanmeldingen om advies voor aan een door haar te benoemen selectiecommissie.

  • 4.

    Een vergunning voor een vaste standplaats wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag in strijd is met het op grond van artikel 2 bepaalde ten aanzien van de inrichting van de markt en de branche indeling;

    • b.

      binnen een jaar na intrekking van een vaste vergunning op grond van artikel 7, tweede lid onder a of artikel 8 opnieuw een aanvraag om een vergunning voor een vaste standplaats wordt ingediend.

  • 5.

    Indien er meer aanmeldingen dan beschikbare plekken zijn beslist het college op een aanvraag om een vergunning voor een dagplaats of standwerkerplaats, met in achtneming van het bepaalde in artikel 9 en de brancheringslijst, zo nodig door middel van loting.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden of onder curatele stelling van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 4 van het Marktreglement Diemen 2015 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 5, tweede lid genoemde vereisten;

    • c.

      indien de vergunninghouder tijdens de proefperiode van drie maanden in onvoldoende mate voldoet aan de verwachtingen die hij heeft gewekt tijdens de sollicitatieprocedure.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 4 van het Marktreglement Diemen 2015 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor een redelijke termijn, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester(s) en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Intrekking oude verordening

De Marktverordening Diemen 2012, vastgesteld op 23 februari 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Diemen 2012 gelden als besluiten genomen krachtens de Marktverordening Diemen 2015. Het college kan een verleende vergunning ambtshalve vervangen door een vergunning krachtens de Marktverordening Diemen 2015. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Marktverordening Diemen 2015 een aanvraag voor een vergunning op grond van de Marktverordening Diemen 2012 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Marktverordening Diemen 2015 nog niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop beslist op grond van de Marktverordening Diemen 2015.

  • 3.

    De op het tijdstip van het in werking treden van deze verordening bestaande anciënniteitlijst blijft onverkort van toepassing.

  • 4.

    Degenen die daags voor het in werking treden van de Marktverordening Diemen 2015 op de wachtlijst stond, behoudt de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van de Marktverordening 2015.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Marktverordening Diemen 2015.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 september 2015.

De voorzitter, De griffier,

Algemene toelichting

Grondslag en belang verordening

Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht.

De bevoegdheid om jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen is toegekend aan het college (artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet).

De marktverordening beoogt de gemeentelijke belangen te beschermen. Het gaat hier om belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente.

De Marktverordening Diemen 2015 met bijbehorende reglementen is alleen van toepassing op de weekmarkt op (en rond) het Diemerplein.

Overige regelgeving ambulante handel

De regulering van andere ambulante handel is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) waarin een vergunningstelsel is opgenomen voor:

  • a.

    artikel 2:25 APV: evenementen, waaronder braderieën;

  • b.

    artikel 5:18 APV: standplaatsen die buiten de weekmarkt worden ingenomen;

  • c.

    artikel 5:23 APV: snuffelmarkten (verkoop van tweedehands en incourante goederen) in een gebouw, niet zijnde een winkelruimte.

De modelmarktverordening 2013 van de VNG

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft op 25 juli 2013 de Model Marktverordening 2013 (ver afgekort tot modelverordening) uitgebracht. Deze vervangt de modellen van de Marktverordening 2008 en het Marktreglement 2008.

De modernisering heeft betrekking op het introduceren van selectie en loting, naast anciënniteit en wachtlijst, als methode voor het opvullen van open vaste plaatsen op de markt. In plaats van een marktreglement voor alle markten, kan per afzonderlijke markt worden gekozen voor het vaststellen van een inrichtingsplan waarvan het marktreglement onderdeel uitmaakt.

De modelverordening is veel beknopter dan z’n voorgangers en biedt veel keuzemogelijkheden voor maatwerk per gemeente.

Aanpassen van de Marktverordening Diemen 2012met bijbehorende reglementen

In de afgelopen jaren is naar tevredenheid gewerkt met de Marktverordening Diemen 2012 met bijbehorend Marktreglement en Reglement marktcommissie. Deze stukken zijn duidelijk en compleet.

De modelverordening is nogal globaal, zodat: a. deze op heel veel onderdelen moet worden aangevuld of b. indien dat niet gebeurt, er in de praktijk allerlei interpretatie-verschillen kunnen/zullen ontstaan.

Daarom is de huidige Marktverordening Diemen 2012 gemoderniseerd (ook door onderdelen uit de modelverordening toe te voegen) en is niet overgegaan tot het overnemen van de modelverordening.

Vergunningvoor vaste standplaatsen door middel van selectie

Gelet op het rapport “De Markt van Morgen” en het verzoek van de marktcommissie is de wachtlijst afgeschaft. Deze lijst belemmert een goed functionerende markt.

Als een vaste plaats beschikbaar komt, zullen de drie leden van de marktcommissie die vertegenwoordiger zijn van op de markt een vaste standplaats hebbende marktkooplieden, in overleg met de andere marktkooplieden, een voorstel opstellen tot herverdeling van de marktplaatsen op basis van de anciënniteitlijst: degenen met de oudste rechten kunnen doorstromen naar een andere (betere) plaats op markt binnen de mogelijkheden die de inrichtingstekening biedt.

Hierna zal, in de plaats van het gebruik van de wachtlijst, het verlenen van vergunningen voor vaste standplaatsen plaatsvinden door middel van selectie, waarbij een sollicitatieprocedure wordt gevolgd. Iedereen kan zich, nadat een vaste plek beschikbaar is gekomen, aanmelden door het insturen van een aanmeldingsformulier. De vergunning zal worden verleend met een proefperiode van drie maanden.

Gedurende een termijn van één jaar (door de VNG als minimum geadviseerd) zal sprake zijn van overgangsrecht: wordt de wachtlijst nog toegepast.

Samenstelling selectiecommissie voor vaste standplaats

De selectiecommissie bestaat uit:

  • 1.

    een vertegenwoordiger van de op de markt vaste standplaats hebbende marktkooplieden;

  • 2.

    de afgevaardigde van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel;

  • 3.

    de marktmeester;

  • 4.

    de ambtenaar, die belast is met de selectiecommissie voor de markt (secretaris).

De drie leden van de marktcommissie die vertegenwoordiger zijn van de op de markt vaste standplaats hebbende marktkooplieden kiezen uit hun midden het lid genoemd onder punt 1. Daarbij kan gekozen worden voor roulerend lidmaatschap.

Bij staken van stemmen geeft de stem van het lid genoemd onder punt 2 de doorslag.

De samenstelling van de selectiecommissie is opgenomen in het Reglement marktcommissie 2015 (regelende de samenstelling, werkwijze en benoeming van de leden van de marktcommissie).

Vergunning voor een standwerkerplaats of dagplaats

In het Marktreglement Diemen 2012 wordt gesproken over een loting op de marktdag om 7.30 uur indien er meer gegadigden dan plaatsen beschikbaar zijn. In de praktijk is hiervan geen sprake en vindt vergunningverlening plaats aan degene die zich het eerst heeft gemeld.

In het Marktreglement Diemen 2015 is opgenomen dat indien er meer aanmeldingen zijn dan beschikbare plaatsen, eerst een toetsing plaatsvindt aan de brancheringslijst en daarna zo nodig wordt geloot. Dit vindt voortaan een dag eerder (op dinsdag) plaats vanaf 15.00 uur.

Voorwaarden voor vergunninghouders

In de Marktverordening Diemen 2012 staat dat voor toewijzing van een standplaats uitsluitend in aanmerking komt een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en ingeschreven staat bij de Kamer van koophandel.

Conform de modelverordening is dit gewijzigd in: handelingsbekwaam natuurlijk persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet meer gekoppeld is aan een minimumleeftijd komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Iedereen kan zich laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel zodat dit volgens de VNG een overbodige bepaling is.

Toevoegen eisen voedselveiligheid en brandpreventie

In het kader van het evenementenbeleid hebben de GHOR (Geneeskundige Hulp in de Regio) en de brandweer geadviseerd om diverse voorschriften met betrekking tot voedselveiligheid en brandpreventie op te nemen in een evenementenvergunning. Deze voorschriften zijn opgenomen in het Marktreglement Diemen 2015 (een klein deel ervan stond al in het Marktreglement Diemen 2012).

In een standplaatsvergunning staat dat het geldende Marktreglement Diemen van toepassing is, zodat de eisen (ook na mogelijke toekomstige wijzigingen) gelden zonder dat steeds de betreffende vergunningen moeten worden geactualiseerd.

Vrijhouden van het marktterrein

De gemeenteraad heeft op 28 mei 2009 de Wegsleepverordening vastgesteld en heeft het marktterrein aangewezen als weg waar voertuigen kunnen worden weggesleept.

Ten onrechte op het marktterrein geparkeerde voertuigen kunnen op basis van de Wegenverkeerswetgeving en de Wegsleepverordening worden weggesleept (lex specialis).

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd, gedefinieerd. Toegevoegd zijn de begrippen ‘aanmelding’ (voor deelname aan de selectie of loting) en ‘aanvraag’ (om een vergunning).

Door gebruik van het woord ‘persoon’ bij de begripsomschrijving van marktmeester, kan een niet-ambtenaar ook tot marktmeester worden aangewezen.

Artikel 2. Inrichting van de markt en branche-indeling

De inrichtingstekening moet door het college worden vastgesteld en maakt onderdeel uit van het Marktreglement Diemen 2015.

Bij de opstelling en indeling van de markt wordt rekening gehouden met de verschillende branches. Voor de orde op de markt is het van belang te bepalen welke materialen (kraam of ook andere verkoopmaterialen) worden toegelaten en waar deze kunnen worden opgesteld. Naast de traditionele (huur)kraam onderscheidt de Centrale vereniging voor de ambulante handel (CVAH) bijvoorbeeld de instantkraam, de verrijdbare kraam en de verkoopwagens. De afmetingen van de standplaatsen kunnen een beperking geven voor bepaalde materialen.

Door de brancheringslijst en het maximum aantal standplaatsen per branche wordt bereikt dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en wordt voorkomen dat te veel kooplieden van één branche op de markt optreden. Hierdoor wordt de markt aantrekkelijker voor de consument.

In de dagelijkse praktijk blijkt dat het opvullen van de dagplaatsen niet of nauwelijks lukt als rekening gehouden moet worden met de brancheringslijst. Dit geldt eveneens als een vaste standplaatshouder (bijvoorbeeld door ziekte of vakantie) zijn/haar plaats tijdelijk niet kan innemen. Aangezien het voor de aantrekkelijkheid van de markt belangrijk is dat alle plaatsen op de marktdagen zijn gevuld, geldt de brancheringslijst niet voor dagplaatsen of standwerkerplaatsen tenzij er meer aanvragers zijn dan beschikbare plaatsen.

Artikel 3. Nadere regels en marktcommissie

Nadere regels zijn algemene regels die te karakteriseren zijn als algemeen verbindende voorschriften. Van nadere regels kan niet worden afgeweken. De nadere regels zijn opgenomen in het Marktreglement Diemen 2015 en in het Reglement Marktcommissie Diemen 2015.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

Door aan een vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De belangen in verband waarmee de vergunning is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente.

Indien in de selectieprocedure punten zijn toegekend voor ‘de gegadigde plaatst geen auto bij de kraam’ en/of ‘bij de gegadigde kan betaald worden via een pinautomaat’ wordt dit in de vergunning als verplichting opgenomen.

Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 5. Vergunningen

De vergunning geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar. De vergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij anders is bepaald: er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een proefperiode.

Alleen natuurlijke personen worden tot de markt toegelaten om te voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen innemen. Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijk persoon wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van alle marktstandplaatsen in Nederland bereikt. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt de natuurlijke persoon (de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is echter niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

In het tweede lid is conform de modelverordening toegevoegd dat de aanvrager gerechtigd moet zijn in Nederland arbeid te verrichten. Dit ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

In het tweede lid is conform de modelverordening toegevoegd dat de aanvrager niet over een vaste standplaats op de markt mag beschikken. Dit sluit aan bij de bepalingen over overschrijving in artikel 7, derde lid, waarbij na overschrijving een al aanwezige vaste standplaatsvergunning wordt ingetrokken.

De in het zesde lid genoemde bijzondere omstandigheden kunnen betrekking hebben op het niet beschikbaar zijn van de locatie in verband met bijvoorbeeld het Diemer Festijn of het uitvoeren van werkzaamheden aan het plein.

Artikel 6. Beslistermijn, selectiecriteria en weigeringsgronden

Acht weken is de gebruikelijke termijn waarbinnen op een aanvraag dient te worden beslist.

Het tweede lid voorkomt dat bij niet tijdig beslissen op de aanvraag de aanvrager een fictieve vergunning krijgt en daarmee een recht op een vaste plaats op de markt.

Het derde lid bevat de aspecten die bij de selectie worden gebruikt. Aan degene met het hoogste aantal punten wordt de vergunning verleend, tenzij een weigeringsgrond genoemd in het vierde lid van toepassing is. De aspecten a tot en met d zijn afkomstig uit de modelverordening. Op advies van de marktcommissie zijn de aspecten e en f toegevoegd en is gekozen voor een andere puntenwaardering dan in de modelverordening is opgenomen.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunning

Als de in het eerste lid genoemde gronden zich voor doen, wordt altijd tot intrekking van de vaste standplaatsvergunning overgegaan.

In het tweede lid worden intrekkingsbevoegdheden (‘kan’ betekent: is bevoegd, dat wil zeggen is niet verplicht) genoemd ten aanzien van de vergunning. Deze bepaling is beperkt tot de vaste standplaatsvergunning, omdat bij dag- en standwerkerplaatsen intrekking van de vergunning minder voor de hand ligt (voor die plaatsen valt te denken aan bestuursdwang of onmiddellijke verwijdering op grond van artikel 10).

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

In artikel 8 worden de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. De zinsnede ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 7’ geeft aan dat ook de intrekking op grond van artikel 7 een punitieve sanctie is. Er is sanctiebeleid vastgesteld waarin wordt aangegeven in welke gevallen de vergunning wordt geschorst dan wel ingetrokken. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan.

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

In de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 10) ook een vergunninghouder van een dagplaats of standwerkerplaats langduriger van de markt te kunnen verwijderen. In de beschikking tot uitsluiting moet worden aangegeven om hoeveel dagen het gaat (maximaal vier) en om welke concrete dagen.

Het college heeft een sanctiebeleid vastgesteld.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Op grond van artikel 125 van de Gemeentewet mag het college bestuursdwang toepassen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. Bij de in artikel 10 geregelde onmiddellijke verwijdering moet sprake zijn van spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bijvoorbeeld in het kader van de handhaving van de openbare orde.

Onderdeel c is gewijd aan de niet-actieve standwerker. Duidelijk kwam in het COM de wens naar voren om dergelijke ‘verkapte stille kramers’ aan te kunnen pakken.

Artikel 11. Strafbepaling

Ten aanzien van de in artikel 11 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de organisatie betreft een administratieve afhandeling de voorkeur.

Artikel 12. Toezichthouders

Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen bevoegdheden. Een toezichthouder is ook bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs.

Artikel 13. Intrekking oude verordening

De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling als hier opgenomen, achten wij noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Het is van belang oude rechten voortkomend uit de wachtlijst nog één jaar te eerbiedigen.

Artikel 15. Inwerkingtreding

De marktverordening is een besluit van het gemeentebestuur op overtreding waarvan straf is gesteld. Een dergelijk besluit wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt als alle overige besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden (artikel 139 Gemeentewet). Wel is van belang dat de gemeente gehouden is dit besluit mee te delen aan het parket van het arrondissement waarin de gemeente is gelegen (artikel 143 Gemeentewet).

In verband met artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht is het uiteraard niet mogelijk aan de bepalingen van een strafvordering terugwerkende kracht te verlenen.

Artikel 16. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.

marktreglement DIEMEN 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, van de Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Diemen 2015 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgendenadere regels voor de weekmarkt in de gemeente Diemen:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen en inrichtingstekening

1. De in artikel 1 van de Marktverordening Diemen 2015 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

2. De in artikel 2, eerste lid van de Marktverordening Diemen 2015 genoemde inrichtingstekening ligt tijdens de weekmarkt ter inzage.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 2. Aanmelden en aanvragen vaste standplaatsvergunning

1. Het college maakt aan marktkooplieden bekend dat voor een bepaalde datum door middel van een formulier een aanmelding voor een vaste standplaatsvergunning kan worden ingediend. De na het doorlopen van de selectieprocedure te honoreren aanmelding wordt beschouwd als aanvraag om een vergunning.

2. Indien het college een brancheringslijst heeft vastgesteld en/of een maximum aantal standplaatsen per branche, bevat de kennisgeving een overzicht van branches die zijn toegestaan of een overzicht van branches die niet zijn toegestaan.

3. Op het formulier moet ondermeer de volgende informatie worden versterkt:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats, het telefoonnummer en burgerservicenummer van de aanvrager;

  • b.

    het assortiment dat de aanvrager wenst te verkopen;

  • c.

    de wijze waarop de te verkopen goederen worden uitgestald en welke verkoopmaterialen (zoals kraam of verkoopwagen) worden gebruikt;

  • d.

    indien van toepassing, volgens welke goedgekeurde hygiënecode voedselprocessen plaatsvinden;

  • e.

    een overzicht van de in het verleden of heden ingenomen standplaatsen op markten;

  • f.

    of en op welke wijze de aanvrager maatschappelijk verantwoord onderneemt;

  • g.

    of, indien gebruik wordt gemaakt van een kraam, bij de kraam een voertuig wordt geplaatst

  • h.

    of klanten de gelegenheid wordt geboden om via een pinautomaat te betalen.

Artikel 3. Inhoud vaste standplaatsvergunning

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

  • d.

    het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

  • f.

    dat aan de vergunning een proefperiode van drie maanden is verbonden;

  • g.

    dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • h.

    de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • i.

    welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • j.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan en volgens welke goedgekeurde hygiënecode voedselprocessen plaatsvinden;

  • k.

    dat de kosten voor het gebruik van de gemeentelijke stroomkasten aan de gebruiker worden doorbelast

  • l.

    een eventuele verplichting om klanten de mogelijkheid te bieden om via een pinautomaat te betalen.

2. Aan de vergunning wordt een gewaarmerkte kopie van een geldig verblijfsdocument ter identificatie gehecht.

3. Het plaatsen van een voertuig op de markt wordt alleen toegestaan indien:

  • a.

    de verkoop direct uit het voertuig plaatsvindt en, gelet op de verkoopwaren en verkoopwagen, plaats dient te vinden (bijvoorbeeld de verkoop van vis vanuit een wagen met koelinstallatie);

  • b.

    uit een medische verklaring blijkt dat de vergunninghouder niet (of nauwelijks) in staat is om de voorraad aan te vullen, indien deze voorraad niet in de directe nabijheid is, en de vergunninghouder de standplaats alleen inneemt;

  • c.

    de voorraad die in het voertuig achterblijft inbraakgevoelig is en niet verzekerbaar is;

  • d.

    door de branche veelvuldige wisseling van voorraad ‘noodzakelijk’ is (bijvoorbeeld bij de verkoop van schoenen is het niet praktisch om alle maten uit te stallen);

  • e.

    de standplaats wordt ingenomen door slechts één persoon en de voorraad niet volledig kan worden uitgestald op de standplaats.

Artikel 4. Inschrijving op de anciënniteitlijst en herschikking van vaste standplaatsen

1. Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

2. Als een vaste plaats beschikbaar komt, zullen de drie leden van de marktcommissie die vertegenwoordiger zijn van op de markt een vaste standplaats hebbende marktkooplieden, in overleg met de andere marktkooplieden, een voorstel opstellen tot herverdeling van de marktplaatsen op basis van de anciënniteitlijst: degenen met de oudste rechten kunnen doorstromen naar een andere (betere) plaats op markt binnen de mogelijkheden die de inrichtingstekening biedt.

Artikel 5. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1. Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste twee jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

4. Het college kan van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste standplaatsvergunning volgens de Marktverordening Diemen 2015 moet voldoen.

Artikel 6. Aanmelden, aanvragen en toewijzen dagplaats of standwerkerplaats

1. Het aanmelden voor een dagplaats of standwerkerplaats vindt uiterlijk op de dinsdag voorafgaand aan de markt voor 15.00 uur schriftelijk (bijvoorbeeld per e-mail of sms) plaats onder vermelding van:

  • a.

    de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats, het telefoonnummer en burgerservicenummer van de aanvrager;

  • b.

    de dag dat een dagplaats of standwerkerplaats wordt gewenst;

  • c.

    het assortiment dat de aanvrager wenst te verkopen;

  • d.

    de wijze waarop de te verkopen goederen worden uitgestald en welke verkoopmaterialen (zoals kraam of verkoopwagen) worden gebruikt;

  • e.

    indien van toepassing, volgens welke goedgekeurde hygiënecode voedselprocessen plaatsvinden.

2. Bij een dagplaats en standwerkerplaats mag geen voertuig bij de kraam worden geplaatst.

3. Indien er meer gegadigden zijn dan dagplaatsen of standwerkerplaatsen, wordt bij de toewijzing geselecteerd op basis van de brancheringslijst en vindt de toewijzing zo nodig door middel van loting plaats op de dinsdag voorafgaand aan de markt zo spoedig mogelijk na 15.00 uur. Degene aan wie vergunning kan worden verleend, vraagt de vergunning voorafgaand aan het innemen van de standplaats aan op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 7. Persoonlijk innemen standplaats en bijstand

1. De vergunninghouder is persoonlijk verantwoordelijk voor de aan de vergunninghouder toegewezen standplaats.

2. Een vergunning voor een dagplaats of standwerkerplaats kan niet worden overgedragen en de vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting genoemd in artikel 5.

4. De vergunninghouder neemt bij voorkeur de toegewezen vaste standplaats persoonlijk in. Onder persoonlijk innemen wordt mede verstaan familie in de eerste graad.

5. De vergunninghouder kan een met name genoemd persoon machtigen om namens de vergunninghouder de vaste standplaats in te nemen. Deze persoon dient te voldoen aan de in artikel 5 van de Marktverordening Diemen 2015 gestelde eisen.

6. De machtiging geschiedt op een door het college vastgesteld formulier en dient tenminste één dag voordat van de machtiging gebruik wordt gemaakt, te zijn ingediend bij de gemeente.

7. De gemachtigde handelt overeenkomstig artikel 7 van dit reglement ingeval deze omstandigheden zich voordoen.

Artikel 8. Legitimatie en identiteit vergunninghouder of gemachtigde

1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

2. Degene die de vaste standplaats inneemt als gemachtigde als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van dit reglement, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de gemachtigde is.

Artikel 9. Aantal keren innemen standplaats

1. De vergunninghouder mag maximaal vier keer per kalenderjaar met gegronde redenen afwezig zijn.

2. In bijzondere gevallen kan het college op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de vergunninghouder hiervan afwijken.

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats dan wel de gemachtigde die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op de dinsdag voorafgaand aan de markt voor 15.00 uur schriftelijk (bijvoorbeeld per e-mail of SMS) mee aan de marktmeester. Tevens geeft de vergunninghouder aan hoe lang de afwezigheid duurt.

2. De marktmeester vermeldt de afwezigheid, inclusief de reden en duur, in het dagrapport.

Artikel 11. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

1. De weekmarkt vindt plaats op woensdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur.

2. Het is verboden voor vergunninghouders of gemachtigden op het marktterrein meer dan drie uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

3. De vergunninghouder of gemachtigde is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt met een representatieve uitgestalde voorraad verkoopwaar te blijven innemen.

4. Indien de vergunninghouder of de gemachtigde zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 8.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

5. Een voertuig mag alleen onderdeel uitmaken van de standplaats indien dit voor de directe uitvoering van de verkoopactiviteiten noodzakelijk is en past binnen de afmetingen van de standplaats. Het voertuig dient dan onderdeel uit te maken van de vaste standplaatsvergunning.

Artikel 12. Verboden waar

1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden, hinderlijke muziek ten gehore te brengen, dan wel om handelsreclame te verspreiden.

2. Het is verboden tweedehandsartikelen (met uitzondering van boeken en tijdschriften) en sexartikelen op de weekmarkt te verkopen.

Artikel 13. Niet doorgaan en beëindigen markt

De burgemeester is bevoegd om de markt niet door te laten gaan dan wel onmiddellijk te beëindigen indien:

  • 1.

    een calamiteit of een verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid op of in de onmiddellijke nabijheid van het marktterrein zich voordoet;

  • 2.

    er sprake is van weersomstandigheden die de veiligheid van marktkooplieden en bezoekers in gevaar kunnen brengen.

Hoofdstuk 4. Bepalingen over BRANDVEILIGHEID

Artikel 14. Bereikbaarheid voor hulpdiensten

1. De omgeving van het marktterrein, aan- en afvoerwegen naar het marktterrein, het marktterrein zelf en de daarop geplaatste objecten moeten van twee kanten bereikbaar zijn voor hulpdiensten.

2. De routes van hulpdiensten dienen te allen tijde vrij te zijn van obstakels. De marktmeester zorgt ervoor dat routes vrij worden gehouden, zodat onbelemmerde doorgang van hulpdiensten mogelijk is.

3. Te allen tijde is een vrije doorgang voor de hulpdiensten vereist. Bij levensbedreigende situaties zullen de hulpdiensten gebruik maken van iedere mogelijke route die zij nodig achten, waarbij de hulpdiensten niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventueel ontstane schades.

4. Toetredingen, uitgangen en nooduitgangen van gebouwen, bouwwerken en andere objecten, waaronder kramen en attracties, dienen vrijgehouden te worden van obstakels.

Artikel 15. Plaatsen van objecten

1. Bij het plaatsen van marktkramen, voertuigen en andere objecten moet rekening worden gehouden met het kunnen passeren van brandweermaterieel (minimale doorrijdbreedte van 3,5 meter, hoogte van 4,2 meter, bochtstraal R7 en hellingbaan maximaal 7%). Op de fietspaden geldt een minimale doorloopbreedte van 2 meter.

2. Het is verboden voornoemde objecten op zodanige wijze te plaatsen dat de brandweer in het onmiddellijk gebruik van de brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen wordt belemmerd.

3. Brandkranen en aansluitingen voor droge blusleidingen en bijbehorende bordjes moeten schoon, zichtbaar en rondom één meter vrij gehouden worden.

4. De objecten moeten tenminste drie meter van gevels met ramen en/of deuropeningen zijn geplaatst. Voor kramen met een inrichting voor bakken, braden of verwarmen bedraagt deze afstand vijf meter.

5. Uitstallingen van marktwaar zijn slechts toegestaan indien deze uitstallingen binnen de afmetingen van de luifel worden geplaatst.

6. Tussen de luifels dient een minimale afstand van 1,5 meter aangehouden te worden.

Artikel 16. Kabels en leidingen

1. Kabels, draden, leidingen, en dergelijke moeten zodanig zijn bevestigd dat zij geen aanleiding kunnen geven tot struikelen en vallen. Losse kabels en snoeren zijn niet toegestaan.

2. Elektriciteitskabels moeten zodanig zijn bevestigd dan niemand ermee in aanraking kan komen.

3. Indien snoeren of kabels naar marktkramen en/of andere objecten moeten worden gebracht, dienen deze tenminste op een hoogte van 2,5 meter te hangen. Is sprake van een aanrijdroute voor de hulpdiensten dan bedraagt de minimale hoogte 4,2 meter.

Artikel 17. Preventieve maatregelen bereiden eetwaren

1. De gebruiker van een kraam dient rook- en stankoverlast tot een minimum te beperken en indien nodig te voorkomen.

2. Onder eventueel aanwezige winkelluifels of markiezen mogen geen kramen worden geplaatst waarin wordt gebakken en/of gebraden.

3. Apparatuur en toestellen voor koken, bakken, braden, roosteren, roken of warm houden dient brandveilig en stevig te zijn geplaatst op een onbrandbare en de warmte slecht geleidende ondergrond. Een barbecue, spit of (paling)rokerij moet brandveilig en stevig zijn geplaatst.

4. In de directe nabijheid van frituur- en/of bakpannen moeten goed passende metalen deksels, voorzien van één of meer handgrepen aanwezig zijn om bij het in brand geraken van de inhoud, de frituur- of bakpannen te kunnen afdekken.

5. Een bakoven moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of een andere beveiligingsregeling die bij oververhitting van de olie of het vet, automatisch de gastoevoer stopt.

6. De brandstof in de barbecue, onder het spit of in een rokerij mag niet worden ontstoken met licht ontvlambare vloeistoffen zoals spiritus en dergelijke.

7. Nabij de bak- en braadapparatuur, barbecue, spit of rokerij moet een draagbaar blusmiddel (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser of een sproeischuimblusser met een inhoud van tenminste zes kilogram of een poederblusser met een inhoud van tenminste zeven kilogram) aanwezig zijn. Het blustoestel moet op een direct bereikbare plaats zijn aangebracht en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Het blustoestel moet ten minste één keer per jaar door een deskundige op de goede werking worden gecontroleerd.

Artikel 18. Gebruik van butaan, propaan en LPG

1. In of nabij de kraam mogen voor bewaring van butaan of propaan ten hoogste twee flessen, elk met een waterinhoud van ten hoogste 26,2 liter, aanwezig zijn. Op elke eventueel te gebruiken gasfles moet een drukregelaar zijn aangebracht die door middel van een goedgekeurde propaanbestendige slang (volgens NEN 5654) aan het gaskomfoor of de gasapparatuur is verbonden. De slang moet zijn voorzien van de opdruk NEN 5654 en het productiejaar en mag maximaal twee jaar oud zijn. De slang moet over de volle lengte van de slangpilaren van de drukregelaar en het gaskomfoor worden geschoven en aan beide zijden met een slangklem worden vastgezet.

2. De drukcilinder moet zodanig worden vastgezet dat omvallen uitgesloten is.

3. Een butaan- of propaanfles moet voldoen aan het Warenwetbesluit Drukapparatuur (WBDA) en moet zijn gekeurd door een aangewezen Keuringsinstelling (AKI).

4. Het gebruik van LPG anders dan als brandstof voor de verbrandingsmotor ten behoeve van de voortstuwing van een motorvoertuig is ten strengste verboden.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekking oude reglement

 

Het Marktreglement Diemen 2012, vastgesteld op 10 januari 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening Diemen 2015 in werking is getreden.

Artikel 21. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Diemen 2015.

Aldus vastgesteld door het college op 18 augustus 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen,

de secretaris, de burgemeester,

Algemene toelichting

In verband met de behoefte aan duidelijker en eenvoudiger regels is er voor gekozen om de marktverordening af te slanken, in die zin dat de kaderstellende bevoegdheden van de raad en de uitvoerende bevoegdheden van onder andere het college uit elkaar zijn getrokken.

De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening Diemen 2015 de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven.

Hierdoor wordt een duidelijk handvat geboden aan de vergunningverlener, marktmeester(s) en eventuele andere toezichthouders.

Hoofdstuk 4 met bepalingen over brandveiligheid is overgenomen uit het draaiboek evenementenbeleid. Die bepalingen worden op advies van de brandweer verbonden aan een evenementenvergunning voor bijvoorbeeld een braderie. Deze bepalingen zijn onverkort ook van belang voor de weekmarkt.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling

Artikel 1. Begripsomschrijvingen en Inrichtingstekening

De begripsomschrijvingen in de Marktverordening Diemen 2015 zijn onverkort van toepassing op het Marktreglement Diemen 2015.

Ter inzage legging van de inrichtingstekening kan bij de receptie in het gemeentehuis. De marktmeester heeft een exemplaar bij zich en kan die ter inzage geven.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 2. Aanmelden en aanvragen vaste standplaatsvergunning

De meeste informatie die wordt gevraagd op het aanvraagformulier is nodig om punten te kunnen toekennen voor de vijf selectiecriteria.

In het derde lid, onder e, wordt gevraagd naar de hygiënecode. Particulieren en bedrijven die eet- en drinkwaren aanbieden moeten werken volgens een hygiënecode. Een overzicht van alle goedgekeurde hygiënecodes staat op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: www.nvwa.nl. Deze autoriteit zorgt voor toezicht en handhaving.

Artikel 3. Inhoud vaste standplaatsvergunning

In dit artikel wordt weergegeven welke onderdelen een vaste standplaatsvergunning ten minste weergeeft.

Onder het eerste lid, onderdeel a, is expliciet opgenomen dat naam én voornamen van de vergunninghouder in de vergunning worden opgenomen. Dit vergemakkelijkt de identificatie van de vergunninghouder. Ook de eis van het tweede lid dient dit laatste doel.

Onder een duidelijke omschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt bij voorkeur gedacht aan een tekening of plattegrond waarop de afmetingen van de standplaatsen en de nummering daarvan zijn aangegeven.

Ingevolge het vermelde in het eerste lid, onder c, worden in de vergunning de verkoopmaterialen (kramen, tafels, (verkoop)wagens en dergelijke) opgesomd die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken.

Artikel 4. Inschrijving op de anciënniteitlijst en herschikking van vaste standplaatsen

Voordat op een vrijgekomen vaste plaats kan worden gesolliciteerd, vindt - indien door marktkooplieden gewenst - eerst een herschikking van vaste plaatsen plaats onder de al aanwezige marktkooplieden. Het doorstromen vindt plaats op basis van anciënniteit en moet passen binnen de inrichtingstekening van de markt.

Artikel 5. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

In het Marktreglement Diemen 2012 was sprake van de mogelijkheid tot overschrijving bij overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid.

Thans is de tekst uit de modelverordening, met een ruimere omschrijving, overgenomen.

Artikel 6. Aanmelden, aanvragen en toewijzen dagplaats of standwerkerplaats

De vergunning voor een dagplaats of standwerkerplaats wordt door de marktmeester in mandaat schriftelijk verleend.

Toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats vindt plaats op dinsdag zo spoedig mogelijk na 15.00 uur. Om de marktplaatsen bezet te krijgen (het aantrekkelijk houden van de markt) kan het dan voorkomen dat voor een al aanwezige branche een dagplaats of standwerkerplaats wordt toegewezen.

Alleen als er meer aanvragers dan beschikbare plaatsen zijn, vindt selectie op basis van de brancheringslijst plaats. Branches die niet of ondervertegenwoordigd zijn krijgen dan voorrang. Daarna wordt er zo nodig geloot.

In de dagelijkse praktijk melden zich weinig kandidaten voor een dagplaats of standwerkerplaats.

Standwerkers hebben een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers. Zij verhogen de levendigheid van de markt en maken deze daardoor aantrekkelijker voor het publiek.

De Stichting tot het bevorderen van het standwerken (Stibesta) vindt het ongewenst om aan een standwerker een vaste standplaats toe te wijzen. Omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het wel gewenst, dat de regels voor de toewijzing van de standwerkerplaatsen op alle markten in Nederland zo veel mogelijk gelijkluidend zijn. De modelverordening biedt die gelijkluidendheid niet (de gemeente kan bij het verlenen van de vergunning kiezen tussen: a. op volgorde van aanvraag; b. door loting en c. wel/niet rekening houden met de brancheringslijst).

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 7. Persoonlijk innemen standplaats en bijstand

In het vierde lid is bepaald dat de vergunninghouder bij voorkeur zelf op zijn standplaats aanwezig is. Dit heeft de voorkeur van de gemeente maar is niet verplicht. Een ondernemer krijgt hierdoor de bevoegdheid om personeel (een gemachtigde) in te zetten op de vaste standplaats. Dit is in de leden vijf, zes en zeven verder uitgewerkt.

De gemachtigde voert de verkoopactiviteiten uit namens de vergunninghouder.

Artikel 8. Legitimatie en identiteit vergunninghouder of gemachtigde

In artikel 5:16a van de Algemene wet bestuursrecht staat, dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Artikel 9. Aantal keren innemen standplaats

Dit artikel is opgenomen om continuïteit van bepaalde kramen op de weekmarkt te kunnen garanderen. Het artikel zorgt ervoor dat de weekmarkt een vaste uitstraling krijgt.

De in het tweede lid geboden mogelijkheid om van dit aantal af te wijken kan bijvoorbeeld als sprake is van het volgen van een medisch noodzakelijke behandeling.

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

Het is van belang dat de marktmeester van elke verhindering zo spoedig mogelijk in kennis wordt gesteld. Dan kan de vrijgekomen plaats nog als dagplaats worden toegewezen. Lukt dit laatste niet, dan kan nog worden voorkomen dat een leeg blijvende marktkraam wordt opgezet.

Artikel 11. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van alle verkeer is een verkeersbesluit genomen. Ten onrechte geparkeerde auto’s kunnen met toepassing van bestuursdwang, op kosten van de eigenaars, van het marktterrein worden verwijderd nog vóór de eigenlijke opbouw van de markt. De tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt, zijn duidelijk meegedeeld op de borden.

Het derde lid maakt duidelijk dat het in het belang van de orde op de markt niet is toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.

Op grond van het vierde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.

Het vijfde lid heeft betrekking op het uitgangspunt ‘geen voertuigen op de markt’. Dit geldt op grond van artikel 5, tweede lid, altijd voor een dagplaats en standwerkerplaats. Voor een vaste standplaats kan hiervan worden afgeweken als de verkoop noodzakelijkerwijs direct uit het voertuig moet plaatsvinden. Het niet bij de marktkraam beschikken over een voertuig levert punten op in de selectieprocedure voor een vaste standplaats.

Het college is bevoegd een ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement voor verkeerregels en verkeerstekens te verlenen. Het college zal hiertoe alleen overgaan indien het noodzakelijk is dat een aantal verkeersovertredingen in het belang van de markt moet worden begaan.

Artikel 12. Verboden waar

De gemeente Diemen wil niet dat de in artikel 11 genoemde waren worden verkocht op de weekmarkt.

Artikel 13. Niet doorgaan en beëindigen markt

In de afgelopen jaren is het voorgekomen dat een markt niet is doorgegaan in verband met (te verwachten) zware wind of hevige sneeuwval in combinatie met gladde wegen.

Hoofdstuk 4. Bepalingen over brandveiligheid

Artikelen 14 tot en met 18

De brandweer heeft geadviseerd eisen met betrekking tot:

  • a.

    bereikbaarheid voor hulpdiensten;

  • b.

    plaatsen van objecten;

  • c.

    kabels en leidingen;

  • d.

    preventieve maatregelen bereiden eetwaren;

  • e.

    gebruik van butaan, propaan en LPG;

op te nemen in een vergunning voor een evenement, waaronder een braderie. Wat voor een af en toe te organiseren braderie geldt, zal ook moeten gelden voor een veel vaker te houden weekmarkt.

Door de regels op te nemen in het reglement en daarin te actualiseren, is het niet nodig dit te doen in afzonderlijke vergunningen.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekking oude reglement

De datum waarop het oude reglement vervalt, is de datum waarop het nieuwe reglement in werking treedt.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Voor wat betreft de inwerkingtreding van het reglement wordt logischerwijze aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van de marktverordening, op basis waarvan deze nadere regels zijn opgesteld.

Artikel 21. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van het voorgaande reglement.

REGLEMENT MARKTCOMMISSIE DIEMEN 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

gelet op artikel 3 van de Marktverordening Diemen 2015 en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende nadere regels betreffende de samenstelling, werkwijze en benoeming van de leden van de marktcommissie en selectiecommissie.

HOOFDSTUK 1. MARKTCOMMISSIE

Artikel 1. marktcommissie

Door het college is een adviescommissie ingesteld voor marktaangelegenheden. Deze commissie wordt aangeduid als marktcommissie.

Artikel 2. Het doel van de marktcommissie

1. De marktcommissie heeft ten doel burgemeester en wethouders te adviseren over al datgene dat haar met betrekking tot het marktwezen ter hand wordt gesteld.

2. De marktcommissie is bevoegd op eigen initiatief burgemeester en wethouders voorstellen te doen, welke zij in het belang van de markt in de gemeente nodig acht.

Artikel 3. Adviezen

In ieder geval vragen burgemeester en wethouders, alvorens een beslissing ter zake te nemen of ter zake een voorstel te doen advies aan de marktcommissie over:

  • a.

    instelling, wijziging of opheffing van een goederenmarkt binnen het gebied van de gemeente;

  • b.

    vaststelling, wijziging of intrekking van een marktverordening en de marktgeldverordening;

  • c.

    de indeling van vaste standplaatshouders op de markt.

Artikel 4. Samenstelling van de marktcommissie

De samenstelling van de marktcommissie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Marktverordening Diemen 2015 is als volgt:

  • a.

    drie vertegenwoordigers van de op de markt vaste standplaats hebbende marktkooplieden;

  • b.

    een afgevaardigde van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel;

  • c.

    de marktmeester;

  • d.

    de ambtenaar, die belast is met marktaangelegenheden, verder ‘secretaris’ genoemd.

Artikel 5. Bevoegdheden

1. De marktcommissie is bevoegd ambtenaren van de gemeente en andere personen uit te nodigen om de vergaderingen bij te wonen voor het verstrekken van inlichtingen.

2. Indien het onder lid 1 bepaalde kosten met zich meebrengt voor de gemeente, is vooraf toestemming vereist van burgemeester en wethouders.

Artikel 6. Benoeming en herkiesbaarheid

1. De leden van de marktcommissie, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a en b, worden telkens voor de tijd van ten hoogste vier jaren benoemd door het college.

2. De verkiezing vindt plaats in hetzelfde jaar als waarin de gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden en nadat deze verkiezingen zijn gehouden.

3. De gekozen marktcommissieleden kunnen zich, na de in het eerste lid genoemde periode herkiesbaar stellen en vervolgens benoemd worden.

4. De marktcommissieleden kunnen tussentijds ontslag nemen. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

5. Degene, die benoemd wordt ter vervulling van een tussentijdse vacature, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens naam hij is benoemd had moeten aftreden.

6. De telling is openbaar. Het tellen van de uitgebrachte stemmen vindt plaats door de secretaris en door een marktmeester.

7. De uitslag wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk meegedeeld aan de vaste standplaatshouders.

Artikel 7. Vergaderingen

1. De marktcommissie vergadert tenminste twee keer per kalenderjaar.

2. Indien men dat noodzakelijk acht, kunnen tenminste drie leden van de marktcommissie zonder opgave van redenen, gezamenlijk vorderen dat een vergadering wordt belegd.

3. In geval van het bepaalde in het vorige lid, wordt de vergadering van de marktcommissie binnen twee weken gehouden.

4. De vergaderingen worden belegd door de secretaris.

Artikel 8. Wanneer niet vergaderd mag of kan worden

1. De marktcommissie mag niet vergaderen als niet tenminste vier leden aanwezig zijn.

2. Kan door de afwezigheid van teveel marktcommissieleden een vergadering niet doorgaan, dan wordt, zo nodig met een tussentijd van tenminste 24 uur, een nieuwe vergadering belegd.

3. De marktcommissieleden zijn verplicht om bij verhindering een vergadering bij te wonen, zo spoedig mogelijk de secretaris daarvan in kennis te stellen.

Artikel 9. Betrokkenheid en vertrouwelijkheid

1. De leden van de marktcommissie onthouden zich van het uitbrengen van adviezen over aangelegenheden waarbij ze individueel rechtstreeks zijn betrokken;

2. De leden van de marktcommissie onthouden zich van het verstrekken van inlichtingen aan niet marktcommissieleden waar het gaat om vertrouwelijk behandelde zaken.

Artikel 10. Verschillende meningen

Indien bij een uit te brengen advies de meningen verdeeld zijn en blijven, worden de verschillende meningen aan burgemeester en wethouders kenbaar gemaakt.

Artikel 11. Verslag

Van de door de marktcommissie uitgebrachte adviezen wordt aantekening gehouden door de secretaris. Deze ambtenaar draagt er zorg voor dat het verslag van de marktcommissievergadering ter kennisneming aan de portefeuillehouder marktzaken wordt voorgelegd. De secretaris draagt er zorg voor dat de uitgebrachte adviezen ter besluitvorming aan burgemeester en wethouders worden voorgelegd.

Artikel 12. Verslag uitbrengen aan de marktcommissieleden

Aan de marktcommissie wordt door de secretaris verslag uitgebracht van de door burgemeester en wethouders genomen beslissingen met betrekking tot marktaangelegenheden. De marktcommissie is verantwoordelijk voor de verdere verspreiding van de notulen aan de vaste standplaatshouders.

Artikel 13. Reclame- en promotieactiviteiten

De marktcommissie kan ter bevordering van het marktwezen reclame- en promotieactiviteiten verrichten. Zij kan die taak ook uitbesteden aan een speciaal daartoe

ingestelde reclamecommissie.

HOOFDSTUK 2. SELECTIECOMMISSIE

Artikel 14. Adviezen

In ieder geval vragen burgemeester en wethouders, alvorens een beslissing ter zake te nemen of ter zake een voorstel te doen advies aan de selectiecommissie over het verlenen van een vergunning voor een vaste standplaats.

Artikel 15. Samenstelling van de selectiecommissie

 

De samenstelling van de selectiecommissie als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Marktverordening Diemen 2015 is als volgt:

  • a.

    een vertegenwoordiger van de op de markt vaste standplaats hebbende marktkooplieden; de drie leden genoemd in artikel 4, eerste lid, onder a, kiezen uit hun midden dit lid; daarbij kan gekozen worden voor roulerend lidmaatschap;

  • b.

    een afgevaardigde van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel; bij verhindering kan vervanging plaatsvinden door een andere vertegenwoordiger van de op de markt vaste standplaats hebbende marktkooplieden dan genoemd onder a.;

  • c.

    de marktmeester;

  • d.

    de ambtenaar, die belast is met de selectiecommissie voor de markt.

Artikel 16. Vergaderingen en besluitvorming

1. De selectiecommissie mag alleen vergaderen indien alle vier leden, al dan niet door vervanging, aanwezig zijn. Het bepaalde in de artikelen 8 en 9 is van overeenkomstige toepassing.

2. De ambtenaar genoemd in artikel 15, onder d, roept de selectiecommissie bijeen en stelt een proces verbaal op van de aan de aanmelders voor een vaste standplaats toegekende punten en het uit te brengen advies.

3. Bij staken van stemmen over het aantal toe te kennen punten geeft de stem van het lid genoemd in artikel 15, onder b, de doorslag. Dit geldt ook indien aan twee of meer aanmelders een gelijk puntentotaal is toegekend.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 17. Intrekking oude reglement

Het Reglement Markcommissie, vastgesteld op 27 juli 2010, wordt ingetrokken.

Artikel 18. Naamgeving

Dit reglement wordt aangehaald als: ‘Reglement Marktcommissie Diemen 2015’.

Artikel 19. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening 2015 in werking is getreden.

Aldus vastgesteld door het college op 18 augustus 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

de secretaris, de burgemeester,

ALGEMENE TOELICHTING

Het college kan besluiten dat de secretaris van de marktcommissie ook de secretaris is van de selectiecommissie, maar het kunnen ook verschillende ambtenaren zijn.

De secretaris en de marktmeester zijn lid van de commissies en vertegenwoordigen daarin het gemeentelijk standpunt.

Marktcommissie

Niet is voorgeschreven wie de voorzitter is van de marktcommissie. De leden kunnen, al dan niet per vergadering, zelf bepalen wie deze rol vervult. Ook is het mogelijk dat de portefeuillehouder marktzaken of een andere ambtenaar optreedt als technisch voorzitter.

Een vergadering mag alleen doorgaan indien tenminste vier leden aanwezig zijn. In het vorige reglement was sprake van drie leden. Het is echter ongewenst dat de secretaris en marktmeester samen met slechts één extern lid tot advisering kunnen overgaan.

De commissie behoeft geen eensluidend advies uit te brengen. Indien bij een uit te brengen advies de meningen verdeeld zijn en blijven, worden de verschillende meningen aan burgemeester en wethouders kenbaar gemaakt.

Selectiecommissie

Niet is voorgeschreven wie de voorzitter is van de selectiecommissie. De leden kunnen, al dan niet per vergadering, zelf bepalen wie deze rol vervult. Ook is het mogelijk dat een andere ambtenaar optreedt als technisch voorzitter.

Een vergadering mag alleen doorgaan indien alle vier leden of hun vervanger aanwezig zijn. De commissie moet een eensluidend advies uitbrengen op basis van een toegekend aantal punten per aanmelder. Bij een gelijk puntentotaal geeft de stem van de afgevaardigde van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel de doorslag.

Op grond van de Marktverordening Diemen 2015 moeten punten worden toegekend voor de volgende selectiecriteria:

  • g.

    het assortiment van de gegadigde vormt, gelet op de brancheringslijst, een gewenste toevoeging aan het marktassortiment (maximaal 40 punten);

  • h.

    de uitstraling van de uitstalling (maximaal 20 punten);

  • i.

    het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (maximaal 10 punten);

  • j.

    bij de gegadigde is sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen (maximaal 5 punten);

  • k.

    de gegadigde plaatst geen voertuig bij de marktkraam (15 punten);

  • l.

    bij de gegadigde kan betaald worden via een pinautomaat (10 punten).

Niet is voorgeschreven hoe de selectieprocedure moet plaatsvinden. Bij een gering aantal aanmeldingen ligt het in de rede alle aanmelders uit te nodigen voor een sollicitatiegesprek. Zijn er veel aanmelders dan kan een voorselectie plaatsvinden op basis van de gegevens die op de aanmeldingsformulieren zijn verstrekt.

Een gangbare methode voor het toekennen van punten is:

  • a.

    elk lid kent voorafgaand aan de vergadering per aanmelder en per selectiecriterium punten toe;

  • b.

    bij (grote) verschillen vindt discussie en zo nodig aanpassing van de puntenaantallen plaats;

  • c.

    het totaal aantal punten van de vier leden wordt vervolgens gedeeld door vier.

De selectiecommissie spreekt van te voren af op welke wijze de selectie plaatsvindt en punten worden toegekend. Dit wordt door de secretaris vastgelegd in het proces verbaal.