Organisatie | Oisterwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Noodverordening gemeente Oisterwijk |
Citeertitel | Noodverordening gemeente Oisterwijk |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-10-2015 | 24-11-2015 | Onbekend | 07-10-2015 Gemeenteblad | Onbekend |
Noodverordening Gemeente Oisterwik
De Burgemeester van de gemeente Oisterwijk
In deze verordening wordt verstaan onder:
a kaart: de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart;
b verboden voorwerpen: voorwerpen waarvan redelijkerwijs kan worden
aangenomen dat deze gebruikt kunnen of zullen worden gebruikt voor of tijdens
Onverminderd de wet Wapens en Munitie, is het een ieder, voor zover niet
rechtstreeks betrokken bij de hulpverlening, verboden zich in het gebied te
begeven of te bevinden wanneer men in het bezit is van verboden voorwerpen
Artikel 3 preventief fouilleren
Indien er sprake is van een redelijk vermoeden van het bij zich dragen in
bijvoorbeeld (rug)tassen of andere vervoermiddelen van verboden voorwerpen
zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening, dient een ieder toe te staan en
mee te werken aan het op last of vordering van de politie fouilleren en het tonen
Een ieder is verplicht op eerste aanwijzing van een ambtenaar van politie zich terstond op de door de ambtenaar aangegeven wijze en in de door de ambtenaar aangegeven richting te begeven, dan wel zich van het gebied zoals aangegeven op de kaart te verwijderen.
Deze verordening treedt in werking op 7 oktober 2015 om 16:00 uur en geldt tot
en met 17 december 2015 of tot het tijdstip waarop door of vanwege de burgemeester bekend is gemaakt dat de verordening wordt ingetrokken.
Deze verordening wordt ingevolge artikel 176, lid 2 van de gemeentewet
terstond na haar bekendmaking ter kennis aangeboden aan de gemeenteraad, de Commissaris van de Koning en aan de Hoofdofficier van Justitie.