Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Nijmegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Nijmegen
CiteertitelBeleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Nijmegen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpParkeren

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-05-2015Onbekend

12-05-2015

GB 2015 - 43699

Reg. nr. 15.0003796

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS GERESERVEERDE GEHANDICAPTENPARKEERPLAATSEN GEMEENTE NIJMEGEN

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen d.d. 12 mei 2015;

 

Gelet op

Artikel 49 t/m 55 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW), dat toeziet op de afgifte van de GPK;

Artikel 15 en 18 Wegenverkeerswet 1994, over de plaatsing en verwijdering van verkeersborden

en over het verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders dat hieraan vooraf gaat/ Artikel 12 van het BABW, dat bepaalt dat mits niet digitaal er in de plaatselijke krant melding moet worden gemaakt van een door het college genomen verkeersbesluit, en; Artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV ’90), over het parkeren op de gehandicaptenparkeerplaats.

 

Overwegende dat

Er geen beleidsregels ten aanzien van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen zijn vastgesteld;

dat het wenselijk is de huidige bestendige gedragslijn in beleidsregels vast te leggen en het beleid op punten aan te scherpen.

In de beleidsregels zijn opgenomen nadere uitvoeringsvoorschriften.

Deze uitvoeringsvoorschriften zijn van toepassing op degenen die de bevoegdheden van het college terzake in mandaat uitoefenen en moeten garanderen dat het besluitvormingsproces zorgvuldig verloopt.

 

Besluit vast te stellen de:

BELEIDSREGELS GERESERVEERDE GEHANDICAPTENPARKEERPLAATSEN

GEMEENTE NIJMEGEN

 

Hoofdstuk

Artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN

 

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

 

RVV 1990:

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

wet:

Wegenverkeerswet 1994;

motorvoertuigen:

alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

gehandicaptenvoertuig:

voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximum snelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt en geen bromfiets is;

parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen of het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

gehandicaptenparkeerplaats:

parkeerplaats aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990 waar uitsluitend mag worden geparkeerd door:

een gehandicaptenvoertuig;

een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht of

een bepaald voertuig waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd;

Europese gehandicaptenparkeer kaart voor een bestuurder:

ontheffing voor bestuurder die met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet meer in staat is een afstand van meer dan honderd meter te voet te overbruggen. Dit moet gedurende een half jaar of langer zo zijn. Aangetoond met een medische verklaring.

Gemeentelijke gehandicapten parkeerkaart voor een bestuurder:

ontheffing voor bestuurder die met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet meer in staat is een afstand van meer dan driehonderd meter te voet te overbruggen. Dit moet gedurende een halfjaar of langer zo zijn. Aangetoond met een medische verklaring.

Gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier:

ontheffing voor een passagier die met de gebruikelijke loophulpmiddelen in redelijkheid niet meer dan honderd meter kan overbruggen en bovendien continu de hulp nodig heeft van de bestuurder om van deur tot deur vervoerd te worden. Dit moet gedurende een halfjaar of langer zo zijn. Aangetoond met een medische verklaring.

Aanvrager:

persoon met een fysieke loopbeperking in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart waarvan de geldigheid op het moment van de aanvraag nog een jaar of langer voortduurt.

Parkeerdrukonderzoek:

onderzoek ten behoeve van het meten van de parkeerdruk.

Geneeskundig onderzoek:

het geneeskundig onderzoek wordt gelet op artikel 3 van de regeling GPK verricht door de GGD dan wel -bij externe advisering- door een vanwege het bevoegd gezag aangewezen deskundige.

Regeling gehandicaptenkaart:

wettelijk kader ten behoeve van het gehandicaptenparkeren.

Vereniging van indicerende en adviserende artsen (VIA) protocol:

landelijk protocol ten aanzien van het adviseren in het kader van gehandicaptenparkeervoorzieningen.

Loophulpmiddelen:

de gebruikelijke loophulpmiddelen zoals een stok of krukken die men ter beschikking heeft of kan hebben.

Maximaal loopbereik:

een fysieke loopbeperking als gevolg van een medische aandoening.

Eigen parkeervoorziening:

Onder eigen parkeervoorziening wordt in ieder geval verstaan:

- een oprit op eigen terrein met een minimale lengte van 5,50 meter en een breedte van 2,50 meter;

- eigen terrein dat geschikt is of geschikt is te maken voor parkeren op eigen terrein;

-een parkeerplaats in een parkeergarage die is gebouwd (mede) ten behoeve van de woning

bestuurder :

degene die het motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig op meer dan twee wielen bestuurt;

college :

college van burgemeester en wethouders van Nijmegen.

 

HOOFDSTUK A PROCEDURES.

 

Artikel 2 AANVRAAG.

  • 1.

    Een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats dient schriftelijk te worden ingediend bij het college.

  • 2.

    De aanvrager dient een hiervoor bestemd aanvraagformulier in te vullen. Dit formulier dient volledig te worden ingevuld en te zijn voorzien van een handtekening van de aanvrager.

  • 3.

    Bij het aanvraagformulier dienen de volgende gegevens te worden overlegd:

    • a.

      kopie geldig rijbewijs;

    • b.

      kopie kentekenhouderschap/kentekenbewijs motorvoertuig;

    • c.

      kopie geldige gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder en of passagier;

    • d.

      kopie werkgeversverklaring, indien het een aanvraag betreft voor een gereserveerde parkeerplaats nabij de werkplek;

    • e.

      indien de gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd ten behoeve van de woonsituatie, dient de aanvraag te worden ingediend door de houder van de gehandicaptenparkeerkaart;

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen aan de inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het derde lid bedoelde bescheiden.

     

Artikel 3 ONVOLLEDIGHEID INGEDIENDE BESCHEIDEN.

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen, stelt het college binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag de aanvrager in de gelegenheid deze binnen twee weken nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

 

Artikel 4 BESLISTERMIJN.

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na de ontvangst op de aanvraag om een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

  • 2.

    Het college kan deze beslissing gelet op artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht voor een redelijke termijn verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

     

Artikel 5 WEIGERINGSGRONDEN.

Een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    De aanvrager niet in het bezit is van een jaar of langer geldige gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder en of passagier;

  • 2.

    de aanvrager niet in het bezit is van een geldig rijbewijs B;

  • 3.

    de aanvrager niet beschikt over een eigen auto op naam en een daarbij behorend geldig kentekenbewijs;

  • 4.

    de aanvrager beschikt over eigen terrein dat geschikt, of geschikt te maken is voor het parkeren op eigen terrein met een minimale afmeting van 5,50 meter en een breedte van 2,50 meter;

  • 5.

    de aanvrager geen of geen juiste informatie verstrekt die van toepassing is op het behandelen van de aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

     

Artikel 6 INTREKKINGSGRONDEN.

Het college kan het besluit tot het instellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats intrekken:

  • 1.

    indien degene aan wie de begunstigde parkeerplaats is toegewezen verhuisd is;

  • 2.

    indien degene aan wie de begunstigde parkeerplaats is toegewezen niet meer in het bezit van een auto is;

  • 3.

    na overlijden van degene aan wie de parkeerplaats was toegewezen;

  • 4.

    indien de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag en keuring bekend zouden zijn geweest;

  • 5.

    indien degene aan wie de parkeerplaats is toegewezen niet meer voldoet aan de gestelde criteria;

  • 6.

    om redenen van openbaar belang;

  • 7.

    om reden van misbruik. Van misbruik is in ieder geval sprake bij:

  • 8.

    leegstand van tenminste 3 maanden op gehandicaptenparkeerplaatsen buiten het gereguleerde parkeergebied;

  • 9.

    leegstand van tenminste één maand op gehandicaptenparkeerplaatsen binnen het gereguleerde parkeergebied;

  • 10.

    indien de plaats feitelijk wordt gebruikt door iemand anders dan de aanvrager.

 

HOOFDSTUK B CRITERIA VOOR GERESERVEERDE GEHANDICAPTEN-PARKEERPLAATSEN.

 

Artikel 7 GEHANDICAPTENPARKEERKAART

  • 1.

    De aanvrager van een gehandicaptenparkeerplaats dient in het bezit te zijn van een gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder waarvan de geldigheid één jaar of langer voortduurt.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde kaart kan een Europese gehandicaptenparkeerkaart of een gehandicaptenparkeerkaart van de gemeente Nijmegen zijn.

     

Artikel 8 BESTUURDERS EN PASSAGIERS.

Voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats komen in beginsel in aanmerking bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij -met gebruikelijke loophulpmiddelen- in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter dan wel 300 meter aan een stuk te voet te overbruggen. Tevens dient men in het bezit te zijn van een geldige Europese dan wel Gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder

Naast in de voorgaande artikelen vermelde criteria geldt voor passagiers die een gereserveerde gehandicapten parkeerplaats aanvragen nog het volgende.

Indien uit oogpunt van verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer het niet mogelijk is dat de bestuurder van het motorvoertuig in de directe omgeving van de woning van de gehandicapte passagier kan stoppen om deze te ondersteunen bij het in- uitstappen en zo nodig te begeleiden naar zijn / haar woning wordt een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats toegekend, mits voldaan is aan de toetsingscriteria voor bestuurders. Daarnaast moet uit een recent aanvullend onafhankelijk medisch onderzoek blijken dat de passagier niet een zeer korte termijn alleen kan worden gelaten. Dit onafhankelijk medisch onderzoek mag niet langer dan een jaar na aanvraag van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats hebben plaatsgevonden.

 

Artikel 9 VERKEERSBESLUIT.

Het inrichten van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats geschiedt door middel van het nemen van een verkeersbesluit, zoals genoemd in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer. Hier staat een aparte bezwaarperiode voor open met een schorsende werking van de aanvraagprocedure voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

 

Artikel 10 AANLEG GERESERVEERDE GEHANDICAPTENPARKEERPLAATS.

Een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestaat uit de volgende voorzieningen

  • i.

    een verkeersbord E6 van bijlage I van het RVV 1990;

  • ii.

    OB309 onderbord op één kenteken;

  • iii.

    Kruismarkering op het wegdek.

     

Artikel 11 PARKEERDRUKONDERZOEK

  • 1.

    Een onderzoek naar de parkeerdruk wordt gemeten op ten minste zes dagen, op verschillende tijden, waarvan minimaal twee metingen in de avonduren plaatsvinden, twee metingen overdag en twee metingen in het weekend, waarbij rekening wordt gehouden met de parkeerdruk tijdens openingstijden, indien er sprake is van de aanwezigheid van meerdere winkels.

  • 2.

    Wanneer minimaal een maal niet binnen de gestelde maximale loopafstand geparkeerd kan worden, kan worden vastgesteld dat de parkeerdruk hoog is.

  • 3.

    De indicatie voor de gehandicaptenparkeerkaart bepaalt de te meten afstand tijdens het parkeerdrukonderzoek.

  • 4.

    Deze indicatie mag niet ouder zijn vijf jaar.

  • 5.

    De resultaten van het parkeerdrukonderzoek worden vastgelegd in een rapport. Het rapport waarop de resultaten van het parkeerdrukonderzoek zijn weergegeven, dient door de betreffende ambtenaar gedateerd en ondertekend te worden.

  • 6.

    Indien het mogelijk is het betreffende voertuig van de aanvrager op eigen terrein te parkeren, dient van deze mogelijkheid gebruik te worden gemaakt

     

Artikel 12 VERKEERSVEILIGHEID.

  • 1.

    Geen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt ingesteld indien uit het advies van de verkeerskundige blijkt dat dit een negatief effect heeft op de doelmatigheid, doorstroming en verkeersveiligheid van de weg.

  • 2.

    Aan het onderbord OB309 kan uit oogpunt van het doelmatig gebruik van de weg beperkingen worden opgelegd.

     

Artikel 13 KOSTEN VAN DE GERESERVEERDE GEHANDICAPTENPARKEERPLAATS.

De kosten die voortvloeien uit de aanvraag en plaatsing van de borden E6 en OB309 van bijlage I, behorende bij het RVV 1990, en de kruismarkeringen alsmede inrichting van de parkeerplaats worden voor de helft verhaald op degene of degenen ten behoeve van wie deze borden geplaatst worden.

 

Artikel 14 ANDERE BEPERKINGEN

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar hun oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor de aanvrager kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels. Voorwaarden daarbij zijn dat de aanvrager medewerking verleend aan een geneeskundig onderzoek en dat het belang van de aanvrager van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zwaarder weegt, dan het algemeen belang om de betreffende parkeerruimte voor een ieder beschikbaar te houden.

 

HOOFDSTUK C. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 15 INWERKINGTREDING.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

 

Artikel 16 CITEERTITEL.

Deze beleidsregels worden aangehaald als:

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Nijmegen.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders in de vergadering van 12 mei 2015.

 

College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,

 

De Gemeentesecretaris,

drs. B. van der Ploeg

 

De Burgemeester,

drs. H.M.F. Bruls

 

Toelichting op de beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Nijmegen.

De beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Nijmegen vinden hun grondslag in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

Artikel 2.

Artikel 2 regelt de aanvraagprocedure voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. De aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken dient schriftelijk aangevraagd te worden. Het formulier dient geheel ingevuld te zijn en voorzien te zijn van een handtekening. Bij het formulier dient naast een kopie van de gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder en of passagier onder andere een kopie van het bewijs van kentekenhouderschap bijgevoegd te worden. Dit ter controle dat de aanvrager houder is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder en in het bezit is van een motorvoertuig op meer dan twee wielen.

Artikel 3.

De aanvrager wordt, indien hij niet alle verplichte bijlagen heeft aangeleverd bij het schriftelijk verzoek tot het aanvragen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van twee weken, na een schriftelijke danwel mondelinge mededeling aan het adres van de aanvrager, de ontbrekende stukken aan te leveren.

Artikel 4.

Dit artikel bepaalt de afhandeltermijn van een aanvraag tot het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats.

Artikel 5.

Een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt in ieder geval geweigerd als de aanvrager in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart, die niet langer dan één jaar geldig is op het moment van het indienen van een aanvraagformulier zoals genoemd in artikel twee. Indien de aanvrager enkel in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier gelden extra aanvullende voorwaarden en medische onderzoeken zoals opgenomen in artikel 9. Indien op basis van het bestemmingsplan het parkeren in de voortuin is toegestaan zal de aanvraag tevens worden geweigerd.

Artikel 6.

De intrekkingsgronden zoals bepaald in artikel zes worden verankerd in het te nemen verkeersbesluit voor de betreffende gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

Artikel 7.

Enkel aanvragers in het bezit van een Europese of Gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart voor een bestuurder met een geldigheid van langer dan een jaar op het moment van aanvraag worden ontvankelijk verklaard en derhalve in behandeling genomen.

Artikel 8.

Dit artikel bepaalt wie in aanmerking komt voor een Europese of Gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart. Dit zijn in beginsel bestuurders in het bezit van een Europese of Gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder.

Indien de aanvrager enkel in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor een passagier gelden aanvullende voorwaarden. Zo dient middels een aanvullend medisch onderzoek aangetoond te worden dat de passagier niet voor een zeer korte periode alleen gelaten kan worden. Daarnaast moet door een verkeerskundig onderzoek aangetoond worden dat de doorstroming van het verkeer en de verkeersveiligheid in het geding zijn indien de bestuurder voor of in de directe omgeving van de woning stopt om de passagier naar de woning te begeleiden.

Artikel 9.

Voor het instellen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is een verkeersbesluit zoals genoemd in artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen (BABW) inzake het wegverkeer noodzakelijk. Hierbij zal tevens advies worden ingewonnen bij de korpschef van de politie-eenheid Oost Nederland, district Gelderland-Zuid.

Artikel 10.

Dit artikel regelt de wijze van fysieke realisatie van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

Artikel 11.

Bij het parkeerdrukonderzoek zullen ten minste twee metingen plaatsvinden in de avonduren, twee metingen overdag en twee in een weekend. Hierbij zal rekening worden gehouden met spitsuren van het parkeren en, indien aanwezig, met de openingstijden van winkels, scholen en bijvoorbeeld medische voorzieningen. De binnen dit gebied geparkeerde auto van de aanvrager telt daarbij mee als vrije parkeerplaats.

Indien bij ten minste een van de zes metingen blijkt dat binnen een straal van 100 meter, of een kleinere afstand zoals in het medisch advies is vastgelegd door de keurende instantie, dan wel binnen 300 meter, niet kan worden geparkeerd met het voertuig van de aanvrager, kan worden vastgesteld dat de parkeerdruk ter plaatse te hoog is en kan in een gereserveerde plaats worden voorzien, mits lid 5 niet aan de orde is.

Indien bij de indicatie voor de gehandicaptenparkeerkaart door de keurende instantie is aangegeven dat de aanvrager meer of minder dan honderd meter, dan wel driehonderd meter kan overbruggen, wordt bij de meting als bedoeld in het tweede lid, uitgegaan van de in het

keuringsrapport aangegeven maximum overbrugbare loopafstand.

Indien een indicatie ouder is dan vijf jaar dient de aanvrager opnieuw gekeurd te worden, tenzij duidelijk uit deze indicatie blijkt dat de aanvrager nooit meer gekeurd hoeft te worden.

De kosten van deze eventuele noodzakelijke keuring, komen voor rekening van de aanvrager.

Het formulier geeft de resultaten van het onderzoek gespecificeerd aan door per dag, tijd en plaats het aantal vrije beschikbare plaatsen weer te geven. Het formulier wordt door de betreffende ambtenaar gedateerd en ondertekend met naam en handtekening aangeleverd.

Indien zowel op grond van het bestemmingsplan, als op grond van beeldkwaliteit, als op grond van verkeersveiligheid voortuin parkeren is toegestaan én indien het eigen terrein van de aanvrager geschikt is of geschikt te maken is voor het parkeren in de voortuin, dient van

deze mogelijkheid gebruik te worden gemaakt. De kosten van de inritvergunning komen voor rekening van de aanvrager.

Artikel 12.

Dit artikel bepaalt de criteria op basis waarvan besloten kan worden niet tot de fysieke realisatie van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken over te gaan. Indien fysieke realisatie op de gewenste locatie onmogelijk is zal dit gemotiveerd worden door een verkeerskundige.

Artikel 13.

Dit artikel regelt de betaling van de aanvraag van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

Het totaal aan kosten is opgebouwd uit de volgende kwalitatieve elementen:

de aanvraagprocedure en het parkeerdrukonderzoek;

de aanleg van de gereserveerde gehandicapten parkeerplaats bestaande uit het E6 Bord, het OBOB309 onderbord, de flessenpaal en de kruismarkering;

een kentekenwissel;

het verwijderen van de plaats als deze niet meer nodig is.

Het tarief voor de aanleg van de gereserveerde gehandicapten parkeerplaats komt na het optellen van de bovenstaande kwalitatieve elementen op €485,22 Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd en voor de helft worden verhaald op de degene of degenen ten behoeve van wie de bovengenoemde elementen geplaatst worden.