Organisatie | Dinkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels kapbeleid 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels kapbeleid 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-09-2015 | Correctieblad met publicatiedatum toegevoegd | 22-09-2015 | I15.045094 |
Het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland,
dat op grond van de in zijn gemeente geldende Kapverordening en/of bestemmingsplannen in nader aangegeven gevallen een omgevingsvergunning is vereist voor het vellen van houtopstanden;
dat hierna, in deze beleidsregels, wordt aangegeven in welke gevallen in beginsel een omgevingsvergunning wordt verleend en in welke gevallen een vergunning in beginsel wordt geweigerd;
dat in deze beleidsregels ook wordt aangegeven welke voorschriften in elk geval aan een omgevingsvergunning worden verbonden;
dat in artikel 4:20e van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat indien in een wettelijk voorschrift of een beleidsregel is bepaald dat in een beschikking steeds bepaalde voorschriften worden opgenomen, deze ook deel uitmaken van de beschikking van rechtswege;
dat deze beleidsregels niet afdoen aan eventuele meldings- en herplantverplichtingen op grond van de Boswet;
Gelet op de Kapverordening Dinkelland 2015 (hierna: kapverordening), op de bestemmingsplannen waarin is voorzien in het vereiste van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden en de artikelen 4:20e, 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 3. Voorschriften te verbinden aan vergunning voor het vellen van solitaire bomen
Aan een omgevingsvergunning voor het vellen van bomen in verband met een project dat ook betrekking heeft op andere omgevingsvergunningplichtige activiteiten, wordt als voorschrift verbonden:
-Van deze vergunning mag pas gebruik gemaakt worden als de voor het project vereiste omgevingsvergunning geheel is verleend en van kracht is geworden.
Artikel 4. Landschapselementen binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom
In beginsel wordt vergunning verleend voor het vellen van een landschapselement binnen een bebouwde kom:
- indien en voor zover zwaarwegende bedrijfsbelangen zich verzetten tegen behoud van een landschapselement;
- indien en voor zover belangen met betrekking tot de aanleg of verbetering infrastructurele werken van openbaar belang of de verkeersveiligheid zich verzetten tegen behoud van het landschapselement;
- indien en voor zover verwijdering noodzakelijk is met het oog op de realisering van een bestemmingsplan, dat rechtskracht heeft.
In beginsel wordt vergunning verleend voor het vellen van een landschapselement buiten een bebouwde kom:
- indien het landschapselement op de in artikel 3, zesde lid, van de kapverordening bedoelde indicatieve kaart, is aangegeven als landschapselement dat niet typerend is voor het ter plaatse aanwezige landschap, tenzij er overduidelijk sprake is van een foute vermelding op de kaart;
- indien het gaat om een erfbos binnen een agrarisch huisperceel waarbij zeer zwaarwegende bedrijfsbelangen zich verzetten tegen behoud van dat erfbos;
- indien zwaarwegende belangen met betrekking tot de aanleg of verbetering infrastructurele werken van openbaar belang of met betrekking tot de verkeersveiligheid zich verzetten tegen behoud van het landschapselement;
- indien zwaarwegende belangen met betrekking tot planmatige verkaveling zich verzetten tegen het behoud van het landschapselement.
In beginsel wordt vergunning verleend voor het gedeeltelijk vellen (rooien) van een landschapselement voor zover het betreft de ondergroei van hoog opgaande bomen langs voor openbaar verkeer openstaande verharde wegen indien:
- deze ondergroei binnen 4 jaar na een cyclisch onderhoud binnen 60 cm van de rijbaan reikt; aanwezige graskeien worden tot de rijbaan gerekend.
Artikel 5. Voorschriften te verbinden aan een vergunning voor het vellen van landschapselementen
Aan de vergunning voor het vellen van landschapselementen buiten de bebouwde kom wordt steeds als voorschrift verbonden:
- Compensatie dient plaats te vinden volgens een bij de aanvraag gevoegde compensatieplan dat is goedgekeurd door of namens burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders toetsen het compensatieplan aan de beleidsnota “Casco-benadering in Noordoost-Twente” en de bij die nota behorende “Richtlijnen objectivering casco Noord-Oost Twente”.
Aan een omgevingsvergunning voor het vellen van landschapselementen in verband met een project dat ook betrekking heeft op andere omgevingsvergunningplichtige activiteiten, wordt als voorschrift verbonden:
- Van deze vergunning mag pas gebruik gemaakt worden als de voor het project vereiste omgevingsvergunning geheel is verleend en van kracht is geworden.
Artikel 6. Aanvullend voorschrift bij een herplant- of compensatieverplichting
Indien aan een vergunning een herplant- of compensatieverplichting is verbonden, worden steeds ook navolgende voorschriften aan de vergunning verbonden:
Artikel 7. Anderszins teniet gaan van houtopstanden
Deze beleidsregels vinden overeenkomstige toepassing met betrekking tot het opleggen van een herplantplicht op grond van artikel 6 van de kapverordening, als een houtopstand is teniet gegaan door een toeval - dus anders dan door (een niet vergunde) velling.