Organisatie | Oostzaan |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015 |
Citeertitel | gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE ‘BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN OOSTZAAN 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-07-2015 | nieuwe regeling | 29-06-2015 Gemeenteblad, 17 juli 2015 | * |
De raad der gemeente Oostzaan,
gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en);
gelet op artikel 90 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit: vast te stellen de volgende
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) Oostzaan 2015
De verordening verstaat onder:
begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats gelegen achter de Nederlands Hervormde Kerk. Kerkbuurt 12 te Oostzaan
particulier graf : een graf, urnengraf , kindergraf of urnennis daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
-het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;
-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
algemeen graf : een graf waarbij geen uitsluitend recht is verleend (max 10 jaar)
urn : een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
asbus : een bus ter berging van as van een overledene;
verstrooiingsplaats : een plaats waarop as wordt verstrooid;
grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaat of gedenkplaats;
gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken;
college: college van burgemeester en wethouders van Oostzaan;
beheerder : de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.
rechthebbende : degene die zeggenschap heeft over het particuliere graf.
stoffelijk overschot: lijk als bedoeld in artikel 2 eerste lid onder a van de Wet op de lijkbezorging.
grafakte: het schriftelijke besluit waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening namens het college grafrecht wordt verleend.
Onderhoud begraafplaats: het algemene onderhoud van de begraafplaats wordt afgekocht of jaarlijks verrekend via de gemeentelijke belastingen.
De begraafplaats is dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.
Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden afgesloten.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Degene, die wil doen begraven, as doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 14, tweede lid.
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Het college kan bij nader vast te stellen regels bepalen hoeveel stoffelijke overschotten en hoevebussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging( 10 jaar).el as
In de algemene graven kunnen maximaal 2 stoffelijke overschotten worden begraven.
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal tien en maximaal twintig jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven.
Het voor bepaalde termijn verleende recht wordt op verzoek, mits gedaan binnen 1 jaar voor het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid, telkens verlengd, met dien verstande dat het college kan bepalen dat een periode van verlenging niet korter is dan vijf jaar en niet langer is dan twintig jaar. Bij verlenging van de grafrechten en afkoop onderhoud van de begraafplaats gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.
Zodra samenvoegen van overblijfselen uit de eerste of tweede verdieping van particuliere graven, die in het verleden voor onbepaalde tijd zijn uitgegeven, nodig is zodat er ruimte gaat ontstaan voor (twee) nieuwe grafruimten, vervalt het karakter van onbepaalde tijd (conform brief d.d. 8 juli 1981, verzonden aan alle rechthebbenden van een graf voor onbepaalde tijd). Op dat moment gaat het grafrecht van 20 jaar in. Bij verlenging van dit grafrecht (na die 20 jaar) gelden de op dat moment vastgestelde tarieven.
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. . Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht en algemeen onderhoud Begraafplaats. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Achter de grafsteen mogen geen vazen , potten of gieters bewaard worden. Deze worden door de beheerder verwijderd.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, die bij de uitvoering van de in het vorige lid bedoelde onderhoudswerkzaamheden aan grafversieringen ontstaat buiten de schuld van het gemeentepersoneel. Voor schade aan grafbedekkingen, beplanting of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, stelt de gemeente zich nimmer aansprakelijk.
Het voornemen van het college om een algemeen- respectievelijk particulier graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het betreffende graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden respectievelijk rechthebbenden gebracht, tenzij het adres van de belanghebbende dan wel rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maakt het college het voornemen tot ruimen uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief bekend, tenzij door een rechthebbende reeds afstand is gedaan van het recht.
De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze overblijfselen te verzamelen om deze opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Oostzaan 2002 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Deze verordening treedt op een nader door het college te bepalen dag in werking, met ingang van welke datum de bestaande Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Oostzaan 2002 (in werking getreden op 2-1-2002) vervalt.
Deze verordening treedt in werking acht dagen na bekendmaking.