Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Wormerland 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele inkomenstoeslag |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Soza |
Geen
Participatiewet, art. 36 lid 2
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2015 | 01-10-2015 | nieuwe regeling | 21-09-2015 Gemeenteblad, 7 Oktober 2015 | * |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen over het beleid ten aanzien van de individuele inkomenstoeslag zoals bedoeld in de Participatiewet artikel 36 lid 2;
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Wormerland 2015.
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
wettelijk minimumloon: het minimumloon per maand als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag of, indien het een werknemer jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand als bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet.
Artikel 2. Voorwaarden bij aanvraag individuele inkomenstoeslag
In aanvulling op het vorig lid onder b. moet ten minste zestien sollicitaties worden overgelegd aan het college die in overeenstemming zijn met het opleidingsniveau en arbeidsverleden van de belanghebbende. De sollicitaties hebben plaatsgevonden in een periode van twee maanden voorafgaande aan de aanvraag.
Een aanvraag wordt overeenkomstig deze beleidsregels afgehandeld, tenzij dat voor belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Aldus besloten in de openbare zitting van het college, gehouden op 29 september 2015
de burgemeester, de wethouder,
P.C. Tange K. van Waaijen
In de Verordening individuele inkomens-, en studiestoeslag 2015 van de gemeente Wormerland, artikelen 3 en 7, staan opgenomen dat nadere beleidsregels gesteld kan worden aan het begrip “omstandigheden” zoals bedoeld in artikel 36 lid 2 van de Participatiewet. In deze beleidsregel wordt daaraan uitvoering gegeven.
Uitgangspunt is dat de belanghebbende c.s. alles moet hebben gedaan wat in zijn vermogen ligt om tot inkomensverbetering te komen. Wat precies het ‘vermogen’ is hangt af van de persoonlijke situatie van de belanghebbende. Rekening wordt gehouden met zijn/haar krachten en bekwaamheden en of hij/zij in relatie tot deze krachten en bekwaamheden voldoende inspanningen heeft geleverd om tot inkomensverbetering te komen.
Om de inspanningen meetbaar te kunnen maken zijn criterium opgesteld. De belanghebbende moet aan een aantal voorwaarden voldoen:
Ingeschreven staan bij UWV als werkzoekende
Iedereen die werk zoekt en een uitkering ontvangt is verplicht om ingeschreven te staan bij het UWV als werkzoekende. Ook als er geen uitkering wordt ontvangen, dan is de eerste stap naar werk een inschrijving bij een arbeidsbemiddelingsbureau.
Een risico voor de uitvoering van de wet, is dat de groep niet-uitkeringsgerechtigde met verschillende soorten verklaringen komt van uitzendbureaus. Dit maakt het lastig voor de uitvoering om het te controleren. Daarom is gekozen voor één soort inschrijving: bij het UWV WERKbedrijf.
Om te beoordelen of de belanghebbende serieuze pogingen onderneemt om zijn inkomenspositie te verbeteren wordt van de belanghebbende verwacht dat hij/zij ten minste 16 sollicitaties kan overleggen die zijn verricht in de afgelopen 2 maanden. Dit zijn 2 sollicitaties per week en is een minimale aantal dat verwacht mag worden als er serieus wordt gesolliciteerd. Vergelijk ook de bijstandsgerechtigde die de sollicitatieplicht heeft op grond van artikel 9 lid 1 van de wet en ten minste 4 sollicitaties moet kunnen overleggen per week.
Om uitvoerbaarheidsredenen is gekozen voor een kortere periode van 2 maanden. Dit aantal is te overzien bij uitvraag en controle op de bewijsstukken. De kwaliteit van de sollicitaties wordt gecontroleerd op basis van passendheid bij opleidingsniveau en arbeidsverleden van de persoon.
Is het door omstandigheden niet mogelijk om volledig werkzaam te zijn, dan wordt verwacht dat de belanghebbende maatschappelijk actief is om zijn steentje bij te dragen aan de samenleving.
De maatschappelijk activiteiten moeten de gebruikelijke zorgtaken overstijgen.
Aantoonbaar niet in staat tot werken of maatschappelijke deelname
Een fysieke of psychische omstandigheid die in de weg staat om te werken of te solliciteren, moet worden aangetoond door middel van een arbeidsdeskundig advies, tenzij de belanghebbende een IVA-uitkering heeft op grond van de WIA (volledige WAO). Om de kwaliteit van het arbeidsdeskundig advies te waarborgen is het noodzakelijk dat de mate van arbeidsinspanning en mogelijke belemmeringen door een onafhankelijke specialist wordt gegeven anders dan de behandelende medische deskundigen. De belanghebbende is zelf verantwoordelijk voor de kosten van het advies.
Er kunnen dringende omstandigheden zijn die ook maatschappelijke deelname verhinderen, zoals: het volgen van een opleiding, tijdelijke ziekte, et cetera.
Aantoonbaar lagere verdiencapaciteit
Hierbij wordt nog extra ingegaan op de krachten en bekwaamheden van de persoon. Als de belanghebbende een volledige werkweek heeft van ten minste 32 uur per week, maar niet in staat is om maandelijks het wettelijk minimum loon of meer te verdienen, dan kan er sprake van een lagere verdiencapaciteit. Dit kunnen personen zijn met een arbeidsbeperking per uur, die niet volledig productief zijn.