Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening ter uitvoering van de Landsverordening grondslagen Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning (P.B. 1976, no. 195) |
Citeertitel | Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning St. Eustatius |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Sint Eustatius (AB 2010, no. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Sint Eustatius van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door de regeling te zoeken op 09-10-2010.
Met ingang van de datum waarop deze Eilandsverordening in werking treedt, wordt de Bouw- en Woningverordening gewijzigd (P.B. 1935, no. 64).
Verzamelverordening regelingenbestand Sint Eustatius
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
01-10-1992 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 16-12-1991 A.B. 1991, no. 2 | onbekend |
Deze Eilandsverordening verstaat onder:
- Landsverordening: de Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning (P.B. 1976, no. 195);
- Ontwikkelingsplan: een plan dat de op langere termijn na te streven ontwikkelingen van het daarin begrepen gebied aangeeft;
- Bestemmingsvoorschriften: voorschriften die met het oog op een goede ruimtelijke ontwikkeling nader ingaan op de doeleinden waarvoor bepaalde gedeelten van het Eilandgebied mogen worden gebruikt;
- Bouwwerk: elke constructie van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
- Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanten omsloten ruimte vormt;
- Slopen: het afbreken van een bouwwerk of van een gedeelte daarvan;
- Bestuurskantoor: het kantoor van het Eilandsbestuur, te Oranjestad;
- Verkavelen: het verdelen van een terrein dat zich in één hand bevindt, in twee of meer kavels voor bebouwingsdoeleinden.
Het Bestuurscollege stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het Eilandgebied en met het oog op de totstandkoming van ontwikkelingsplannen een onderzoek in naar de bestaande toestand en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkeling van het Eilandgebied.
Voordat een ontwerp-ontwikkelingsplan ter inzage wordt gelegd, houdt het Bestuurscollege op een door hem te bepalen plaats een openbare hoorzitting, waarop het voorontwerp wordt gepresenteerd en de aanwezigen in de gelegenheid worden gesteld hun mening over het voorontwerp kenbaar te maken. Het Bestuurscollege kan zich doen bijstaan door ter zake deskundigen.
Indien geen bezwaar is ingediend, beslist de Eilandsraad binnen zestig dagen na afloop van de in artikel 5, eerste lid, genoemde termijn omtrent de vaststelling van het ontwerp-ontwikkelingsplan. Indien conform artikel 5, vierde lid, bezwaar is ingediend, wordt deze termijn met zestig dagen verlengd.
De bestemmingvoorschriften kunnen bepalingen inhouden dat het verboden is binnen een bij het plan aangegeven gebied bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het Bestuurscollege (aanlegvergunning). Aan een dergelijke vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.
Het verzoek om een aanlegvergunning wordt schriftelijk ingediend bij het Bestuurscollege. De verzoeker is verplicht alle inlichtingen te verschaffen en bescheiden te overleggen die nodig zijn om het verzoek te kunnen beoordelen. Het Bestuurscollege neemt binnen zestig dagen na ontvangst van het verzoek een beslissing. Deze beslissing wordt schriftelijk aan de verzoeker medegedeeld.
Het Bestuurscollege houdt de beslissing aan, indien er geen grond is de vergunning te weigeren en voor het gebied, waarin het werk of de werkzaamheid zal worden uitgevoerd, voordat de aanvraag is binnengekomen, een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 16 is genomen dan wel een ontwerp-ontwikkelingsplan of een ontwerp-herziening van een vastgesteld ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd.
Tegen het besluit tot het verlenen van een voorwaardelijke vergunning, tot weigering van de vergunning of tot aanhouding van de beslissing op de vergunningsaanvraag, kan de aanvrager binnen dertig dagen na de dag waarop het afschrift van het besluit is verzonden bij de Eilandsraad beroep instellen. Gelijke bevoegdheid heeft de aanvrager indien het Bestuurscollege niet binnen de in het derde lid gestelde termijn heeft beslist of indien de vergunning wordt ingetrokken.
Bij het voorbereidingsbesluit kunnen voorschriften worden gegeven ten aanzien van het bouwen, het uitvoeren van andere werken of werkzaamheden in, op of boven de daarin begrepen grond alsmede ten aanzien van het gebruik van die grond en de zich daarop bevindende opstallen. Deze voorschriften worden slechts gesteld voor zover dat noodzakelijk is om te voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een daaraan bij het plan te geven bestemming.
Het voorbereidingsbesluit vervalt indien niet binnen een jaar na de dagtekening daarvan*het ontwerp-ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd. Het Bestuurscollege kan het voorbereidingsbes lui t met ten hoogste een half jaar verlengen. Het tweede en het vijfde lid zijn op een dergelijke verlenging van overeenkomstige toepassing.
De bestemmingsvoorschriften bevatten bepalingen ten aanzien van het behoud van bestaande bouwwerken en de voortzetting van het bestaande gebruik van de grond en de bouwwerken, een en ander naar de toestand op het tijdstip van t er inzage legging van het voorbereidingsbesluit dan wel van het ontwerp-ontwikkelingsplan.
De bestemmingsvoorschriften geven waarborgen ten aanzien van gedeeltelijke vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken of, indien deze door een calamiteit worden verwoest, gehele vernieuwing van die bouwwerken, mits de afwijking van de bestemmingsvoorschriften niet wordt vergroot en de vergunning voor herbouw van het door de calamiteit verwoeste bouwwerk binnen een termijn van drie jaar wordt aangevraagd.
Indien een belanghebbende ten gevolge van de bestemmingsvoorschriften schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen, wordt hem op zijn verzoek door het Bestuurscollege een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding uit de eilandskas toegekend.
Het Bestuurscollege is bevoegd op kosten van de overtreder te doen wegnemen, beletten of verrichten of in vorige toestand herstellen datgene wat in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze Eilandsverordening is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen, weggelaten, beschadigd of weggenomen.
Behalve in spoedeisende gevallen maakt het Bestuurscollege van deze bevoegdheid geen gebruik, dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd en hem de gelegenheid is gegeven om binnen een termijn van ten hoogste zestig dagen de toestand in overeenstemming te brengen met het bij of krachtens deze Eilandsverordening bepaalde.
Het Bestuurscollege draagt de ambtenaren van het Eilandgebied St. Eustatius, die belast worden met het toezicht op de naleving van deze Eilandsverordening, voor aan de Gouverneur, opdat zij overeenkomstig artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen kunnen worden aangesteld en beëdigd als opsporingsambtenaar.
Gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar na de inwerkingtreding van de Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning St. Eustatius geldt voor gebieden waarvoor geen voorbereidingsbes luit als bedoeld in artikel 16 is genomen of geen ontwerp—ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd danwel een ontwikkelingsplan is vastgesteld, een overgangsregeling voor het verkavelen van grond overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 22 tot en met 28.
Het Bestuurscollege onthoudt in ieder geval zijn goedkeuring aan het ontwerp-verkavelingsplan indien:
de voorgenomen bebouwing uit een oogpunt van het algemeen belang ernstig bezwaar zou opleveren wegens onvoldoende aansluiting aan bestaande bebouwing of wegens het ontbreken van de noodzakelijke openbare voorzieningen, terwijl daarin redelijkerwijs niet op korte termijn of slechts tegen onevenredig hoge kosten is te voorzien.
Het Bestuurscollege is bevoegd de nodige aanvullingen op en wijzigingen van het ontwerp-verkavelingsplan te verlangen en aan de goedkeuring voorwaarden te verbinden in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling. Bij niet aanbrengen van deze aanvullingen en wijzigingen kan het Bestuurscollege aan het ontwerp-verkavelingsplan zijn goedkeuring onthouden.
Indien het verkavelingsplan voorziet in de aanleg van een of meer nieuwe wegen of in de verbreding van een of meer bestaande wegen, wordt de goedkeuring slechts verleend indien is verzekerd dat de voor deze wegen bestemde grond om niet aan het Eilandgebied in eigendom wordt overgedragen. Bij het verkavelingsplan kan worden bepaald, dat de overdracht geschiedt, nadat de weg (wegen) is (zijn) aangelegd overeenkomstig de door het Eilandgebied ter zake te stellen eisen.
Voor zover in een goedgekeurd verkavelingsplan bepalingen ten aanzien van de gevelrooilijnen zijn opgenomen die niet overeenstemmen met de bepalingen ten aanzien van de gevelrooilijnen in de Bouw- en Woningverordening 1984, blijven de bepalingen van de Bouw- en Woningverordening 1984 buiten toepassing.
Tegen het besluit van het Bestuurscollege kunnen de aanvrager alsmede belanghebbenden die conform artikel 23, zesde lid. bezwaren hebben ingediend, binnen de in het derde lid genoemde termijn van dertig dagen bij de Eilandsraad beroep instellen. Artikel 12, negende en tiende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Met ingang van de datum waarop deze Eilandsverordening in werking treedt, wordt de Bouw- en Woningverordening 1984 (P.B. 1935, nr. 64, zoals gewijzigd) als volgt aangepast:
aan het slot van artikel 22 wordt een achtste omstandigheid toegevoegd, luidende:"8. dat het bouwplan in strijd is met de bestemmingsvoorschriften van een ontwikkelingsplan, dan wel de voorschriften behorende bij een goedgekeurd verkavelingsplan waarin de bij de aanvraag betrokken grond is begrepen."
na artikel 22 wordt toegevoegd een nieuw artikel 22a luidende:
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 21 en 22 houdt het Bestuurscollege de beslissing aan, indien er geen grond is de vergunning te weigeren en voor het gebied waar het bouwwerk zal worden opgericht, voordat de aanvraag is ingediend, een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 16 van de Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning St. Eustatius is genomen, dan wel een ontwerp-ontwikkeiingsplan of een ontwerp-herziening van een ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd.
Alle maatregelen getroffen op grond van de Bouw— en Woningverordening 1984 blijven van kracht, behoudens intrekking of wijziging daarvan door het gezag dat volgens deze verordening daartoe bevoegd is. Onder deze maatregelen worden mede verstaan de op basis van paragraaf 10 van de Bouw- en Woningverordening 1984 tot stand gekomen verkavelingsplannen.