Organisatie | Zandvoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2016 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Bijlage 1 Parkeerverordening Zandvoort 2016 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-08-2018 | Wijziging Bijlage 1 | 24-07-2018 | 2018/321522 | ||
05-06-2018 | 24-08-2018 | Wijziging bijlage 1 | 15-05-2018 | 2018/235480 | |
01-11-2015 | 05-06-2018 | nieuwe regeling | 22-09-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 06-10-2015 | Z2015-000863 |
De raad van de gemeente Zandvoort:
Gelezen het raadsvoorstel van het college van burgemeester en wethouders te Zandvoort van 18 augustus 2015;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
In te trekken overeenkomstig artikel 9.2 de Parkeerverordening 2013-3, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad op 24 september 2013, gepubliceerd in de Zandvoortse Courant d.d. 3 oktober 2013, inwerkingtreding op 4 oktober 2013.
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2016, ook te noemen Parkeerverordening 2016.
Afdeling I. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep;
een al dan niet commerciële organisatie (bijvoorbeeld zorginstellingen, politiediensten, onderwijsinstellingen, hulpverleners, artsen en verloskundigen), die hieraan door het College van Burgemeester en Wethouders is gelijkgesteld, met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één bedrijf en één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, hetzij het tegendeel wordt aangetoond;
Belanghebbendenparkeerplaats: parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
Forensenbelasting: belasting in de zin van artikel 223 Gemeentewet die geheven kan worden van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er gedurende het belastingjaar meer dan negentig malen nachtverblijf houden, anders dan als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of bejaarden, of er op meer dan negentig dagen van dat jaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden;
Houder van een motorvoertuig: degene die beschikt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs van het desbetreffende motorvoertuig, met dien verstande dat degene die blijkens een leaseovereenkomst gebruikmaakt van een leaseauto, of degene die – gelet op de inhoud en de strekking van de arbeidsovereenkomst tussen de aanvragen en zijn werkgever, en een verklaring van het gebruik – gebruikmaakt van een door de werkgever beschikbaar gestelde auto, geacht wordt over een op zijn naam gesteld kentekenbewijs te beschikken. Als kentekenbewijs wordt mede aangemerkt: een op naam afgegeven verzekeringsbewijs van een niet-kentekenplichtig motorvoertuig;
Hulpverlener: persoon die anders dan bij wijze van woon/werkverkeer beroepsmatig gebruik maakt van een motorvoertuig vanwege werkzaamheden vanuit een professionele zorg- of hulpinstelling en in overwegende mate zorg of hulp verleent in delen van de gemeente Zandvoort waar betaald parkeren is ingevoerd;
Parkeergelegenheid op eigen terrein (poet): een stallingsplaats bestemd voor motorvoertuigen gelegen buiten de openbare weg, waarvan in een bouwvergunning, dan wel omgevingsvergunning, dan wel een bestemmingsplan, dan wel een huur- of koopovereenkomst, dan wel de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze is bedoeld als parkeergelegenheid voor de opstallen waarin de woning of het Bedrijf is gevestigd, waar een parkeervergunning voor wordt aangevraagd.
Parkeerschijf: parkeerschijf die voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in Besluit Parkeerschijf zoals gepubliceerd in de Staatscourant op 15 december 1997, waarbij sprake dient te zijn van de omstandigheid dat de schijf uitsluitend handmatig ingesteld kan worden en uitsluitend handmatig gedraaid kan worden.
Parkeervergunning: een door het College op grond van deze verordening verleende vergunning, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerplaatsen. Een parkeervergunning bestaat uit de bijbehorende brief en het uitneembare gedeelte dat als bewijs achter de voorruit van het motorvoertuig moet worden aangebracht;
Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Afdeling II. Aanwijzing weggedeelten en terreinen
In de bijlage I van deze verordening zijn de weggedeelten en terreinen aangegeven die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en de tijdstippen aangegeven waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.
De wijziging van de in de bijlage I van deze verordening aangegeven weggedeelten en terreinen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en de tijdstippen die in bijlage I van deze verordening zijn aangegeven waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan kan geschieden bij openbaar te maken besluit van het College.
Het College kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten en terreinen aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of uitsluitend bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.
Het College kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.
Het College kan op aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen.
De in het eerste lid bedoelde vergunning kan worden onderscheiden in:
Parkeerapparatuurplaatsvergunning (PAP-vergunning)
Een parkeerapparatuurplaatsvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, dan wel een Forensenbelasting betalende eigenaar is, van een zelfstandige woning, gelegen in een vergunninggebied met parkeerapparatuurplaatsen, voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.
Per zelfstandige woning kunnen maximaal twee parkeerapparatuurplaatsvergunningen worden verleend, tenzij beschikt wordt over een poet of een belanghebbendenparkeerplaats. In dat geval kan uitsluitend een parkeerapparatuurplaatsvergunning verleend worden aan de houder van een motorvoertuig die kan aantonen dat de vergunning verzocht wordt ten behoeve van een tweede door een bewoner van diezelfde zelfstandige woning gehouden motorvoertuig.
Bedrijfsvergunning met subcategorieën commerciële vergunning, functionele vergunning F1, F2, werknemersvergunning en parkeerkaarten
Een bedrijfsvergunning wordt verleend aan een bedrijf dat gevestigd is in een vergunninggebied met parkeerapparatuurplaatsen of een vergunningengebied voor Belanghebbendenplaatsen. Een bedrijfsvergunning wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van motorvoertuigen waar het bedrijf houder van is en uitsluitend verstrekt aan een bedrijf indien deze de noodzaak van het bedrijfsvoertuig voor de bedrijfsvoering in de nabijheid van het bedrijf in vergunningengebied op objectieve wijze heeft aangetoond, dan wel het bedrijf deugdelijk heeft kunnen onderbouwen dat zij bij het uitoefenen van hun activiteiten gebruik maken van een motorvoertuig en daar wezenlijk belang bij hebben.
Bedrijfsvergunning: Commerciële vergunning
Een bedrijfsvergunning subcategorie commerciële vergunning wordt verleend aan bedrijven waarvan de noodzaak voor het beschikken over een vergunning die geldt voor alle vergunningsgebieden op objectieve wijze is aangetoond.
Bedrijfsvergunning: Functioneel 1 en Functioneel 2
Een bedrijfsvergunning subcategorie functionele vergunning F1 wordt verleend aan instellingen die zich toeleggen op de thuiszorg.
Een bedrijfsvergunning subcategorie functionele vergunning F2 wordt verleend medische zorginstellingen en welzijnsinstellingen, personen die actief zijn in de vrijgevestigde beroepen, instellingen en personen in de medische sector, zorgsector waarvan de noodzaak voor het beschikken over een vergunning die geldt voor alle vergunningsgebieden op objectieve wijze is aangetoond.
Bedrijfsvergunning: Werknemersvergunning
Een bedrijfsvergunning subcategorie werknemersvergunning kan worden verleend aan een Werknemer die beschikt over een vast dienstverband van minimaal één jaar of onbepaalde tijd, ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden gedurende minimaal 8 uur per week bij een Bedrijf, dat gevestigd is binnen een vergunninggebied en de Werknemer volgens de inschrijving van de gemeentelijke basisadministratie woonachtig is op een adres dat gelegen is op minimaal 10 km afstand van de locatie waar het bedrijf is gevestigd. Genoemde afstand wordt gemeten met behulp van het programma Routenet.nl, gemeten met de kortste afstand voor een auto. Het College bepaalt het gebied en de tijden waarop een aan een Werknemer te verstrekken vergunning geldt.
Bedrijfsvergunning: Parkeerkaarten
Een parkeerkaart kan worden verleend aan een bedrijf of rechtspersoon waarvan de noodzaak voor het beschikken over de mogelijkheid van het parkeren van een motorvoertuig in een vergunninggebied op objectieve wijze is aangetoond. Een parkeerkaart kan worden verleend voor de duur van maximaal 24 uur, dan wel voor de duur van een week in het tariefgebied waarvoor de parkeerkaart is verleend.
Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per bedrijf worden verleend.
Belanghebbendenvergunning (BEL-vergunning)
Een belanghebbendenvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, dan wel een Forensenbelasting betalende eigenaar is, van een zelfstandige woning, gelegen in een vergunninggebied, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.
Per zelfstandige woning kan maximaal één belanghebbendenvergunningen worden verleend, tenzij beschikt wordt over een poet of een parkeerapparatuurplaatsvergunning, in dat geval kan uitsluitend een belanghebbendenvergunning verleend worden aan de houder van een motorvoertuig die kan aantonen dat de vergunning verzocht wordt ten behoeve van een tweede door een bewoner van diezelfde zelfstandige woning gehouden motorvoertuig.
Per zelfstandige woning in een vergunninggebied met belanghebbendenparkeerplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen kan één bezoekersvergunning worden verleend. Met deze vergunning kan in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven voor een maximale periode van 3 uur geparkeerd worden.
Een hotelvergunning wordt verleend aan de (rechts)persoon die in een vergunninggebied tegen betaling nachtverblijf biedt in onroerende zaken die daar krachtens het voor deze onroerende zaken geldende bestemmingsplan voor bestemd zijn dan wel mogen worden.
De hotelvergunning is bestemd om te worden benut voor het parkeren binnen het vergunninggebied waarvoor de hotelvergunning is verleend.
Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per (rechts)persoon worden verleend.
het aantal poet waarover de (rechts)persoon beschikt.
Een toeristenvergunning kan worden verleend aan de (rechts)persoon die in een vergunninggebied tegen betaling nachtverblijf biedt in onroerende zaken die daar krachtens het voor deze onroerende zaken geldende bestemmingsplan voor bestemd zijn dan wel mogen worden.
Het College bepaalt de aantallen vergunningen die per (rechts)persoon worden verleend.
De toeristenvergunning geldt uitsluitend voor die plaatsen en tijdstippen die door het College zijn bepaald.
Een toeristenvergunning kan worden verleend aan degene die in een vergunninggebied voor een geheel seizoen gerechtigd is tot het gebruik van een strandhuisje, welke beheerd wordt danwel ter beschikking gesteld wordt in verenigingsverband. Per strandhuisje kan maximaal één toeristenvergunning worden verleend.
Herstructureringsvergunning en bijzondere vergunningen
Een herstructureringsvergunning kan worden verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, dan wel Forensenbelasting betalende eigenaar is, van een zelfstandige woning gelegen in of buiten een vergunningengebied dan wel aan een bedrijf dat gelegen is in of buiten een vergunningengebied. Een herstructureringsvergunning kan worden verleend indien een gebied wordt getroffen door een toename van parkeerdruk die het gevolg is van ingrijpende herstructurerings-, herinrichtings- en andere werkzaamheden die gedurende een langere tijd plaatsvinden en die leiden tot meer of mindere mate van ontwrichting van de parkeerregulering binnen een vergunningengebied dan wel meer of mindere mate van ontwrichting van de parkeermogelijkheden op parkeerplaatsen buiten een vergunningengebied.
Het College bepaalt het aantal herstructureringsvergunningen die per bewoner en per bedrijf worden verleend.
De herstructureringsvergunning geldt in verband met een bepaald omschreven herstructurerings-, herinrichtings-, dan wel ander werk.
Het College is bevoegd bijzondere vergunningen uit te geven en daarvoor regels vast te stellen.
Bewonersvergunning (bewonersgebieden)
Een bewonersvergunning wordt verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is, of een Forensenbelasting betalende eigenaar is, van een zelfstandige woning, gelegen in de krachtens deze verordening aangewezen bewonersgebieden, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.
Het aantal te verlenen bewonersvergunningen is maximaal gelijk aan het aantal motorvoertuigen waar de bewoner(s) houder van is, tenzij beschikt wordt over een poet, in dat geval komt men niet in aanmerking voor de eerste bewonersvergunning.
Een bezoekerspas wordt verleend aan een bewoner van een zelfstandige woning, gelegen in de krachtens deze verordening aangewezen bewonersgebieden, met belanghebbendenparkeerplaatsen, voor het parkeren op belanghebbendenparkeerplaatsen.
Per zelfstandige woning kunnen maximaal 2 bezoekerspassen worden verleend. Met deze vergunning kan in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven voor een maximale periode van 3 uur geparkeerd worden.
Vergunningen worden verleend op kenteken. Het College kan besluiten vergunningen niet op kenteken te verlenen. Voor zover vergunningen niet op kenteken worden verleend, geldt dat het vergunningbewijs uitsluitend één keer per vergunningperiode wordt verstrekt en in geval van het in verband met bijzonder klemmende redenen voor een tweede keer verstrekken van het vergunningsbewijs, zal voor zover mogelijk het vergunningsbewijs op kenteken worden verstrekt.
Een vergunningbewijs voor een bezoekersvergunning en bezoekerspassen wordt uitsluitend eenmaal per jaar verstrekt.
Bewonersvergunningen of belanghebbendenvergunningen kunnen worden verleend aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning gelegen buiten een vergunninggebied, voor zover de woning gelegen is in het gebied dat omschreven is in bijlage 2 van deze verordening. Het College kan bij openbaar te maken besluit wijzigingen aanbrengen in het gebied zoals omschreven in bijlage 2.
Vergunningen voor het parkeren kunnen niet verleend worden aan een bewoner of een bedrijf die woonachtig is dan wel gevestigd is in de opstallen gelegen in het gebied dat bekend is als het Louis Davids Carré. Wel kunnen per woning twee Bezoekerspassen aangevraagd worden.
Afdeling IV. Aanvragen verleningen en weigeringen.
Het College kan nadere regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3. Totdat het College nadere regels heeft vastgesteld, gelden de nadere regels voor het aanvragen en verlenen van een vergunning zoals vastgesteld door het College krachtens de Parkeerverordening 2016.
Het College kan vergunningenplafonds vaststellen voor het aantal te verlenen vergunningen.
Het College kan wachtlijsten aanleggen voor de gebieden waar een vergunningenplafond geldt.
Het College kan nadere voorschriften verbinden aan de te verlenen vergunningen.
Het College beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.
Het College kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Een vergunning wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening.
Een vergunning wordt geweigerd indien het vergunningenplafond van het desbetreffende vergunninggebied is bereikt.
Indien een vergunning is geweigerd op grond van het feit dat het vergunningenplafond van het betrokken vergunninggebied is bereikt, wordt de aanvrager op een wachtlijst geplaatst.
De volgorde waarin de aanvrager op de wachtlijst wordt geplaatst, is de volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag.
Indien de aanvrager verhuist naar een ander vergunninggebied en direct voorafgaande aan de verhuizing over een vergunning beschikte of op een wachtlijst staat, is voor de volgorde tevens bepalend de datum waarop de vorige vergunning is verleend of de datum van eerdere plaatsing op de wachtlijst.
De aanvrager wordt van de wachtlijst verwijderd indien één van de volgende omstandigheden aan de orde is:
Indien de aanvrager het formulier voor het aanvragen van een vergunning niet naar waarheid heeft ingevuld, kan het College een volgende aanvraag voor een vergunning door de aanvrager gedurende maximaal een periode van twee jaar niet meer in behandeling nemen.
Afdeling V. Geldigheid vergunningen
Een vergunning wordt voor ten hoogste één jaar verleend en wordt in beginsel steeds stilzwijgend verlengd voor de periode waarvoor de vergunning verleend is, zolang is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening en de verschuldigde parkeerbelasting tijdig is voldaan.
Het College kan bepalen dat een vergunning voor bepaalde tijd wordt verleend zonder de mogelijkheid tot automatische verlenging.
Een vergunning bevat – voor zover van toepassing – in ieder geval de volgende gegevens:
Aan een vergunning worden – voor zover van toepassing – in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:
Een parkeervergunning geldt voor het parkeren van één motorvoertuig op één parkeerapparatuurplaats, dan wel belanghebbendenparkeerplaats.
De Parkeervergunningen gelden voor het vergunninggebied waarvoor ze zijn verleend dan wel het door het College aan te geven gebied binnen het vergunningengebied.
Parkeervergunningen verleend voor Elektrische voertuigen gelden in alle gebieden die op grond van deze verordening bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders, indien geparkeerd wordt op een Parkeerplaats die bestemd is voor het opladen van een Elektrisch voertuig. Dit onverminderd de omstandigheid dat voldaan dient te worden aan alle overige wettelijke vereisten voor het parkeren van een Elektrisch voertuig op een Parkeerplaats die bestemd is voor het opladen van een Elektrisch voertuig.
Het College kan bepalen dat een vergunning geldt voor een gebied buiten het vergunningengebied. De vergunning kan verleend worden voor meerdere gebieden. De belanghebbendenvergunning is geldig voor het vergunninggebied waarvoor ze is verleend, dan wel op de in de vergunning aangegeven plaats of plaatsen.
Afdeling VI. Intrekking vergunningen.
Het College trekt de vergunning in, indien:
Het College kan de vergunning intrekken, indien:
Een besluit tot het intrekken van of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.
De vergunninghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden, die relevant waren voor het verlenen van de vergunning, binnen een maand te melden bij het College.
De vergunning vervalt door het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning.
Het College is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het bepaalde in deze verordening.
Afdeling VII Verbodsbepalingen
Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig of een brommobiel te plaatsen of te laten staan:
Het is verboden bij het parkeren op de hiervoor onder a., b., c. en d. genoemde parkeerplaatsen een motorvoertuig buiten de vakken van de hiervoor genoemde parkeerplaatsen te parkeren voor zover deze zijn aangebracht.
Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een
belanghebbendenparkeerplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan
aldaar een motorvoertuig of brommobiel te parkeren of geparkeerd te houden:
dit verbod geldt niet voor een aaneengesloten periode van maximaal 2 uur voor het parkeren van een motorvoertuig of brommobiel die in gebruik is ten behoeve van een bestuurder of passagier die beschikt over een geldige gehandicaptenparkeerkaart en deze gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht op een zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven;
dit verbod geldt niet voor het parkeren van een motorvoertuig of brommobiel op een “Gereserveerde Gehandicapten Parkeerplaats (GGP) met kenteken”, als de voor dit voertuig afgegeven gehandicaptenparkeerkaart op een zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig is aangebracht dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, en het kenteken van het voertuig correspondeert met dat van het bij die GGP geplaatste (onder)bord;
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 8.1, 8.2. en 8.3. van deze verordening, alsmede het handelen in strijd met de aan de vergunningen verbonden voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren belast.
Het College van Burgemeester en Wethouders kunnen een tijdelijke ontheffing verlenen van het bepaalde in de artikelen 8.1, 8.2 en 8.3 van deze verordening, onverminderd het ten tijde van het verlenen van de ontheffing bepaalde in de verordening met betrekking tot precariobelasting van de gemeente Zandvoort.
Afdeling VIII. Slotbepalingen overgangsrecht en citeertitel.
De verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (parkeerverordening) 2013-3, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 september 2013 wordt ingetrokken bij inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening treedt na publicatie per 1 november 2015 in werking.
Deze verordening kan worden aangehaald als Parkeerverordening 2016.
De Parkeerverordening 2016 vormt een geheel met de vigerende Parkeerbelastingverordening. De parkeerverordening is de grondslag voor de uitvoering van het parkeerbeleid. Dat beleid krijgt mede uitwerking in de vigerende Parkeerbelastingverordening.
1.2 AFDELINGSGEWIJZE TOELICHTING
Afdeling I. Begripsomschrijvingen
In deze afdeling is uitleg gegeven over de gehanteerde begrippen.
Bij de omschrijving van de begrippen is aansluiting gezocht bij wettelijke regelingen.
In de begripsomschrijving is het begrip bedrijf ruim uitgelegd. Hieronder vallen niet alleen commercieel opererende organisaties doch ook niet commercieel opererende organisaties, waaronder overheidsdiensten.
Een Parkeergelegenheid op eigen terrein is een parkeergelegenheid die door middel
van een bouwvergunning, omgevingsvergunning, bestemmingsplan, huurovereenkomst
of koopovereenkomst gekoppeld is aan een opstal. In een opstal is een woning of
bedrijf gevestigd. Het is mogelijk dat de Parkeergelegenheid op eigen terrein zich binnen de opstallen bevindt.
Het beschikken over een Parkeergelegenheid op eigen terrein heeft invloed op het aantal te verstrekken Parkeervergunningen.
In de uitspraak ABRvS 7 september 2011, 201101611/1/H3, LJN BR6935, AB 2012/301 is bevestigd dat het dagelijks bestuur een grote mate van beoordelingsvrijheid heeft bij het constateren of sprake is van een Parkeergelegenheid op eigen terrein. In deze uitspraak is daarnaast bevestigd dat het dagelijks bestuur kan komen tot intrekking van een vergunning indien daartoe gekomen dient te worden op basis van de bepalingen in de Parkeerverordening. Hierbij is overwogen dat het dagelijks bestuur gehouden is uitvoering te geven aan de bepalingen in de Parkeerverordening.
Afdeling II. Aanwijzing weggedeelten en terreinen
In dit artikel is aangegeven welke weggedeelten en terreinen bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of bestemd zijn om alleen te worden benut door vergunninghouders.
Via dit artikel is sprake van parkeerregulering. Daar waar de meest ingrijpende noodzaak is voor parkeerregulering zijn weggedeelten en terreinen aangewezen die alleen bestemd zijn om te worden benut door vergunninghouders. De andere weggedeelten en terreinen kunnen zowel benut worden door vergunninghouders en niet-vergunninghouders, waarbij geldt dat voor het parkeren een fiscaal regime is ingesteld via de vigerende Parkeerbelastingverordening.
In deze afdeling is de mogelijkheid gecreëerd voor het college om wijzigingen aan te brengen ten aanzien van weggedeelten en terreinen die bestemd zijn, dan wel bestemd dienen te worden, voor het parkeren door vergunninghouders. Dit om op basis van voortschrijdend inzicht aanpassingen te kunnen doen in het kader van de parkeerregulering.
In deze afdeling worden vergunningssoorten genoemd.
De parkeervergunningen betreffen de fiscale vergunningen. De parkeerbelasting wordt voldaan door periodiek te betalen voor de vergunningen. Een houder van een geldige parkeervergunning kan binnen een bepaald vergunningengebied vrij parkeren in de zin dat geen parkeerbelasting meer hoeft te worden voldaan via de parkeerautomaat.
Slechts bewoners en belanghebbenden met een zelfstandige woning, alsmede Forensenbelasting betalende eigenaren, komen in aanmerking voor een bewonersvergunning.
Andere vergunningen worden verleend in verband met bijzondere parkeerbehoeften die tot uitdrukking komen in de aard en type vergunningen zoals benoemd in deze afdeling.
Bezoekersvergunningen en Bezoekerspassen worden uitsluitend eenmaal per jaar verstrekt. Ook in geval van diefstal of verlies. Dit in verband met de omstandigheid dat deze vergunning niet op kenteken wordt verleend, waardoor bij meerdere verstrekkingen van deze vergunningen ontwrichting kan ontstaan in de parkeerbalans van delen van de gemeente Zandvoort waar sprake is van een beperkt aantal Parkeerplaatsen.
In deze afdeling zijn regels opgenomen ten aanzien van aantallen te verlenen vergunningen dan wel is voorzien in de mogelijkheid om deze aantallen te laten bepalen door het college.
Bij het bepalen van de aantallen te verlenen vergunningen is rekening gehouden met de parkeermogelijkheden op eigen terrein. Het dient hier te gaan om legale parkeermogelijkheden op eigen terrein. Indien deze parkeermogelijkheid niet als zodanig in gebruik is, komt dit voor risico van de aanvrager van de parkeervergunning.
Vergunningen worden in de regel op kenteken verleend. Voor sommige vergunningen, geldt dat deze benut dienen te worden door verschillende personen die beschikken over verschillende motorvoertuigen. Voor deze vergunningen geldt dat het niet opportuun is om de vergunning op kenteken te verlenen en deze zullen alsdan niet op kenteken verleend worden.
In de vorige parkeerverordening waren bedrijven en bewoners die gevestigd waren in de locatie die bekend is als Louis Davids Carré uitgesloten van het verkrijgen van vergunningen. Deze regeling blijft gehandhaafd.
Afdeling IV. Aanvragen verlening en weigeringen
In deze afdeling is aangegeven dat het college nadere regels kan geven voor het aanvragen en verlenen van vergunningen. Via deze bepaling kan het college een logistieke afhandeling van de aanvragen regelen en controlemechanismen creëren ten behoeve van het verlenen en het aanvragen van vergunningen.
Het college is de mogelijkheid geboden om vergunningenplafonds vast te stellen voor het aantal te verlenen vergunningen.
Het college stelt deze plafonds vast op basis van de plaatselijke parkeercapaciteit. Hierbij wordt de parkeerbehoefte afgewogen tegen de parkeercapaciteit. Uitgangspunt is om een dusdanig aantal parkeervergunningen uit te geven dat in redelijkheid gebruik gemaakt kan worden van de bestaande plaatselijke parkeercapaciteit voor die voertuigen waaraan prioriteit gegeven wordt. Kortom, de vergunningenplafonds zijn gericht op parkeerregulering.
In het kader van die parkeerregulering is het college de mogelijkheid geboden om wachtlijsten aan te leggen. Registratie op de wachtlijst zal geschieden per datum binnenkomst. Indien sprake is van gelijke datum van binnenkomst wordt de registratie op de wachtlijst bepaald door het tijdstip van ter hand neming van de betreffende aanvraag voor registratie door een medewerker van de gemeente.
In de verordening is geregeld wanneer de vergunning geweigerd dient te worden. Van belang is dat de aanvraag niet in behandeling genomen zal worden indien onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt door de aanvrager. Dit instrument bestaat om te waarborgen dat het college beschikt over de juiste gegevens en een juist besluit kan nemen tot het verlenen van een vergunning.
Afdeling V. Geldigheid vergunningen
Dit artikel regelt de geldigheidsduur van de vergunningen. Tarieven van de vergunning worden geregeld in de Verordening parkeerbelastingen 2016. Formeel zou iedere vergunninghouder na afloop van de termijn waarvoor de vergunning geldt een nieuwe aanvraag moeten indienen. Dit is echter niet praktisch voor de uitvoerders van de parkeerverordening. Naar aanleiding van de hiervoor genoemde omstandigheid is er gekozen voor het stilzwijgend verlengen van de vergunningen die voor 1 jaar gelden. Indien niet meer voldaan wordt aan de vereiste voor vergunningverlening, zal de vergunning ingetrokken worden. De vergunning kan voorts worden ingetrokken op basis van een van de omstandigheden zoals genoemd in artikel 7 van deze verordening.
Dit artikel regelt de plaats en de geldigheid van de vergunningen.
Afdeling VI. Intrekking vergunningen
Dit artikel geeft de gronden aan waarop een vergunning ingetrokken mag worden en de wijze waarop dit dient te geschieden. Daarnaast geeft dit artikel de verplichting om eventuele wijzigingen in omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen dan wel het intrekken van de vergunning te melden aan het college.
Dit artikel maakt het mogelijk om in gevallen waarin toepassing van deze verordening (gegeven het doel en de strekking van deze verordening) een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren een onderdeel van deze verordening buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Dit zal slechts van toepassing zijn op individuele gevallen.
Afdeling VII. Verbodsbepalingen
Dit artikel geeft de verboden aan om voorwerpen op parkeerplaatsen te laten staan. Dit verbod maakt dat de aangewezen terreinen en weggedeelten uitsluitend gebruikt kunnen worden voor motorvoertuigen.
Dit verbod geldt ook bijvoorbeeld voor caravans, aanhangwagens e.d. Desalniettemin kan het uit oogpunt van redelijk gebruik van de weggedeelten en terreinen geboden zijn om tijdelijk een caravan of een aanhangwagen e.d. op een parkeerplaats te stallen. Dit voor korte tijd. Ten behoeve van die omstandigheden kan het college ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel.
Afdeling VIII. Slotbepalingen, overgangsrecht en citeertitel
De overgangsbepalingen maken het mogelijk over te gaan van het oude stelsel naar het nieuwe.
Bijlage 1. Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 20
Gasthuisplein (tussen Gasthuisstraat en Sandrinastraat)
Swaluëstraat (tussen de Pakveldstraat en de Achterweg)
Van Speijkstraat even zijde vanaf 94 t/m 174
Van Speijkstraat oneven zijde vanaf 1 t/m 201
Marnix van St. Aldegondestraat
Thorbeckestraat (Zuidzijde, aan de zijde van de Watertoren)
Ir. G. Friedhoffplein (het parallelle weggedeelte voor de huisnummers 1 t/m 7 aan beide zijden)
Bewonersvergunning Oostbuurt, Koninginnebuurt
Cornelis Slegersstraat even huisnummers 10 t/m 22
Dr. C.A. Gerkestraat (oneven zijde tussen van nummer 1 t/m 97 en aan de even zijde van nummer 2 t/m 54)
Haltestraat (Adressen: oneven nummers 71 t/m 83 en even nummers 64 t/m 96)
PAP-regime Noord-/Stations-/Fenemabuurt
Engelbertsstraat (m.u.v. Betaald parkeren voor de Passage-winkeltjes tussen Zeestraat en Heemskerckstraat en het De Favaugeplein)
Prinsenhofstraat (m.u.v. de parkeervakken bij de aansluiting van de Pakveldstraat)
Van Speijkstraat (huisnummers 2 t/m 92 aan de even zijde)
Swaluëstraat (vanaf het Zandvoortse museum tot de Pakveldstraat; m.u.v. het parkeerterrein achter het gemeentehuis)
Jac. Van Heemskerckstraat (weggedeelte aan de achterzijde van de flat)
Thorbeckestraat (noordzijde, inclusief de parkeervakken aan de zuidzijde ten westen van de Marisstraat)
Hogeweg (m.u.v. de parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 5)
Brederodestraat (parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 102a en huisnummer 104 aan de even en oneven zijde)
ir. G. Friedhoffplein (met uitzondering van de parkeervakken voor de huisnummers 1 t/m 7 aan beide zijden van de weg)
Cort van der Lindenstraat (gedeelte tussen Ir. G. Friedhoffplein / hoek Lijsterstraat).
Frans Zwaanstraat (tussen de Lijsterstraat en de Patrijzenstraat)
De Randgebieden komen in aanmerking voor de volgende parkeervergunningen:
PAP of BEL Noord-/Stations-/Fenemabuurt
Oneven zijde van de Haltestraat
Oneven zijde van de Kerkstraat
PAP of BEL Parkbuurt of Zuidbuurt
Brederodestraat huisnummer 103 en vanaf 105 (even en oneven zijde)
Bijlage 2. Aanwijzing gebied binnen de gemeente Zandvoort waarin bewonersvergunningen of belanghebbenden vergunningen verleend kunnen worden aan een houder van een motorvoertuig die bewoner is van een zelfstandige woning gelegen buiten een vergunninggebied.
Bij deze verordening zijn de volgende weggedeelten en terreinen gelegen buiten een vergunninggebied aangewezen, waar aan parkeerapparatuurplaats vergunningen, belanghebbendenvergunningen, bewonersvergunningen, of bedrijfsvergunningen verleend kunnen worden voor de hieronder genoemde vergunningengebieden zoals genoemd in bijlage 1 van de verordening
PAP of BEL Noord-/Stations-/Fenemabuurt
Oneven zijde van de Haltestraat
Oneven zijde van de Kerkstraat
PAP of BEL Parkbuurt of Zuidbuurt
Brederodestraat huisnummer 103 en vanaf 105 (even en oneven zijde)