Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regionale Nood-Huisvestingsverordening 2008 |
Citeertitel | Regionale Nood-Huisvestingsverordening 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De regionale huisvestingsverordening over woonwagenstandplaatsen is in 2008 vervangen door bijgevoegde verordening.Deze is vastgesteld door het SRE. Omdat wij met de SRE gemeenten een zogenaamde gemeenschappelijke regeling hebben (WGR + regio) hebben wij op basis van de Huisvestingswet niet zelfstandig de bevoegdheid om een huisvestingsverordening vast te stellen. Deze moet regionaal worden vastgesteld. Dat heeft de regioraad van het SRE op 24 april 2008 gedaan.Het grootste deel van deze verordening is overigen niet voor ons van toepassing maar met name voor eindhoven en helmond. Het hoofdstuk over woonwagen standplaatsen geldt wel ook voor ons.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-04-2008 | 24-04-2010 | onbekend | 24-04-2008 Niet bekend | onbekend |
Hoofdstuk 2 Werkingsgebied Regionale Nood-Huisvestingsverordening
Deze Noodverordening is van toepassing op:
de deelnemende gemeenten, voor wat betreft Afdelingen 1, 4 en 5 van deze Noodverordening, met uitzondering van de gemeenten genoemd in de bijlage, waarbij het Dagelijks Bestuur tevens de bevoegdheid heeft op verzoek van een individuele gemeente de bijlage te wijzigen wat betreft het al dan niet vermelden van die gemeente.
Afdeling 2 Huisvesting gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 3 Het onttrekken en samenvoegen van woonruimte
Artikel 3.1 Vergunningsvereiste
De verboden, bedoeld in artikel 30, eerste lid, sub a en b van de wet gelden voor alle woonruimten.
Artikel 3.3 Criteria voor vergunningverlening
Artikel 3.4 Tijdelijke vergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen een onttrekkingsvergunning en samenvoegingsvergunning voor een bepaalde termijn verlenen indien de aanvrager aantoont dat een situatie bestaat die een tijdelijke onttrekking of samenvoeging rechtvaardigt en waarbij vaststaat dat die situatie niet langer dan vijf jaar zal duren.
Artikel 3.5 Het vervallen van de vergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1 onderscheidenlijk artikel 3.4 vervalt indien:
Artikel 3.6 Voorwaarden en voorschriften
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen aan een vergunning bedoeld in artikel 3.1 onderscheidenlijk artikel 3.4 voorwaarden en voorschriften verbinden, zoals vastgelegd in:
Artikel 3.7 Intrekken van de vergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen de vergunning intrekken, indien: de ter verkrijging van de vergunning verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend zouden zijn geweest;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven gaan niet tot intrekking van de vergunning over, voordat degene te wiens aanzien het besluit tot intrekking wordt genomen, bij aangetekende brief is gewaarschuwd, dat zij de vergunning zullen intrekken, indien voor een te bepalen datum niet zodanige maatregelen en/of voorzieningen zijn getroffen, dat alsnog aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening wordt voldaan en hij in de gelegenheid is gesteld zich door of namens Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven te doen horen.
Hoofdstuk 4 Splitsing in appartementsrechten
Artikel 4.1 Vergunningsvereiste
Het verbod als bedoeld in artikel 33 van de wet geldt voor alle woonruimte.
Artikel 4.3 Gronden tot weigering van een splitsingsvergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen een splitsingsvergunning weigeren indien:
het gebouw of gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, één of meer woonruimten bevat die verhuurd worden of die laatstelijk verhuurd zijn geweest, dan wel, indien het gebouw of het gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, voorzover het geheel of gedeeltelijk verhuurd is geweest voor bewoning, geheel of gedeeltelijk voor een ander doel dan voor bewoning in gebruik is genomen;
het belang dat de aanvrager bij de splitsing heeft niet opweegt tegen het belang van het behoud van de woonruimtevoorraad. Bij de beoordeling van het belang van het behoud voor de woonruimtevoorraad worden mede de ligging en de te verwachten vraag naar de in het betreffende gebouw of de in een gedeelte van het gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, opgenomen woonruimte betrokken;
voor het gebied, waarin het gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, is gelegen een stadsvernieuwingsplan als bedoeld in artikel 31 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing of Leefmilieuverordening, als bedoeld in artikel 9 van die wet van kracht is, dan wel meteen ontwerp voor zodanig plan of zodanige verordening of voor een herziening daarvan in procedure is;
de toestand van het gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft zich uit een oogpunt van indeling of staat van onderhoud geheel of ten dele tegen splitsing verzet en de desbetreffende gebreken niet door het treffen van voorzieningen of het aanbrengen van verbeteringen kunnen worden opgeheven, dan wel onvoldoende is verzekerd dat die gebreken zullen worden opgeheven. Van gebreken in dit lid bedoeld is in ieder geval sprake indien: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven ingevolge de artikelen 14 t/m 28 van de Woningwet een aanschrijving hebben gedaan en deze aanschrijving nog niet is uitgevoerd; het gebouw, waarop de aanvraag om een splitsingsvergunning betrekking heeft één of meer woonruimten bevat, die ingevolge de artikelen 29 t/m 39 van de Woningwet onbewoonbaar zijn verklaard;
Artikel 4.4 Aanhouden van de splitsingsaanvraag
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven houden de beslissing op de aanvraag van een splitsingsvergunning aan, indien: voor het gebied waarin het gebouw is gelegen waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van kracht is voordat de aanvraag om vergunning werd ingediend en redelijkerwijs verwacht mag worden dat de uitvoering van sanerings-, reconstructie- of verbeteringsplannen nadelig zal worden beïnvloed door het afgeven van de vergunning en de mogelijk daaraan verbonden rechtsgevolgen.
Artikel 4.6 Het verbinden van voorwaarden en voorschriften aan een splitsingsvergunning.
Eindhoven kan aan een splitsingsvergunning voorwaarden en voorschriften verbinden met betrekking tot:
Artikel 4.7 Het vervallen van de vergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 4.1 vervalt indien:
Artikel 4.8 Intrekken van de vergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven gaan niet tot intrekking van de vergunning over, voordat degene te wiens aanzien het besluit tot intrekking wordt genomen bij aangetekende brief is gewaarschuwd dat zij de vergunning zullen intrekken, indien voor een te bepalen datum niet zodanige maatregelen en/of voorzieningen zijn getroffen, dat alsnog aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening wordt voldaan en hij in de gelegenheid is gesteld zich door of namens Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven te doen horen.
Artikel 4.9 Aanwijzen gebieden
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen gebieden aanwijzen waarvoor geldt dat iedere aanvraag om een splitsingsvergunning wordt geweigerd, omdat blijkens de buurtthermometer vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat vergunningverlening zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft
Hoofdstuk 5 Het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte
Het in artikel 30, eerste lid, sub c, van de wet vervatte verbod is van toepassing op alle woonruimten, waarin onzelfstandige woonruimte wordt verleend aan:
Artikel 5.2 Vergunningvereiste; omzettingsvergunning
Het is verboden een woonruimte, aangewezen in artikel 5.1 met het oog op het behoud of samenstelling van de woonruimte voorraad, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven van zelfstandige- in onzelfstandige woonruimte om te zetten.
Artikel 5.3 Aanvragen van een omzettingsvergunning
De aanvraag voor een omzettingsvergunning wordt in drievoud ingediend bij Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven op een door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven voorgeschreven formulier dat op verzoek van de aanvrager ter beschikking wordt gesteld en gaat vergezeld van de volgende informatie en bescheiden in drievoud:
gegevens over de huidige situatie:aantal kamers;woonoppervlak;woonlaag;een door een deskundige opgemaakt bouwtechnisch rapport betreffende het gebouw en de tot afzonderlijke woonruimte bestemde gedeelten van het gebouw. Dit rapport bevat in elk geval mede een beschrijving en een beoordeling van de onderhoudstoestand van het gebouw;
Artikel 5.4 Gronden tot weigering van een omzettingsvergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen een vergunning weigeren indien:
het belang dat de aanvrager bij omzetting heeft niet opweegt tegen het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Bij de beoordeling van het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad worden mede betrokken de ligging en de te verwachten vraag naar het type woonruimte waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft.
Artikel 5.5 Aanwijzen gebieden
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen gebieden aanwijzen waarvoor geldt dat iedere aanvraag om een omzettingsvergunning wordt geweigerd omdat blijkens de buurtthermometer vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat vergunningverlening zou leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen in afwijking van artikel 5.4, lid 2 een omzettingsvergunning verlenen wanneer de aanvraag een woningcomplex, als bedoeld in artikel 1.1, onder q betreft, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven van mening zijn dat er geen ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in een straat of buurt ontstaat; en de aanvraag alle ruimten van het woningcomplex betreft.
Artikel 5.7 Beslissing op aanvraag omzettingsvergunning
Van de in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde bevoegdheid om de aanvraag wegens onvolledigheid niet te behandelen, kan slechts gebruik worden gemaakt indien de aanvrager binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen binnen een door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven te bepalen redelijke termijn.
Artikel 5.8 Het vervallen van de omzettingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 5.2 vervalt van rechtswege indien:
Artikel 5.9 Intrekken van de omzettingsvergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven gaan niet eerder tot intrekking van de vergunning over, dan dat degene te wiens aanzien het besluit tot intrekking wordt genomen bij aangetekende brief is gewaarschuwd dat zij de vergunning zullen intrekken, indien voor een door hen te bepalen datum niet zodanige maatregelen en/of voorzieningen zijn getroffen, dat alsnog aan de desbetreffende bepalingen van deze verordening wordt voldaan en hij/zij in de gelegenheid is gesteld zich door of namens Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven te doen horen.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven kunnen aan een vergunning als bedoeld in artikel 5.2 voorwaarden en voorschriften verbinden, zoals vastgelegd in:
- De Woonvisie van de gemeente Eindhoven;- Stedelijke Inrichtings- en Beheersplannen voor het gebied waarin de woonruimte is gelegen;- Masterplannen;- Buurtbeheersplannen
Artikel 5.11 Hardheidsclausule
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven zijn bevoegd, voor haar eigen grondgebied, in gevallen waarin de toepassing van afdelingen 1, 2 en 5 van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Artikel 5.12 Overgangsbepaling
Eigenaren van kamerverhuurpanden, die bestonden vóór 12 december 2007, worden geacht ten aanzien van deze panden te beschikken over een omzettingsvergunning, voor zover zij binnen een periode van één jaar na genoemde datum ter beoordeling van burgemeester en wethouders dit schriftelijk aannemelijk hebben gemaakt.
Afdeling 3 Huisvesting gemeente Helmond
Hoofdstuk 6 Verdeling van woonruimte
Het bepaalde in dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op woonruimte met een huurprijs beneden de huurprijsgrens, eigendom van of in beheer bij een woningcorporatie.
Artikel 6.3 Verzoek om inschrijving
Het verzoek om als woningzoekende te worden ingeschreven in het in het vorige artikel bedoelde register wordt gericht aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond op een door hen aangegeven wijze na overleg met de door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond aangewezen woningcorporaties.
Artikel 6.5 Informatieverstrekking
Eigenaren van woonruimten die zelf een registratie van woningzoekenden bijhouden zijn desgevraagd verplicht de informatie waarover zij in dat verband beschikken aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond te verstrekken.
Artikel 6.7 Aanvragen van een huisvestingsvergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond besluiten de aanvraag niet verder te behandelen, indien de aanvrager niet aannemelijk kan maken dat hij, indien hij een huisvestingsvergunning voor de in de aanvraag aangegeven woonruimte krijgt, die woonruimte ook daadwerkelijk in gebruik zal kunnen nemen, één en ander echter met uitzondering van de gevallen, genoemd in artikel 23, lid 3, van de wet (medehuurderschap).
Artikel 6.8 Criteria voor vergunningverlening
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond verlenen de huisvestingsvergunning, indien wordt voldaan aan nader door hen vast te stellen regels, welke regels na overleg met de woningcorporaties worden vastgesteld.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond kunnen een huisvestingsvergunning intrekken, indien:
De leden van het huishouden moeten óf de Nederlandse nationaliteit bezitten óf over een geldige verblijfsvergunning in Nederland beschikken.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond stellen jaarlijks na overleg met de woningcorporaties in verband met de toewijzing van woonruimte vast:
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond zijn bevoegd de uitoefening van de bevoegdheden krachtens artikelen 6.3 tot en met 6.9 te mandateren aan woningcorporaties.
Artikel 6.16 Hardheidsclausule
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond zijn bevoegd, voor haar eigen grondgebied, in gevallen waarin de toepassing van afdelingen 1, 3 en 5 van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Artikel 7.1 Vergunningvereiste
Het is een eigenaar, huurder of gebruiker niet toegestaan een woonruimte zonder kamerbewoningsvergunning van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond als onzelfstandige woonruimte in gebruik te nemen, te hebben of in gebruik te geven, ten behoeve van drie of meer personen, niet behorend tot één afzonderlijk huishouden
Artikel 7.3 Beslissing op de aanvraag van een kamerbewoningvergunning
Indien blijkt dat aan of in het gebouw, waarop de aanvraag betrekking heeft, zonder de daartoe vereiste bouwvergunning, verbouwingen of veranderingen zijn danwel worden uitgevoerd, kunnen Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond, in afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid, de beslissing op de aanvraag aanhouden tot het tijdstip van beslissing omtrent de bouwvergunning en - in het bevestigende geval - het gebouw geheel in overeenstemming is gebracht met het bij die vergunning behorende, goedgekeurde bouwplan. Van deze aanhouding doen zij, voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn, schriftelijke mededeling aan de aanvrager.
Artikel 7.4 Criteria voor weigering van een kamerbewoningvergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond weigeren de vergunning indien:
redelijkerwijs moet worden aangenomen dat verlening van de kamerbewoningvergunning zal leiden tot een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de aanvraag om een kamerbewoningvergunning betrekking heeft. Een ontoelaatbare inbreuk op het woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw wordt in ieder geval aanwezig geacht indien binnen een straal van 100 meter, getrokken vanaf de hoofdingang van het pand dat in aanmerking komt voor een vergunning, meer dan 1 gebouw geheel of gedeeltelijk aanwezig is dat wordt gebruikt voor het verlenen van huisvesting als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, of meer dan 10% van de tot bewoning bestemde gebouwen in de betreffende straat wordt gebruikt voor het verlenen van huisvesting als bedoeld in artikel 7.1 eerste lid;
Artikel 7.5 Intrekken van de kamerbewoningvergunning
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond kunnen de vergunning intrekken, indien:
Artikel 7.6 Het vervallen van de kamerbewoningvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 7.1 vervalt van rechtswege:
Artikel 7.7 Verplichtingen van de vergunninghouder
De vergunninghouder is verplicht:
er voor te zorgen dat alle in het gebouw aanwezige ruimten, die zijn bestemd voor gemeenschappelijk gebruik met inbegrip van tuinen en erven, bij voortduring in ordelijke en zindelijke staat worden gehouden, zulks onverminderd de plicht van de eigenaar of de vergunninghouder dan wel de bewoners om uit hoofde van andere wettelijke voorschriften daaraan te voldoen;
de in het gebouw woonachtigen op de onder a van dit artikel vermelde verplichtingen te wijzen door middel van een op een voor allen toegankelijke plaats achter glas op te hangen schriftelijke kennisgeving, welke zodanig bevestigd moet zijn, dat zij bij voortduring duidelijk zichtbaar en leesbaar is;
in de onmiddellijke nabijheid van de plaats, waar de vergunning is opgehangen of bevestigd, een duidelijk leesbaar opschrift aan te brengen met de naam, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van de vergunninghouder en dit opschrift bij iedere wijziging van de gegevens onmiddellijk dienovereenkomstig aan te passen;
er voortdurend voor zorg te dragen, dat het gebouw en de daarin aanwezige ruimten blijven voldoen aan de bij of krachtens de Bouwverordening en het Bouwbesluit gestelde bepalingen en door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond vast te stellen uitvoeringsvoorschriften als bedoeld in artikel 7.10;
de vergunninghouder is verplicht te zorgen, dat van de in artikel 7.9 bedoelde aangiften boek wordt gehouden en dat die aantekeningen tenminste één jaar blijven bewaard. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de wijze, waarop de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aangiften moet worden gedaan en de wijze waarop daarvan boek moet worden gehouden.
Artikel 7.8 Verplichtingen van de bewoners
onmiddellijk na ontvangst van een lastgeving daartoe van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond de door dezen in verband met de hygiëne nodige maatregelen te treffen voorzover deze betrekking hebben op de reiniging van de bij hen in gebruik zijnde woonruimte en de daarin aanwezige voorwerpen en sanitaire voorzieningen; zulks onverminderd het hieromtrent bepaalde bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift;
Artikel 7.9 Aangifte van mutaties
Onverminderd de overigens terzake geldende wettelijke voorschriften is een vergunninghouder verplicht zorg te dragen, dat bij de gemeente binnen 48 uur aangifte wordt gedaan van wijzigingen in de onder artikel 7.2. lid 2 sub c bedoelde personen, indien de inschrijving van deze personen in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) om wettelijke redenen niet mogelijk is.
Artikel 7.10 Uitvoeringsvoorschriften
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Helmond kunnen nadere regels vaststellen ten aanzien van de eisen waaraan gebouwen of gedeelten daarvan, in welke kamerverhuur als bedoeld in deze verordening plaatsvindt, moeten voldoen met betrekking tot:
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de politieambtenaren van de Regiopolitie Brabant-Zuidoost en de Koninklijke marechaussee Noord-Brabant/Limburg, voorzover zij werkzaam zijn binnen een territoriaal onderdeel dat een deel van de gemeente Helmond omvat, alsmede ieder voorzover het betreft zaken welke aan zijn toezicht zijn toevertrouwd, de ambtenaren van de gemeentelijke dienst Stedelijke ontwikkeling & Beheer, de ambtenaren van de afdeling Preventie van de gemeentelijke Brandweer, de ambtenaren van de gemeentelijke afdeling Bestuurs- en Juridische Zaken en de ambtenaren van de Milieudienst Regio Eindhoven.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk 7 van deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Afdeling 4 Standplaatsen van woonwagens
Hoofdstuk 8 Standplaatsen van woonwagens
Het is verboden zonder vergunning van het College met een woonwagen, of met een voertuig dat geen woonwagen is, een standplaats in gebruik te nemen of te houden.
Als kandidaten, die in aanmerking komen voor de wachtlijst, kunnen aantonen dat zij legaal in een woonwagen op een standplaats wonen of niet minder dan één jaar geleden, gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, op een woonwagenlocatie hebben gewoond, wordt hun naam vermeld op de voorranglijst.
Artikel 8.6 Vervallen van de inschrijving
De inschrijving als gegadigde voor een standplaats van een woonwagen vervalt:
indien de ingeschrevene na inschrijving kenbaar maakt dat hij geen gebruik meer wenst te maken van de inschrijving, hetzij door mondelinge of schriftelijke mededeling, hetzij doordat de aanvrager gedurende langere tijd niet reageert op het herhaalde verzoek van de gemeente nadere gegevens te verstrekken;
Het College kan artikel 8.7 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het doel van deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Hoofdstuk 9 Overige bepalingen
Met de opsporing van de in de artikelen 3.1, 4.1, 5.1 en 6.6 genoemde strafbare feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren, belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voorzover zij door de minister van Justitie daartoe zijn aangewezen.
Artikel 9.3 Overleg bij wijziging
Bij de voorbereiding van een besluit tot wijziging van afdelingen 1, 2 en 3 van deze verordening plegen Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Eindhoven en Helmond, overleg met de door hen aangewezen woningcorporaties en met andere daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende organisaties die binnen de gemeente op het gebied van de woonruimteverdeling werkzaam zijn.
Hoofdstuk 10 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 10.3 Intrekkings- en overgangsbepaling
De verordening Regionale huisvestingsverordening voor standplaatsen van woonwagens van 1 juli 1999 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening.