Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsprogramma 2015 |
Citeertitel | Handhavingsprogramma 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Handhavingsprogramma 2015 |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2016 | Onbekend | 16-12-2014 Gemeenteblad 2015, nr. 9315 | 2014/265811 |
Voor u ligt het handhavingsprogramma voor het jaar 2015. Dit programma is het laatste programma dat onder het beleidsplan ‘Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015’ is opgesteld. Het handhavingsprogramma laat zien op welke taken toezicht wordt gehouden in 2015.
Handhaving is een onderwerp dat momenteel sterk in beweging is. Vele ontwikkelingen volgen elkaar in een hoog tempo op. Als belangrijkste zijn te noemen de verruiming van de regels vergunningsvrij bouwen, de nieuwe landelijke kwaliteitscriteria voor toezicht en handhaving en invoering van een landelijke handhavingstrategie. Maar ook het verminderen van regeldruk en hetvoorkomen van juridische procedures zijn belangrijke opgaven uit het coalitie akkoord.
In 2015 gaan we door met de opdracht van het college om juridische procedures te verminderen en meer maatwerk te realiseren. De opgave is niet volledig nieuw, ook de afgelopen jaren is stevig ingezet op gesprekken met bewoners om procedures te voorkomen. In 2015 zullen we dit thema met extra nadruk oppakken. Van alle werkprocessen (bijvoorbeeld horeca, kinderopvang, parkeerheffingen, bouw en ruimtelijke ordening) zullen we bepalen in hoeverre deze geschikt (te maken) zijn voor mediation en maatwerk. Bijvoorbeeld parkeerheffingen lenen zich minder voor overleg en maatwerk dan complexe bouw/ruimtelijke ordening (ro) dossiers. Ook zullen we per werkproces monitoren in hoeveel procent van de gevallen er een procedure (handhavingsbeschikking) gevoerd moet worden. Al jaren werken we op deze manier. In 2013 hebben we enkele werkprocessen geanalyseerd en zien we de volgende cijfers: kinderopvang: 98% zonder procedure opgelost, bouw/ro 90% en horeca 83%. Een groot deel van de dossiers wordt dus al in overleg opgelost. Daarnaast hebben we het handhavingsproces en de bezwaarprocedure nader bekeken. We zien drie natuurlijke momenten, waarop besloten kan worden om een formele procedure te starten en de gesprekken/mediation te staken. Dat betreft het moment:
Deze drie momenten zullen we bewuster markeren in het proces, omdat dat bepalende momenten zijn m.b.t. het gesprek met bewoners. Alle medewerkers van Gebruikstoezicht en Straattoezicht krijgen een aanvullende opleiding m.b.t. mediation en/of communicatie. De standaard brieven die gebruikt worden in procedures worden herschreven, zodat ze simpeler en beter leesbaar zijn voor bewoners. Dit kan misverstanden en daardoor onnodige procedures voorkomen.
Binnen dit handhavingsprogramma worden scherpe prioriteiten gesteld. Dat is noodzakelijk vanwege meerdere aspecten. Gemeentelijke handhaving is breed en omvat veel beleidsterreinen. Het is niet mogelijk om 100% te handhaven op alles wat er speelt in de gemeente. Bovendien noodzaakt de beschikbare capaciteit om keuzes te maken. Kiezen we voor zakkende bouwwerken, snelle bootjes, fout geparkeerde voertuigen of toch voor hondenpoep op speelveldjes? Zijn de dagelijkse meldingen en verzoeken tot handhaving daarbij bepalend, of zetten we gericht in op specifieke thema’s? In dit programma kiest de gemeente naast het oppakken van de meldingen en verzoeken tot handhaving, voor een risico- en informatiegestuurde aanpak op enkele thema’s. Opgemerkt moet worden dat het aantal meldingen van te voren nooit is in te plannen. Op basis van ervaringen, is gebleken dat het oppakken van meldingen ongeveer 50% van de beschikbare capaciteit in beslag neemt. Dat betekent dat 50% van de inzet niet vooraf bepaald kan worden. En dat betekent ook dat de overige 50% van de capaciteit beschikbaar is voor gerichte inzet op thema’s.
Aansluiting handhavingsprogramma bij andere programma’s
Toezicht en handhaving dragen bij aan de gemeentebrede doelstellingen ‘schoon, heel en veilig’. Daarbij zijn toezicht- en handhavingactiviteiten één van de instrumenten om deze doelstellingen te bereiken. De opzet van het handhavingsprogramma is niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Het is onderverdeeld in zes thema’s. De thema’s zijn:
Voor de goede orde wordt vermeld, dat toezicht en handhaving met betrekking tot leerplicht en sociale zekerheidswetgeving geen onderdeel uitmaken van dit programma. Ook de vergunningverlening en toezicht op vergunde bouwwerkzaamheden (tijdens de bouw) maken geen onderdeel uit van het programma.
Hoofdstuk 2 maakt zichtbaar wat de gemeente Zaanstad in 2015 gaat doen. In hoofdstuk 3 kunt u lezen hoe de gemeente toezicht en handhaving uitvoert. In bijlage 1 staan alle toezichttaken beschreven zoals die zijn opgenomen in het beleidsplan ‘Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015’. Bijlage 2 is een nadere uitwerking van het onderliggende programma. In bijlage 3 zijn voor de meest voorkomende overtredingen per handhavingthema’s de hoogte van dwangsommen en de lengte van de begunstigingstermijnen opgenomen. Bijlage 4 laat vervolgens de inzet van communicatie in 2015 zien.
Hoofdstuk 2 Toezicht en handhaving in 2015
Door de toename van toezichttaken en de complexiteit ervan, wordt het steeds belangrijker om een goede afweging te maken over de inzet van de beschikbare personele capaciteit. De gemeente focust zich op zaken die er toe doen en die moeilijk aan burgers en bedrijven zelf overgelaten kunnen worden. Daarbij draagt de gemeente steeds nadrukkelijker uit dat burgers en bedrijven eerst zelf verantwoordelijk zijn voor naleving van de regels. Dit is ook zichtbaar in de visie van gemeente, die verandert van een gemeente die ‘zorgt voor’ naar een gemeente die ‘zorgt dat’. Daar tegenover staat dat vanuit de maatschappij juist steeds een groter beroep wordt gedaan op de handhavende overheid, ingegeven door ontwikkelingen als minder tolerantie, zelfdiscipline en een steeds mondigere burger met meer (digitale) mogelijkheden. Deze tendens is terug te zien in het aantal stijgende meldingen, handhavingsverzoeken en bezwaarprocedures.
Hoofdstuk 2.1 Keuzes in toezicht en handhaving
De inzet van toezicht en handhaving wordt mede bepaald door de mate waarin inwoners, bedrijven en organisaties regels en voorschriften naleven (naleefgedrag). Daarnaast zijn landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen en bestuurlijke prioriteiten bepalend. De prioriteiten worden vervolgens vertaald naar de uitvoeringspraktijk. Dit resulteert in het maken van keuzes. De keuzes van het college van Zaanstad voor 2015 zijn vastgelegd in dit Handhavingsprogramma. Bij deze keuzes zijn de volgende vragen gesteld:
De eerste vraag is duidelijk. Feitelijk moet de gemeente al haar wettelijke taken uitvoeren en handhaven op een adequaat niveau. Deze taken zijn opgenomen in het beleidsplan ‘Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015’. In het beleidsplan zijn de taken via een risicoanalyse onderverdeeld in taken met een hoog, gemiddeld en laag risico en de daaruit voortvloeiende hoge, gemiddelde en lage prioriteit. De prioriteiten zeggen nog niets over de daadwerkelijke inzet op de handhavingstaken. Medebepalend voor de uiteindelijke handhavinginzet, is het minimale adequate handhavingniveau per taak en de beschikbare capaciteit. Dit niveau ligt niet vast in wetten en regels. De wetten en regels schrijven alleen voor dat de gemeente toezicht moet houden en waar nodig handhavend moet optreden. De gemeente zal dit niveau en de inzet per taak zelf moeten aangeven.
‘Wat we willen handhaven’ hebben we inzichtelijk gemaakt door alle taken uit het beleidsplan met een hoog, gemiddeld en laag risico bij elkaar te zetten. Daarbij zijn ook de behoeftes, wensen en verwachtingen voor toezicht en handhaving vanuit de diverse gemeentelijke afdelingen geïnventariseerd. Naast de verplichting voor het oppakken van meldingen is voor de vrij inzetbare 50% van de capaciteit gekozen voor die taken waar de risico’s het grootste zijn, of daar waar het naleefgedrag laag is. Dit zijn vooral de taken met een hoge prioriteit. In het beleidsplan is vastgelegd dat een hoge prioriteit in principe betekent dat er actief wordtgehandhaafd. Taken met een gemiddelde prioriteit worden meestal themagewijs of op projectbasisaangepakt. Handhavingstaken met een lage prioriteit zullen voornamelijk worden opgepakt naaraanleiding van signalen van buiten (o.a. meldingen, geuite vermoedens van overtredingen en concrete handhavingverzoeken).
‘Wat kunnen we handhaven’ wordt bepaald door de beschikbare menskracht. Dat betekent dat er voor enkele taakvelden ook binnen de categorie ‘hoge prioriteit’keuzes gemaakt moeten worden.
2.2 Wat gaan we doen en wat gaan we niet doen?
Toezicht en handhaving op de gebieden van bouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, milieu, horeca, wonen, kinderopvang en openbare ruimte zijn verdeeld over drie afdelingen binnen de gemeente.
In onderstaande paragrafen wordt per afdeling uitgewerkt waarop wordt ingezet. Omdat de afdelingen Straattoezicht en Havens en Vaarwegen integraal en gebiedsgericht (wijk of vaarweg) werken, komen daar alle thema’s in een bepaalde frequentie wel aan bod. Daar is minder sprake van keuzes om taakvelden niet uit te voeren. De taakvelden van Gebruikstoezicht maken het noodzakelijk om duidelijke prioriteiten te stellen, omdat daar meer afzonderlijke cases worden behandeld.
Het stellen van prioriteiten betekent niet alleen dat bepaaldeonderwerpen niet opgepakt worden, het kan ook betekenen dat:
In tabel 1 in bijlage 2 zijn alle taken op het gebied van de openbare ruimte en parkeren opgenomen.
In 2015 worden in de openbare ruimte en op parkeren alle taken integraal en wijkgericht opgepakt. Via dagelijkse inzet controleren toezichthouders via steeds verschillende looproutes op betaald parkeren. Ook de buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s)houden dagelijks toezicht. Per dag worden er 6 wijken gecontroleerd door de Boa’s. De wijkgerichte inzet van de Boa’s gebeurt op basis van informatie en prioriteiten. De prioriteiten worden aan de wijken gegeven op basis van: meldingen van burgers, eigen kennis en inzetverzoeken. In gebieden waar veel overlastmeldingen/klachten vandaan komen, wordt extra ingezet totdat het nalevinggedrag weer acceptabel is. De speerpunten en aandachtspunten in de openbare ruimte zijn:
In tabel 2 in bijlage 2 zijn alle toezichttaken voor het water opgenomen.
In 2015 wordt bijna op alle taken uit tabel 2 integraal toezicht gehouden. Hierbij is de inzet van toezicht op het water afhankelijk van het seizoen. In het voorjaar enin de zomer is er meer inzet bij evenementen, toezicht op de waterrecreanten zoals de cruiseschepen en motorchartervaart en zwemmers. In de winter ligt het accent meer op ligplaatsen en schouwwerkzaamheden.
Vanaf een patrouillevaartuig vindt dagelijks toezicht en handhaving op het water plaats. Tijdens de patrouille worden werkzaamheden over verschillende taakvelden gecombineerd. Ieder dagdeel wordt er op basis van vooraf verkregen informatie toezicht ingezet. Met toezicht in de vroege ochtenduren kunnen schippers die havengeld willen ontduiken het beste worden gecontroleerd. Bij daglicht kunnen snelheidsovertreders beter worden aangepakt en inspectie werkzaamheden worden verricht t.a.v. technisch beheer. De middag en avond lenenzich meer voor controle op de verlichting van vaartuigen en te diep geladen schepen. Daarnaast zet de gemeente de capaciteit op het water gericht in op toestemmingen en vergunningen, zoals bij bijzondere evenementen waarbij er actieve begeleiding is van de scheepvaart of inzet bij oliebestrijdingsmiddelen bij grote olievervuilingen op de Zaanse vaarwegen.
In tabel 3 in bijlage 2 zijn alle toezicht en handhavingstaken op het gebied van bestaande bouw, ruimtelijke ordening, horeca, openbare orde en kinderopvang opgenomen.
Voor alle taakvelden geldt dat (naast het oppakken van meldingen) inzet is op taken waar de risico’s het grootste zijn of daar waar het naleefgedrag laag is. Dit zijn vooral de taken met een hoge prioriteit. Op deze taken wordt in 2015 dan ook actief ingezet.
Het onderstaande figuur laat de beschikbare geplande capaciteit voor 2015 zien ten opzicht van de planning voor 2014. Het figuur kan daarmee worden gelezen als een samenvatting voor het voorliggende programma.
Uit bovenstaand figuur is een aantal dingen op te maken.
Daarnaast is de benodigde capaciteit voor kinderopvang in 2015 ten opzichte van vorig jaar gestegen. Deze stijging wordt veroorzaakt doordat het naleefgedrag daalt waardoor het aantal te verwachten beschikkingen stijgt. Het aantal controles kinderopvang uitgevoerd door de GGD blijft in 2015 gelijk aan 2014.
Op basis van de ervaringen uit 2014 en de verwachtingen voor 2015 blijkt dat voor het taakveld funderingen het aantal te monitoren woningen stijgt in 2015. Als gevolg van het naar beneden bijstellen van de normuren die hiervoor gehanteerd worden, is er voor 2015 weinig verschil in inzet met 2014. Echter, de verwachting is dat de stijgende lijn van de te monitoren woningen zich ook in 2016 en 2017 zal doorzetten. Dit betekent dat de inzet m.b.t. funderingen in 2016 en 2017 zal stijgen en meer capaciteit voor funderingen zal moeten worden ingezet.
Binnen het thema woon en leefomgeving worden in 2015 dezelfde onderwerpen opgepakt. Op basis van de ervaringen uit 2014 en beschikbare capaciteit is de inzet binnen dit thema minder in 2015.In het bovenstaande figuur zijn alleen de taken van Gebruikstoezicht opgenomen. Maar binnen dit thema vallen ook nog taken die door de Omgevingsdienst NZKG en Straattoezicht worden uitgevoerd.
Op basis van omvang van de handhavingstaken uit het beleidsplan en de interne inventarisatie van inzetverzoeken en projecten, is geconstateerd dat de gevraagde inzet de beschikbare capaciteit ruimschoots overschrijdt. Dit geldt dan met name voor de juridische capaciteit. Dit heeft als gevolg, dat voor een aantal taakvelden er tussen de hoog geprioriteerde taken ook nog een keuze is gemaakt. Deze staan hieronder grotendeels toegelicht. Er wordt geen reguliere handhaving op deze onderwerpen ingepland maar er wordt uitsluitend opgetreden o.b.v. meldingen en verzoeken tot handhaving. Daarnaast worden bijna alle (wettelijke) gemiddelde en lage prioriteiten t.a.v. “bestaande bouw taken”, vermeld in tabel 3 in bijlage 2, alleen uitgevoerd naar aanleiding van meldingen. Niet alle overtredingen die geconstateerd worden vragen een directe opvolging. Op basis van de prioriteitstelling voor handhaving wordt steeds de afweging gemaakt of het onderwerp van de melding valt binnen een hoog, gemiddeld of laag geprioriteerd taakveld. Meldingen die onder een laag geprioriteerde taakveld vallen, worden niet direct opgepakt. Bepaalde overtredingen met lage risico’s kunnen dus langere tijd blijven bestaan. In 2015 zal er in het beleidsplan 2016-2020 worden aangegeven hoe de gemeente met overtredingen met lage prioriteit om zal gaan.
Op de onderstaande taken zal in 2015 geen actief toezicht zijn. De gemeente komt alleen in actie op basis van meldingen van burgers.
Illegale bewoning industrieterrein
In 2015 worden alleen nog de bekende adressen gecontroleerd waar mogelijk illegale bewoning plaatsvindt. Ondanks hoge prioriteit in het huidige Beleidsplan, zal er geen actief toezicht zijn op alle industrieterreinen en komt de gemeente alleen in actie op basis van meldingen en signalen van burgers m.b.t. dit onderwerp.
Het beleid voor caravanstallingen is niet vastgesteld. Om deze reden is dit project niet in dit handhavingsprogramma opgenomen. De verwachting is dat het project caravanstallingen in 2016 kan worden uitgevoerd.
Illegale aanlegsteigers en vaarsteigers in ecozones
Het aanpakken van illegale vaarsteigers in de ecozones en handhaving van illegale aanlegsteigers zijn zaken met een lage prioriteit, die om die reden niet in 2015 worden opgepakt.
Wijzigingen ten opzichte van 2014
Extra inzet op mediation om dossiers op te lossen
Voor een aantal onderwerpen is gekozen om uitsluitend in te zetten op toezicht en mediation/gesprek en geen inzet te plannen voor het juridisch vervolg. We verwachten op deze onderwerpen zoveel mogelijk dossiers op te lossen zonder juridische procedures. Dit speelt bijBAG meldingen, afloop instandhoudingtermijn van tijdelijke vergunningen en handhaving van reclame in Inverdan.
De Boa’s gaan dagelijks actief de diverse wijken in of het water op, op basis van vooraf bekende informatie. De Boa’s gaan voor het eerst controles uitvoeren op de digitale opkoopregisters van handelaren op helinggevoelige goederen.
Een nadere uitwerking van het Handhavingsprogramma 2015 is te vinden in bijlage 2.
2.3 Effect van toezicht en handhaving
De gemeente wil graag inzichtelijk maken wat de effecten van toezicht en handhaving zijn. Om uiteindelijk het effect van toezicht en handhaving te kunnen bepalen, bepaalt Zaanstad van te voren wat ze na de looptijd van het programma bereikt wil hebben.
Voor een aantal minder complexe werkprocessen in de openbare ruimte is het met behulp van diverse registratiesystemen mogelijk om output cijfers te genereren. Door bundeling van gegevens kunnen we trends in beeld brengen en uiteindelijk iets over het effect zeggen, zoals de betalingsbereidheid van automobilisten. Voor een aantal complexe werkprocessen, met name bij bestaande bouw, ruimtelijke ordening en horeca is het effect van handhaving niet eenvoudig te meten. Dit komt mede doordat bij veel handhavingszaken vooraf niet in te schatten is, hoe complex de casus wordt en hoeveel tijd nodig is voor een (maatwerk)oplossing. In 2015 zal ook bij deze werkprocessen een start worden gemaakt met het formuleren van effectdoelen.
Handhaving is een dynamisch werkgebied, waarop de laatste tijd veel ontwikkelingen gaande zijn. De rol van gemeenten in het geheel wordt steeds groter. Er komen dan ook steeds meer handhavende taken richting de gemeente. In 2015 hebben diverse ontwikkelingen invloed op het gemeentelijke toezicht en handhaving. De voornaamste ontwikkelingen zijn hieronder opgesomd.
Vanaf 2015/2016 gelden er nieuwe kwaliteitscriteria voor toezicht en handhaving. Deze criteria geven aan welke capaciteit, kennis en ervaring ten minste in een gemeente aanwezig moet zijn om de toezicht- en handhavingstaken goed uit te voeren. In 2015 zal de gemeente anticiperen op de kwaliteitseisen door het kennisniveau via opleidingen te verhogen en uitvoering te geven aan de benodigde verbeteracties.
Eind 2014 zijn de regels voor vergunningsvrij bouwen verruimd. Voor bewoners en bedrijven is het eenvoudiger aan- of uit tebouwen en bijgebouwen of andere kleine bouwwerken aan de achterkant van een woning te plaatsen. Het wordt mogelijk om in de achtertuin een woongelegenheid voor mantelzorg te plaatsen. Dat betekent dat er een verschuiving plaatsvindt van vergunningverlening aan de voorkant naar toezicht en handhaving aan de achterkant.
Er is op dit moment eenwetsvoorstel in voorbereiding voor de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, waarin gemeenten verplicht worden om handhavingbeschikkingen te publiceren in het landelijke Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk. De kans is zeer groot dat dit voorstel wordt aangenomen. Inwerkingtreding van deze wet zal met zich meebrengen dat er meer administratieve handelingen moeten worden verricht, maar daarnaast zal het juridisch ook meer werk opleveren.
De Boa’s krijgen bij wet meer bevoegdheden in 2015. De achterliggende gedachte is dat de Boa’s als integrale, breed inzetbare handhavers kunnen optreden tegen de veelvoorkomende overlastfeiten en overtredingen. De kern van de aanpassing is dat door een nog duidelijkere omschrijving van de bevoegdheden de taakverdeling tussen politie en Boa’s helder blijft. De gemeente en politie zullen in 2015 samen nagaan wat de eventuele consequenties zijn.
Maart 2015 gaathet wetsvoorstel strafbaarstelling voorbereiding illegale hennepteelt in. Personen of bedrijven die geld verdienen met de levering van goederen en diensten en de financiering van illegale hennepteelt zijn dan strafbaar. Het gaat bijvoorbeeld om growshops. Growshops verkopen benodigdheden om op een efficiënte wijze hennep te telen van goede kwaliteit. Op dit moment is het nog onduidelijk of de politie of de gemeente het bevoegde gezag wordt voor toezicht en handhaving van dit wetsvoorstel.
Effecten schaalvergroting. Als gevolg van schaalvergroting, denk aan de Omgevingsdienst NZKG, de nationale politie en de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland, zullen er effecten optreden. Enerzijds vanuit de rol als partner of opdrachtgever bij een groeiende afstand, anderzijds als gevolg van uniformering bij deze partijen. De gevolgen kunnen we nog niet overzien, maar een risico kan zijn dat er minder ruimte is voor maatwerk.
Om te kunnen anticiperen op deze risico’s en onzekerheden is er extra capaciteit geraamd voor beleidsontwikkeling, calamiteiten en actualiteiten.
Medio 2015 zal de gemeentekenteken parkeren voor de bestaande parkeervergunningen invoeren. Dit betekent dat parkeervergunningen voor bijvoorbeeld de invalide parkeerplaatsen digitaal worden. De toezichthouders zullen dan de kentekens van de voertuigen scannen op het feit of er een parkeerrecht op het voertuig rust.
Voortzetting controleren blauwe zones. Eind 2014zijn de betaald parkeerzones bij een aantal winkelgebieden opgeheven. Daarvoor in de plaats zijn er blauwe zonesgekomen. De blauwe zones gelden in de winkelgebieden van Krommenie, Wormerveer en op de Guisweg en Raadhuisstraat in Zaandijk. Het gebied waar de blauwe zone geldt, wordt gemarkeerd met borden bij de grens van de zone en een blauwe markering langs de betreffende parkeervakken.
Hoofdstuk 3 Uitvoering toezicht en handhaving
Op basis van nieuwe ontwikkelingen, de uitwerking van doelen en ambities van het bestaande beleidsplan ‘Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015’ en de evaluatie van de activiteiten van 2014 is een aantal speerpunten voor 2015 benoemd. Deze zijn:
Wijk en informatie gestuurd toezicht en handhaving
De inzet voor de openbare ruimte wordt afgestemd op de specifieke handhavingbehoefte in de wijk. De inzet op het water wordt afgestemd op het gebruik van de Zaan en Nauersche vaart door vaartuigen. Door informatie van inzetverzoeken, meldingen en verzoeken te bundelen kunnen de toezichthouders meerdere hotspots in een wijk tegelijk aanpakken. Voordat de Boa’s de straat of het water opgaan weten ze waar ze (met nadruk) naar gaan kijken. Naast gerichte inzet, heeft de aanwezigheid van toezichthouders op het water en op straat een preventieve werking.
Aandacht naleefgedrag en verantwoordelijkheid
In navolging van 2014 gaat de gemeente ook in 2015 verder met het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers. Zo beloont de gemeente ondernemers die zich aan de wet- en regelgeving houden met minder toezicht. De gemeente is van plan om hiermee bij het horecatoezicht te experimenteren. Ook gaat de gemeente van een aantal handhavingthema’s uit de openbare ruimte het naleefgedrag in kaart brengen, om zo inzicht te krijgen welke handhavingsinstrumenten de gemeente kan inzetten om het naleefgedrag te verbeteren. In 2015 is voor het thema afvaldumpingen en voor de paracommerciële inrichtingen gekozen.
De ervaring leert dat het werkveld van handhaving dynamisch is. Voor milieu, horeca, bestaande bouwwerken en openbaar water wordt hiertoe 10% van de beschikbare capaciteit gereserveerd. Voor toezicht in de openbare ruimte wordt hier 7% van de capaciteit gereserveerd. Deze inzet is niet beschikbaar voor nieuwe taken, maar voorziet in een structurele behoefte om in te kunnen spelen op (dreigende) calamiteiten en actualiteiten.
Situaties die om veiligheidsmaatregelen of handhaving vragen zijn vaak complex. Er moet veel informatie verzameld worden, om te bepalen welke interventie tot het meest succesvolle resultaat kan leiden. Elke situatie is anders. Dat maakt standaardisatie van oplossingen niet mogelijk. Uiteraard zijn er vaste juridische kaders, maar daarbinnen moet met gezond verstand en oog voor het persoonlijke- en maatschappelijk belang gekozen worden voor maatwerk. Door zoveel mogelijk openheid en regelmatig contact werken we aan draagvlak voor de beslissingen die genomen worden. Op die manier voorkomen we waar mogelijk procedures. We beoordelen continu of mediation, buurtbemiddeling of andere gespreksvormen kunnen bijdragen aan het normaliseren van de situatie.
Uitvoering van handhaving is consequent en transparant
In het beleidsplan ‘Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2012-2015’ heeft de gemeente als uitgangspunt opgenomen: handhaving is transparant. De gemeente wil duidelijk zijn over wat wel en niet is toegestaan. Vergelijkbare situaties handelen we op vergelijkbare wijze af. De gemeente heeft daarom (in bijlage 3) voor verschillende standaardovertredingen de hoogte van dwangsommen en de begunstigingstermijnen vastgelegd. Deze bijlage geldt ook voor het toepassen van sancties bij milieu overtredingen die de Omgevingsdienst NZKG oplegt aan Zaanse bedrijven.
Bij toezicht en handhaving spelen samenwerking en afstemming een belangrijke rol. Daarbij gaat het om zowel interne als externe partners. Op het gebied van milieu wordt al jaren nauw samen gewerkt door gemeente, provincie, Hoogheemraadschap, Rijkswaterstaat, GGD en politie. Voor bestaande bouw, ruimtelijke ordening en de openbare ruimte is voornamelijk sprake van interne samenwerking. Door vroegtijdig met handhavingaspecten rekening te houden, kunnen veel potentiële problemen worden voorkomen, zowel beleidsmatig als in de uitvoering. Nu de gemeente opdrachtgever is voor zowel de Omgevingsdienst NZKG als VrzW krijgt de samenwerking en afstemming ook meer regionale vorm.
Zaanse handhavingcommunicatie als instrument, gericht op preventie
In navolging van 2014 blijft de gemeente handhavingcommunicatie in 2015 als instrument inzetten. De gemeente gebruikt hiervoor de gemeentelijke pagina in het Zaanstad Journaal en de gemeentelijke website. Verder worden in de communicatiekalender 2015 handhavingacties, publicaties over handhavingthema’s en projecten ingepland over het hele jaar. Deze acties passen binnen de strategische boodschap ‘Zaanstad goed om in te wonen en te werken’. Zie voor concrete acties en de communicatiekalender voor handhaving bijlage 4.
Zichtbaarheid en herkenbaarheid
Zichtbaarheid en herkenbaarheid van handhaving spelen ook een rol bij communicatie. Zichtbaarheid verhoogt het gevoel van veiligheid en kan leiden tot spontaan naleefgedrag. In 2015 gaat het bikersteam van de gemeente samen werken met het bikersteam van de politie. Naast de dagelijks inzet in de wijken van het gemeentelijk bikersteam zijn er ook afspraken gemaakt over de inzet van de beide biketeams om contact te zoeken met de burgers. Door de inzet van dit bikersteam wordt aan de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de toezichtouders van Straattoezicht gewerkt.
Bijlage 1 Overzicht taken beleidsplan en wensen en verwachtingen voor toezicht en handhaving vanuit de diverse gemeentelijke afdelingen
Tabel 1. Risico’s toezicht en handhaving openbare ruimte en bodem
Tabel 2. Risico’s toezicht en handhaving vaarwegen
Tabel 3. Risico’s taken toezicht en handhaving Bestaande bouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, horeca en kinderopvang
Bijlage 2 Handhavingsprogramma 2015
Doel: Verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in Zaanstad
Tijdige en adequate afdoening van 350 meldingen en verzoeken tot handhaving. | ·Beperken en voorkomen van hinder voor de omgeving en tevredenheid over afhandeling van meldingen. |
Toelichting Openbare ruimte algemeen APV
De wijkgerichte inzet van de Boa’s gebeurt op basis van prioriteiten. De prioriteiten worden aan de wijken gegeven op basis van: klachten en meldingen, handhavingsprogramma, eigen kennis en inzetverzoeken. In gebieden waar veel overlastmeldingen/klachten vandaan komen, al dan niet in combinatie met inzetverzoeken, wordt extra ingezet tot het nalevinggedrag weer acceptabel is. De aandachtpunten bij dit taakveld zijn o.a.(tijdelijke) standplaatsen, voertuigwrakken, reclame uitingen in Inverdan, flyeren, sampling, toezicht op markten en kermissen.
Er zijn in 2014 veel signalen binnen gekomen over dumpingen van grofvuil. In 2015 zal worden nagegaan of het haalbaar is om een project dumpen van grofvuil op te zetten in samenwerking met Wijkonderhoud, HVC, Stedelijke ontwikkeling.
In 2015 start een pilot project afvaldumpingen in Poelenburg. Met behulp van een nulmeting en een eindmeting probeert de gemeente inzicht te krijgen in het effect van de inzet van diverse handhavingsinstrumenten waaronder voorlichting en toezicht. Om het effect duidelijk zichtbaar te krijgen zal er ook een meting plaatsvinden in een andere wijk waar binnen het project geen interventies worden ingezet.
Verder gaat de aandacht in 2015 gaat uit naar:
Loslopende (gevaarlijke) honden en hondenpoep leiden tot onveiligheidsgevoelens en aantasting van de openbare ruimte. Overtreding van het aanlijngebod en de opruimplicht zijn APV-overtredingen. Overtredingen kunnen we alleen bij heterdaad betrappen en afgedaan wordendoor het opleggen van een strafbeschikking. Het toezicht gebeurt op strategische momenten en met nadruk bij parken en rond speelvoorzieningen.
Toelichting Digitaal Opkoopregister
Landelijk gezien hebben de onderwerpen woninginbraken en heling van goederen binnen de keten
van criminaliteit de nodige aandacht. In samenwerking met de politie Zaanstreek-Waterland, zullen de Boa’s in 2015 controles uitvoeren bij handelaren in helinggevoelige goederen. Binnen deze omschrijving vallen o.a. de goudsmederijen, rijwielhandelaren, tagrijn (koopman oud ijzer, touw), horlogemakers en opkopers. Op grond van de APV zijn deze handelaren verplicht om een register bij te houden van de ingekochte goederen. Het doel van dit project is een bijdrage te leveren aan de opsporing van strafbare feiten (zoals woninginbraken) door middel van stimulering van het invoeren van een digitale inkoopregister en het toezicht en handhaving hierop. Daar waar een vermoeden bestaat van het begaan van een strafbaar feit wordt de politie ingeschakeld. Dit onderwerp valt ook onder het Integraal Veiligheidsplan 2015-2018.
Voor een zo optimaal mogelijke naleving van de planologische voorschriften uit het bestemmingsplan is een correcte volgorde bij het uitvoeren van toezicht en handhaving erg belangrijk. Gestart wordt met het inventariseren van de feitelijke situatie met betrekking tot gerealiseerde bouwwerken en het gebruik van percelen binnen het plangebied. Vervolgens kan deze informatie worden betrokken in de afwegingen bij het bepalen van het beleidskader bij de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan.
In 2015 gaat de aandacht uit naar:
Voor alle inventarisaties, adviezen en bijdragen geldt dat deze worden uitgevoerd volgens de planning en opgave van Omgevingsplannen waarbij de gereserveerde inzet niet kan worden overschreden.
Toelichting toezicht en handhaving milieu Omgevingsdienst NZKG (OD NZKG)
De Omgevingsdienst NZKG (OD NZKG) houdt toezicht op bijna alle milieu- en bodem taken van de gemeente Zaanstad. Voor 2015 ligt het accent op de onderstaande milieutaken:
VVGB bedrijven. Sinds 1 januari 2014 is de gemeente het bevoegd gezag geworden van alle voormalige provinciale bedrijven. Ook wel de zogenaamde VVGB bedrijven. Het geld dat de gemeente voor het toezicht op deze bedrijven heeft gehad is door gezet naar de OD NZKG. Het gaat hier om het controleren van de VVGB bedrijven zoals scheepswerven, autodemontage bedrijven, stortplaatsen. Naast de VVGB bedrijven waarvoor de gemeente nu het bevoegde gezag is, zijn er ook 7 provinciale bedrijven die in de gemeente Zaanstad liggen waar de OD NZKG nu voor de provincie toezicht houdt.
zeer complexe bedrijven; dit zijn vooral de grote industriële en voedingsmiddel bedrijven die n.a.v. de categorie 4/5 en bedrijvenlijst door de toezichthouders worden uitgezocht op basis van hun naleefgedrag en handhavingshistorie. Hieronder vallen ook de zogenaamde brandweer aandachtbedrijven. Dit zijn bedrijven die op basis van hun brandveiligheid extra aandacht vragen. Naar schatting gaat het in 2015 om 10 bedrijven waar de OD NZKG samen met de regionale brandweer controles uit gaat voeren.
Conform het huidige beleidsplan is voor de hoog risico bedrijven in 2015 als doelstelling opgenomen dat 80% voldoet aan de regels bij de eerste controle en 95% bij (her)controle. De OD NZKG geeft aan dat deze cijfers te optimistisch zijn. Voor alle bedrijven zullen in 2015 de cijfers over het naleefgedrag worden opgebouwd door de OD NZKG.
minder complexe bedrijven; hier gaat het om het checken van ontvangen meldingen Activiteitenbesluit en aansluiten bij de branchegericht aanpak, waarmee de Omgevingsdienst NZKG in 2015 zal gaan werken. Ook het controleren van de zogenaamde onbekende bedrijven vallen onder dit taakveld. Het gaat hier om bedrijven die in 2013 en 2014 door diverse bedrijfsscans in kaart zijn gebracht en waarvan door de Omgevingsdienst NZKG is bepaald dat deze gecontroleerd moeten worden op het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Het aantal bedrijven fluctueert jaarlijks. Ieder jaar wordt op basis van risico’s en prioriteit een aantal bedrijven gecontroleerd.
Thema,- en project controles zijn gericht op het uitvoeren van 15 afvalwatermonster controles bij o.a. voedingsmiddelen industrie en garages, tankplaatsen en zeefdrukkerijen. Het controleren op de aanwezigheid van installatie,- en saneringscertificaten bij alle aanwezige bovengrondse opslagtanks met vloeibare brandstoffen (diesel- en huisbrandolietank) in de gemeente. Vanaf 1 januari 2015 vervalt de overgangsregeling voor bestaande tanks voor de opslag van vloeibare brandstoffen (tot 150 m3). Dit betekent dat de tanks, inclusief de bijbehorende leidingen en appendages, vanaf die datum gekeurd moeten zijn. Daarnaast gaat het om het controleren van een onbekend aantal propaantanks bij woonschepen, indien in 2015 een project start bij een van de zijkanalen binnen de gemeente Zaanstad. De woonschepen gebruiken propaantanks voor hun energievoorzieningen. Op dit moment is het nog niet duidelijk waar en of er een project plaats zal vinden en om hoeveel propaantanks het zal gaan.
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied gaat in 2015 een risicoanalyse uitvoeren voor alle bedrijven. Op basis van deze analyse worden bedrijven in branches ingedeeld en zullen de daarbij behorende kengetallen in beeld worden gebracht. Dit betekent dat in 2015 er inzicht is in de werkelijk gebruikte kengetallen voor toezicht.
Om de ketenhandhaving en samenwerking in de regio rondom het Noordzeekanaalgebied te bevorderen zijn er door de OD NZKG vijf handhavingsonderwerpen benoemd waarbij de OD NZKG wil gaan samenwerken met het Openbaar Ministerie, de waterschappen en de milieudienst Ymond. De gemeente zal aan deze samenwerkingsprojecten een bijdrage leveren.
De gemeente zal in 2015 afspraken maken met de Omgevingsdienst en de VrZW over de planning en handhaving van de brandweer aandachtbedrijven en vuurwerkopslagen.
Voor de bodemtaken ligt het accent in 2015 op:
Toezicht houden op bodemsaneringen en nazorglocaties naar aanleiding van saneringen uitgevoerd door de gemeente zelf of door burgers en bedrijven en het beoordelen van periodieke monitoringrapporten van naar verwachting 17 van de in totaal 25 nazorglocaties. Daarbij gaat extra aandacht uit naar gasfabriek Krommenie. De tanksaneringen op het Hembrugterrein zijn een laatste groot project voor deze locatie.
Aantallen worden grotendeels bepaald door het aanbod op de markt en zijn dus niet van tevoren als werkvoorraad te plannen. Leidend bij meer of minderwerk is de prioritering, dus bij meer werk is er minder tijd beschikbaar voor de projecten/werkzaamheden met lagere prioriteit. In totaal zullen over de verschillende taken naar verwachting circa 125 veldcontroles worden gehouden.
Naast bovenstaande toezichttaken gaat de aandacht ook uit naar toezichttaken zoals surveillance en ketentoezicht, afstemming t.g.v. het beleid van de gemeente en uitvoering van toezicht door de NZKG en bestuurlijk handhaven. De inzet op deze taken vindt plaats waar dit volgens de OD bijdraagt aan een doelmatig toezicht. Ketentoezicht (samenwerking met handhavingspartners) en surveillance hebben als doel illegale saneringen en grondtoepassingen op te sporen, risico analyses te maken, aandachtspunten te formuleren en daarmee de prioritering actueel te houden.
Doel: Zaanstad is een stad die veilig is en veilig voelt
In 2015 gaat de gemeente ook controleren op het verstrekken van alcohol bij dag evenementen, waar jongeren worden verwacht zoals de kermis Assendelft en immer Gerade Aus.
Toelichting toezicht en handhaving horeca
De politie maakt na afloop van haar controles in het horecaconcentratiegebied rapportages (zogenaamde verzoeken bestuurlijke maatregel). De gemeente onderneemt naar aanleiding van deze rapportage actie in de vorm van toezicht en handhaving bij de horeca inrichtingen genoemd in de rapportages.
Toelichting toezicht en handhaving verstrekken en schenken alcohol
Vanaf 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het verstrekken van alcohol 18 jaar. De toezichthouders voeren controles uit bij commerciële horeca inrichtingen en de para-commerciële inrichtingen zoals sportkantines en buurthuizen. De Boa’s van de afdeling Straattoezicht voeren controles uit bij alle supermarkten en slijterijen in Zaanstad. De Boa’s zullen ook actief gaan controleren op het in bezit hebben van alcohol op diverse hotspot locaties in de openbare ruimte.
Medio 2015 zal het vervolg van het pilot project uit 2014 bij de para-commerciële inrichtingen worden uitgevoerd. Er zal een eindmeting worden uitgevoerd om te bepalen of de ingezette interventie in 2014 effect heeft gehad.
Verkeersveiligheid op de weg en het water
Doel: Verminderen van overlast op de weg, in de wijk en op het water Zaanstad
Verkeersveiligheid op de weg en in de wijk
In 2015 zal de gemeente met behulp van de parkeermonitor inzicht krijgen in de inkomsten van parkeren, betalingsbereidheid en het aantal opgelegde naheffingen. Door gerichte inzet van de fiscaal parkeercontroleurs zal het naleefgedrag van de automobilist worden vergroot. Medio 2015 zal het kenteken parkeren worden ingevoerd. Alle parkeervergunningen en bezoekerskaarten worden dan digitaal.
Toelichting fout en hinderlijk parkeren
Situaties waarin auto’s en recreatievoertuigen op niet toegestane plaatsen fout geparkeerd
staan of gevaarlijk of hinderlijk in de weg staan leveren vaak problemen op bij de (verkeers-)veiligheid.
Vooral voetgangers en spelende kinderen kunnen met het oversteken van de weg hier last van hebben.
Ook wordt niet zelden hierbij schade veroorzaakt aan de openbare weg en het groen. Als er een schaarste
aan parkeerplaatsen is wordt er vaker fout geparkeerd en kan dit ongewenste situaties veroorzaken. Te
lang geparkeerde aanhangwagens, campers en caravans hebben invloed op het parkeeraanbod. Met de
invoering van betaald parkeren en blauwe zones (bedoeld voor kort parkeren bijv. bij winkelcentra) en het
niet willen betalen voor het parkeren wordt er veel fout geparkeerd. Het parkeren op fiets- en voetpaden
of groenstroken wordt dan meestal gezien als een alternatief. Specifieke aandacht gaat uit naar het fout en hinderlijk parkeren bij:
Verkeerd geparkeerde fietsen worden in navolging van 2014 ook in 2015 door de gemeente verwijderd.
Specifieke aandacht gaat uit naar geparkeerde fietsen rondom de stations en in het centrum en fietsen die aan lichtmasten zijn vastgemaakt. Fietsen die daarna niet opgehaald worden door hun oorspronkelijke eigenaar worden verkocht. Er kunnen sinds kort fietsen via een digitaal registratiesysteem worden gevolgd vanaf het moment dat een fiets wordt gestickerd omdat deze verkeerd staat geparkeerd tot het moment dat de fiets aankomt en wordt opgeslagen in het fietsendepot. Vanaf 2015 zullen eigenaren die hun fiets komen ophalen een brief ontvangen waarin precies het hele traject dat de fiets heeft afgelegd staat beschreven (inclusief een foto). Via een speciale link op de website kunnen burgers ook al zien waar en hoe hun fiets fout geparkeerd stond.
Verkeersveiligheid op het water Zaanstad
Toelichting toezicht vaarregels water
In 2015 zien de Boa’s van Straattoezicht erop toe dat wijkonderhoud de boten die nog op de kant liggen stickert en eventueel verwijdert vanwege de start van het maaiseizoen.
Vanuit de woongebieden, gelegen aan de Zaan komen al jaren klachten over de te hoge snelheid van recreatievaart en de beroepsvaart. Op het water gelden, net als op de weg verkeersregels en vaarsnelheden. Daarnaast is er sprake van schaalvergroting bij de beroepsvaart. Grotere schepen - langer en breder – brengen hun goederen naar de bedrijven gelegen aan de Zaan en achterland. Het houden aan de snelheid is een belangrijke factor om risico’s voor mogelijke aanvaringen zoveel mogelijk te voorkomen. Langs de Zaan zijn verschillende plekken aangewezen waar schippers:
Het toezicht op dit gebruik van de Walstroom is noodzakelijk om de overlast voor omwonenden te beperken met name als het gaat om schepen die gebruik maken van een aggregaat of hulpmotor. Maar ook om te voorkomen dat boten civiele kunstwerken beschadigen doordat ze aan een werk zijn aangemeerd.
In 2015 zet de gemeente weer toezichthoudende capaciteit in t.a.v. het project Wilhelminasluis en de taken m.b.t. de vlotte en veilige afhandeling van het scheepvaartverkeer en ligplaats om effecten die voortvloeien uit dit project doelmatig te beheersen. Er zal ook meer aandacht zijn voor diep geladen schepen bij de Wilhelminasluis en de focus is gericht op de vaarregels van de recreatievaart (o.a. door communicatie vooraf met watersportverenigingen en jachthavens en op scholen).
Tijdens het openen van bruggen komt het dagelijks veelvuldig voor dat fietsers, voetgangers en automobilisten nog even snel onder de slagbomen door lopen of rijden. Het leidt telkens tot een gevaarlijke situatie. In 2015 zal periodiek worden gecontroleerd op de bruggen en wordt de doelgroep hierop aangesproken. Desnoods wordt verbaliserend opgetreden.
(Brand)veilig gebruik van bouwwerken en percelen
Doel: Bevorderen dat woningen, bouwwerken en percelen worden gebruik in overeenstemming met het bestemmingsplan en Bouwbesluit
Toelichting brandveilig gebruik van bouwwerken
In Zaanstad vallen in totaal 722 bouwwerken onder de vergunningplicht van brandveilig gebruik en gebruiksmeldingsplicht. Op basis van de handleiding PREVAP zijn de bouwwerken onderverdeeld in risicoklassen A t/m D. Waarbij klasse A het hoogste risico is en klasse D het laagste risico.
Voor 2015 zullen alle bouwwerken met risicoklasse A en B en de vergunning plichtige bouwwerken met risicoklasse C worden gecontroleerd op basis van de in PREVAP benoemde controlefrequentie die bij het gebruik van het bouwwerk hoort. Onder deze bouwwerken vallen onder andere; kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, hotels, pensions, de gevangenis, ziekenhuis, basisscholen, bejaardentehuizen, verpleegtehuizen en horeca inrichtingen, bioscoop, fabrieken, sporthal of gebedsruimten waar meer dan 250 personen aanwezig kunnen zijn. Ook winkels en kantoorpanden waar meer dan 500 personen aanwezig kunnen zijn vallen hieronder.
De bouwwerken met een meldingsplicht of die vallen onder algemeen gebruik en die volgens PREVAP vallen onder risicoklasse C en D kunnen niet allemaal gecontroleerd worden, daarom wordt hierin afgeweken van de controlefrequentie van PREVAP. Eigenaren van deze bouwwerken, die voldoen aan de regels worden beloond door een lagere controlefrequente. Dit kan betekenen dat het toezicht wordt doorgeschoven naar 2015 op basis van de naleefstrategie brandveilig gebruik bouwwerken. Voor de voornoemde bouwwerken zullen er 100 regulier geïnspecteerd worden. Deze bouwwerken zullen worden geselecteerd op basis van hun naleefgedrag. Daarnaast zal de VrZW, regionale brandweer, ook weer de zelf controle inzetten d.m.v. het versturen van brieven naar de eigenaren van 100 bouwwerken De toezichthouders verwerken de aangeleverde gegevens uit checklist en controleren de bouwwerken steekproefsgewijs. Ook worden de bouwwerken van bedrijven gecontroleerd die geen reactie geven n.a.v. de verzonden brief. Ook deze 100 bouwwerken worden geselecteerd op basis van hun naleefgedrag.
In samenwerking met de OD NZKG controleert de brandweer ook 10 brandweer aandachtbedrijven en de vuurwerkopslagen in de gemeente.
Voorafgaand aan de feestdagen stuurt de brandweer een kerstkaart met tips over bijvoorbeeld het gebruik van versieringen tijdens de feestdagen aan de horecagelegenheden. Hiermee worden de ondernemers zich enigszins bewust van enkele brandveiligheidsaspecten.
Daarnaast zijn er werkzaamheden die voortvloeien uit voornoemde zaken:
De gemeente zal in 2015 afspraken maken met de Omgevingsdienst en de VrZW over de planning en handhaving van de brandweer aandachtbedrijven en vuurwerkopslagen.
Ook zullen de gemeente en de VrZW in 2015 gezamenlijk de wijze van inspecteren evalueren in aanloop naar het vaststellen van het Handhavingsprogramma 2016.
Toelichting tijdelijke vergunningen
Het handhaven van tijdelijke vergunningen is een onderwerp waarvan het bestuur heeft aangegeven hier belang aan te hechten. De inzet van handhaving wordt bepaald door de eventueel bestuurlijke gevoeligheid van dossiers en op basis van de risico’s van de bouwwerken.
Doel: Zaanstad is een stad die veilig is en veilig voelt
Toelichting georganiseerde criminaliteit
De integrale aanpak van de georganiseerde criminaliteit vindt plaats binnen het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Noordwest Nederland en kennisknooppunt Zaanstreek-Waterland. Vanuit de gemeente Zaanstad wordt ingezet op de bestuurlijke aanpak van (georganiseerde) criminaliteit. Handhaving speelt daarbij een rol als het gaat om toezicht op inrichtingen waar (mogelijk) sprake is van georganiseerde criminaliteit en overtredingen van bijzondere wetten op het gebied van de Wet op de Kansspelen, wet wapens en munitie e.d.
De politie zorgt voor de ontmanteling van hennepkwekerijen. Daarmee is de gevaarzetting opgeheven. De gemeente kan op basis van de beleidsregels voor Opiumwet artikel 13b overgaan tot het sluiten van panden bij verkoop, aflevering of verstrekking of aanwezigheid van drugs vanuit deze panden.
Toelichting coffee,- head,- en growshops
In maart 2015 gaat het wetsvoorstel ‘strafbaarstelling voorbereiding illegale hennepteelt’ in. Personen of bedrijven die geld verdienen met de levering van goederen en diensten en de financiering van illegale hennepteelt strafbaar. Het gaat bijvoorbeeld om growshops. Growshops verkopen benodigdheden om op een efficiënte wijze hennep te telen van goede kwaliteit. Op dit moment is het nog onduidelijk of de politie of de gemeente bevoegd wordt voor toezicht en handhaving van dit wetsvoorstel.
Toelichting jongerenoverlast en overige overlast
Staattoezicht gaat de bestuurlijke strafbeschikking openbare orde in 2015 ook weer inzetten voor overlastfeiten die de openbare orde betreffen. De toezichthouders gaan dan onder andere controleren op het gebruik van alcohol door jongeren onder de 18 jaar op diverse hotspot locaties, op het gebruik van alcohol door jongeren en volwassen in de alcoholverbodszones binnen de gemeente. In 2015 zal er ook structurele afstemming en samenwerking plaatsvinden met sociale wijkteams m.b.t. aanpak jeugdoverlast. Ook zal de gemeente in 2015 met de politie werkafspraken maken over de verantwoordelijkheid en inzet van toezicht bij hinderlijk gedrag en overlast van jongeren, groepen en personen.
Specifieke aandacht gaat uit naar:
Kinderopvang en overige handhavingstaken
Doel: Leefbare omgeving door de stad schoon, heel en veilig te houden
Toelichting kinderopvangcentra en peuterspeelzalen
Als wettelijke verplichting dienen jaarlijks alle in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (LRKP) geregistreerde kindercentra te worden geïnspecteerd. Deze locaties worden, indien bekend, conform het vastgestelde risicoprofiel geïnspecteerd. Afhankelijk van het risicoprofiel worden minder of meer wettelijke bepalingen geïnspecteerd. Indien er geen risicoprofiel bekend is, worden de centra getoetst op alle geldende wet- en regelgeving.
Daarnaast dient jaarlijks 5% van het aantal geregistreerde gastouders in het LRKP te worden geïnspecteerd. Bij de gastouders worden alle geldende wet- en regelgeving getoetst.
Alle nieuw aangemelde kindercentra worden geïnspecteerd door middel van een voorinspectie en een drie-maanden inspectie. Bij een aanmelding van een gastouder moet er alleen een voorinspectie worden uitgevoerd.
De GGD Zaanstreek-Waterland houdt voor de gemeente Zaanstad toezicht op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk. In 2015 zal de GGD de volgende reguliere inspecties uitvoeren: 2 gastouderbureaus,16 peuterspeelzalen, 68 kinderdagverblijven, 65 buiten schoolse opvang en 10 gastouders. De gemeente verwacht naast voornoemde aantallen, 15 tot 20 nieuwe of verhuizende kindercentra en 40 nieuwe of verhuizende gastouders. Dit leidt tot 60 door de GGD uit te voeren voorinspecties.
Naast de controles van de GGD zorgt de gemeente voor het actueel houden van het landelijke Register Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk, door het verwerken van alle nieuwe aanmeldingen, uitschrijvingen, verhuizingen en andere doorgegeven wijzigingen. Ook zorgt de gemeente voor het afhandelen van de controlerapporten die voortvloeien uit de reguliere en (her)controles van de GGD. Bij het toezicht en handhaving van de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt altijd de laatste versie van het afwegingsmodel van de VNG gevolgd. Voor de hersteltermijnen en de handhavingsstrategie wordt aangesloten bij het toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen 2012.
Vermoedelijk zal op 1 juli 2015 de Wet op de Jeugdverblijven in werking treden. Binnen deze wet dient de directeur van de GGD aangesteld te worden als toezichthouder en is de gemeente bevoegd gezag. Indien de wet in werking treedt zal de gemeente de GGD aanwijzen als toezichthouder en opdracht geven tot het uitvoeren van een inspectie. De gemeente kent op dit moment 1 jeugdverblijf dat onder de werkingssfeer van deze wet zal vallen.
Bijlage 3 Hoogte dwangsom en lengte begunstigingstermijn/ last onder bestuursdwang
In de handhavingbeschikking wordt de hoogte van de dwangsom gemotiveerd. Het vaststellen van de hoogte en de maximaal te verbeuren dwangsom is altijd afhankelijk van de overtredingsituatie. In voorkomende gevallen kan het noodzakelijk zijn om, gezien de omstandigheden van een geval, een dwangsom vast te stellen in afwijking van de genoemde bedragen danwel over te gaan tot het intrekken van de vergunning en/of het opleggen van een last onder bestuursdwang. De tabel is niet volledig. Indien een overtreding niet voorkomt in de tabel, dan zal voor het bepalen van de hoogte van de dwangsom aansluiting worden gezocht bij de in de tabel genoemde overtreding die het meeste op die overtreding lijkt.
De Omgevingsdienst zal in 2015 voor haar afwegingskader alvast anticiperen op de landelijk handhavingsstrategie. De ervaringen van de OD NZKG zullen mee worden genomen in het nieuwe op te stellen beleidsplan 2016-2020 van de gemeente.
De dwangsombedragen voor de horeca overtredingen zijn gebaseerd op de hoogte van de dwangsommen zoals die in de handhavingspraktijk de afgelopen jaren zijn opgelegd. Daarbij is aansluiting gezocht bij bedragen die in andere gemeentes worden opgelegd. De last onder dwangsom wordt gebruikt om door middel van een financiële prikkel een overtreding te laten beëindigen of te voorkomen. Bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom wordt daarom een inschatting gemaakt van de grootte van de horecaonderneming, het aantal bezoekers en daarmee de omzet. De tabel biedt ook de mogelijkheid om meerdere dwangsommen op te leggen. Per situatie zal beoordeeld worden of met één dwangsom kan worden volstaan of dat om herhaling te voorkomen het wenselijk is om meerdere dwangsommen op te leggen.
Brandmeldinstallatie functioneert in overeenstemming met de voorschriften | ||||
Beheer en controle ontruimingsinstallatie voldoet aan de NEN | ||||
Geldig inspectiecertificaat automatische brandblusinstallatie | ||||
Bestaande Bouw en Ruimtelijke ordening
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
In de tabellen zijn geen begunstigingstermijnen vermeld. Deze termijnen zijn al opgenomen in het toezicht,- en handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen. Toelichting afkortingen: Wko= Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, Bkk= Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, Rkkp= Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012.
Hoogte dwangsom per week/ overtreding bedrag in eens per tijdseenheid | |||
Indien voor 1 juni van klachtenverslag ouders/oudercommissie |
-aanwijzingen bij uitvoering sanering in afwijking van beschikking instemming saneringsplan. | ||||
Niet (tijdig) melden afwijking van beschikking instemming saneringsplan. |
Ad 1. Bij overtredingen 1, 2 en 13 is de hoogte van de dwangsombedragen afhankelijk van de oppervlakte van de onderzoekslocatie. De genoemde bedragen gaan uit van een oppervlak van 100 m2. Bij een groter oppervlak kunnen de dwangsombedragen verhoogd worden. Het uitgangspunt blijft dat het dwangsombedrag in redelijke verhouding moet staan tot de zwaarte van de overtreding.
Ad 2. Bij overtreding 7 is de hoogte van de dwangsombedragen afhankelijk van de hoeveelheid grond. De genoemde bedragen gaan uit van 1000 m3 (of 1600 ton). Bij een grotere hoeveelheid grond kunnen de dwangsombedragen verhoogd worden. Het uitgangspunt blijft dat het dwangsombedrag in redelijke verhouding moet staan tot de zwaarte van de overtreding.
Voor alle andere niet genoemde milieu gerelateerde overtredingen in de tabel wordt voor het bepalen van de hoogte van de dwangsom aansluiting gezocht bij de in de tabel genoemde overtredingen die het meest op die overtreding lijkt.
Bijlage 4 Communicatieactiviteiten 2015
Communicatie na vaststelling Handhavingsprogramma 2015 en Handhavingverslag 2014 en Beleidsplan 2016-2020.