AFDELING 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Doelstelling
Op grond van deze nadere regels kan het college, mede met behulp van
bijdragen uit het Speeltuin- en Scoutingfonds, subsidie verstrekken aan
instellingen van vrijwilligers of plaatselijke afdelingen daarvan, die
speeltuinwerk en scouting verzorgen voor kinderen en jongeren die wonen
in Dordrecht.
Artikel 2 Begripsbepalingen
- a.
ASV: Algemene subsidieverordening 2010.
- b.
Werkmateriaal: Voor de uitoefening van scoutingactiviteiten
noodzakelijke materialen (zoals tenten en boten).
- c.
Meergelegenheden: Voor waterscouting noodzakelijke voorzieningen
om boten te kunnen afmeren.
- d.
Speeltoestellen: Speeltoestellen bij speeltuinen.
- e.
Exploitatiekosten: de vaste en variabele lasten van gebouwen,
terreinen en werkmaterialen, speeltoestellen en de
organisatiekosten, met uitzondering van de kosten van het
organiseren van activiteiten.
- f.
Investeringskosten: De kosten van investeringen voor aanschaf,
dan wel vervanging van werkmaterialen, speeltoestellen en
meergelegenheden, alsmede de kosten van groot onderhoud aan
gebouwen.
- g.
Groot onderhoud: Onderhoud waarvan de kosten meer dan €
2.500,-.
- h.
Kinderen en jongeren: jeugdigen tot de leeftijd van 23
jaar.
- i.
Speeltuin- en Scoutingfonds: het fonds dat bij raadsbesluit van
8 april 1986 is opgericht met als doel het daaruit kunnen
verstrekken van investeringssubsidies en in bijzondere situaties
ook eenmalige subsidies aan instellingen die activiteiten
ontplooien voor de jeugd in Dordrecht.
Artikel 3 Algemene bepalingen
- 1.
Het college kan in beleidsregels vaststellen aan welke
kwaliteitseisen de instellingen en hun activiteiten moeten
voldoen om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen.
- 2.
Het college stelt jaarlijks voor 15 juli voorafgaande aan het
daarop volgende kalenderjaar een subsidieplafond voor
investeringssubsidies en een subsidieplafond voor
exploitatiesubsidies vast.
- 3.
Het subsidieplafond voor exploitatiesubsidies wordt verdeeld
naar rato van het maximaal te subsidiëren bedrag.
- 4.
De verdeling van het subsidieplafond voor investeringssubsidies
geschied op basis van de volgorde van binnenkomst van de
subsidieaanvragen.
Artikel 4 Exploitatiesubsidies voor gebouwen en terreinen
- 1.
De subsidie voor gebouwen bedraagt maximaal 70% van de
huisvestingskosten. De huisvestingskosten bestaan uit de kosten
van huur en erfpacht van terreinen, premies verzekeringen en
belastingen, klein onderhoud gebouw, verlichting, verwarming en
water en schoonmaak.
- 2.
De in het verleden gesubsidieerde afschrijvingskosten van
investeringen in gebouwen worden gesubsidieerd totdat de
afschrijvingstermijn is verstreken.
- 3.
De terreinen bestemd voor speeltuinwerk worden om niet ter
beschikking gesteld aan de instellingen. De rechten en
verplichtingen in verband met het gebruik, waaronder in ieder
geval het onderhoud, worden vastgelegd in een
gebruiksovereenkomst tussen de gemeente en de instelling.
Artikel 5Exploitatiesubsidies voor onderhoud en afschrijving werkmaterialen,
meergelegenheden en speeltoestellen.
- 1.
De subsidie voor de onderhoud en afschrijving bedraagt maximaal
70% van deze kosten.
- 2.
Onder onderhoudskosten worden verstaan de kosten van het
onderhoud van:
Deze kosten worden genormeerd op 4% van de aanschafwaarde.
- 3.
De in het verleden gesubsidieerde afschrijvingskosten van
investeringen in werkmaterialen, meergelegenheden en
speeltoestellen worden gesubsidieerd totdat de
afschrijvingstermijn is verstreken.
Artikel 6 Exploitatiesubsidies voor organisatiekosten.
- 1.
De subsidie voor organisatiekosten bedraagt maximaal 70% van
deze kosten.
- 2.
Onder organisatiekosten worden verstaan:
- a.
kosten die noodzakelijk zijn om de organisatie van de
instelling in stand te houden, waaronder bestuurskosten,
contributies aan regionale of landelijke
koepelorganisaties en administratiekosten;
- b.
kosten van kadervorming, waaronder opleidingen en
cursussen voor jeugdleiders en bestuursleden;
- c.
kosten van vrijwilligers.
Artikel 7 Berekening van de exploitatiesubsidie
- 1.
De subsidie is het totaal van de bedragen op grond van de
artikelen 4, 5 en 6 met een maximum bepaald in lid 4 van dit
artikel.
- 2.
Grondslag van de berekening zijn de door het college
goedgekeurde kosten op basis van de begroting die wordt
ingediend bij de subsidieaanvraag.
- 3.
Bij het vaststellen van de exploitatiesubsidie kan het college
verschuivingen toestaan binnen de kosten voor gebouwen zoals
bedoeld in artikel 4, de onderhoudskosten zoals bedoeld in
artikel 5, lid 2 en de organisatiekosten zoals bedoeld in
artikel 6, lid 2.
- 4.
De maximale hoogte van de exploitatiesubsidie in het jaar t
wordt bepaald op de hoogte van de subsidie in het jaar t-1,
vermeerderd met een jaarlijks door het college vast te stellen
index.
Artikel 8 Het Speeltuin- en Scoutingfonds
- 1.
Voor zover de middelen die voor enig jaar zijn begroot voor het
verstrekken van subsidies op grond van deze subsidieregeling
niet worden besteed worden deze aan het einde van dat jaar
toegevoegd aan het Speeltuin- en Scoutingfonds.
- 2.
Uit het Speeltuin- en Scoutingfonds kunnen subsidies worden
verstrekt voor eenmalige kosten die verband houden met
investeringen, als bedoeld in artikel 9, voor zover de middelen
van het fonds dat toelaten.
- 3.
Een deel van het fonds is ondergebracht bij het
Samenwerkingsverband Sociaal Cultureel Werk (SSKW). Het betreft
het in 2006 opgerichte fonds voor de vervanging van
speeltoestellen, welke in het kader van de renovatie van
speeltuinen rondom 2006 zijn geplaatst.
Artikel 9 Investeringssubsidies
- 1.
De hoogte van de investeringssubsidies uit het Speeltuin- en
Scoutingfonds bedraagt maximaal:
- a.
50% van de kosten van eerste aanschaf van groot
werkmateriaal, speeltoestellen en meergelegenheden met
een maximum van € 15.000,-;
- b.
50% van de kosten van vervanging van werkmateriaal,
speeltoestellen en meergelegenheden met een maximum van
€ 15.000,-. Werkmateriaal, speeltoestellen en
meergelegenheden kunnen worden vervangen, indien de
afschrijvingstermijn van de investering is verlopen en
op basis van een onafhankelijk deskundig advies
vervanging noodzakelijk is. Een advies wordt gevraagd
indien de vervangingswaarde van een investering meer is
dan € 1.000,-;
- c.
30% van de kosten van groot onderhoud aan gebouwen met
een maximum van € 15.000,-;
- d.
30% van de kosten van aanpassing aan gebouwen in het
kader van wet- en regelgeving;
- e.
100% van de kosten van de vervanging van speeltoestellen
bij speeltuinen die bij de renovatie van speeltuinen
rond 2006 zijn geplaatst. Hiervoor wordt in eerste
instantie een beroep gedaan op het vervangingsfonds bij
het SSKW. Tevens wordt de continuïteit van de speeltuin
betrokken bij de beoordeling.
- 2.
Afschrijvingen van investeringen zijn niet subsidiabel, tenzij
ze onderdeel uit maken van subsidieverstrekkingen voor 1 juli
2015.
Artikel 10
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van
deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met
uitzondering van artikel 1 voor zover toepassing -gelet op het belang
van de aanvrager of subsidieontvanger- leidt tot onbillijkheid van
overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt
gemotiveerd in het besluit richting subsidieontvanger c.q.
aanvrager.