Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Marum

Nadere regels jeugdhulp 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMarum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels jeugdhulp 2015
CiteertitelNadere regels jeugdhulp 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Jeugdwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening Jeugdhulp gemeente Marum 2015, art. 4 t/m 13

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-07-2017nieuwe regeling

08-09-2015

AchtDorpenNieuws, 17 september 2015 en digitaal gemeenteblad gemeente Marum 24-09-2015

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels jeugdhulp 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum;

 

gelet op de Jeugdwet 2015 en de artikelen 4 tot en met 13 van de Verordening Jeugdhulp Gemeente Marum 2015;

 

 

besluiten vast te stellen de volgende NADERE REGELS JEUGDHULP 2015

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de verordening Jeugdhulp 2015 en het Financieel besluit Jeugd.

  • 2.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      begeleiding: activiteiten waarmee de jeugdige wordt ondersteund bij het uitvoeren van dagelijkse levensverrichtingen en het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven;

    • b.

      gebruikelijke zorg: de normale dagelijkse zorg die ouders of partners en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden;

    • c.

      formele ondersteuning: door de cliënt ingekochte professionele ondersteuning op basis van een door het college goedgekeurde overeenkomst.

    • d.

      informele ondersteuning: ondersteuning verleend door iemand vanuit het sociale netwerk;

    • e.

      spoed of crisis: naar het oordeel van de gemeente of een verwijzer niet uitstelbare zorg, achteraf te bevestigen door een besluit van de gemeente;

    • f.

      VOG: een verklaring omtrent gedrag waaruit blijkt dat het gedrag uit het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving.

       

Artikel 2 Persoonsgebonden budget

  • 1.

    In beginsel wordt een individuele voorziening bekostigd vanuit PGB alleen geleverd in de buurt van de verblijfplaats van de jeugdige (binnen het Westerkwartier dan wel de provincie Groningen, kop van Drenthe en/of Friesland).

  • 2.

    Een persoonsgebonden budget wordt in beginsel niet toegekend als daartegen zwaarwegende bezwaren bestaan. Daarvan is in ieder geval sprake als:

    • a.

      er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de jeugdige of zijn ouders zonder hulp

    • b.

      niet in staat is tot een verantwoorde besteding van het PGB en deze hulp niet via een

    • c.

      echtgenoot, wettelijk vertegenwoordiger, bewindvoerder of curator beschikbaar is, of;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders zich in de periode van twee jaar voorafgaand aan de

    • e.

      aanvraag niet heeft gehouden aan – bij een eerdere verstrekking van een PGB –

    • f.

      opgelegde verplichtingen, of;

    • g.

      de jeugdige of zijn ouders in een financieel hulpverleningstraject zit of daarvoor

    • h.

      in aanmerking zou komen, of;

    • i.

      de jeugdige of zijn ouders het eerder verstrekte PGB niet naar genoegen van het

    • j.

      college heeft kunnen verantwoorden.

  • 3.

    Levering van een PGB in het buitenland vindt in beginsel niet plaats, tenzij het college hiertoe schriftelijk toestemming geeft. De budgethouder verplicht zich bij een verblijf van langer dan vier weken in het buitenland dit te melden bij het college.

  • 4.

    Een PGB kan niet ingezet worden bij spoedeisende zorg en/of crisis.

  • 5.

    Een PGB kan niet worden ingezet voor pleegzorg.

  • 6.

    Een PGB voor informele zorg wordt alleen verstrekt als de benodigde zorg de gebruikelijke zorg te boven gaat.

  • 7.

    Een PGB voor informele zorg wordt in beginsel tot maximaal 7 uur per week verstrekt. Zijn meer uren zorg nodig per week dan wordt de zorg door professionals in de vorm van ZIN of een PGB voor formele ondersteuning verleend.

  • 8.

    Van het PGB dat per jaar wordt ontvangen, hoeft een bedrag van € 250,-- per jaar niet verantwoord te worden; ongeacht het aantal indicaties dat hiermee gemoeid is.

     

Artikel 3 Ondersteuningsovereenkomst

  • 1.

    De budgethouder dient een door het college goedgekeurde schriftelijke overeenkomst te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde jeugdhulpverlener of jeugdhulpaanbieder. Het college toetst hierbij of de overeenkomst aansluit bij de toegekende indicatie en eventueel gemaakte afspraken.

  • 2.

    Het college behoudt zich het recht voor om die gevallen waarin er gerede twijfels zijn over de kwaliteit van de ondersteuning dan wel de veiligheid voor de jeugdige om in die gevallen de goedkeuring van de overeenkomst, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, tijdelijk te schorsen, in te trekken dan wel niet te verlenen.

     

Artikel 4 Familiegroepsplan

Een familiegroepsplan bevat op zijn minst:

  • a

    de gestelde gezinsdoelen en de gemaakte afspraken over ondersteuning en jeugdhulp;

  • b

    de wijze van onderlinge afstemming tussen de betrokkenen;

  • c

    de gegevens van de betrokkenen en;

  • d

    op welke wijze en wanneer de voortgang wordt geëvalueerd.

     

Artikel 5 Individuele begeleiding

Een cliënt kan in aanmerking komen voor individuele begeleiding als:

  • 1

    bij de cliënt sprake is van een complexe ondersteuningsvraag, blijkend uit de noodzaak tot inzet van individuele begeleiding, of;

  • 2

    er bij het functioneren van de cliënt sprake is van risico voor zichzelf of diens omgeving, of;

  • 3

    toezicht op de cliënt mogelijk nodig is.

     

Artikel 6 Dagbesteding (begeleiding groep)

Het college kan met het oog op het bieden van structuur, sociale contacten alsmede het ontlasten van eventuele mantelzorgers zorgdragen voor de aanwezigheid van algemene voorzieningen voor dagactiviteiten met beperkte ondersteuning. Een jeugdige kan in aanmerking komen voor dagbesteding als:

  • 1

    de jeugdige als gevolg van beperkingen niet in staat is om een dagstructuur aan te brengen of;

  • 2

    daarmee overbelasting van eventuele mantelzorgers wordt voorkomen.

     

Artikel 7 Kortdurend verblijf

Een cliënt kan gedurende maximaal drie etmalen per week in aanmerking komen voor kortdurend verblijf als:

  • a

    de cliënt is aangewezen op ondersteuning met permanent toezicht, en;

  • b

    de mantelzorger door het overstijgen van het gebruikelijke, redelijkerwijs van hem te verwachten toezicht overbelast dreigt te raken.

     

Artikel 8 Kwaliteit

Naast de in de wet gestelde eisen voldoet de jeugdhulpaanbieder ten minste aan het volgende:

  • a

    een inschrijving in het handelsregister waaruit blijkt dat de activiteiten geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van jeugdhulp;

  • b

    jeugdhulpverleners beschikken over een VOG;

  • c

    de geboden jeugdhulp is veilig en effectief en voldoet aan de professionele standaard zoals deze geldt voor de betreffende vorm van jeugdhulp.

     

     

    Marum, 8 september 2015

     

    Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum,

    de secretaris, de burgemeester,

     

     

    (J.A. Jellema) (H. Kosmeijer)

     

     

    ALGEMENE TOELICHTING

     

    Een aantal punten van de nadere regels wordt verder toegelicht.

     

    Gebruikelijke zorg

    Gebruikelijke zorg is de normale zorg die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten elkaar onderling bieden. Ouders behoren de tot hun gezin behorende kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht aan hen te bieden, ook al is er sprake van een kind met een ziekte, aandoening of beperking. Echter, er is sprake van bovengebruikelijke zorg, als de voor het kind noodzakelijke zorg op het gebied van persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding in (voortdurend) aanhoudende situaties uitgaat boven de zorg die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft, voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen.

     

    Er kan hierbij onderscheid gemaakt worden in kortdurende en langdurende situaties. Bij kortdurende situaties is er uitzicht op herstel van het gezondheidsprobleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de jeugdige. Het gaat hierbij over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden. Langdurende situaties zijn chronisch waarbij naar verwachting de ondersteuning langer dan drie maanden nodig zal zijn.

     

    Algemeen aanvaarde maatstaven

    In kortdurende situaties moet in beginsel alle persoonlijke verzorging en begeleiding door ouders worden geboden. Uitzondering hierop zijn handelingen waarvoor scholing vereist is en die niet door ouders zijn aan te leren.

    In langdurende situaties wordt onder gebruikelijke zorg verstaan de zorg welke op basis van algemeen aanvaarde maatstaven door de sociale omgeving (ouders, partners, volwassen inwonende kinderen en andere volwassen huisgenoten) aan de jeugdige moet worden geboden.

    Het bieden van een beschermende woonomgeving van ouders aan kinderen is tot een leeftijd van 17 jaar gebruikelijke zorg, zowel in kortdurende al langdurende situaties.

     

    Formele of informele ondersteuning

    Formele ondersteuning heeft betrekking op de met een PGB bij derden ingekochte ondersteuning die wordt die in het kader van een hulpverlenend beroep wordt verleend. Deze ondersteuning wordt verleend op basis van een door het college goedgekeurde overeenkomst en kan gesloten zijn met een natuurlijk persoon of met een rechtspersoon. Dat de ondersteuning in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven moet onder andere blijken uit een inschrijving in het handelsregister. Voor alle formele ondersteuning geldt dat deze moet voldoen aan de kwaliteitseisen van de wet, gemeentelijke regelgeving en de professionele standaard die geldt voor de ondersteuning.

     

    Informele ondersteuning wordt verleend door natuurlijke personen en is jeugdhulp in de zin van de wet. Bij de bepaling van het geldende tarief voor ondersteuning door een natuurlijk persoon is doorslaggevend of deze wel of niet wordt geleverd in het kader van een hulpverlenend beroep. Dat de ondersteuning rechtstreeks moet voortvloeien uit een tussen personen bestaande relatie is geen voorwaarde voor informele ondersteuning. Iemand kan bijvoorbeeld ook een advertentie plaatsen met een ondersteuningsvraag. Wanneer deze ondersteuning vervolgens wordt geleverd door iemand die dat niet doet in het kader van een hulpverlenend beroep is dan ook sprake van een informele onder-steuning en het daarbij behorende tarief. Uitgangspunt is dat er geen sprake is van gebruikelijke zorg en dat er maatwerk geboden wordt.

     

    Persoonsgebonden budget

    Om in aanmerking te komen voor een PGB dient de jeugdige of zijn ouders voldoende te beargumenteren waarom zij ZIN niet passend achten. Van hen wordt in ieder geval verwacht dat de jeugdige en/of zijn ouders een redelijke waardering van de belangen ten aanzien van de zorgvraag kan maken. Daarnaast wordt verwacht dat de jeugdige en/of zijn ouders de aan het PGB verbonden taken

    op een verantwoorde wijze kan uitvoeren, zoals het kiezen van een zorgverlener, het aangaan van een zorgovereenkomst, het in de praktijk aansturen van de zorgverlener en het bijhouden van een juiste administratie.

     

    Ondersteuningsovereenkomst

    Het sluiten van een ondersteuningsovereenkomst is een verplichting voor uitbetaling van de PGB. In beginsel zal het college de goedkeuring verlenen wanneer de overeenkomst aansluit bij de toegekende indicatie, eventueel gemaakte afspraken en de jeugdhulpaanbieder of jeugdhulpverlener voldoet aan alle kwaliteitseisen. Echter, een (justitiëel) onderzoek naar bijvoorbeeld het functioneren dan wel de gedragingen van de jeugdhulpaanbieder en/of de betrokken jeugdhulpverlener kan aanleiding zijn voor het college om goedkeuring van de overeenkomst tijdelijk te schorsen, in te trekken dan wel niet te verlenen. Bij de afweging tot dit besluit zijn de veiligheid van de jeugdige en/of de borging van de kwaliteit van de jeugdhulp belangrijke afwegingsfactoren

     

    Pleegzorg

    De opvang van een kind door een pleegouder is uitgesloten van een PGB. Voor deze zorg kan namelijk een pleegzorgvergoeding worden ontvangen. Via de organisatie pleegzorg is kwaliteit en begeleiding van het pleeggezin geborgd. Voor de zorg die een kind extra nodig heeft kan wel een PGB worden aangevraagd. Dit geldt niet voor kortdurend verblijf, dit is immers bedoeld voor het ontlasten van de mantelzorger. Een pleegouder is geen mantelzorger.