artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag : een periode van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een
gedeelte daarvan;
- b.
week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- c.
maand : een kalendermaand
- d.
artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter
zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en
de daarbij behorende tarieventabel.
artikel 3 Belastingplicht
- 1.
De precariobelasting wordt geheven, van degene die het voorwerp of
de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat
voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond zijn.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid, wordt, indien de
gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het
voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst
bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of
diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste
lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder,
op of boven de openbare dienste bestemde gemeentegrond heeft.
artikel 4 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven er zake van het hebben van:
- 1.
voorwerpen ten behoeve van eigendommen, welke bij de gemeente in
gebruik zijn, tenzij deze in gebruik zijn gegeven aan
derden;
- 2.
ten behoeve van het publiek aangebrachte brievenbussen en/of
postzegelautomaten;
- 3.
wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke
Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige
instellingen;
- 4.
voorwerpen, welke daar ingevolge een wettelijk voorschrift
moeten worden gedoogd;
- 5.
voorwerpen ten behoeve van kermisinrichtingen en circussen met
hun toebehoren, indien reeds een vergoeding voor de ingenomen
gemeentegrond aan de gemeente verschuldigd is;
- 6.
voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond en openbaar
gemeentewater, voor zover reeds uit andere hoofde een vergoeding
voor het gebruik van de gemeentegrond en gemeentewater is
verschuldigd;
- 7.
voorwerpen, welke ter uitoefening van die publiekrechtelijke
taak van de gemeente zijn aangebracht en/of geplaatst door de
gemeente
- 8.
borden tot verhuur of verkoop van onroerende zaken, in het geval
deze borden aan de te verhuren of te verkopen onroerende zaken
zijn bevestigd;
- 9.
buisgeleidingen, dienende voor de afvoer van water en
rioolstoffen op de gemeentelijke riolering;
- 10.
borden, masten, palen, e.d., die in verband met verkiezingen van
vertegenwoordigende lichamen zijn aangebracht door of namens de
gemeente.
- 11.
pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen,
bloembakken, goten, goot- of kroonlijsten, regenpijpen, balkons
en spionnen;
- 12.
rails ten dienste van een openbaar middel van vervoer.
artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven,
opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met
inachtneming van het in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Bij de berekening van de verschuldigde belasting worden gedeelten van
tijdvakken en gedeelten van afmetingen voor gehele tijdvakken en
afmetingen gerekend.
artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven door middel van een aanslag, gedagtekende
kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het verschuldigde bedrag
wordt vermeld.
artikel 8 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar
tijdsgelang
- 1.
Indien de in artikel 3, bedoelde belastingplicht aanvangt, is de
belasting verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar of, zo
dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt,
is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de
aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingsjaar wordt
beëindigd, wordt van de over dat jaar geheven belasting ontheffing
verleend over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar als er nog
volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Indien het totaalbedrag van de aanslagen minder dan € 4,50 bedraagt,
wordt de aanslag niet opgelegd.
- 5.
Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het
totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één
belastingaanslag.
artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan
de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand
die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede
twee maanden later.
- 2.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c,
van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde
beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van
overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt
opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande
leden gestelde termijnen.
artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De "Verordening precariobelasting 2015" vastgesteld bij
raadsbesluit van 6 november 2014 wordt ingetrokken met ingang
van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de
heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening
precariobelasting 2016”.
Tabel van tarieven als bedoeld in artikel 4 van de verordening regelende de tarieven en voorwaarden van de precariobelasting 2016.
A.Bouwwerken
De belasting bedraagt voor het gebruik ten behoeve van bouwwerken
door:materialen, grond, puin, keten, tenten, loodsen, schaftwagens,
containers, rijtuigen, hand- en verkoopwagens werktuigen, stellingen of
steigers en dergelijke ingenomen openbare grond ten dienste van enig
bouw-, onderhouds- of sloopwerk, alsmede voor het verrichten voor andere
werkzaamheden:
100. | per m² per maand | € 6,25 |
110. | per m² per jaar | € 77,65 |
De belasting bedraagt voor het hebben van een hijskraan, een trechter of
ander middel tot laden of lossen van goederen, per m² in beslag genomen
openbare gemeentegrond:
120. | per week | € 2,45 |
130. | per maand | € 11,15 |
140. | per jaar | € 135,55 |
Horeca en nijverheid
De belasting bedraagt voor:
200. | het plaatsen van banken, tafeltjes en stoelen en
tochtschermen, alsmede het hebben van een terras als
bedoeld in artikel 7 van de Drank- en
horecavergunning, en overige terrassen indien de
ingenomen ruimte niet meer dan 4 m² bedraagt, per
maand | € 12,90 |
210. | het plaatsen van banken, tafeltjes en stoelen en
tochtschermen, per m² per jaar | € 77,65 |
220. | vaste tochtschermen, welke gedurende het hele jaar
blijven staan, boven het onder 210 bedoelde bedrag
per strekkende meter per jaar | € 29,65 |
230. | voor elke meerdere m² per maand | € 1,10 |
Benzinepompinstallaties c.a.
De belasting bedraagt per jaar, naar gelang de voorwerpen zich bevinden
op of onder de grond, voor het hebben van een benzine- of
oliepompinstallatie of dergelijke inrichting, met inbegrip van de
daarbij behorende vulput en geleidingen:
300. | voor een enkele installatie | € 905,60 |
310. | voor een dubbele installatie | € 1799,20 |
320. | een mengpomp voor benzine en olie ten behoeve van
bromfietsen, voor zover deze niet is geïncorporeerd
in de normale benzine- of oliepompen, als bedoeld
onder 145 of 146 | € 103,25 |
330. | een water- en/of luchtpompinstallatie met inbegrip
van de daarbij behorende geleidingen | € 65,25 |
340. | een pompheuvel | € 65,25 |
350. | een vulput en geleidingen, voor zover niet reeds
onder 145 of 146 belast | € 29,30 |
360. | een vulput en geleidingen, niet behorende bij een
benzine- of oliepompinstallatie | € 14,50 |
370. | een benzine- of olietank of een dergelijke
inrichting per m² bij grootste lengtedoorsnede | € 29,30 |
Buizen en en/of kokers
De belasting voor het hebben van een buis en/of koker (met uitzondering
van die welke ten behoeve van het transport of distributie van
nutsvoorzieningen het gemeenteriool of die bestemd zijn voor de afvoer
van huis- of hemelwater of fecaliën, bedraagt per jaar:
A.Wanneer de buis of koker buitenwerks 0,50 meter niet te boven
gaat:
400. | tot en met 100 meter, per meter | € 8,30 |
410. | boven 100 meter tot en met 1000 meter, per 10
meter | € 8,30 |
420. | boven 1000 meter, tot en met 2000 meter, per 10
meter | € 5,85 |
430. | boven 2000 meter voor elke 10 meter meer | € 2,95 |
A.Wanneer de buis of koker buitenwerks 0,50 te boven gaat:
440. | tot en met 100 meter, per meter | € 12,60 |
450. | boven 100 meter tot en met 1000 meter, per 10
meter | € 12,60 |
460. | boven 1000 meter tot en met 2000 meter, per 10
meter | € 9,00 |
470. | boven 2000 meter voor elke 10 meter meer | € 3,95 |
Nutsvoorzieningen
De belasting voor het hebben van een buis, leiding, koker of soortgelijk
voorwerp ten behoeve van het transport van en/ of distributie van
nutsvoorzieningen bedraagt:
500. | per strekkende meter per jaar | € 2,35 |
Particuliere leiding en dergelijke
De belasting bedraagt voor het hebben van een particulier elektrische of
andere leiding, kabel of spreekbuis (niet zijnde nutsvoorzieningen):
600. | per strekkende meter, per jaar | € 2,35 |
610. | het hebben van een luidspreker, per jaar | € 28,95 |
620. | het hebben van een waterpomp of waterkraan, per
jaar | € 28,95 |
630. | het hebben van een meterkastje voor gas of
elektriciteit, per jaar (niet voor markt- en
standplaatsen) | € 28,95 |