Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten Overijssel 2007 |
Citeertitel | Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten Overijssel 2015 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Het procedurebesluit is tekstueel geactualiseerd. Om die reden is ook het jaartal in de titel aangepast naar 2015.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 9-9-2015
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 6455, gepubliceerd op 30 september 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2015 | 07-09-2019 | wijziging artikel(en) | 09-09-2015 Provinciaal Blad nr. 6455, gepubliceerd op 30 september 2015 | Besluiten van Gedeputeerde Staten van 30 juni 2015, kenmerk 2015/0165800 en van Provinciale Staten van 9 september 2015, kenmerk PS/2015/499 | |
01-01-2013 | 01-10-2015 | Hoofdstuk 3, artikel 14. | 20-11-2012 Provinciaal Blad nr. 2012/0298278, gepubliceerd op 30 december 2012 | Besluit van Gedeputeerde Staten van 20 november 2012, kenmerk 2012/0260810 | |
01-01-2013 | 01-01-2013 | Hoofdstuk 3, artikel 14 | Provinciaal Blad nr. 2012/0298278, gepubliceerd op 30 december 2012 | Besluit van Gedeputeerde Staten van 20 november 2012, kenmerk 2012/0260810 | |
14-10-2010 | 01-01-2013 | Hoofdstuk 2 | 29-09-2010 Provinciaal Blad nr. PS/2010/873, uitgegeven op 13 oktober 2010 | - | |
01-07-2007 | 07-09-2019 | nieuwe regeling | - |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 3. Ambtelijke bijstand
De secretaris wint alle voor een zorgvuldige voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift, het administratieve beroepschrift, het administratieve geschil of de klacht gewenste inlichtingen in. Indien de hoorcommissies of de Kamer na afloop van een hoorzitting nadere inlichtingen wenselijk vindt, doet de secretaris dat onder diens verantwoordelijkheid.
Bij de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften, administratieve geschillen, verzetschriften en klachten onderzoekt de secretaris of het geschil via bemiddeling kan worden opgelost en kan daartoe de nodige handelingen verrichten.
Een gemachtigde legt een schriftelijke en door belanghebbende ondertekende machtiging over, tenzij hij is ingeschreven als advocaat of procureur.
Artikel 8. Vergoeding onafhankelijk voorzitter
De voorzitter ontvangt een vergoeding die gelijk is aan 300% van het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen Hoor- en Adviescommissie Provinciale Staten
Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen Hoorcommissie Gedeputeerde Staten en de Kamer uit Gedeputeerde staten
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen Hoorcommissie Commissaris van de Koningin
Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 21. Niet-voorzienbare gevallen
De hoorcommissies, de Kamer en de Commissaris van de Koning, deze laatste twee voor wat betreft administratieve beroepen en administratieve geschillen, beslissen - ieder voor zover bevoegd - in de procedurele gevallen waarin de wet en dit besluit niet voorzien.
[Toelichting: De Algemene wet bestuursrecht geeft voor de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften en klaagschriften algemene procedureregels maar het is ook nodig dat elk bestuursorgaan in een procedurebesluit hieraan nadere invulling geeft. Ook kunnen aanvullende procedureregels worden opgesteld. Verder vereist artikel 168 Provinciewet het vaststellen van een verordening door Gedeputeerde Staten.
In het kader van de deregulering zijn in 2007 de drie bestaande procedurebesluiten in één procedure-besluit vastgelegd. Omdat die procedures veel overeenkomstige handelingen en bevoegdheden vertonen, vergroot bundeling in één procedurebesluit ook de externe en interne herkenbaarheid. Dit draagt bij aan de kwaliteit van bestuur en transparantie richting de burger.]
[Toelichting: De in het eerste lid bedoelde bestuursorganen zijn Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, de voorzitter van Gedeputeerde Staten, de Commissaris van de Koning en de provinciale ambtenaren belast met de heffing en invordering van belastingen.
Bezwaar tegen de heffing provinciale belastingen zoals leges en precariorechten is op grond van artikel 227a Provinciewet mogelijk bij de provinciaal ambtenaar belast met de heffing ervan. De behandeling van deze bezwaarschriften is geregeld in de Algemene Wet op de Rijksbelastingen. Het besluit is niet van toepassing op de bezwaarschriften tegen de besluiten van de provinciale ambtenaar belast met de heffing en invordering van belastingen.]
[Toelichting: In de uitnodiging voor de hoorzitting wordt aangegeven door wie zal worden gehoord: een hoorcommissie, de Kamer of de voorzitter ervan of de Commissaris van de Koning. De uitnodiging voor de hoorzitting, waarin ook de plaats en het tijdstip van de hoorzitting zijn opgenomen, wordt uiterlijk veertien dagen voor de zittingsdatum toegezonden. De secretaris verricht de werkzaamheden in relatie tot het vooronderzoek onder verantwoordelijkheid van de hoorcommissies, de Kamer of de Commissaris van de Koning. De secretaris draagt zorg voor de verslaglegging en het maken van een geluidsopname ter zitting.]
[Toelichting: Voor de behandeling van bezwaarschriften kan bijvoorbeeld een teamleider of de betrokken auteur de eenheid vertegenwoordigen en tijdens de hoorzitting reageren op hetgeen door de bezwaarmaker en/of andere belanghebbenden naar voren wordt gebracht. Ook kunnen de hoorcommissies en de hoor- en adviescommissie vragen stellen aan de vertegenwoordiger van de eenheid. Doel is een goed zicht op feiten en belangen te verkrijgen en de hoorzitting mede het karakter van een wederzijds gesprek te laten hebben.
Bij de behandeling van klachten spelen naast informatieverstrekking over de gedraging ook andere elementen een rol. Hierbij staan personen en hun gedragingen centraal; het kan indirect ook betrekking hebben op de wijze van administratieve organisatie of op cultuuraspecten. Daarom kan het zinvol zijn om naast degene over wiens gedraging geklaagd wordt, indien van toepassing, bijvoorbeeld zijn of haar directe leidinggevende of collega uit te nodigen.]
[Toelichting: In dit besluit is voor het oplossen van geschillen door toepassing van de Methode Overijssel een belangrijke plaats ingeruimd. Kenmerkend voor de Methode Overijssel is de informele aanpak waarbij het bestuursorgaan bij (potentiële) geschillen contact zoekt met de burger vanuit een open en oplossingsgerichte houding en dat burgers goed worden geïnformeerd over procedures en hun positie daarin. Doel is het geschil op te lossen en daarmee juridisering tegen te gaan. De keuze om wel of niet een bemiddelingstraject in te gaan is aan het betreffende bestuursorgaan. De secretaris zal daartoe overleg plegen met een vertegenwoordiger daarvan. Kiest het bestuursorgaan voor een bemiddelingstraject, dan bepaalt het tevens de grens van de onderhandelingsruimte. In een bemiddelingstraject is voor de secretaris een initiërende en vrij zelfstandig begeleidende rol weggelegd. Een dergelijke bemiddelingspoging staat naast de actieve inzet van de hoorcommissies, de Kamer danwel de Commissaris van de Koning om ook op de hoorzitting te zoeken naar de mogelijkheden voor een minnelijke oplossing. Uiteindelijk beslist het betrokken bestuursorgaan over een voorstel tot minnelijke oplossing. De bemiddelingspoging kan gedurende de gehele heroverwegings- of klachtenprocedure plaatsvinden. De secretaris handelt ook op dit punt onder verantwoordelijkheid van de hoorcommissies, de Kamer of de Commissaris van de Koning.]
[Toelichting: Partijen en belanghebbenden kunnen schriftelijk en/of mondeling, waaronder ook telefonisch, laten weten dat hij of zij afziet van het recht om te worden gehoord. Ingeval een bezwaarschrift, een administratief beroep of geschil danwel een klacht kennelijk niet-ontvankelijk, ongegrond of gegrond is, kan het bestuursorgaan van het horen af zien.
Indien belanghebbenden na kennisneming ervan reageren op het schriftelijke verslag van de hoorzitting, worden deze reacties mee overwogen bij de uiteindelijke besluitvorming. Het schrifte¬lijke verslag zelf wordt, behoudens kennelijke verschrijvingen, niet meer gewijzigd.]
[Toelichting: Op grond van de samenstelling van de Hoor- en Adviescommissie voor bezwaarschriften tegen besluiten van Provinciale Staten valt de commissie onder de reikwijdte van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat voor die bezwaarschriften een beslistermijn geldt van twaalf weken met een verdagingsmogelijkheid van zes weken. De wetgever heeft dat mogelijk geacht omdat in dit geval schriftelijk advies wordt uitgebracht. Met instemming van de bezwaar¬maker kan ook deze verdagingstermijn worden verlengd.
De Hoor- en Adviescommissie Provinciale Staten is tevens belast met de behandeling van schriftelijke klachten met betrekking tot Statenleden en medewerkers van de Griffie. De commissie heeft tot taak de klacht over een Statenlid of een medewerker van de Griffie te onderzoeken (waarvan ook onderdeel uitmaakt het horen van de klager en degene over wiens gedraging wordt geklaagd) en te rappor¬teren aan het bestuursorgaan aan wie de gedraging kan worden toegerekend. Dit rapport bevat een advies met bevindingen, het verslag van het horen en eventuele aanbevelingen. Afwijken van het advies door het betreffende bestuursorgaan is mogelijk, maar moet in dat geval wel voldoende gemotiveerd zijn. Deze klachtprocedure heeft een intern karakter. De commissie, als bedoeld in afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, adviseert aan het bestuursorgaan dat vervolgens zelf aan de klager bericht tot welke conclusies het is gekomen naar aanleiding van de klacht. Uiteraard geldt ook hier de eis, dat de advisering niet mag geschieden door degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft. Deze commissie kan op grond van artikel 9:15 van de Algemene wet bestuursrecht het horen opdragen aan de voorzitter of een lid van de commissie. De klacht behoort binnen 10 weken behandeld te zijn. Na deze klachtprocedure kan klager desgewenst naar de Nationale Ombudsman om hem zijn klacht voor te leggen.]
[Toelichting: Dit artikel regelt de samenstelling van de Hoorcommissie Gedeputeerde Staten. Dit laat de mogelijkheid onverlet om op grond van artikel 7:5 lid 1 onder a, ambtelijk te horen. Ambtelijk horen vindt uitsluitend plaats bij eenvoudige, niet bestuurlijk gevoelige zaken. Bij enige twijfel vindt het horen door de bezwarencommissie plaats.
Op grond van de samenstelling van de hoorcommissie Gedeputeerde Staten valt deze hoorcommissie onder de reikwijdte van artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat voor deze bezwaarschriften een kortere beslistermijn geldt dan voor een artikel 7:13-commissie, namelijk zes weken met een verdagingsmogelijkheid van zes weken. De wetgever heeft dat mogelijk geacht omdat in dit geval geen schriftelijk advies wordt uitgebracht, maar het standpunt van de hoorcommissie bij de voorbereiding van het ontwerpbesluit op bezwaar wordt meegenomen. Met instemming van de bezwaarmaker kan ook deze verdagingstermijn verlengd worden. Het bovenstaande geldt ook voor de hoorcommissie Commissaris van de Koning als in artikel 18 van dit besluit.
De in het tweede lid, onder b, genoemde gedeputeerde zal, gezien de bedoeling van artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht, niet de verantwoordelijke gedeputeerde zijn van het beleidsterrein waarop het bezwaarschrift betrekking heeft.
De hoorcommissie Gedeputeerde Staten heeft tevens tot taak de klacht over een provinciaal ambtenaar of GS-lid te onderzoeken (waarvan ook onderdeel uitmaakt het horen van de klager en degene over wiens gedraging wordt geklaagd). Het bestuursorgaan aan wie de klacht kan worden toegerekend, beslist uiteindelijk op de klacht. Klachten over gedragingen van ambtenaren en gedeputeerden worden toegerekend aan Gedeputeerde Staten. Dat geldt echter niet voor de provinciale heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar, omdat die ambtenaren op grond van de Provinciewet zelf een bestuursorgaan zijn voor die taak. Klachten over hen worden aan hen toegerekend: zij beslissen daar ook over. Deze klachtprocedure heeft een intern karakter. Na deze klachtprocedure kan klager desgewenst naar de Nationale Ombudsman om hem zijn klacht voor te leggen.]
[Toelichting: Artikel 168 van de Provinciewet draagt Provinciale Staten op een verordening vast te stellen voor de behandeling door Gedeputeerde Staten van administratieve geschillen, aan hun beslissing onderworpen. Voor de behandeling van deze geschillen vormen Gedeputeerde Staten op grond van artikel 171 Provinciewet uit hun college een Kamer. Deze Kamer bestaat uit drie leden van Gedeputeerde Staten met dien verstande dat waar mogelijk gebruik zal worden gemaakt van de in de Provinciewet geboden mogelijkheid dat de voorzitters van de Kamer minder complexe zaken aan een enkel¬voudige Kamer kan opdragen. De enkelvoudige Kamer bestaat uit een lid van de Kamer. De Kamer behandelt ook de ingestelde administratieve beroepen die op grond van bijzondere wetgeving op Gedeputeerde Staten zijn opengesteld en het zogeheten verzet tegen uitspraken in administratieve geschillen.
Bij de Kamer is ingevolge de Provinciewet sprake van een griffier. Om verwarring met de griffier van de Staten te voorkomen is, in aansluiting bij de gehanteerde benaming in de bezwaarschriftenprocedures, gekozen voor de benaming secretaris.]
[Toelichting: Artikel 168 van de Provinciewet draagt Provinciale Staten op een verordening vast te stellen voor de behandeling door Gedeputeerde Staten van administratieve geschillen, aan hun beslissing onderworpen. Voor de behandeling van deze geschillen vormen Gedeputeerde Staten op grond van artikel 171 Provinciewet uit hun college een Kamer. Deze Kamer bestaat uit drie leden van Gedeputeerde Staten met dien verstande dat waar mogelijk gebruik zal worden gemaakt van de in de Provinciewet geboden mogelijkheid dat de voorzitters van de Kamer minder complexe zaken aan een enkel¬voudige Kamer kan opdragen. De enkelvoudige Kamer bestaat uit een lid van de Kamer. De Kamer behandelt ook de ingestelde administratieve beroepen die op grond van bijzondere wetgeving op Gedeputeerde Staten zijn opengesteld en het zogeheten verzet tegen uitspraken in administratieve geschillen.
Bij de Kamer is ingevolge de Provinciewet sprake van een griffier. Om verwarring met de griffier van de Staten te voorkomen is, in aansluiting bij de gehanteerde benaming in de bezwaarschriftenprocedures, gekozen voor de benaming secretaris.]
[Toelichting: Zoals hierboven reeds is vermeld draagt artikel 168 van de Provinciewet Provinciale Staten op een verordening vast te stellen voor de behandeling door Gedeputeerde Staten van administratieve geschillen, aan hun beslissing onderworpen. Artikel 180 van de Provinciewet verklaart de artikelen 168 tot en met 170 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing op de behandeling door de Commissaris van administratieve geschillen, aan zijn beslissing onderworpen. In een aantal bijzondere wetten wordt de Commissaris belast met de beslissing van administratieve geschillen. Te denken valt aan artikel 11, lid 5 van de Inkwartieringswet.]