Overheidsorganisatie | Provincie Overijssel |
---|---|
Officiële naam regeling | Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten Overijssel 2007 |
Citeertitel | Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten Overijssel 2007 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2007 | 14-10-2010 | nieuwe regeling |
| - |
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. de wet: de Algemene wet bestuursrecht;
b. bezwaarschrift: het geschrift waarmee bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de wet;
c. administratief beroep: het administratief beroep als bedoeld in artikel 1:5, tweede lid van de wet;
d. administratief geschil: het administratief geschil als bedoeld in de artikelen 168 en 170 van de Provinciewet;
e. klacht: klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de wet;
f. hoorcommissie: de in de artikelen 11, 14 en 18 van dit besluit bedoelde commissies;
g. secretaris: de medewerker als bedoeld in artikel 3 van dit besluit;
h. Kamer: de in artikel 171, eerste lid van de Provinciewet bedoelde Kamer uit Gedeputeerde Staten;
i. hoorzitting: de bijeenkomst als bedoeld in de artikelen 7:2, 7:16 en 9:10 van de wet en artikel 172, vierde lid van de Provinciewet, waarin belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord;
j. eenheid: de werkeenheid als bedoeld in artikel 1 van de Organisatieverordening provincie Overijssel;
k. bestuursorgaan: bestuursorgaan van de provincie Overijssel, dat bevoegd is te beslissen op een bezwaarschrift, beroepschrift of klacht.
1. Dit procedurebesluit is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften, administratieve geschillen, verzetschriften en klachten, voor zover vallend onder het bestuursorgaan.
2. Uitgezonderd zijn rechtspositionele bezwaarschriften en klachten.
1. Een secretaris staat de hoorcommissies en de Kamer bij.
2. De secretaris bepaalt de plaats en het tijdstip van de hoorzitting en deelt dit tijdig aan belanghebbenden mee.
3. De secretaris verdaagt in voorkomende gevallen de beslissing op het bezwaar- of administratief beroepschrift, het administratieve geschil of de klacht.
4. De secretaris wint alle voor een zorgvuldige voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift, het administratieve beroepschrift, het administratieve geschil of de klacht gewenste inlichtingen in. Indien de hoorcommissies of de Kamer na afloop van een hoorzitting nadere inlichtingen wenselijk vindt, doet de secretaris dat onder diens verantwoordelijkheid.
5. De secretaris draagt zorg voor terugkoppeling van leerpunten uit de behandeling van bezwaarschriften en klachten naar bestuur en eenheden.
1. Voor de behandeling van bezwaarschriften op een hoorzitting nodigt de secretaris een vertegenwoordiger uit van de eenheid dat het besluit heeft voorbereid waartegen bezwaar is gemaakt.
2. Voor de behandeling van klachten op een hoorzitting nodigt de secretaris tenminste degene uit op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
Bij de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften, administratieve geschillen, verzetschriften en klachten onderzoekt de secretaris of het geschil via bemiddeling kan worden opgelost en kan daartoe de nodige handelingen verrichten.
Een gemachtigde legt een schriftelijke en door belanghebbende ondertekende machtiging over, tenzij hij is ingeschreven als advocaat of procureur of belanghebbende met de gemachtigde verschijnt.
1. De hoorcommissies horen partijen en overige belanghebbenden en stellen hen in de gelegenheid een reactie te geven op het bezwaarschrift of de klacht.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de Kamer en de Commissaris van de Koningin voor zover het betreft administratieve beroepen en administratieve geschillen.
3. De hoorzittingen zijn openbaar. De hoorcommissies kunnen besluiten de hoorzitting geheel of gedeeltelijk in beslotenheid te laten plaatsvinden.
4. De voorzitter bepaalt de orde op de hoorzitting.
5. Het schriftelijke verslag van de hoorzitting wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
6. De hoorcommissie kan besluiten dat er verslag wordt gelegd in de vorm van een audio-opname.
7. Het verslag wordt ter kennisname toegezonden aan belanghebbenden die op de betreffende hoorzitting aanwezig waren.
De voorzitter ontvangt een vergoeding die gelijk is aan 300% van het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
De in afdeling 9.1 van de wet geregelde procedure voor de behandeling van klachten wordt gevolgd.
1. Getuigen en deskundigen worden opgeroepen om bij de behandeling van een administratief geschil of verzet te worden gehoord, ontvangen op verzoek een vergoeding voor reis- en verblijfkosten en tijdsverzuim.
2. De vergoeding wordt bepaald overeenkomstig de regeling voor leden van een commissie als bedoeld in de Verordening Rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2007.
1. Er is een commissie voor de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van Provinciale Staten en schriftelijke klachten met betrekking tot Statenleden en medewerkers van de Griffie, genaamd: Hoor- en Adviescommissie Provinciale Staten.
2. De in het eerste lid bedoelde commissie bestaat uit:
een voorzitter, die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Overijssel;
vijf leden uit het midden van Provinciale Staten.
1. Provinciale Staten benoemen de voorzitters, de leden van de Hoor- en Adviescommissie en hun plaatsvervangers. Zij zijn herbenoembaar.
2. De zittingsperiode van de voorzitters en de leden valt samen met de zittingsperiode van Provinciale Staten.
3. Het lidmaatschap van de Hoor- en Adviescommissie eindigt:
na afloop van de zittingsperiode;
op verzoek van het betrokken lid of plaatsvervangend lid;
bij besluit van Provinciale Staten.
De aftredende voorzitter en leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien of zij zijn herbenoemd.
1. De Hoor- en Adviescommissie Provinciale Staten brengt advies uit aan Provinciale Staten.
2. Het advies wordt voorzien van een ontwerpbesluit ter uitvoering van het advies.
3. Het advies wordt bij meerderheid vastgesteld door de in artikel 10, tweede lid, onder b van deze verordening bedoelde leden.
4. De voorzitter kan het advies, op verzoek van de voorzitter van Provinciale Staten, toelichten in een vergadering van Provinciale Staten.
1. Er is een hoorcommissie voor de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van Gedeputeerde Staten en schriftelijke klachten met betrekking tot provinciale medewerkers of GS-leden, genaamd: Hoorcommissie Gedeputeerde Staten.
2. De hoorcommissie bestaat uit:
een voorzitter, die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Overijssel;
een lid van Gedeputeerde Staten.
3. Een lid van de hoorcommissie neemt geen deel aan de behandeling van een klacht, indien de klacht op een gedraging van dat lid betrekking heeft.
1. Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitters. Zij zijn herbenoembaar.
2. De zittingsperiode van de hoorcommissie valt samen met de zittingsperiode van Gedeputeerde Staten.
3. Het lidmaatschap van de hoorcommissie eindigt door:
het aflopen van de zittingsperiode;
op verzoek van het betrokken lid.
4. De aftredende voorzitter en leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien of zij zijn herbenoemd.
1. De Kamer is belast met de behandeling van administratieve beroepen en administratieve geschillen voor zover aan de beslissing van Gedeputeerde Staten onderworpen.
2. De Kamer bestaat uit drie leden, door en uit het midden van Gedeputeerde Staten benoemd. Zij zijn herbenoembaar.
Op de indiening en behandeling van een verzetschrift als bedoeld in artikel 172, derde lid van de Provinciewet zijn de artikelen 6:5, 6:6, 6:11, 6:14 en 6:17 van de wet en de artikelen 3 tot en met 7, 11 en 12 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
1. Er is een hoorcommissie voor de behandeling van bezwaarschriften tegen besluiten van de Commissaris van de Koningin, genaamd: Hoorcommissie Commissaris van de Koningin.
2. De hoorcommissie bestaat uit:
een voorzitter, die geen deel uitmaakt of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Overijssel;
de Commissaris van de Koningin.
1. De Commissaris van de Koningin benoemt de voorzitter.
2. De zittingsduur van de voorzitter valt samen met de zittingsduur van Provinciale Staten. Hij is herbenoembaar.
3. Het lidmaatschap van de hoorcommissie eindigt door het aflopen van de zittingsperiode.
4. De aftredende voorzitter blijft zijn functie waarnemen totdat in zijn opvolging is voorzien of hij is herbenoemd.
De Commissaris van de Koningin is belast met de behandeling van administratieve beroepen en geschillen voor zover aan de beslissing van de Commissaris van de Koningin onderworpen.
De hoorcommissies, de Kamer en de Commissaris van de Koningin, deze laatste twee voor wat betreft administratieve beroepen en administratieve geschillen, beslissen – ieder voor zover bevoegd – in de procedurele gevallen waarin de wet en dit besluit niet voorzien.
1. Het Procedurebesluit Provinciale Staten bezwaar en klachten Overijssel 2004 wordt ingetrokken.
2. Het Procedurebesluit Gedeputeerde Staten bezwaar, beroep en klachten Overijssel 2004 wordt ingetrokken.
3. Het Procedurebesluit Commissaris van de Koningin bezwaar en beroep Overijssel 2004 wordt ingetrokken.
1. Dit besluit treedt op 1 juli 2007 in werking.
2. Bezwaarschriften en klachten die zijn ingediend voor de datum van bekendmaking van dit besluit, worden behandeld volgens het recht dat voor dat tijdstip van toepassing was.
Dit besluit wordt aangehaald als Procedurebesluit bezwaar, beroep en klachten Overijssel 2007.