Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Huishoudelijk Reglement Jeugdbrandweer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingHuishoudelijk Reglement Jeugdbrandweer
CiteertitelHuishoudelijk Reglement Jeugdbrandweer
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 4 Organisatieverordening Jeugdbrandweer Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-2014nieuwe regeling

19-03-2014

Onbekend

06aDR140319

Tekst van de regeling

Intitulé

Huishoudelijk Reglement Jeugdbrandweer

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

 

Huishoudelijk reglement jeugdbrandweer

 

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsomschrijvingen. 3

Artikel 2 Doel van de jeugdbrandweer 3

Artikel 3 Standplaats en groepsgrootte. 3

Artikel 4 Aanwijzing. 3

Artikel 5 Voorwaarden voor aanwijzing bij de jeugdbrandweer 4

Artikel 6 Aanwijzingsprocedure. 4

Artikel 7 Oefenavonden. 4

Artikel 8 Opleiding. 4

Artikel 9 Activiteiten. 4

Artikel 10 Inzet 5

Artikel 11 Overige verplichtingen jeugdlid in relatie tot de brandweer 5

Artikel 12 Verzekering. 6

Artikel 13 Contributie. 6

Artikel 14 Corrigerende Maatregel (straf of schorsing) 6

Artikel 15 Beëindiging van het lidmaatschap door de organisatie. 7

Artikel 16 Beëindiging van het lidmaatschap door het (aspirant) Jeugdlid. 7

Artikel 17 Doorstroom naar vrijwillige brandweer 7

Artikel 18 Vertrouwenspersoon(en) 8

Artikel 19 Leiding jeugdbrandweer 8

Artikel 20 over documentbeheer door jeugdleiders. 8

Artikel 21 Financiën / Uitgaven door jeugdleiders. 8

Artikel 22 Kleding voor jeugdleiders. 9

Artikel 23 Slotbepaling. 9

Bijlage 1: Gezondheidsverklaring. 10

Bijlage 2: Inschrijfformulier jeugdbrandweer 12

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Aspirant Jeugdlid: Lid dat tijdelijk voor de duur van 1 jaar is aangesteld bij wijze van proef op basis van dit reglement.

Jeugdlid: Lid dat is aangesteld op basis van dit reglement.

Kandidaat lid: Iemand die interesse heeft in de jeugdbrandweer en in procedure zit.

Algemeen Bestuur: Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

Dagelijks Bestuur: Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

JBNL: Stichting Jeugdbrandweer Nederland onderdeel van brandweer Nederland.

Artikel 2 Doel van de jeugdbrandweer

  • 1.

    Het doel van de jeugdbrandweer is jongeren te laten kennismaken met de brandweer, het bewustzijn en de kennis met betrekking tot het voorkomen van brand, brandbestrijding en hulpverlening te vergroten. Daarnaast is de jeugdbrandweer mogelijkerwijs een kweekvijver voor toekomstige brandweervrijwilligers.

  • 2.

    De veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond heeft een inspanningsverplichting om een interessant programma te ontwikkelen met tenminste de volgende aspecten om jeugdbrandweerleden:

    a. kennis te laten maken met de brandweer.

    b. het bewustzijn en de kennis met betrekking tot het voorkomen van brand, brandbestrijding en hulpverlening te vergroten.

    c. biedt jeugdbrandweerleden een leertraject dat bij gebleken geschiktheid en vacatures de kans vergroot door te stromen naar brandweervrijwilliger of beroeps.

    d. maakt jeugdleden maatschappelijk bewust.

    e. ontwikkelt en vormt bij jeugdleden competenties, vaardigheden, normen en waarden zoals die bij de brandweer gebruikelijk zijn. Met de geleerde vaardigheden kan de jeugd ook veel in het maatschappelijk leven betekenen.

    f. leert de jeugdleden positief denken en begrip opbrengen voor anderen en daarnaar te handelen.

    g. samen te laten leren en samen te werken als team om zo fictieve problemen (bijvoorbeeld branden of kleine ongelukken) op te lossen.

    h. te leren omgaan met techniek.

    i. zaken die de ‘volwassen’ brandweer ook doet, op een sportieve wijze aan te leren.

    j. die later doorstromen naar de opleiding ‘manschap A’ van de brandweer al een voorsprong in kennis en ervaring te geven.

    k. een leuke hobby te bieden.

    l. gelegenheid te bieden om tijdens de jeugdbrandweer-opleiding een hechte vriendschappelijke band met elkaar op te bouwen. Door deze hechte teamverband durf je elkaar aan te spreken op plichtsbesef, op tijd komen, collegiale aspecten en het klaar staan voor anderen.

    m. een bijdrage aan een goed doel te laten leveren. Zo kan een collecte voor de Brandwondenstichting worden gehouden of slachtoffer spelen bij een brandweeroefening van de ‘volwassen’ brandweer.

    n. het aspect ‘brandveilig leven’ onder de aandacht te laten brengen van andere jongeren.

    o. in competitieverband deel te laten nemen aan wedstrijden.

Artikel 3 Standplaats en groepsgrootte

  • 1.

    Binnen de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn 13 groepen jeugdbrandweer actief. Het aantal jeugdleden wordt gekoppeld aan het aantal leden van de blusploeg waartoe zij behoren. Bestaat een blusploeg uit 15 leden dan is het maximale aantal jeugdleden dus 15.

  • 2.

    Jeugdleden worden ingedeeld in twee groepen van 12 tot 15 jaar en van 16 tot 18 jaar te weten junioren en aspiranten.

Artikel 4 Aanwijzing

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wijst het jeugdlid op basis van de bepalingen van dit reglement aan als lid van de jeugdbrandweer Rotterdam-Rijnmond.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een aanwijzing dient het jeugdlid te voldoen aan de voorwaarden voor aanwijzing genoemd in artikel 5.

  • 3.

    Bij gebleken geschiktheid wordt de aanwijzing tot jeugdlid gegeven tot aan het bereiken van de leeftijd van 18 jaar.

Artikel 5 Voorwaarden voor aanwijzing bij de jeugdbrandweer

  • 1.

    Passen binnen de groep.

  • 2.

    Aanvaardbaar gedrag vertonen.

  • 3.

    Woonachtig te zijn in het cluster of nabijgelegen cluster waar de jeugdbrandweer actief is.

  • 4.

    Leeftijd van minimaal 12 jaar en maximaal 15 jaar te hebben bereikt.

Artikel 6 Aanwijzingsprocedure

  • 1.

    Een kandidaat lid verzoekt via een aanmeldingsformulier (bijlage 2) om toelating tot de aanmeldingsprocedure. Dit formulier dient mede te worden ondertekend door de ouders/verzorgers van het kandidaat lid.

  • 2.

    Indien een kandidaat lid voldoet aan de voorwaarden tot aanwijzing genoemd in artikel 5 lid 1 tot en met 4 van dit reglement en er is ruimte binnen de groep van de gewenste standplaats, wordt het jeugdlid uitgenodigd voor een gesprek met de leiding van de jeugdbrandweer en in de gelegenheid gesteld een aantal keren (2 tot 4 keer) de sfeer te proeven.

  • 3.

    Indien er geen ruimte is op de gewenste standplaats dan kan het kandidaat lid verzoeken om op een wachtlijst te worden geplaatst. Een voorwaarde hiervoor is wel dat hij voldoet aan de voorwaarden tot aanwijzing genoemd in artikel 5 lid 1 tot en met 4 van dit reglement.

  • 4.

    Na de kennismaking kunnen beide partijen aangeven of zij de aanwijzingsprocedure wensen voort te zetten. In geval de aanwijzingsprocedure door de organisatie wordt afgebroken worden de redenen hiervan mondeling aan het kandidaat lid en de ouders/verzorgers toegelicht.

  • 5.

    NAW gegevens en aanvullende (aanwijzings)informatie van jeugdleden alsmede opleidings-, test- en oefenresultaten worden per lid, in een digitaal dossier onderhouden.

Artikel 7 Oefenavonden

  • 1.

    Er wordt 1 maal per week een oefenavond georganiseerd op een vaste avond. Wijziging van de oefenavond wordt tenminste 3 maanden van te voren aan de leden en hun ouders/verzorgers bekend gemaakt.

  • 2.

    Bij het aangaan van een lidmaatschap met de jeugdbrandweer verbindt het jeugdlid zich aan de deelname aan de oefenavonden. Mocht het jeugdlid niet in staat zijn aan een oefenavond deel te nemen, dan deelt hij dit, behoudens calamiteiten, tenminste 24 uur voor aanvang van de oefenavond mee aan de leiding van de jeugdbrandweer.

  • 3.

    Wanneer de jeugdleiding tijdens een oefenavond verhinderd is, en het aantal begeleiders onder het minimale aantal komt, wordt onderling vervanging geregeld.

  • 4.

    De onder artikel 7 lid 3 genoemde vervanging kan ook inhouden dat de jeugdleiding van een ander korps een toets of oefenavond begeleid.

  • 5.

    De oefenavonden starten om 19.00 uur en eindigen maximaal om 21.00 uur. In verband met inzetoefeningen kan het voorkomen dat een oefenavond uitloopt. Een kwartier voor en na de oefenavond is jeugdleiding aanwezig. Buiten deze tijd is het jeugdleden verboden op het kazerne terrein aanwezig te zijn.

  • 6.

    Tijdens schoolvakanties en feestdagen vervalt de oefenavond.

  • 7.

    Minimaal éénmaal per jaar zal er een informatie bijeenkomst/ouderavond zijn voor ouders/verzorgers om hen over de stand van zaken te informeren.

  • 8.

    Wanneer tijdens een oefenavond het brandweerkorps gealarmeerd wordt, gaan de jeugdleden naar de instructieruimte of naar een door de jeugdleiding aangegeven plaats zodat de gealarmeerde blusploeg veilig en ongehinderd kan uitrukken.

Artikel 8 Opleiding

  • 1.

    Aan het jeugdbrandweerlid wordt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan de opleidingen en examens conform het opleidingsmodel van de Stichting Jeugdbrandweer Nederland.

Artikel 9 Activiteiten

  • 1.

    Iedere groep neemt, indien mogelijk, minimaal tweemaal per jaar deel aan wedstrijden georganiseerd door de Stichting Jeugdbrandweer Nederland of via een (inter)regionale kring.

  • 2.

    Jeugdleden kunnen bij wedstrijden supporters (familie, vrienden en/of kennissen) uitnodigen.

  • 3.

    Conform het JBNL wedstrijdreglement (art. 4.1) zijn deelnemers verplicht voorafgaand aan de wedstrijd een geldig legitimatiebewijs te tonen. Als een geldig legitimatiebewijs wordt beschouwd:

    • -

      Elk door de overheid uitgegeven legitimatiebewijs;

    • -

      Legitimatiebewijs van Stichting Jeugdbrandweer Nederland.

  • 4.

    Naast wedstrijden kunnen in overleg met de leden andere activiteiten worden georganiseerd.

  • 5.

    Bij het aangaan van een lidmaatschap met de jeugdbrandweer verbindt het jeugdlid zich aan de deelname aan alle georganiseerde activiteiten. Mocht het jeugdlid niet in staat zijn aan een activiteit deel te nemen, dan deelt hij dit, behoudens calamiteiten, tenminste 24 uur voor aanvang van de activiteit mee aan de leiding.

  • 6.

    Ouders/verzorgers worden minimaal 2 weken van tevoren schriftelijk of per e-mail op de hoogte gebracht van activiteiten.

  • 7.

    Het vervoer van (uitsluitend) jeugdbrandweerleden naar een wedstrijd- of activiteitenlocatie wordt georganiseerd en uitgevoerd door de jeugdleiding.

Artikel 10 Inzet

Leden van de jeugdbrandweer worden, op basis van de Wet op de Veiligheidsregio’s, niet ingezet bij “echte” hulpverleningsactiviteiten.

Artikel 11 Overige verplichtingen jeugdlid in relatie tot de brandweer

  • 1.

    Het jeugdlid houdt zich zowel bij activiteiten georganiseerd door de brandweer als daarbuiten aan redelijkerwijs te stellen eisen ten aanzien van het gedrag en zorgt er voor dat hij het imago van de brandweer geen schade toe brengt.

  • 2.

    Tijdens de uitvoering van repressieve brandweerwerkzaamheden is het jeugdleden ten strengste verboden voorbij de afzettingen te komen of contact te zoeken met het ingezette brandweerpersoneel.

  • 3.

    Het is niet toegestaan om brandweer gerelateerde foto’s, informatie of film- of geluidsopnamen te maken en deze via de media of digitale sociale media te verspreiden zonder toestemming van jeugdleiding of ander door de korpsleiding hiertoe gemandateerde.

  • 4.

    Het jeugdlid dient zich binnen de kazerne en tijdens activiteiten georganiseerd door de brandweer te houden aan instructies van de jeugdleiding.

  • 5.

    Het jeugdlid dient zich niet zonder begeleiding door de kazerne te begeven, tenzij hiervoor door de jeugdleiding nadrukkelijk toestemming is gegeven.

  • 6.

    Het dragen van kleding conform de kledingvoorschriften is verplicht tijdens oefenavonden, wedstrijden en andere activiteiten welke gerelateerd zijn aan de (jeugd)brandweer.

  • 7.

    Het jeugdlid gaat zorgvuldig om met de aan hem ter beschikking gestelde kleding en materialen.

  • 8.

    De ter beschikking gestelde kleding mag alleen op aangeven van de jeugdleiders gedragen worden tijdens activiteiten van de jeugdbrandweer.

  • 9.

    Het dragen van sieraden (ketting, horloges, halsbanden, ringen, oorbellen, piercings) tijdens oefeningen, wedstrijden of activiteiten is niet toegestaan in verband met de eigen veiligheid en die van collega’s en jeugdleiding.

  • 10.

    Het is tijdens oefeningen, wedstrijden of andere activiteiten niet toegestaan radio’s, Ipod’s, MP3 spelers of telefoons aan te hebben staan. In geval van nood zijn de kazerne en jeugdleiding voor ouders / verzorgers bereikbaar.

  • 11.

    Het meenemen van kostbaarheden of (digitale) apparatuur naar activiteiten is voor eigen risico. De brandweerorganisatie draagt geen verantwoordelijkheid voor verlies of schade.

  • 12.

    Het is voor jeugdleden ten strengste verboden om materialen en/of gereedschappen uit operationele voertuigen te halen. Dit is alleen toegestaan in aanwezigheid en in opdracht van de jeugdleiding.

  • 13.

    De jeugdleden in samenwerking met leiders van de jeugdbrandweer, dragen zorg voor controle, het schoonmaken en opruimen van alle gebruikte materialen. De ontbrekende en/of defecte materialen moeten gemeld worden bij de jeugdleiding.

  • 14.

    Het is voorafgaand aan, en tijdens oefenavonden, wedstrijden of ander activiteiten niet toegestaan alcohol of andere stimulerende middelen zoals drugs ed. te gebruiken.

  • 15.

    De kazernes zijn rookvrije gebouwen. Roken tijdens jeugdbrandweer activiteiten is niet toegestaan.

  • 16.

    Het gebruik van medicijnen met een verdovende werking moet kenbaar gemaakt worden aan de jeugdleiders.

  • 17.

    Het bezit van messen en/of andere als wapen te gebruiken voorwerpen is verboden.

  • 18.

    Pesten, schuttingtaal en discriminerende uitlatingen tijdens activiteiten of via digitale en sociale media zijn niet toegestaan. Verbale of fysieke mishandeling van collega’s of jeugdleiding wordt niet getolereerd en is aanleiding voor een schorsing of royement van het lidmaatschap van de jeugdbrandweer.

  • 19.

    Het is tijdens oefenavonden niet toegestaan vrienden / vriendinnen, familie of andere personen mee te brengen, tenzij de jeugdleiding vooraf toestemming heeft gegeven.

  • 20.

    Fietsen en brommers ed. worden op de daarvoor bestemde plaats geparkeerd en afgesloten.

  • 21.

    Bij diefstal van eigendommen van de brandweerorganisatie, derden, leiding of andere jeugdleden wordt altijd aangifte gedaan bij de politie.

  • 22.

    Bij schade ten gevolge van opzet aan eigendommen van de brandweerorganisatie, derden, leiding of andere jeugdleden worden altijd de kosten verhaald.

  • 23.

    Tijdens een activiteit is het nooit, in geen enkel geval, aan jeugdleden toegestaan om contact op te nemen met de meldkamer.

  • 24.

    Tijdens oefenavonden van de brandweer, feestavonden of de voorbereidingen hiervoor zijn jeugdleden alleen aanwezig wanneer zij hiervoor uitgenodigd zijn of toestemming hebben van de leiding.

Artikel 12 Verzekering

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond sluit een ongevallenverzekering af voor het jeugdlid.

  • 2.

    Het jeugdlid ontvangt op zijn verzoek kosteloos een afschrift van de polisvoorwaarden.

  • 3.

    Zoals in de polisvoorwaarden is aangegeven geldt de verzekering voor woon-werkverkeer enkel voor de rechtstreekse route tussen het woonadres en de kazerne direct aansluitend aan een oefenavond of activiteit.

Artikel 13 Contributie

  • 1.

    Per kalenderjaar kan voor de leden van de jeugdbrandweer een jaarlijkse contributie worden geheven.

  • 2.

    Het contributiebedrag wordt per ploeg en in samenspraak met de regionale coördinator jeugdbrandweer jaarlijks vastgesteld. Dir bedrag wordt naar rato opgenomen in de begroting jeugdbrandweer.

  • 3.

    De ontvangen contributie komt ten goede aan de jeugdbrandweer. Onder andere consumpties tijdens oefenavonden en de deelname aan wedstrijden worden hier deels mee bekostigd.

  • 4.

    In geval het lid kan aantonen dat het onmogelijk is de contributie te voldoen, kan het Algemeen Bestuur bij uitzondering ontheffing van de contributie verlenen.

Artikel 14 Corrigerende Maatregel (straf of schorsing)

  • 1.

    De jeugdleiders kunnen jeugdleden tot de orde roepen indien het jeugdlid niet voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen van gedrag, waaronder genoemde in artikel 11.

  • 2.

    De jeugdleiders kunnen, nadat het jeugdlid een redelijke termijn heeft gekregen om zich te verbeteren nadat een waarschuwing is gegeven, met onmiddellijke ingang een straf vorderen. Deze straf kan bijvoorbeeld bestaan uit:

    • a.

      een jeugdlid niet opnemen in de wedstrijd- of inzetploeg bij een oefening. Dit houdt in dat het jeugdlid voor 1 a 2 activiteiten of gedurende een deel van een activiteit niet mag meedoen bij oefenavonden, wedstrijden of andere activiteiten en langs de zijlijn moet toekijken;

    • b.

      onder begeleiding een klusje laten uitvoeren dat als vervelend wordt ervaren;

    • c.

      het contact opnemen met de ouders/verzorgers met het verzoek hun kind te komen ophalen.

  • 3.

    Het besluit tot het geven van een straf wordt door de jeugdleiding schriftelijk of mondeling met de redenen, bevestigd aan het jeugdlid. Indien gewenst kan de jeugdleiding op een later moment bijvoorbeeld na een afkoelperiode in een gesprek het besluit toelichten.

  • 4.

    Bij overtredingen / misdragingen ed. door jeugdleden waarvoor geen afspraken in dit reglement zijn beschreven, overlegd de jeugdleiding met de regionaal coördinator jeugdbrandweer en neemt deze een besluit over de te nemen sanctie. 

  • 5.

    Als een passende straf op basis van lid 2 van dit artikel niet volstaat of bij het herhaaldelijk in een korte periode moeten opleggen van een straf kan schorsing van het jeugdlid plaatsvinden. Schorsing vindt niet eerder plaats nadat de ouders/verzorgers van het jeugdlid mondeling of schriftelijk zijn ingelicht en het jeugdlid een redelijke termijn is gesteld om zich te verbeteren.

  • 6.

    Een schorsing houdt in dat het jeugdlid niet meer mag meedoen en niet aanwezig mag zijn bij oefenavonden, wedstrijden of activiteiten die na de beëindigingdatum c.q. gedurende de schorsing zijn gepland.

  • 7.

    In geval van een schorsing wordt overwogen kan de leiding van de jeugdbrandweer in afwachting van het definitieve besluit de toegang tot de kazerne en de deelname aan oefenavonden wedstrijden en activiteiten tijdelijk ontzeggen.

  • 8.

    Gedurende de periode van schorsing door de organisatie bestaat er geen recht op restitutie van de contributie.

Artikel 15 Beëindiging van het lidmaatschap door de organisatie

  • 1.

    Het lidmaatschap van de jeugdbrandweer wordt beëindigd:

    • a.

      Bij het bereiken van de 18 jarige leeftijd. Aan het eind van het kalenderjaar waarin de leeftijd van 18 jaar is bereikt

    • b.

      Bij verhuizing van het lid buiten het cluster of nabijgelegen cluster waar de jeugdbrandweer actief is.

    • c.

      Indien het lidmaatschap op een andere door de leiding omschreven grond niet kan worden voortgezet.

  • 2.

    Daarnaast kan het lidmaatschap worden beëindigd:

    • a.

      Indien het jeugdbrandweerlid bij herhaling, zonder af te zeggen, niet deelneemt aan de door de jeugdleiding georganiseerde oefeningen of andere activiteiten.

    • b.

      Indien het jeugdlid niet voldoet aan redelijkerwijs te stellen eisen inzake geschiktheid en/of gedrag.

  • 3.

    Beëindiging van het lidmaatschap op basis van lid 2 van dit artikel vindt niet plaats nadat de ouders/verzorgers van het jeugdlid zijn ingelicht en het jeugdlid een redelijke termijn is gesteld om zich te verbeteren, tenzij er een reden is om het lidmaatschap met onmiddellijke ingang te beëindigen.

  • 4.

    Een beëindiging houdt in dat het jeugdlid niet meer mag meedoen en niet aanwezig mag zijn bij oefenavonden, wedstrijden of activiteiten die na de beëindigingdatum zijn gepland.

  • 5.

    In geval een beëindiging van het lidmaatschap wordt overwogen kan de leiding van de jeugdbrandweer in afwachting van het definitieve besluit de toegang tot de kazerne en de deelname aan oefenavonden wedstrijden en activiteiten tijdelijk ontzeggen.

  • 6.

    Gedurende de periode na beëindiging van het lidmaatschap door de organisatie bestaat er geen recht op restitutie van de contributie.

  • Toelichting

    N.B. De keuze voor een corrigerende maatregel, schorsing of beëindiging van het lidmaatschap hangt af van de situatie (ernst, recidive). Dit zal in het besluit aan betrokkene moeten worden gemotiveerd. Dit is in principe onderdeel van algemene regels van behoorlijk bestuur. Het wel of niet over gaan tot restitutie van de contributie is expliciet en gemotiveerd onderdeel van het besluit.

Artikel 16 Beëindiging van het lidmaatschap door het (aspirant) Jeugdlid

  • 1.

    Het jeugdlid kan schriftelijk om beëindiging van de aanwijzing vragen. Het verzoek dient mede ondertekent te zijn door de ouders/verzorgers van het jeugdlid.

  • 2.

    Na ontvangst van het verzoek wordt de aanwijzing beëindigd met ingang van de eerste van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ontvangen.

  • 3.

    Na beëindiging van het lidmaatschap door het jeugdlid bestaat er geen recht op restitutie van de contributie.

Artikel 17 Doorstroom naar vrijwillige brandweer

  • 1.

    Een lid van de jeugdbrandweer stroomt niet automatisch door naar de vrijwillige brandweer.

  • 2.

    Het jeugdlid kan zich, mits er sprake is van een positief advies van de leiding van de jeugdbrandweer, vanaf de leeftijd van 17 jaar en 9 maanden op de wachtlijst laten plaatsen van de post van het cluster waar hij woonachtig is.

  • 3.

    Voor een lid van de jeugdbrandweer gelden dezelfde aanstellingseisen als voor andere aspirant vrijwilligers.

  • 4.

    Bij gelijke geschiktheid verdient een ex. lid van de jeugdbrandweer de voorkeur.

  • 5.

    Er bestaat een mogelijkheid om als aspirant jeugdleider op te treden bij de jeugdbrandweer waarvan afscheid is genomen op grond van leeftijd.

Artikel 18 Vertrouwenspersoon(en)

Ook bij jeugdleden kan het voorkomen dat ze in alle rust en vertrouwen met iemand willen praten over ongewenste gedragingen zoals pesten, discriminatie, agressie of andere misstanden. De aanstelling van een vertrouwenspersoon met een neventaak in het begeleiden van jeugdbrandweerleden is een taak van de directie.

Artikel 19 Leiding jeugdbrandweer

  • 1.

    Als jeugdleiders worden ingezet vrijwilligers of beroeps van de blusploeg waar de jeugdbrandweer actief is.

  • 2.

    Een jeugdleider dient tenminste te beschikken over de opleiding manschap A (of vergelijkbaar) en een repressieve achtergrond hebben.

  • 3.

    De jeugdleider welke geen aanstelling heeft als vrijwilliger of beroeps krijgt een aanstelling als niet repressief vrijwilligers.

  • 4.

    De jeugdleiders dienen een verklaring omtrent gedrag, specifiek gericht op het omgaan met jeugdigen, te kunnen overleggen.

  • 5.

    Het is voorafgaand aan, en tijdens oefenavonden, wedstrijden of ander activiteiten niet toegestaan alcohol of andere stimulerende middelen zoals drugs ed. te gebruiken.

  • 6.

    Indien de jeugdleider optreedt als bestuurder van een tankautospuit dient hij tenminste opgeleid en geoefend te zijn als brandweerchauffeur.

  • 7.

    Indien de jeugdleider optreedt als bestuurder van een dienstvoertuig (bus en/of auto) dient hij door de organisatie aangewezen te zijn als chauffeur.

  • 8.

    De jeugdleiders houden zich bezig met de opleiding, training, coaching en begeleiding van de jeugdleden.

  • 9.

    Onder coaching wordt mede verstaan het begeleiden van jeugdleden bij hun ontwikkeling in het kader van de in artikel 2 genoemde doelstelling. Hieronder wordt mede verstaan de doorstroom naar de vrijwillige of beroeps brandweer (repressief dan wel niet repressief) en het managen van de verwachtingen van het jeugdbrandweerlid in dit kader.

  • 10.

    Bij oefenavonden en wedstrijden worden per 4 jeugdleden tenminste 1 jeugdbegeleider ingezet. Bij andere activiteiten wordt het aantal begeleiders afhankelijk van de activiteit bepaald.

  • 11.

    Vrijwilligers worden voor hun activiteiten bij de jeugdbrandweer beloond op basis van de vrijwilligersvergoeding oefenuren in de rang van Manschap A, c.q. niet repressief vrijwilliger met een maximum van 1 uur per oefenavond. Beroepsmedewerkers, die worden ingezet als jeugdbegeleider worden op basis van tijd voor tijd beloond.

  • 12.

    Elke regio beschikt over een regionale jeugdcoördinator. Deze coördinator;

    • -

      stemt onderling af tussen de jeugdkorpsen in de regio;

    • -

      ontwikkelt bovenlokale producten zoals een regionale wedstrijd;

    • -

      organiseert 2x per jaar een jeugdleiders overleg;

    • -

      organiseert 1x per jaar een overleg met de directeur brandweer en alle (hoofd)jeugdleiders.

Artikel 20 Documentbeheer door jeugdleiders

  • 1.

    Elke jeugdbrandweer beschikt over een eigen postadres. Dit betreft het algemene VRR postadres.

  • 2.

    Elke jeugdbrandweer beschikt over een factuuradres. Dit betreft het algemene VRR postadres.

  • 3.

    Jeugdleiders hebben de mogelijkheid om zelfstandig een archief over de jeugdbrandweer te voeren.

  • 4.

    Op regionaal niveau onderhoud de regionale jeugdcoördinator het archief.

  • 5.

    Jeugdleiders mogen voor documenten en andere uitingsvormen gebruik maken van de door JBNL ontworpen huisstijl.

Artikel 21 Financiën / Uitgaven door jeugdleiders

  • 1.

    Voor de jeugdbrandweer is in de begroting van de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond een unieke begrotingspost aangemaakt die wordt onderverdeeld naar de desbetreffende jeugdkorpsen.

  • 2.

    De begroting voor de jeugdbrandweer, opgesteld ddor de regionale coördinator jeugdbrandweer, wordt in het vooraf gaande jaar voor advies voorgelegd aan de jeugdleiders.

  • 3.

    Door de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond wordt jaarlijks een bedrag van €. 300,- per jeugdlid minus de jaarlijkse contributie van de jeugdleden aan de afzonderlijke jeugdkorpsen beschikbaar gesteld.

  • 4.

    In de begroting van de regionale brandweer Rotterdam-Rijnmond is ter vervanging van materieel, materiaal, kleding en voertuigen meerjaren budget opgenomen.

  • 5.

    De manager brandweer is budgethouder van het toegekende budget conform lid 1 van dit artikel.

  • 6.

    Elke jeugdbrandweer beschikt over een door de jeugdleiders opgestelde inventarislijst van materialen ten bate van de meerjaren vervanging.

  • 7.

    Een (hoofd)jeugdleider heeft mandaat voor aankopen tot € 250,- per jaar. Hiervoor is een kleine kas beschikbaar.

  • 8.

    Overige aankopen verlopen niet via de jeugdleiders maar via de regionaal jeugdcoördinator.

Artikel 22 Kleding voor jeugdleiders

  • 1.

    Voor jeugdleiders in dienst van de brandweer zijn de algemene kledingvoorschriften van de regio van toepassing.

  • 2.

    Het dragen van kleding conform de kledingvoorschriften is verplicht tijdens oefenavonden, wedstrijden en andere activiteiten.

Artikel 23 Slotbepaling

  • 1.

    In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de jeugdcoördinator van de regio, na overleg met de Directeur brandweer.

  • 2.

    Door de regionaal jeugdcoördinator kunnen, in overleg met en na goedkeuring van de Directeur brandweer, aanvullende huishoudelijke regels worden opgesteld.

  • 3.

    Dit reglement wordt aangehaald als ‘Huishoudelijk Reglement Jeugdbrandweer’.

Dit huishoudelijk reglement jeugdbrandweer is vastgesteld door  Mr. Drs. A Littooij op 19 maart 2014,

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,

namens deze:

de regionaal commandant

Mr. Drs. A. Littooij