Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie in het kader van de uitvoering van het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma voor Nederland 2014-2020 Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020 |
Citeertitel | Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financieel kader |
Artikel 2.4.3 bevat terugwerkende kracht tot en met 4 december 2017.
Artikel 2.7.8 bevat terugwerkende kracht tot en met 13 november 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2018 | 24-05-2018 | hoofdstuk 2, paragraaf 9, 10, artikel 1.1, 2.4.3, 2.6.1, 2.7.1, 2.7.8, 2.9.1, 2.9.2, 2.9.3, 2.9.4, 2.9.5, 2.9.6, 2.9.7, 2.9.8, 2.9.9, 2.9.10, 2.9.11, 2.9.12, 2.10.1, 2.10.2, 2.10.3, 2.10.4, 2.10.5, 2.10.6, 2.10.7, 2.10.8, 2.10.9, bijlage 11 | 03-04-2018 | 4337416 | |
18-01-2018 | 12-04-2018 | paragraaf 2.1, 2.2, 2.5, 2.8, artikel 1.1, 1.5, 2.2.1, 2.2.1a, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.6, 2.2.7, 2.2.8, 2.2.9, 2.2.10, 2.2.11, 2.5.1, 2.5.2, 2.5.3, 2.5.4, 2.5.5, 2.5.6, 2.5.7, 2.5.8, 2.5.9, 2.5.10, 2.5.11, 2.5.12, 2.5.13, 2.8.1, 2.8.2, 2.8.3, 2.8.4, 2.8.5, 2.8.6, 2.8.7, 2.8.8, 2.8.9, 2.8.10, 2.8.11 | 19-12-2017 | 4291579 | |
23-11-2017 | 18-01-2018 | artikel 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8, 2.1.9, 2.1.10, 2.1.11, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.11, 2.3.12, 2.3.13, 2.4.4, 2.4.5, 2.4.7, 2.4.9, 2.4.10, bijlage 1 | 14-11-2017 | ||
13-10-2017 | 23-11-2017 | artikel 2.4.7, 2.7.1, 2.7.2, 2.7.3, 2.7.4, 2.7.5, 2.7.6, 2.7.7, 2.7.8, 2.7.9, 2.7.10, 2.7.11, paragraaf 7, bijlage 5, bijlage 6, toelichting | 03-10-2017 | 4256755 | |
11-07-2017 | 13-10-2017 | hoofdstuk 3, 4, artikel 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 3.8, 3.9, 3.10, 3.11, 3.12, 4.1, 4.2, 4.3, bijlage 10 | 27-06-2017 | 4203012 | |
09-02-2017 | 23-01-2017 | 11-07-2017 | artikel 2.1.6, 2.1.8, 2.2.4, 2.2.6, 2.2.8, 2.2.9, 2.5.5, 2.5.8, 2.5.10, 2.5.12, 2.6.4, 2.6.6, 2.6.8, 2.7.4, 2.7.6, 2.7.8 | 31-01-2017 | 4140023 |
21-12-2016 | 09-02-2017 | artikel 1.1, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.9, 1.11, 1.12, 1.16, 1.17, 2.1.1, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8, 2.1.9, 2.1.10, 2.1.11, 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.6, 2.2.7, 2.2.8, 2.2.9, 2.2.10, 2.2.11, 2.4.4, 2.4.10, paragraaf 5, 6, 7, bijlage 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 | 12-12-2016 | 4121756 | |
22-11-2016 | 20-12-2016 | artikel 2.4.4, 2.4.5, 2.4.7, 2.4.8, 2.4.9, 2.4.11, bijlage 2 | 15-11-2016 | 4100515 | |
21-04-2016 | 02-11-2015 | 22-11-2016 | art. 1.7 | 19-04-2016 | S0311818 |
25-02-2016 | 21-04-2016 | art. 2.4.1, 2.4.2, 2.4.3, 2.4.4, 2.4.5, 2.4.6, 2.4.7, 2.4.8, 2.4.9, 2.4.10, bijlage 2 | 23-02-2016 | 3914852 | |
06-11-2015 | 02-11-2015 | 25-02-2016 | art. 1.1, 1.4, 1.9, 1.12, 2.1.3, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.9, 2.3.4, 2.3.10, bijlage 1 | 03-11-2015 | S0305289 |
16-09-2015 | 06-11-2015 | nieuwe regeling | 07-09-2015 Provinciaal Blad, 2015, 94 | S0303007 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat de Europese Commissie op 16 februari 2015 het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma voor Nederland 2014-2020 (POP3) heeft goedgekeurd;
Overwegende dat naar aanleiding daarvan Nederland een Europese subsidie uit het Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling ontvangt en Nederland een eigen bijdrage aan het Plattelandsontwikkelingsprogramma levert van minimaal eenzelfde bedrag;
Overwegende dat het Rijk en de provincies op 18 december 2014 het Convenant Uitvoering POP3 hebben gesloten over de hoofdlijnen van de invulling en werkwijze van de uitvoering van de plattelandsontwikkeling in het POP3;
Overwegende dat de Minister van Economische Zaken het beheer en de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma op grond van artikel 3 van de Regeling uitvoering ELFPO programmaperiode 2014-2020 heeft gedelegeerd aan de provinciebesturen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten met deze subsidieregeling beogen de gestelde doelen in het Plattelandsontwikkelingsprogramma, zoals verdere verduurzaming en innovatie van de agrarische sector en verbetering van de waterkwaliteit, te behalen;
In deze regeling wordt verstaan onder:
bruto jaarloon: in enig jaar aan een werknemer betaalde salaris, inclusief een niet-prestatie gebonden eindejaarsuitkering of een beloning in de vorm van een dertiende maand, zijnde een vast bedrag of vastgesteld percentage van het salaris, dat werknemers als extra loon ontvangen, voor zover dit is geregeld in de geldende cao of arbeidsovereenkomst, exclusief vakantiegeld, exclusief overige vergoedingen, bijzondere beloningen, winst- of prestatieafhankelijke uitkeringen en aanvullende werkgeverslasten;
landbouwer: natuurlijk persoon of rechtspersoon dan wel een groep natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, van wie het bedrijf zich bevindt binnen het territoriale toepassingsgebied van de verdragen als omschreven in artikel 52 van het Verdrag betreffende Europese Unie in samenhang met de artikelen 349 en 355 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, en die een landbouwactiviteit uitoefent;
landbouwactiviteit: activiteit als bedoeld in artikel 4, onder c, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;
Natuurnetwerk Brabant: netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden binnen de provincie Noord-Brabant zoals afgebakend op de kaart van het Natuurbeheerplan Noord-Brabant 2016, weergegeven in de ArcGIS-Kaartviewer van de provincie Noord-Brabant, http://kaartbank.brabant.nl/viewer/app/natuurbeheerplan;
VO (EU) 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;
VO (EU) 702/2014: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
Artikel 1.4 Weigeringsgronden algemeen
Onverminderd artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Artikel 1.5 Berekeningswijze kostensoorten
Bijdragen in natura zijn subsidiabel tot de waarde die gewoonlijk op de desbetreffende markt wordt aanvaard en voor zover de te verlenen subsidie niet meer bedraagt dan de totale subsidiabele kosten in het project exclusief bijdragen in natura overeenkomstig artikel 69, eerste lid van de VO (EU) 1303/2013.
Artikel 1.6 Niet subsidiabele kosten
Artikel 1.9 Verplichtingen algemeen
Onverminderd artikel 17 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:
het voeren van een administratie die te allen tijde de informatie bevat die nodig is voor een juist inzicht in de realisatie van de gesubsidieerde activiteiten en voor een juiste subsidieverstrekking, hetgeen inhoudt dat alle inkomsten en uitgaven in de administratie zijn vastgelegd met ten minste de onderliggende bewijsstukken:
Artikel 1.11 Verrekening netto inkomsten gedurende uitvoering
Indien de subsidie betrekking heeft op paragraaf 1, 3 of 5 van hoofdstuk 2 of op het onderdeel LEADER worden netto inkomsten die tijdens de uitvoering van de activiteit gegenereerd worden, overeenkomstig artikel 65 van VO (EU) 1303/2013 in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.
Artikel 1.12 Verrekening netto inkomsten na uitvoering
Indien de subsidie betrekking heeft op paragraaf 1, 3 of 5 van hoofdstuk 2 of op het onderdeel LEADER worden netto inkomsten die na de uitvoering van de activiteit gegenereerd worden overeenkomstig artikel 61 van VO (EU) 1303/2013 in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.
Artikel 1.13 Intrekking of wijziging subsidieverlening of subsidievaststelling
Onverminderd de artikelen 4:48 en 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht trekken Gedeputeerde Staten de subsidieverlening of subsidievaststelling in of wijzigen deze, indien de Europese Commissie dat op grond van de van toepassing zijnde Europese regelgeving vordert.
Artikel 1.16 Verlaging voorschot
Indien het gevraagde bedrag aan voorschot meer dan 10% hoger is dan het onder het eerste lid berekende bedrag, wordt het onder het eerste lid berekende bedrag verlaagd overeenkomstig artikel 63 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden..
Het voorschot wordt niet verlaagd indien de subsidieontvanger aantoont dat het verzoek om een voorschot buiten zijn schuld facturen, betaalbewijzen of bewijsstukken bevat van kosten die niet subsidiabel zijn of indien Gedeputeerde Staten anderszins van oordeel zijn dat de betreffende subsidieontvanger geen schuld treft.
Gedeputeerde Staten verlagen de verleende of vastgestelde subsidie, indien er onregelmatigheden zijn geconstateerd bij de uitvoering van controles als bedoeld in de artikelen 48 en 49 van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden.
Onder onregelmatigheid wordt elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht verstaan die bestaat uit een handeling of nalaten van een subsidieontvanger waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld, hetzij door de vermindering of het achterwege blijven van ontvangsten uit de eigen middelen, die rechtstreeks voor rekening van de Gemeenschappen worden geïnd, hetzij door een onverschuldigde uitgave.
In de beleidsregel, bedoeld in het derde lid, worden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 809/2014 van de commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden, bepalingen opgenomen met betrekking tot de gevolgen van het niet voldoen door de subsidieontvanger aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
§ 1 Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties ten behoeve van waterkwaliteit
Artikel 2.1.3 Subsidievereisten
Onverminderd het eerste lid, liggen aan het project ten grondslag:
de curricula vitae van het personeel, waaronder minimaal de aanvrager zelf of een medewerker bij de aanvrager in loondienst, diedat de kennisoverdrachtsdiensten en voorlichtingsdiensten aan gaat bieden, waarbij deze voldoen aanminimaal een afgeronde opleiding op ten minste HBO-niveau en drie jaar relevante werkervaring waaronder relevante werkervaring binnen drie jaar van de volgende vereisten:
Artikel 2.1.5 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 en in afwijking van artikel 2.1.4 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.1.6 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 11 december 2017 om 9.00 uur tot en met 26 februari 2018 om 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafondde subsidieplafonds voor subsidies als bedoeld in artikel 2.1.2:
Artikel 2.1.9 Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, bedoeld in artikel 2.1.2, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van:
de effectiviteit van het project bij het verminderen van de emissie van fosfaat, nitraat, ammonium, ammoniak of lachgas, blijkend uit:
de wijze waarop bedrijfsinformatie van de deelnemers wordt gebruikt om de emissie van fosfaat, nitraat, ammonium, ammoniak of lachgas naar bodem, lucht en grond- of oppervlaktewater bij de deelnemende bedrijven in beeld te brengen en de aandacht die wordt besteed aan bruikbare manieren om deze emissie te verminderen;
Indien na toepassing van het eerste tot en met derde lid, en artikel 2.1.3, eerste lid, onder e, blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.1.7 te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste tot en met derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het puntenaantal van het selectiecriterium voor effectiviteit. Indien ook dit puntenaantal gelijk is, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
§ 2 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen ten behoeve van agrofood
Artikel 2.2.1 Begripsbepalingen specifiek
In deze paragraaf wordt onder BZV-score verstaan:
Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij, die de mate waarin de Brabantse veehouderij bovenwettelijke maatregelen toepast, uitdrukt.
Artikel 2.2.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector.
Artikel 2.2.3 Subsidievereisten
Artikel 2.2.5 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 en in afwijking van artikel 2.2.4, komen gebouwen waarvoor in de afgelopen 10 jaar steun is verleend of die op het moment van subsidievaststelling niet aan de nationale vereisten voldoen, niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.2.6 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2.2 worden ingediend binnen de tenderperiode van 5 maart 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 16 april 2018, tot 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.2.6, vast op € 4.480.000.
Artikel 2.2.9 Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2.2, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van:
Indien na toepassing van het eerste tot en met derde lid, en artikel 2.2.3, eerste lid, onder d, blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.2.7 te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste tot en met derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het puntenaantal van het selectiecriterium voor effectiviteit. Indien dit puntenaantal ook gelijk is, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
§ 3 Samenwerking voor innovaties
Artikel 2.3.1 Begripsbepalingen specifiek
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
preparaat: chemische stof, microörganismen, extract uit in de natuur voorkomende stoffen of product uit in de natuur voorkomende stoffen en speciaal bereid om te worden toegevoegd aan bodem, planten, meststoffen of anderszins met als hoofddoel of als nevendoel om benutting van nutriënten te verbeteren, de bodem te verbeteren of emissie van fosfaat, nitraat, ammonium, ammoniak of lachgas te verminderen.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door de deelnemers aan een samenwerkingsverband.
Artikel 2.3.3 Subsidiabele activiteiten
bsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van een innovatieproject.
Artikel 2.3.5 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.3.3 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project heeft als doel het ontwikkelen, valideren of verfijnen van innovaties met betrekking tot maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een meer gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van fosfaat, nitraat, ammonium, ammoniak of lachgas vanuit of vanaf landbouwgrond naar lucht, grond- of oppervlaktewater;
Onverminderd het eerste lid, liggen aan het project ten grondslag:
een projectplan waarin ten minste is opgenomen:
de verwachte resultaten van het project inclusief toetsing ervan en de bijdrage aan de doelstelling om duurzaam beheer van hulpbronnen te verbeteren door emissies van fosfaat, nitraat, ammonium, ammoniak of lachgas vanuit of vanaf landbouwgronden naar lucht, grond- of oppervlaktewater te verminderen;
Artikel 2.3.7 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 en in afwijking van artikel 2.3.6, komen kosten van reguliere bedrijfsvoering van deelnemers en van bestaande reguliere samenwerkingsactiviteiten niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.3.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 11 december 2017, 9.00 uur tot en met 26 februari 2018, 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.3.3 voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.3.8, vast op € 3.200.000.
Artikel 2.3.11 Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie bedoeld in artikel 2.3.3 een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van:
Indien na toepassing van het eerste en tweede lid en artikel 2.3.5, eerste lid, onder h, blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.3.9, te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste en tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het puntenaantal van het selectiecriterium voor effectiviteit. Indien ook dit puntenaantal gelijk is, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
§ 4 Fysieke investeringen in verduurzaming van landbouwbedrijven van jonge landbouwers
Artikel 2.4.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan verstrekt worden voor fysieke investeringen in verduurzaming van een landbouwbedrijf.
Artikel 2.4.3 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 1.4 wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.4.2 geweigerd indien ten behoeve van het landbouwbedrijf waar het project op is gericht, reeds subsidie is verstrekt:
Artikel 2.4.4 Subsidievereisten
Onverminderd de voorgaande leden, is aanvrager ten hoogste 24 maanden gevestigd als bedrijfshoofd op het landbouwbedrijf waarop het project, waarvoor subsidie als bedoeld in artikel 2.4.2 is gevraagd, is gericht indien het project wordt verricht om te voldoen aan de normen van de Unie voor landbouwproductie.
Artikel 2.4.6. Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 komen de kosten die zijn gemaakt ter voorbereiding van de subsidiabele activiteit voorafgaan aan de aanvraag, niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.4.7 Vereisten Subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 4 december 2017 tot en met 15 januari 2018.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.4.6, vast op € 742.951.
In afwijking van het tweede lid, wordt, indien op het moment van aanvraag naast jonge landbouwers ook niet-jonge landbouwers bedrijfshoofd zijn, op verzoek van aanvrager de hoogte van de subsidie berekend op basis van de verdeling van het eigen vermogen van de onderneming op het moment van aanvraag.
Indien de subsidie wordt berekend op basis van de verdeling van het eigen vermogen in de onderneming, bedoeld in het derde lid, ligt aan de aanvraag tevens een accountantsverklaring, op grond van Standaard 4400 van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants, ten grondslag waaruit blijkt:
Artikel 2.4.10 Selectiecriteria
Indien na toepassing van het eerste lid blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, bedoeld in artikel 2.4.6 te boven gaan worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
§ 5 Samenwerking in het kader van EIP ten behoeve van agrofood
Artikel 2.5.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van een innovatieproject.
Onverminderd artikel 1.4 wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.5.3 geweigerd indien er voor dezelfde activiteit en dezelfde subsidiabele kosten reeds subsidie in het kader van LEADER is verstrekt.
Artikel 2.5.5 Subsidievereisten
Onverminderd het eerste lid, is het project, indien het project geen betrekking heeft op handel in en voortbrenging van landbouwproducten, om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.5.3 in aanmerking te komen grotendeels gericht op experimentele ontwikkeling of haalbaarheidsstudies als bedoeld in artikel 25, tweede lid van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Artikel 2.5.7 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 en in afwijking van artikel 2.5.6, komen kosten van reguliere bedrijfsvoering van bestaande reguliere samenwerkingsactiviteiten niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.5.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 5 maart 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 16 april 2018, tot 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.5.3 voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.5.8, vast op € 3.404.000.
Artikel 2.5.11 Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie bedoeld in artikel 2.5.3 een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van:
de kans op succes van het project hetgeen blijkt uit:
de kwaliteit van de vastgelegde afspraken tussen de deelnemers in een procesplan of samenwerkingsovereenkomst, minimaal bestaand uit een verdeling van de risico's en beheersmaatregelen en commerciële afspraken - op hoofdlijnen - bij eventuele vermarkting, blijkend uit de mate van detail van de afspraken en de logica van de afspraken gelet op de projectdoelen;
Indien na toepassing van het eerste en tweede lid en artikel 2.5.5, eerste lid, onder f, blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.5.9, te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste en tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het puntenaantal van het selectiecriterium voor innovativiteit. Indien dit puntenaantal ook gelijk is, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
§ 6 Herstel- en inrichtingsmaatregelen water
Artikel 2.6.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op niet-productieve investeringen op het platteland.
Artikel 2.6.4 Subsidievereisten
Artikel 2.6.6 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 20 februari 2017 tot en met 9 maart 2017 om 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.6.3 voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.6.6, vast op:
Artikel 2.6.9 Selectiecriteria
Indien na toepassing van het eerste tot en met vierde lid blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, als bedoeld in artikel 2.6.7 te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste tot en met vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door eerst projecten te honoreren die bijdragen aan artikel 2.6.4, eerste lid, onder d, onderdeel 1°, vervolgens projecten te honoreren die bijdragen aan artikel 2.6.4, eerste lid, onder d, onderdeel 2° en tot slot projecten te honoreren die bijdragen aan artikel 2.6.4, eerste lid, onder d, onderdeel 3°.
§ 7 Herstel- en inrichtingsmaatregelen natuur en biodiversiteit
Artikel 2.7.1 Begripsbepalingen specifiek
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
natte natuurparel: grondwaterafhankelijk natuurgebied in Noord-Brabant met bijzondere ecologische waarden waarvan sommige delen verdroogd zijn, zoals opgenomen op plankaart 1 van het Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016-2021 https://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/water/waterbeleid/-/media/1A3C16857DA74E699993D6FF640779C1.pdf;
PAS: Programma aanpak stikstof, als bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit natuurbescherming, http://pas.natura2000.nl/pages/pas_vastgesteld.aspx;
Artikel 2.7.4 Weigeringsgronden specifiek
Onverminderd artikel 1.4 wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.7.3 sub a geweigerd indien ten behoeve van dezelfde activiteiten en subsidiabele kosten reeds subsidie is verstrekt op grond van artikel 2.4 onder a van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant.
Artikel 2.7.5 Subsidievereisten
Artikel 2.7.6 Subsidiabele kosten
Artikel 2.7.7 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 13 november 2017, 09.00 uur tot en met 19 januari 2018, 17.00 uur.
Artikel 2.7.10 Selectiecriteria niet-productieve investeringen bij PAS-herstelmaatregelen
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, bedoeld in artikel 2.7.3, onder a, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van punten, beginnend bij de aanvraag met de meeste punten, toe te kennen op basis van resultaatsverwachtingen te waarderen met:
1 punt indien het project binnen de looptijd van het project niet alle maatregelen neemt die in het projectgebied nodig zijn volgens de PAS gebiedsanalyse, of in de plaats daarvan maatregelen met een vergelijkbaar of beter effect, en niet voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat dit uiterlijk op 1 juli 2021 zal zijn gebeurd;
2 punten indien het project binnen de looptijd van het project niet alle maatregelen neemt die in het projectgebied nodig zijn volgens de PAS gebiedsanalyse, of in de plaats daarvan maatregelen met een vergelijkbaar of beter effect, maar wel voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat dit uiterlijk op 1 juli 2021 zal zijn gebeurd;
3 punten indien het project binnen de looptijd van het project niet alle maatregelen neemt die in het projectgebied nodig zijn volgens de PAS gebiedsanalyse, of in de plaats daarvan maatregelen met een vergelijkbaar of beter effect, maar dit wel met zekerheid uiterlijk op 1 juli 2021 zal zijn gebeurd;
Indien toepassing van het eerste lid er toe leidt dat aanvragen op een gelijke plaats in de rangschikking eindigen, vindt een nadere rangschikking plaats op basis van het gebied waarin zij worden uitgevoerd, op grond van de volgende volgorde, waarbij projecten, onder a, het hoogst gerangschikt worden:
Artikel 2.7.11 Selectiecriteria herstel- of inrichtingsmaatregelen voor natuur of biodiversiteit
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, bedoeld in artikel 2.7.3, onder b, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van punten, beginnend bij de aanvraag met de meeste punten, toe te kennen op basis van resultaatsverwachtingen te waarderen met:
Indien na toepassing van het eerste lid blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.7.8, tweede lid, te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
§ 8 Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties ten behoeve van agrofood
Artikel 2.8.5 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 en in afwijking van artikel 2.8.4 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.8.6 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 5 maart 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 16 april 2018, tot 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen de subsidieplafonds voor subsidies als bedoeld in artikel 2.8.2 voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.8.6 vast op € 3.580.000.
Artikel 2.8.9 Selectiecriteria
Indien na toepassing van het eerste tot en met derde lid, en artikel 2.8.3, eerste lid, onder d, blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.8.7 te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste tot en met derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het puntenaantal van het selectiecriterium voor effectiviteit. Indien dit puntenaantal ook gelijk is, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.
§ 9 Verplaatsing van landbouwbedrijven gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur
Artikel 2.9.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de verplaatsing van landbouwbedrijven gericht op verbetering van de landbouwinfrastructuur, ten behoeve van de volgende activiteiten:
Artikel 2.9.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.9.3 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
ten aanzien van het bouwperceel van de oorspronkelijke agrarische bedrijfslocatie vindt een passende herbestemming plaats conform de daarvoor geldende criteria in de Verordening Ruimte Noord-Brabant, waarbij wordt uitgesloten dat zich hier een veehouderij zoals gedefinieerd in de Verordening Ruimte Noord-Brabant kan vestigen;
ten aanzien van de oorspronkelijke agrarische bedrijfslocatie, voor zover daarvan agrarisch in gebruik zijnde gronden zijn gelegen binnen de nog te realiseren nieuwe natuur van het Natuurnetwerk Brabant, vindt een passende herbestemming plaats die aansluit bij de geldende natuurbeheertypen zoals opgenomen op de ambitiekaart behorend bij het Natuurbeheerplan;
indien de gronden als bedoeld onder f worden omgezet naar natuurgronden door de grondeigenaar of een gecertificeerde natuurbeheerder als genoemd onder g, onderdeel 1º en 2º, wordt tussen de grondeigenaar respectievelijk de gecertificeerde natuurbeheerder en het Groen Ontwikkelfonds Brabant BV bij de notaris een kwalitatieve verplichting gevestigd als bedoeld in artikel 6:256 van het Burgerlijk wetboek, waarin in ieder geval wordt opgenomen dat:
bewijsstukken waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de vereisten zoals opgenomen in het eerste lid, onder d tot en met h, waaronder in elk geval:
een afschrift van de vigerende bestemming ten aanzien van de locatie waar naartoe het landbouwbedrijf verplaatst in het geval van vestiging als bedoeld in het eerste lid onder d en indien hiervoor een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is, bewijsstukken waaruit blijkt dat de bestemmingsplanprocedure is gestart;
een schriftelijke verklaring van het Groen Ontwikkelfonds Brabant BV, waaruit volgt dat het Groen Ontwikkelfonds Brabant BV bereid is om, gebaseerd op de getaxeerde waarde, tot onderhandeling over te gaan over de aankoop van de betreffende gronden, in het geval als bedoeld in het eerste lid onder g, onderdeel 3º;
als bewijs voor het vestigen van een kwalitatieve verplichting als bedoeld in het eerste lid onder h, wordt de subsidieaanvraag overgelegd voor het realiseren van natuur binnen het Natuurnetwerk Brabant, zoals ingediend bij het Groen Ontwikkelfonds Brabant BV op grond het Investeringsreglement van het Groen Ontwikkelfonds Brabant BV 2017, alsmede de ontvangstbevestiging van deze subsidieaanvraag door het Groen Ontwikkelfonds Noord-Brabant;
Artikel 2.9.5 Subsidiabele kosten
Artikel 2.9.6 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 1.6 en in afwijking van artikel 2.9.5 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.9.7 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 1 oktober 2018, vanaf 9.00 uur, tot en met 14 januari 2019, tot 17.00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.9.3, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.9.7 vast op € 2.000.000.
Onder het aantal hectaren agrarisch gebruikte grond bedoeld in het tweede lid, kunnen ook gronden worden meegerekend, die vooruitlopend op de verplaatsing van het landbouwbedrijf maar niet eerder dan de datum van publicatie van deze wijzigingsregeling zijn of worden ingezet voor herstelmaatregelen in het kader van het Programma Aanpak Stikstof 2015-2020.
Artikel 2.9.10 Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, bedoeld in artikel 2.9.3, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van het gebied waarin de in artikel 2.9.4, eerste lid, onder f bedoelde gronden zijn gelegen, op grond van de volgende volgorde, waarbij gronden, onder a, het hoogst gerangschikt worden:
Indien na toepassing van het eerste en het tweede lid blijkt dat de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, als bedoeld in artikel 2.9.8 te boven gaan, worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Indien toepassing van het eerste tot en met het derde lid er toe leidt dat aanvragen op een gelijke plaats in de rangschikking eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, vindt een nadere rangschikking plaats op basis van de efficiëntie van het project, hetgeen blijkt uit de inzet van kennis, kunde en middelen en meer specifiek uit de hoogte van de opgevoerde proceskosten in relatie tot de in totaal aangevraagde subsidiabele projectkosten.
§ 10 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen ten behoeve van de verbetering van de waterkwaliteit
Artikel 2.10.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector die betrekking hebben op verbetering van de waterkwaliteit.
Artikel 2.10.3 Subsidievereisten
Artikel 2.10.5 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 2.10.2 worden ingediend binnen de tenderperiode van 4 juni 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 16 juli 2018, tot 17.00 uur.
Artikel 2.10.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.10.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.10.5, vast op
€ 3.000.000 met dien verstande dat maximaal € 1.000.000 van het subsidieplafond wordt toegekend voor aanvragen die vallen onder investeringscategorie 3 van bijlage 11.
Artikel 2.10.8 Selectiecriteria
Gedeputeerde Staten bepalen de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, bedoeld in artikel 2.10.2, op basis van het gemiddelde aantal punten van de investeringscategorieën in de lijst van fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector die betrekking hebben op verbetering van de waterkwaliteit in bijlage 11.
Indien na toepassing van het eerste lid blijkt dat binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, bedoeld in artikel 2.10.6 te boven gaan worden de gerangschikte aanvragen behandeld op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.
Hoofdstuk 3 Uitvoering van LEADER-projecten
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
natuur netwerk Brabant: samenhangend netwerk van provinciaal, nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
Artikel 3.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van projecten die passen binnen de LOS.
Onverminderd artikel 1.4 wordt subsidie als bedoeld in artikel 3.3 geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een paragraaf uit hoofdstuk 2.
Onverminderd het eerste lid, liggen aan het project ten grondslag:
een sluitend financieringsplan van de kosten van het project, met inbegrip van een opgave van subsidies of vergoedingen die voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen zijn aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan, waarbij minimaal 40% van het financieringsplan uit private financiering bestaat;
Artikel 3.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen in elk geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 3.7 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 3.6 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 3.8 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de periode van 17 juli 2017 tot en met 16 december 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.3, voor de periode genoemd in artikel 3.8, vast op € 2.480.000.
Indien het eerste lid, onder a of b, niet van toepassing is, wordt onverminderd het in het eerste lid genoemde maximale bedrag en percentage, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat over een periode van drie belastingjaren het plafond voor de-minimissteun niet wordt overschreden.
Gedeputeerde Staten zenden in 2017 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk
s-Hertogenbosch, 7 september 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd,
De Voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
De Secretaris mw. ir. A.M. Burger
Bijlage 1 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020 Noord-Brabant
Lijst van fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven
Bijlage 2 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
KRW-waterlichamen waarbinnen trajecten zijn gelegen die voor subsidie in aanmerking komen (bron: Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016-2021)
Toelichting: de tabel geeft naam, code, status en type aan. Tevens de zes voor deze regeling relevante ecologische kwaliteitsdoelen.
Bijlage 3 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Ecologische toestand per KRW-waterlichaam in 2015
Toelichting: Deze tabel is gebaseerd op de factsheets die in december 2015 zijn gepubliceerd op: www.waterkwaliteitsportaal.nl
Bijlage 4a bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Probleemgebieden met betrekking tot wateroverlast voor de landbouw binnen het beheersgebied van waterschap Rivierenland.
Bijlage 4b bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Bijlage 5 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
KRW-waterlichamen waarbinnen trajecten zijn gelegen die voor subsidie in aanmerking komen (bron: Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016-2021)
Toelichting: de tabel geeft naam, code, status en type aan. Tevens de zes voor deze regeling relevante ecologische kwaliteitsdoelen.
Bijlage 6 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Ecologische toestand per KRW-waterlichaam in 2015
Toelichting: Deze tabel is gebaseerd op de factsheets die in december 2015 zijn gepubliceerd op: www.waterkwaliteitsportaal.nl
Bijlage 7 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Bijlage 8 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Voor stikstofdepositie gevoelige vennen in de provincie Noord-Brabant
Bijlage 9 bij de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020
Gebieden in Noord-Brabant waarbinnen door stikstofdepositie aangetaste droge heide en bossen voorkomen waar urgent maatregelen nodig zijn om het bodemecosysteem te herstellen
Ullingse Bergen en De Stippelberg
De droge heide en bossen gelegen binnen bovenstaande gebieden, zijn aangemerkt op de kaart van het Natuurbeheerplan Noord-Brabant 2016, weergegeven in de ArcGIS-Kaartviewer van de provincie Noord-Brabant, http://kaartbank.brabant.nl/viewer/app/natuurbeheerplan/
Bijlage 10 Selectiecriteria behorende bij hoofdstuk 3 Leader
Tabel 1: overzicht selectiecriteria, weging, maximale score en minimaal vereiste score
Bijlage 11 Lijst van fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector die betrekking hebben op verbetering van de waterkwaliteit