Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Amsterdam

Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit op grond van de gewijzigde Verordening Parkeerbelastingen 2015 II en Parkeerverordening 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Amsterdam
Officiële naam regelingUitvoerings- en aanwijzingsbesluit op grond van de gewijzigde Verordening Parkeerbelastingen 2015 II en Parkeerverordening 2013
CiteertitelUitvoerings- en aanwijzingsbesluit op grond van de gewijzigde Verordening Parkeerbelastingen 2015 II en Parkeerverordening 2013
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerp
Eigen onderwerpInfrastructuur, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 19-5-2015

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Gemeenteblad 2015, afd. 3, nr. 167

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-07-201501-01-2016nieuwe regeling

19-05-2015

Gemeenteblad 2015, afd. 3, nr. 167

Gemeenteblad 2015, afd. 3, nr. 167

Tekst van de regeling

Inhoud

          I.    Alleen tegen voldoening van de belasting, als vermeld in artikel 1, onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, mag worden geparkeerd op de parkeerapparatuurplaatsen in de tariefgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10-cent-tariefgebied en 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zoals omschreven in de bij die verordening behorende Tarieventabel, die voldoening moet mede geschieden met inachtneming van het tijdstip en de wijze waarop een en ander is aangegeven in de voorschriften die op of bij de parkeerapparatuur staan vermeld of uit de parkeerapparatuur blijken en de minimaal te betalen belasting bedraagt € 0,10 (dit geldt niet als het betalen geschiedt middels een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel);

        II.    Bij voldoening van de parkeerbelasting moet het kenteken worden opgegeven van het in het betreffende gebied te parkeren voertuig. Daarnaast dienen de overige voorschriften die op de/het door de gemeente uitgegeven parkeerkaart/betaalbewijs, dan wel op de parkeerapparatuur zijn gesteld in acht te worden genomen;

       III.    Geen naheffingsaanslag wordt opgelegd binnen 10 minuten na het verstrijken van de geldigheidsduur van het tijdgebonden parkeerrecht, dan wel binnen 10 minuten na afloop van een periode waarvoor aangifte van parkeerbelasting is gedaan (dit geldt niet indien bij aanvang van het parkeren het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de mobiele telefoon, of andere communicatiemiddelen, inloggen op de centrale computer);

       IV.    Vervallen;

        V.    Elkaar in tijd overlappende parkeerrechten, met uitzondering van 10 cent-parkeerrechten en tijdgebonden parkeerrechten uit het tariefgebied 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zijn geldig voor de totale van die tijdgebonden parkeerrechten bij elkaar opgetelde parkeertijd en dat een tijdgebonden parkeerrecht gekocht voor het bedrag van een dagparkeerrecht, geldt als dagparkeerrecht;

       VI.    In de 10-cent-tariefgebieden, zoals bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, wordt alleen geparkeerd met een 10-cent-parkeerrecht dat in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen

     VII.    In het 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zoals bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, wordt alleen geparkeerd met een tijdgebonden parkeerrecht die in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur, een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen;

    VIII.    Indien voldoening van de parkeerbelasting als vermeld in art 1, onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II door middel van het in werking stellen van parkeerapparatuur middels een daarvoor ingerichte mobiele telefoon of andere communicatiemiddelen geschiedt, gebeurt dit met inachtneming van de voorschriften die bij de verstrekking van of het toestaan van deze apparatuur, waarvan het model en de versie van gemeentewege wordt bepaald, zijn gesteld;

       IX.    Voor het aanbrengen en het verwijderen van een wielklem gelden de volgende voorschriften:

1 - Direct nadat een nader door ons College vast te stellen aantal naheffingsaanslagen aan het voertuig is aangebracht, kan, in nader door ons College aan te wijzen stadsdelen, een wielklem aan het voertuig worden aangebracht;

2 - De wielklem wordt verwijderd nadat de naheffingsaanslagen alsmede de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem zijn voldaan. Hierna vindt verwijdering van de wielklem zo spoedig mogelijk plaats;

3 - De onder 2 bedoelde kosten kunnen alleen worden voldaan op een daartoe aangewezen betaalkantoor van de desbetreffende handhaafinstantie, zoals vermeld op het naheffingsaanslagbiljet. Indien het voertuig is weggesleept, worden de kosten voldaan aan de Dienst Stadstoezicht;

        X.    De bloktijden, zoals bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 en hoofdstuk 3 van de bij de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II behorende Tarieventabel, zoals die door de stadsdelen in hun tariefgebieden worden gehanteerd voor de zondag, gelden tevens op Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Dag van de Vrijheid (ofwel Bevrijdingsdag), Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag. Wanneer het dagelijks bestuur van een stadsdeel geen bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied voor de zondag, dan wel indien een stadsdeel enkel bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied op de koopzondagen, dan is er op de genoemde feestdagen geen parkeerbelasting verschuldigd;

       XI.    Op Koningsdag hoeft geen parkeerbelasting te worden voldaan in de gehele stad Amsterdam;

     XII.    Ter nadere bepaling van de plaats en het tijdstip van het parkeren, als bedoeld in artikel 1 onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, bij dit besluit wordt tevens de in de bijlage opgenomen stratentabel vastgesteld;

    XIII.    De parkeerbelasting, genoemd in de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, is verschuldigd op de, door het College, conform artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 aangewezen bloktijden;

    XIV.    De tarieven, genoemd in de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, zijn verschuldigd op de, door  het College, conform artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 aangewezen bloktijden;

     XV.    Het Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit van 17 maart 2014 (Gemeenteblad 2015, afd. 3B, nr.71) wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening tot wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II, met dien verstande dat dit van toepassing blijft op de feiten die zich voordien hebben voorgedaan;

    XVI.    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening tot wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2015-II.